Nummer 48
Zondag 14 Juni 1914
37e Jaargang
Tweede Blad.
n,
t de
VI
VERSLAG
ö1
Gemeenieraadsvergadefing,
ie
te
g-
<64
Op
leder,
D
-Mij
URG
3R-
atsen
rerige
ddagft
OUT;
\.MS-
)AM.
7 uur
Ouur
schen
481
cküjjt
en.
ut J.
gMy
der Kamer van
Koophandel en Fa
brieken te WAALWIJK, betreffende
den toestand van den handelde nij
verheid, de scheepvaart en van den
landen tuinbouw over het jaar 1913.
Lederhandel.
Ook het jaar 1913 Is voor den leder
handel in het algemeen ongunstig ge
weest. Het jaar begon met eene matige
vraag naar zwaar zooileder, die gedurende
de zomermaanden wel aanhield, doch
geen noemenswaardige stijging in dit
artikel bracht. De herfstmaanden leverden
iets betere resultaten, doch allengs ver
flauwde de vraag, zoodat het jaar in
lustelooze stemming sloot.
Licht zooileder mocht het geheele jaar
door meer belangstelling ondervinden en
kon mitsdien een grooteren opslag beko
men dan 't zware vooral toen in de zomer
maanden bleek, dat er werkelijk behoefte
aan licht leder bestond.
Dit neemt echter niet weg, dat ook de
prijzen van licht zoolleder nog lang niet
in verhouding staan tot die der ruwe waar,
redenen waarom gedurende 1913
minder huiden zijn ingewerkt dan gedu
rende 1912.
'De prijzen van zoolleder, oud systeem,
waren van Januari tot Juli ongeveer de
volgende
In de wichten van 16/18 K.G. f 1,85
af 1,90, later f 1,95 a f2.
van 18/22 K.G. fl.90
a f 1,95, later f 1,95 a f 2,10.
van 22/25 K.G fl,90
af 1,95, later f 1,95 a f 2,10.
La Plata zware platen f2,50 a f2,70
alles per K.G.
In vergelijking met de prijzen van 1912
is dus weinig vooruitgang te constatee-
ren.
Bijzondere soorten als Rio Janeiro's
en prima Columbia's bleven nagenoeg
j3p hetzelfde standpunt van het vorig jaar.
Men besteedde
In de wichten 15/20 KG. aanvankelijk
f 1,55 af 1,70, later f 1,75 af 1,80.
In de wichten 1 Oj 15 KG. aanvankelijk
f 1,40 af 1,55, later f 1,55 af i,65.
dit oogenblik is de vraag naar
bereid van gezouten huiden, weer
levendig en er wordt tot 2,10 per K.G.
bedongen, De reden hiervan is te zoeken
in het feit, dat de voorraad hierin mo
menteel zeer klein is. Binnenzoolleder
alsmede afval en halzen bleven behou
dens kleine schommelingen op prijs
ongeveer even duur als in 1912
Zij golden respectievelijk i 1,20 a f 1,35,
f 0,80 a f 1,— en f 1,25 a f 1,55 per K.G.
De prijzen van het vache lisè onder
gingen in 1913 ook geen noemingswaar-
dige verhooging. Waren door deze
inrichtingen op einde 1912 niet flinke
contracten op levering gesloten, dan was
op dit leder bepaald in 1913 verlies
geleden. In het najaar toch' toen de
huidenmarkt daalde, konden de in het
begin des jaars verkregen lederprijzen
slechts met de uiterste moeite gehand
haafd blijven. Men besteedde
prima croupons (koe) f 1,15 a. f l,17'/2
La Plata zware (os)
id. (koe)
halzen
liezen
naar gelang van sortiment
liteit, alles per K.G.
De groote invoer, vooral van Oosten
rijk, Duitschladd en België, was, tegelijk
met den toestand in den Balkan, de voor
naamste reden, dat de prijzen van prima
waar zelfs gedrukt bleven en dat menige
partij met verlies van de hand werd
gezet.
Voor het oogenblik schijnt de toekomst
wel wat rooskleuriger.
Handel in Schors.
Hoofdzakelijk Gelderscke Schors.
De kwaliteit van de Geldersche schors
mocht ook ditmaal weer goed heeten,
al stond zij achter bij die van 1912.
Aangezien er in 1913 minder is ge
looid dan in 1912, was de vraag naar
schors niet zoo levendig als gewoonlijk
wat van invloed was op de prijzen.
Zoo betaalde men b.v. voor
Prima Graafschapper f 3,75 a f 4,
id. IJsselschors - 3,25 a - 3,40.
id. Veluwer -3,15 a -3,40.
Afwijkende soorten - 2,90 a - 3,20.
Alles per 65 K.G., vrij stroom of franco
wagon.
Deze prijzen zijn ongeveer 5 pCt. la-
en
- 1,25 a - 1,30
- 1,15 a- 1,20
- 0,60 a - 0,70
- 0,50 a - 0,55
en kwa-
ger dan in 1912. De schors uit Friesland,
alsmede uit een gedeelte van Overijsel
vond goeden aftrek naar Duitschland,
waardoor de prijzen zich konden hand
haven.
De prijs hiervan was: f2,80 a f3,10.
Voor de a.s. campagne evenwel vei-
wacht men algemeen, dat de prijzen
weer op het niveau van 1912 zullen
komen.
Handel in vreemde looimiddelen.
Herhaaldelijk wezen wij er op, hoe
vreemde looimiddelen steeds meer de
schors verdringen, en hoe zelfs Fransche
schors, een altijd zoo gewild artikel,
steeds verwaarloosd wordt. Onlangs la
zen wij, hoe van Regeeringswege in Fran
krijk er op aangedrongen werd, huiden
voor de bereiding van zoolleder uitslui
tend mét Fransche schors te bereiden.
Ook al zou zoo'n strenge maatregel kracht
van wet erlangen, gelooven wij voor ons
toch niet, dat de Fransche schors het
verloren terrein geheel zal terugwinnen.
Daarvoor hebben zich de vreemde looi
stoffen te vast ingeburgerd.
Het gebruik van vreemde looistoffen
nam ook in 1913 weer toe, al was de
handel daarin gedurende de tweede helft
des jaars, lusteloozer dan gewoonlijk,
Het is zeer natuurlijk dat bij tragen
huidenhandel, ook de handel in looistof
fen lijden moet.
Met betrekking tot enkele der meest
gebruikte soorten, kunnen wij het vol
gende melden
Garouille was ook in 1913 hoog van
prijs en gold van fr. 21 tot fr. 24 per
100 K.G.
Quebracho, (gemalen) was ongeveer
even duur als in 1912, nl. 16 a 17 fr.
Myrabolanen. werden ook thans schaars
aangeboden. De soort, welke hier meest
betrokken wordt, gold f 16,50 a f1750;
voor myrabolanen crushed besteedde
men fr. 23,25 a fr. 24.
Valonea en goede Smyrna soorten gol
den aanvankelijk tot fr. 25, doch liepen
tegen het einde van 1913 sterk terug,
zoodat met. moeite toen 19 a 20 frs.
bedongen kon worden.
Mangrove schors rees in de eerste
helft des jaars zeer langzaam, in de twee
de helft daarentegen zeer snel, een en
ander naar aanleiding van het feit, dat
de Fransche regeering in Madagascar 't
schillen verbood. Ook uit andere streken
van Afrika is maar weinig aanvoer te
verwachten.
De prijs wisselde van fr. 16,50 tot fr.
17,00.
Natal- en Mimosa schors behielden de
noteering van einde 1912. Overstroomin
gen in Natal mochten aanvankelijk iets
op den prijs influenceeren, geleidelijk
daalde deze weder tot het oude niveau,
d. i. fr. 19 a fr. 19,50, alles per 100 K,G.
Maletto schors bleef stationnair in prijs
nl. fr. 25 a fr. 27.
Sumak steeg in prijs. Sumak, in bla
deren liep van frs. 30 tot frs. 34, in poe
der van frs. 31 tot frs. 35.
De handel in extracten was wederom
vrij levendig.
De prijzen waren ongeveer als volgt
Kastanje frs. 22,50 a frs. 25,50
Eiken 26,a 28,-
Mimosa 36,a 38,50
Quebracho (vlb 27,a. 34 50
(droog) 37,a 37,50
Alles per 100 K.G. franco waggon of
aan boord te Antwerpen met 2 pCt.
korting,
Aangaande de looistofbepaling van
enkele dezer soorten zie men de belang
rijke opgaven van het Rijksproefstation
ten bate der lederindustrie te Waalwijk,
in de nos. 69, 70 enz. van het Technisch
Bijblad, behoorende bij het orgaan >De
Nederlandsche Lederindustrie».
ELSHOUT.
Openbare vergadering van den raad
dezer gemeente op Woensdag 10 Juni
des avonds ten half zes uur.
Voorzitter Edelachtb. heer C. van
Breugel.
Ongeveer kwart voor zes uur opent
de Voorzitter de vergadering aanwezig
zijn alle leden.
De notulen der vorige vergadering
worden na voorlezing onveranderd goed
gekeurd en vastgesteld.
Aan de orde
1. Ingekomen stukken.
a. Schrijven van Ged. Staten, houden
de goedkeuring wijziging begrooting.
b. Een schrijven over het proefstation
voor maalderij en bakkerij te Wagenin-
gen.
Na voorlezing wordt dit schrijven voor
kenDisgeviag aangenomen.
Schrijven van de Gezondheidscom
missie zetelende te Heusden houdende
overlegging van de rekening van inkom
sten en uitgaven over het dienstjaar 1913
en de begrooting voor 1915.
Voorzitter. Uit de begrooting blijkt
dat onze gemeente f48,10 moet betalen
dus een gulden meer dan een vorig jaar.
Een schrijven van den Vice-president
van den raad van State, inzake vast
stelling van regelingen tot verhaal van
inkoopsommen en pensioensbijdragen der
gemeente-ambtenaren, om een en ander
persoonlijk te komen toelichten.
Gijzels. Dat was toch een mondeling
besluit.
Voorzitter. De raad had nadere stuk
ken voor 1 April moeten inzenden en
er is besloten geen nadere stukken meer
in te zenden.
Gijzels. Nadere stukken, nadere stuk
ken, ge hebt geen stukken meer voor
gelezen. Ik heb het van wethouder
Grevenbroek gehoord dat het was inge
komen en toen heb je geen vergadering
belegd. In de vorige vergadering heb
ik nog gevraagd om voor te lezen wat
ge naar den raad van State hebt ge
schreven. In de notulen hebt ge gezegd
dat Van Herpt dat vroeg, dat is niet
zoo, dat heb ik gevraagd. Ik heb dat
niet willen opmerken na het lezen van
de notulen omdat ik niet wil fitten,
maar ge hadt den raad in de gelegen
heid moeten stellen om een commissie
te benoemen.
Voorzitter. De raad wordt toch in het
gelijk gesteld.
Gijsels Dat doet er niet toe, ge hadt
recht moeten laten wederwaren. Ge hebt
echter weer in het duister gewerkt, want
ge hebt er met geen woord van gerept,
dat ze het allemaal getuigen en
al stond ik tegenover 1000 man, dan
hield ik het nog vol.
Van Herpt. Er is mij niets van be
kend.
Grevenbroek. Er is mij ook niets van
bekend, dat het besloten is. Ik weet wei
dat ik tegen Kees gezegd heb, nou moet
jij naar den Haag, dan ga ik naar den
veearts in Heusden.
Van der Sanden. Ik weet er weinig
meer van te vertellen.
Gijzels. Ha, gij bent weer beet geno
men, man.
Van Herpt. Als het aan den raad is
gericht, dan moet het bij den raad ko
men, maar niet bij B en W.
De Voorzitter gaat het bewuste schrij
ven halen en leest het voor.
Gijzels. Als ge dat toen voorgelezen
had, dan was het goed geweest.
Voorzitter. Dat heb ik voorgelezen.
Gijzels Dat heb je niet voorgelezen,
dat weet ik zeker. Hier, allemaal getui
gen, is het voorgelezen, Van Herpt,
Klijn, Dirk.
Voorzitter. En ik weet zeker dat ik
het voorgelezen heb, is 't niet waar van
der Sanden
Van der Sanden. Ik kan het niet
zeker zeggen en als ik het niet zeker
weet, dan blijf ik er buiten.
Gijzels. Wij zijn weer beetgenomen.
In Drunen is de commissie al driemaal
naar den Haag geweest.
Voorzitter. Ik weet zoo zeker als ik
hier zit, dat ik het heb voorgelezen.
Gijzels. Dan hadden wij toch wel een
commissie benoemd om ons te verweren.
Klijn. Het kan best voorgelezen zijn,
dat weet ik niet, maar zeg nou maar
dat het is voorgelezen, dan had u ons
moeten toelichten en zeggen, ik zou dit
of dat doen.
Gijzels. Het is niet voorgelezen, dat
weet ik zeker.
Klijn. Het is zoo gek, Voorzitter,
vooral omdat ge er zelf belang bij hebt.
Voorzitter. Op dit schrijven heb ik
alle stukken nog voorgelezen en toen
hebben jullie gezegd jdat er verder niets
naders over behoefde geschreven te
worden.
Grevenbroek. Nietwaar, oe hebt nog
gezegd tegen ons, nou moet je nog naar
den Haag ook.
Gijzels. Ge hebt den raad zijn macht
ontnomen.
Grevenbroek. Kees, weet je het nog
dat ik tegen jou zei, dat je naar den
Haag moest en ik naar den veearts.
Klijn. Het is iets van aanbelang en
daar had je een spoedeischende verga
dering voor uit moeten schrijven, vooral
omdat gij er persoonlijk het meeste be
lang bij hebt.
Gijzels. In Drunen winnen ze htt.
Voorzitter. Gij zult het ook wel winnen.
Gijzels. Dat doet er niet toe, de zaak
heeft hier z'n recht niet'gehad en daar
gaat het maar om.
Voorzitter. Ik heb mijn plicht gedaan.
Gijzels. In alle gemeenten verweren ze
zich.
Voorzitter. Dan had de raad hier ook
maar nadere stukken moeten inzenden.
Gijzels. Dan heb je het weer niet goed
toegelicht.
Voorzitter. In de wethoudersvergade
ring hebben wij er over gesproken en
toen hebben wij besloten geen vergade
ring te houden omdat geen nadere stuk
ken waren ingezonden..
Gijzels. In Drunen hebben ze er wel
tweemaal spoedeischende vergadering
voor gehouden, eens nog op een Zater
dagavond. Wij hebben eens een schrif
telijk verweer opgezonden en wat moe
ten wij nu nog nader schrijven. Wij zullen
het mondeling wel verder toelichten.
Voorzitter. Als je nadere stukken had
ingezonden, dan had je ook eens naar
Den Haag kunnen gaan.
Van Herpt. Dan begrijp ik niet waar
om de raad van State ons nog oproept.
Gijzels. Wij zijn niet in de mogelijkheid
gesteld-
Voorzitter. Ik weet niet waarover je
valt.
Klijn. Het is nou ret of je uit eigen
belang alles zoo gedaan hebt, ik zeg niet
dat het is, maar 't is toch net of 't zoo
is. Ik weet wel dat het niks helpt als wij
gaan. Ze ketsen ons toch.
Gijzels. Ze ketsen niks. Wij krijgen
gelijk.
Voorzitter. Je behoeft geen blaam op
mij te werpen, want het kan mij niets
schelen, ik mag lijden dat je het wint.
Van Herpt. Het scheelt je toch 30
gulde^.
Voorzitter. Dat maakt mij niets uit. Die
zullen dan wel van een anderen kant
komen.
Klijn. Je heb ze toch liever in je zak
zitten', ik tenminste wel. Ik weet ook wel
dat als wij het winnen, de Staten je opslag
zullen geven en dat is allemaal nou niets,
maar je had dat moeten zeggen, zooals
het is.
Gijzels. Grevenbroek heeft het mij zelf
gezegd, maar je licht in de wethouders
vergadering,, alles duister toe.
Voorzitter. Ik heb in de wethouders
vergadering niets gezegd.
Grevenbroek. Dat heb je wel, Kees
weet je het nog dat ik tegen jou heb
gezegd gij gaat morgen naar den Haag
en ik naar den veearts.
Voorzitter. Dat waren gekke praatjes
op niets.
Klijn. Je moet geen gekheid in de wet
houders vergadering zitten maken.
Gijzels. De raad had te oordeelen. Jij
bent geen baas.
Voorzitter. Dan had je ook maar na
dere stukken moeten inzenden.
Gijzels. Ze zouden ons in den Haag
best hebben ontvangen, zoo beroerd zijn
die menschen daar niet.
Maar weet je wat je had moeten doen,
je hadt na afloop van de wethouders
vergadering een urgente vergadering
moeten beleggen.
Voorzitter. Je kan toch niet voor niets
naar Den Haag gaan.
Gijzels. Wij kunnen toch niet tweemaal
hetzelfde schrijven.
Van Herpt. U had ook stukken kunnen
indienen en dan hadden wij daar inzage
van kunnen nemen en weerleggen.
Gijzels. Je hebt ons de macht ontno
men, je hebt je plicht niet gedaan als
Voorzitter en dat doe je een heel jaar
door.
Voorzitter. Ik doe m'n plicht en han
del naar recht, daar kan je niets van
zeggen hoor 1
Gijzels. Wethouder van der Sanden
kan niets onthouden en daarom hand
haaf je hem, omdat je hem alles duister
kan toelichten.
Van der Sanden. 't Gaat er hier fat
soenlijk naar 10e. Als je zoo persoonlijk
wordt, vraagt dan liever om in gesloten
vergadering over te gaan. Gijzels stoelt
zoo, maar bij vergeet zeker nooit
iets.
Van Herpt. Er hadden hier ambtenaren
u b.v., tegen het verweer kunnen schrij
ven en daar wisten wij nu niets van.
Voorzitter. Dan zou ik het wel gezegd
hebben.
Gijzels. Ik heb het Grevenbroek wel
5 maal hooren zeggen.
Van Herpt. Als het zoo niet is, dan
had je het in de wethoudersvergade
ring niet moeten zeggen. Daar moet je
geen gekheid maken en zeggen je moet
naar den Haag.
Voorzitter. Dat kon niet, want er wa
ren geen nadere stukken ingezonden.
Klijn. Het zijn zaken van aanbelang
en dan had je ons eerst moeten hooren,
vooral omdat het jezelve zoo aangaat.
Ik zeg niet dat je het met een slechte
bedoeling gedaan hebt maar het geeft
nu zoo de schijn.
Gijzels. Ik stel voor aan den Raad
van State nog het verzoek te richten
om ons te mogen komen verweren. Ze
zullen wel zoo beleefd zijn ons nog te
hooren.
Van Herpt. Als de ambtenaren in het
gelijk gesteld worden, wat zullen de
gemeentenaren ons dan wel niet een
verwijt maken.
Muskens. Daar is niets tegen.
Van Herpt. En in dat schrijven moet
je er bijzeggen, dat wij niet in de ge
legenheid zijn gesteld.
Gijzels. Ja, dat de zaken niet zijn
behandeld, als het behoort.
Voorzitter. Dat is wel gedaan en Gre
venbroek heeft het net zoo goed mede
besloten als wij.
Grevenbroek. Ik weet er niets van dat
het besloten is.
Van Herpt tot Gijzels. Laat het hem
nog eens voorlezen.
Gijzels. Lees nog eens voor, wat ge
naar de raad van State zult schrijven.
De Voorzitter leest voor.
Van Herpt. Zie je wel. Dat is niet
goed. Er moet bijstaan dat B. en W.
in gebreke zijn gebleven ons te zeggen
dat wij naar den Haag konden gaan om
ons te verweren.
Dat is de hoofdzaak.
Je kan er ook nog bijzetten dat ons
alles duister is toegelicht.
Gijzels. Vooruit, zet maar bij dat de
raad
Voorzitter. Neen, omdat geen nadere
stukken zijn ingezonden.
Gijzels. Omdat wij het niet wisten en
omdat dit stuk niet in den raad is be
handeld. Dirk heeft het me wel vijf keer
gezegd.
Voorzitter. Als je Grevenbroek nu
iets zegt, dat is hij het over vijf minuten
weer vergeten. Wat wil je daar nou mee
doen. Van der Sanden is eerlijk, dat
die spreekt.
Van der Sanden. Ik zeg zooals het is.
Ik weet niet meer precies hoe het is
geweest.
Grevenbroek. En ik weet zeker dat
ge gesproken hebt over Den Haag.
Voorzitter. Dat was gekheid.
Gijzels. Ge hebt niets daarvan in den
raad gebracht, alleen in de wethouders
vergadering voorgelezen en nou zit je
te beweren dat je het wel heb voorge
lezen, maar afin, van de eerste leugen
ben je niet gebarsten.
Voorzitter. Dat is niet waar en een
beetje fatsoenlijker hé I
Van der Sanden. Het kan wel zijn, ik
weet het niet.
Gijzels. Ha zie je, de geestvermogens!
Wel man dat is alles van den raensch,
dat is een voornaam punt. Die mogen
je niet in den steek laten.
Van der Sanden. En ik geloof dat
die jou ook wel eens in d^steek laten,
is 't niet.
Van Herpt. Als het aan den raad ge
richt is, moet het ook in den raad komen.
Gijzels. Timmermans uit Waalwijk, die
Voorzitter is van den polder in Bern,
heeft zelf gezegd dat hij spijt heeft dat
ze in Waalwijk toe hebben gegeven.
Als een bedelaar niets vraagt, krijgt hij
ook niets. En als wij niets vragen, krij
gen we zeker niets.
Klijn. Of je nou gaat of niet gaat, 't
zal niets uithalen, dat geloof ik.
Gijzels. Ha, man, ge weet geloof ik
nog niet goed hoe het allemaal in el
kaar zit. De raad van State is de hoogste
instantie. Ik lees trouw al die dingen
hoor.
Van Herpt. Hoeveel zal het de ge
meente schelen of we winnen of verliezen.
Gijzels. Ik denk dat het een 150 gul
den zal schelen.
Voorzitter, 't Scheelt 3 pCt.
Gijzels. En ge moet niet denken als
ik het niet zal winnen dat ik daar bal-
oorig om zal zijn of dat ik daar kwaad
om zal zijn. Ik wil alleen maar hebben
dat alles gebeurt zooals het moet.
Voorzitter. En alles is conform ge
schied.
Gijzels. Je hoort het toch van de wet
houders dat het zoo niet is.
Voorzitter. Die weten er niets meer
van.
Van Herpt. Daar in Den Haag v
van