Nummer 13 Donderdag 12 Februari 1914 37e Jaargang Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. Waalwijksctie Stoomdrukkerij Antoon lieten. Eerste Blad. SUNU6HT DE RECHTMATIGE ERFGENAAM. Gemeenteraadsvergaderingen. Dit nummer bestaat uit TWEE bladen. FEUILLETON. Telefoonnummer 38. Telegram-AdresECHO. De Sunlightzeep is absoluut zuiver en vrij van schadelijke bestanddeelen. Zij is goedkoop, overal verkrijgbaar en hare ongeëvenaarde uit muntende kwaliteit beantwoordt ten volle aan de strengste eischen van hygiene en zuiverheid. Daar om is zij onmisbaar in ieder wel geordend huishouden. UNLIGHT WASPIK. De Echo van het Zuiden, Waalwijkscbe en Langstraaiselie Courant, Dit Blad veracity ut Woensdag- en Zaterdagavond. Abonnementsprijs per 8 maanden f 5 Franco per post door het gekeele rijk f 0.90. Brieven, ingezonden stukken, gelden ens., franco te zenden aan den Uitgever. UITGAVE: Advkrtbntibn 1—7 regels f 0.60daarboven 8 cent per regel groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën 8 maal ter plaatsing opgegeven worden 2 maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en advertenties bij abonnement worden speciale zeer ontrac gesloten. Reclames 15 cent per regel. EWAAR80R60 UJEPONEERD] ZEEP NVERVALSCHl _0ND£R SCHADELIJKE BESTAN00EEIEN Een noodzakelijke maatregel. Reeds vroeger hadden we gelegen heid onze afkeuring te doen kennen over de wijze waarop Fransche bladen als >Journal«, »Matin" en andere hun le zers inlichten omtrent moordgeschie denissen, schandaalzaken enz. Alles wordt Van «DE ECHO VAN HET ZUIDEN." daarbij gefotografeerd en den lezers voorgezet. Men ontzag zich b. v. niet om de hoofden van onthoofde autoban dieten op een rijtje naast elkaar den lezers voor te zetten. Enfin in dit gen re zouden kolommen te vullen zijn. Men begrijpt welk een nadeeligen invloed dit moet hebben op den lezer, maar voor al op 't ontvankelijk gemoed der jeugd. Dit heeft men dan toch ook ten slotte na de vreeselijke jeugd-misdaden van den laatsten tijd ingezien en gaat men er maatregelen tegen nemen. De correspondent van de N Rott.-Ct. te Parijs sehrijft »De groote plaats, die de misdaad-re portage in een gedeelte der Fransche pers is gaan innemen, de liefst zoo romantisch mogelijk, en met foto's op geluisterde publiciteit voor misdadigers gemaakt, is al vaak erkend als een groot kwaad. Er gaat ongetwijfeld een gevaar lijke suggestie vaD uit, op jeugdige en zwakke geesten. Het is vrijwel zeker, dat ook bij de jongste moorden door kwajongens gepleegd op vrouwen, die zij zoogenaamd lief hadden en die hun »ontrouw< geworden zouden zijn, naast de algemeen bekende toegeeflijkheid der Parijsche jury voor alles wat zich maar »hartstocht-misdaad« noemt, de soort »glorie4 van een uitvoerige reportage met portret in groote bladen een factor geweest is. Een bijzonder teekenend en merkwaar dig geval van de booze suggestie der romantisch misdaadspubliciteit blijkt ook bij de befaamde bandieten-historie uit Pegomas in Zuid-Frankrijk in het spel te zijn. Men weet hoe dit plaatsje ge durende enkele jaren het tooneel van een groot aantal misdrijven, moorden, brand stichtingen, grafschendingen is geweest. Eindelijk gelukte het den hoofdschul dige, Chiapale geheeten, te ontdekken, eenzelvigen, ruweD, bij sommigen voor half-idioot door gaanden boerenman. In het nauw gedreven door den rech ter van instructie bekende hij drie moor den, acht pogingen tot moord, veertien brandstichtingen en eenige grafschendin gen. Gisteren verscheen Chiapale voor het gezworenenhof te Nizza. Hij trok ter terechtzitting zijn bekentenissen wel in en ontkende alles, maar op een half onverschilligen, half verdwaasden toon; hij gaf nauwelijks antwoord als de voor zitter van het hof met het bewijsmateriaal aandrong, deed buiten de vergaderzaal nog vrij duidelijke bekentenissen aan een polltie-agent. De president van het hof deed nu gisteren ook aan de jury kennen welke reden Chiapale bij de bekentenissen tijdens de instructie opgegeven had voor het bedrijven der misdaden »Het was zoo'n genot voor mij in de kranten de beschrijving te le zen van misdaden in Pegomas begaan.4 Ziedaar een eenzelvige, ruwe, nauwelijks ontwikkelde, zwakke geest, die door de gewoonte der uitvoerige, romantische misdaad-reportage er toe gedreven wordt met de sluwste listen geheimzinnig en onopgemerkt gedurende jaren tal van misdaden te begaan uit perverse lust om in de kranten van de sensationeele be schrijvingen dier door hem zelf begane misdaden te kunnen genieten. Er is ongeveer twee jaar geleden door een kamerlid, ik meen den heer B. Breton, eens een interpellatie aangekondigd over de maatregelen, die de minister van ju stitie dacht te nemen tegen de schade lijke gevolgen van de groote publiciteit in de pers over misdaden en misdadigers. Die interpellatie is nooit in behandeling gekomen. Maar het ministerie van justi tie heeft toch aandacht aan de zaak ge weid en in een circulaire van den minister van justitie, verschenen in het Journal Offieel van eenige dagen geleden (circu- aire ter uitvoering van de nieuwe wet op de kinderrechtbanken, die met 1 Februari j.l. in werking had moeten treden, maar die niet vóór 1 April a.s. zal kunnen werken, bij gebrek aan ma gistraten en lokalen), worden bijzondere maatregelen genomen tegen de publiciteit aan deze terechtzittingen te geven. Er wordt ondermeer ook bepaald, dat de pers nooit de namen van de beklaagde minderjarigen zal mogen noemen, en tevens, wordt verboden eenige reproduc tie van hun trekken of eenige illustratie van de zaak in kwestie te geven. >Het is de eerste maal, zoo constateert de circulaire zelf, dat door een wettelijke maatregel gevolg wordt gegeven aan de dikwijls gemaakte opmerkingen over de gevaarlijke suggestie die van de pers en van de afbeeldingen kan uitgaan.» 3 2) Het is ook geen oogenblik in mij opge komen, a zoo iets aan te raden. Ik heb oen plannetje gemaakt, dat wij veel gemakkelijker ten nitvoer knnnen breDgen. Gij hebt my immers wel eens over mijn zwager, dokter Felton, hooren sproken? Ja. Nn, dezen zwager heeft in Woshire een huis gehuurd, waarin bij zieken met eenigs- zins gekrenkte geestvermogens wil opnemen welke niet door hun familie zelf bewaakt kun nen worden. Zijn huis staat ver bet land in, is zeer eenzaam en wordt uitmuntend bewaakt hy doet iu het minst geen vragen omtrent zijn patiënten, hetgeen zooals gij zelf zult toegeven, een groot voordeel is. Ik zou u dus willen voorslaan, uw vrouw gedurende eenigen tijd daar te laten vertoeven, laten wij zeggen zoolang tot zij zich met een plechtigen eed verbonden heeft, over het voorgevallene te zullen zwijgen. Sir Ascot dacht gedurende eenige minuten over dit voorstel van dokter WeBt na. Ten slotte vroeg hy En hebben wij geen wettelijke acten noodig of andere voorbereidende maatregelen om baar te doen opnemen O I voor dat alles zal ik wel zorgen. Ik zal een dokter, een kennis van mij te Londen, telegrafisch hier ontbieden en wanneer ik hem zeg dat ik de zieke onderzocht en haar toestand voor de samenleving als gevaarlijk bevonden heb, zal by mijn verklaring gaarne schriftelijk willen bekrachtigen en voor een raim honora rium geenerlei bezwaren maken Ik geloof wel dat gij dat gerust aan mij kunt overlaten. De baron stemde hierin volmondig toe en dokter West rechtvaardigde het vertrouwen dat in hem werd gesteld, want den volgenden morgen kwam een dokter uit Londen op Car- lyon Chase aan, had een lang onderhoud met dokter W est, onderzocht daarna lady Carlyon gedurende eenige minuten, schudde het hoofd eu zeide Het is een treurig geval. Vervolgens.schreef hij een geneeskundige ver klaring in den vorm zooals sir Ascot die noodig had, ontving een rijke betaliDg van den baronet en keerde met den volgenden trein naar Londen terug. Het was niet moeilijk de arme Alice van Carlyon Chase weg te brengen. Wel weigerde zy hardnekkig nog langer medicijnen van dokter West in te nemen maar de verpleegster Robson was een gedienstig werktuig van de beide schelmen eu zy was ruimschoots in de gelegenheid haar verpleegde een slaapdrank in te geven tengevolge waarvan zij in eeD toestand van verdooving verkeerde en er volstrekt niets van bespeurde dat men haar in een gesloten rijtuig bracht en dat Robsou en dokter West by haar instapten. Toen zij ontwaakte bevond zij zich in een haar geheel vreemde kamer. Hat was een hoog, gewelfd vertrek, waarvan het eenigste venster stevig getralied was, ter wijl een zware boom, die dicht bij het venster stond, het daglicht voor een groot deel onder schepte. Alice keek om zich heen en zag weldra het stroeve, ongevoelige gelaat van Robson, die als naar gewoonte eeu kous zat te breien. Terstond vermoedde lady Carlyon wat er met haar gebeurd was, want haar verstand was, trots alle bedwelmde middelen die men haar had ingegeven, eer verscherpt dan verzwakt gewordeD. Kalm zeide zij, na een onderzoekenden blik door de kamer geworpen te hebben Ik ben hier niet op Carlyon Chase, Rob- SOD. Neen. Waar dan? In een huis dat sir Carlyon heeft uitge kozen om u gedurende eenigen tyd onder toezicht te stellen van een geneesheer, den bewoner van dit huis. Hoe heet hij Openbare vergadering van den raad dezer gemeente op Vrijdag 6 Februari des avonds teu 6 uur. Voorzitter Edelachtb. Heer P. Dek kers. Klokslag 6 uur opent de Voorzitter de vergadering afwezig zijn de heeren van Son en Sagt. De notulen van de vorige vergadering worden voorgelezen. De heer Klaassen zegt gehoord te heb ben dat de Voorzitter in een vorige ver gadering 'gezegd heeft dat hij alle leden, die tegen het voorstel van pensioens bijdrage voor gemeente ambtenaren was aan Ged. Staten moest opgeven. Dat staat niet in de notulen. Zelf, aldus spreker, ben ik niet op die vergadering geweest. Teunen. Daags na de vergadering kwam ik den Voorzitter op het postkan toor tegen. Ik zei toen nog tegen hem Ik feliciteer je met het gisteren geno men besluit. Ik ben er wel tegen geweest maar ik gun het je toch goed. Ik ben er maar tegen geweest omdat U gezegd heb dat u diegenen die tegen zou stem men, aan Ged. Staten moest opgeven. Ik zei er nog bij, de anderen krijgen zeker een lintje. U zei toen weer dat heb ik niet gezegd waarop ik zei, dan zullen mijn ooren er dien dag niet goed aangehangen hebben. Den volgenden dag kwam ik echter Smeur tegen en die zei dat u het wel gezegd heb. Smeur. Dat is niet waar. Teunen. Stil, niet liegen hoor. De heer Kamp zegt dat de heer Klaassen hem niet goed heeft verstaan. Teunen. Ik heb den Voorzitter van harte gefeliciteerd. Het zou mij spijten iets te weigeren, waarom een ambtenaar vraagt, hoewel Ik er niet op sta om alles maar weg te geven. Voorzitter. Ik geloof niet dat ik zoo iets onzinnigs kan zeggen. Ik heb wel gezegd dat wij Ged. Staten kennis van het besluit moeten geven met hoeveel stemmen voor en tegen, doch niet wie er voor of wie er tegen waren. Dokter Felton en hy is een zwager van dokter West. Is sir Ascot hier? Neen, mylady, hij is terstond vertrokken, toen hy u hier in veiligheid gebracht had. Hij beval mij u te zeggen, dat hy na verloop van een week eens zon komen zien, of gij hier verstandiger waart dan op Carlyon Chase dat waren zijn eigen woorden, zeide Robson, terwijl zy kalm voortging met breien zonder op te zien. Alice zweeg een oogenblik en dacht na. Eensklaps legde zij de hand op den arm van haar verpleegster en zeide met onwillekeurig bevende stem? Robson, zij beweren dat ik krankzinnig ben en zij willen mij hier opsluiten, om hun schandelijke leugen bij de wereld ingang te doen vinden. Wilt gij mij helpen, gy, diu toch zeer goed weet, dat ik niet krankzinnig ben Robson schudde het hoofd en ging onafgebro ken met haar breiwerk voort. Denkt gy dan....? Mylady, viel zy lady Carlyon in de rede, ik ben slechts een onwetende vrouw en het zou al zeer aanmatigend van mij zij d, wanneer ik mij veroorloofde een andere meening te hebben dan de dokter, die zijn leven lang dergelijke gevallen bestudeerd beeft. Dus gij gelooft, dat zij gelyk hebben? riep Alice uit. Ik geloof in het geheel Diets, hernam de verpleegster, menschen zooals ik moeten gehoorzamen aan de gegeven bevelen, zonder daarover na te denken. Lady Carlyon beproefde nog haar medelyden op te wekkeD, maar deze vrouw bleef gevoel loos voor haar smeeken, hard eD kond als steen. Zij stelde haar eigen belang in alles op den voorgrond en sir Ascot betaalde haar zeer goed, meer nog dan dat, zij beschouwde bem voor de toekomst als een goudmijn, want met hetgeen zij wist, had zy hem voortdurend in haar macht en hij zou baar alles moeten betalen wat zy zou vrageD om zijn geheimen to bewaren. Voor lady Carlyon gevoelde zij niet bet geringste medelyden, zij baatte haar niet, maar evenmin had zij haar lief, de ongelukkige Laogewerf. U hebt wel gezegd dat u de reden moet opgeven. Voorzitter. O zeker, maar dat is ook iets heel anders. Klaassen. Ik heb er niets tegen, want ik beo niet ter vergadering geweest. Ik meende alleen dit te moeten zeggen, omdat het mij zoo werd verteld. Hierna worden de notulen ongewij zigd goedgekeurd en vastgesteld. 1. Ingekomen stukken. a. Schrijven van den heer van Sou, houdende kennisgeving dat hij verhin derd is deze vergadering te komen bij wonen. b. Schrijven Ged. Staten, houdende goedkeuring rekening 1913 op een bedrag aan ontvangsten van f 20365,71 V2 aan uitgaven van f 19352,50, alzoo met een batig slot van f 1013,2l'/2- C. Kasopneming bij den gemeente ontvanger. De boeken bleken regelma tig te zijn bijgehouden en het dienover eenkomend bedrag f 1680,00' a, was in kas aanwezig. Wordt voor kennisgeving aangenomen. 2. Beëediging nieuwgekozen armmees- ter Smits. De heer Smits legt in handen vao den Voorzitter de bij de wet voorge schreven eeden af, waarna de Voorzit ter hem feliciteert. 3. Benoeming havenmeesters. Worden benoemd voor de Kerkhaven de heer C. Roovers tegen een vergoe ding van ll°/o en voor de Vrouwkeus- vaart J. v. d. Bom tegen 10°/0. 4. Benoeming van een stembureau dienst 1914. Worden benoemd als leden de heeren Ruitenberg en Smeur, als plaatsvervan gende leden de Bont en Th. Langer- werf en tot vierde lid H. Langerwerf. 5. Voorstel om B. en W. te machti gen tot het verkoopen en verhuren. Aldus wordt besloten. 6. Voorstel van B. en W. tot het aanvaarden van een geschenk van den ZeerEerw. ZeerGel. heer Dr. van Heek. Voorzitter. Het Is een bedrag van f 191 en er is geen enkele voorwaarde aan verbonden. Aldus wordt besloten. 7. Voorstel van B. en W. tot het aangaan van eene tijdelijke geldleening. dame was haar geheel onverschillig. Het kostte Alice een bovenmenschelijke inspanning kalm te blyven, maar zij begreep, dat zij door toorn of opgewondenheid te too- nen, haar vijanden een nieuw wapen tegen zich in de hand zou geven en daarom nam zy zich voor niets te laten blyken van de wan hoop en vertwijfeling, die zich van haar meester maakten. Robson was dsn ook niet weinig verwonderd over haar kalmen toon, waarop zij voortging Gij zeidet dat de maD, aan wien dit hniB behoort, dokter Felton heet en dat hij een zwager is van dokter West? Ja. Dus is hij gehuwd met een zuster van dokter WeBt? Dat moet wal, want deze is ongenuwd. Leeit zijn vrouw nog? Neen. Zou ik hem te spreken kunnen krijgen Ongetwyield kunt gij dat mylady, zoodra ge maar wilt. Wees dan zoo goed te schellen en hem te doen verzoeken hier te komen, RobBon. De verpleegster deed wat baar bevolen was. Een dienstbode trad weldra binnen, die de boodschap van lady Carlyon zou overbrengen. Kort daarop verscheen dokter Felton. Hij was een man van omstreeks veertig jaar, met een taaDkleurig gelaat, een kaal hoofd maar een zwaren zwarten baard en fonkelende zwarte oogen die iets indrukwekkends aan zijn uiterlijk gaven. Dokter Felton boog en Dam plaats tegenover Alice, die van de sofa was opgestaan en hem kalm 6D onderzoekend aanzag. Gy wenschtet my te spreken, lady Car lyon En wat is er van uw dienst? Ik wilde weten met welk recht gij mij hier gevangen houdt? vroeg zij op kalmen toon, hoewel alle moed haar ontzonk, want het gelaat van dezen man voorspelde haar niets goeds. Hij antwoordde Op last van uw gemaal. Maak ik op u den indruk van iemand, die niet by haar volle verstand is? Ik heb daaromtrent de schriftelijke ver klaring van twee geneeshseren, antwoordde bij koel. En gelooft gij aan hetgeen zy beweren t Ik heb geen reden bet iu twijfel te trekken. Alice loosde een diepen zucht en drukte haar beide handen tegen baar borst. Zuodt gij m'y werkelijk willen doen ge- looven, dat gij overtuigd zijt van de waanzin der vrouw, die op het oogenblik met u spreekt vroeg zy, terwijl zy hem Btrak aankeek. Hij doorstond haar blik zeer kalm, zonder een spier van zijn gelaat te vertrekken. Op het oogenblik misschien niet,antwoord de hy, de ergste krankzinnigen kunnen heldere momenten hebben, maar al zijt gij thans vol komen klaar van geest en meesteres over uw gedachten en uw daden, dan zie ik daarin nog volstrekt geen bewijs, dat gij morgen niet tot razernij zult vervallen. Houdt gij dat voor waarschijnlijk vroeg zy. Misschien niet, maar in elk geval voor mogelijk. Maar ik verzeker u dat het met zoo is. Ik ben evenmin krankzinnig als gij het zijt. Ik ben by myn volle verstanden mijn echtgenoot heeft zulke erbarmelijke maatregelen tegen mij genomen, omdat hij zich myn vermogen wil toeëigenen en daarom moet ik uit den weg geruimd worden. Mynheer—zij hiefsmeekend de gevouweD handen tot hem op en haar stem beefde van aandoening zoo gij een recht schapen mensch, een man van eer zijt, bewys dat dan door een snood vervolgde vrouw, die weerlooB tegenover baar verbitterde vyanden staat, te helpen en te beschermen. In naam van haar, die ge lief hebt, in naam van nw kinderen zoo ge die hebt, in naam van uw moeder, die u het levenslicht deed aanschouwen en die u eerste kinderschreden heeft geleid, smeek ik u hergeef mij de vrijheid. Hij had baar aangeboord zonder dat zijn gelaat de minste ontroering teekende. (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1914 | | pagina 1