1.
L
Nummer 49.
Donderdag 18 Juni 1914
37e Jaargang
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
Waalwijkscfie Stoomdrukken] Antoon Tielen,
Eerste Blad.
SUNUGHTl
hall
1.
N
THOMSON.
Dit nummer bestaat
uit TWEE bladen
FEUILLETON.
e,
en.
tot
>or
gd
Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per S maanden f0."5.
Franco per post door het geheele ryk f 0.90.
Brieyen, ingezonden stukken, gelden eca., franco te zenden aan den
Uitgever.
UITGAVE:
Telefoonnummer 38. Telegram-AdresECHO.
Prijs der AdvertïntiSn 10 cent per regel; minimam 6 regels; groote
letters naar plaatsruimte. Advertentiën 8 maal ter plaatsing opgegeven
worden 2 maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en
advertenties bij abonnement worden speciale zeer vooideelige contiact
gesloten. Reclames 15 cent per regel
6035
De Sunlightzeep is
absoluut zuiver en
vrij van schadelijke
bestanddeelen. Z i j
is goedkoop, overal
verkrijgbaar en hare
ongeëvenaarde uit
muntende kwaliteit
beantwoordt ten
volle aan de strengste
eischen van hygiene
en zuiverheid. Daar
om is zij onmisbaar
in ieder wel geordend
huishouden.
SUNLIGHT
geil
het
aan
elt,
11915
EERSTE DEEL.
Van de afgunst tot de misdaad.
De beste plaats in ons blad wenschen
wij in te ruimen, om eene beschrijving
te geven van den heldendood en wat
daaraan vastzit van een der beste Ne-
derlandsche mannen van den echten
Van „DE ECHO VAN HET ZUIDEN."
ouden stam, die ons land de latere ja
ren heeft gekend. Onze lezers zullen 't
weten en we hebben hen steeds over
de toestanden in Albanië zoo goed mo
gelijk op de hoogte gehouden, dat lui
tenant-kolonel Thomson op 't oogenblik
was het hoofd dei militaire missie, op
verzoek der mogendheden naar Albanië
gezonden om eene gendarmerie te or-
ganiseeren en mede te helpen tot het
opbouwen aldaar van een geordenden
staat. Hoe de toestand daar is gewor
den, weet men uit de berichten en 't
slot is dat Durazzo Zondagnacht ten 4
uur door de opstandelingen aangevallen
en kolonel Thomson den heldendood is
gestorven.
Hoe het mogelijk was dat de stad,
die Thomson de laatste weken zoo krach
tig had versterkt, eensklaps van drie
zijden werd aangevallen, juist zooals hij
de opstandelingen wilde attaqueeren, dat
zij dit konden zonder dat Thomson of
wie ook er iets van wisten, geeft ern
stig te denken en doet vermoeden, dat
hier het valsche spel door zoovelen te
gen dezen jongen staat, z'n vorst en de
Ned. officieren gespeeld, z'n toppunt
heeft bereiktwe zullen daaromtrent
wel meer vernemen. In elk geval, Thom
son is gestorven als een held, een va
derlander waarop wij trotsch kunnen
zijn en dien wij als de verpersoonlijking
van moed, beleid en trouw het jongere
geslacht ten voorbeeld mogen stellen.
Hij heeft zich gesteld in dienst van het
jonge rijk, om een taak te vervullen op
uitnoodiging van geheel Europa. Hij
heeft die taak op schitterende wijze ver
vuld en bekroond met den heldendood.
Albanië, de jonge staat, waar bescha
ving en vrede moeten worden gebracht,
heeft kostbaar Nederlandsch bloed ge-
ëischt.
Maar beginnen we met een verhaal,
een ruime plaats mag wel aan deze hel
denfiguur zijn gewijd.
De Neue Freie Presse ontving uit
Durazzo een particulier telegram, lui
dende: Om 1 uur 25 's ochtends weer-,
klonken onverwachts kanonschoten, waar
op aldra aanhoudend geweervuur volgde.
De opstandelingen, die dezer dagen van
vier zijden zouden worden aangevallen,
waren zelf aanvallend opgetreden en wel
van twee zijden.
De stad werd verdedigd door 800
Malissoren, een klein aantal Albaneesche
gendarmes, en Albaneesche en Euro-
peesche vrijwilligers.
Tegen zes uur 's ochtends woedde
de strijd op 't hevigst. De vorst sloeg
het vechten bij de brug door een kijker
gade. Bij den ingang van het paleis
hadden Italiaansche marinesoldaten bar
ricaden opgeworpen en daarachter klein
geschut in stelling gebracht. Tusschen
zeven en acht uur 's ochtends werd bij
geruchte bekend dat overste Thomson
gesneuveld was. Thomson's manschappen
lagen 's ochtends in de loopgraven,
toen Thomson hun beval in de vuurlinie
op te rukken. Zijn manschappen, meest
gewapende Malissoren, aarzelden wegens
de hevigheid van het vijandelijke vuur.
Toen sprong Thomson, om hen aan
te moedigen, uit de loopgraaf en stormde
met getrokken sabel vooruitplotseling
werd hij door een kogel doodelijk ge
troffen.
Om negen uur hoorde men maar nu
en dan enkele geweerschoten de aanval
der opstandelingen scheen voorloopig af
geslagen.
De volgende nadere bijzonderheden
worden over het gisteren geleverde
gevecht gemeld
De eerste aanval der opstandelingen
had plaats over de geheele linie langs
de moerassen. Li itenant-kolonel Thom
son liet onmiddellijk de verschansingen
bezetten en het gesch 'vuur openen.
Omstreeks 5 uur overschreden de opstan
delingen de brug over de luganen en
vielen de stad aan. Tegelijkertijd begon
ook de strijd op de heuvels, die blijk
baar reeds in den loop van den nacht
bezet waren.
Om kwart voor zes begaf de vorst
zich begeleid door von Trotha, Ekrem-
bey'en Libohow. te paard naar de ka
zerne, waar juist de laatste Malissoren
zich gereed maakten tot den strijd. Ver
volgens begaf de vorst zich naar de
plaats, waar de kanonnen waren opge
steld, die de achterste verdedigingslinie
vormden.
Toen Thomson gesneuveld was, aan
vaardde majoor Roefsema het commando
over de stad. Omstreeks 8 uur werd een
Italiaansche torpedoboot uitgezonden om
de posities van den vijand te verkennen.
De boot voer tot Capodall en de com-
dant rapporteerde, dat de opstandelingen,
die zeer f alrijk waren, de heuvels in de
nabijheid der stad bezet hielden.
De aanval werd thans zoowel van den
zeekant als van het gebergte heviger.
Kogels vielen in de haven neer. Om
half negen weken de opstandelingen
voor het goed-gerichte geschutvuur.
Italiaansche en Oostenrijksche matrozen
droegen de gewonden naar twee Itali
aansche lazaretten, die in de nabijheid
van den konak waren opgeslagen.
Om tien uur begaven zich twee Itali
aansche torpedobooten naar Medua, om
de Malissoren, die zich daar bevonden,
naar Durazzo ter verdedigiog van de stad
over te brengen. De opstandelingen vie
len in den loop van den dag zoowel
van het gebergte als uit de moerassen
herhaaldelijk de stad aan.
Bij het vallen van den nacht hield het
vuren op.
Op de verschansingen waren zoek
lichten aangebracht, teneinde het afslaan
van een nachtelijkeD aanval te verge
makkelijken. Van de heuvels langs de
kust zag men troepen opstandelingen,
die in de nabijheid gelegerd waren en
nu en dan een zwak geweervuur begon
nen, blijkbaar om de verdedigers niet
tot rust te laten komen.
Men verwachtte in den nacht of in
den loop van den volgenden dag een
nieuwen en heftigen aanval der opstan-
liogen.
Het aantal gewonden, dat naar Duraz
zo werd overgebracht zijn, bedraagt
ongeveer 100, terwijl 20 man gesneu
veld zijn.
Het lijk van Thomsom is naar het
vorstelijk paleis overgebracht.
De te Durazzo gesneuvelde overste
L. W. J. K. Thomson werd in 1869
geboren en in 1888, op 19-jarigen leef
tijd, tot 2en luitenant der infanterie aan
gesteld. Door zijn bijzonder schitteren
de examens trok hij toen reeds de aan
dacht van het legerbestuur op zich.
Als jong luitenant is hij toen vijfjaar
gedetacheerd geweest bij het Neder
landsch Indisch leger. Hij was in Atjeh
tijdens den afval van Toekoe Oemar en
verwierf er het ridderkruis der Militaire
Willemsorde 4e klasse.
Na terugkomst in het vaderland heeft
hij zijn hoogere militaire studiën aan de
Hoogere Krijgsschool aangevangen welke
periode in 1899 werd onderbroken, toen
hij bij het uitbreken van den oorlog
naar Zuid-Afrika ging als militair attaché
den oorlog in Natal, Vrijstaat en Trans
vaal meemaakte en talrijke gevechten
bijwoonde, waarin hij zich steeds dap
per gedroeg.
Zijn adviezen en helder oordeel wer
den zoo wordt aan de N. R. Ct.
geschreven zoowel door de leiders
der boeren als door zijn mede-attaché's
zeer gewaardeerd. Toen kort voor de
inneming van Pretoria een plundering
dreigde, verzamelde hij een handvol
goedgezinden en wist door zijn krachtig
optreden die plundering te voorkomen.
Mede door zijn toedoen werden nog
tal van kannonnen tijdig uit Pretoria
gebracht. Teruggekeerd van den oorlog
leverde hij een uitgebreid rapport, dat
een rijke bron is geweest van gegevens
over den oorlog en dat, hoewel geheim
gehouden om politieke redenen, door
de kenners is gewaardeerd.
Na zijn terugkeer ui' Zuid-Afrika heeft
Thomson de Hoogere Krijgsschool ver
der afgeloopen, om daarna ingedeeld te
worden bij het regiment grenadiers en
jagers en ook werkzaam te zijn bij het
krijgsgeschiedkundig archief van den
generalen staf.
Voor buitengewone diensten voor en
gedurende de buitengewone oproeping
van de militie bij de spoorwegstaking
in 1903 betoond, zag Thomson zich be
loond met het ridderkruis der Oranje-
Nassauorde met de zwaarden.
Toen de Balkanoorlog uitbrak, vroeg
hij zelf om uitzending als militair atta
ché eerst in Macedonië, later in Epirus,
heeft hij den oorlog meegemaakttus-
schentijds deed hij nog een uitstapje
naar Skoetari waar hij de bestorming
van den Tarabosj bijwoonde. In Grie
kenland stond hij bij zijn mede-attaché's
in hoog aanzien om zijn schranderheid,
uitgebreide kennis en de middelen waar
mede hij zijn doel wist te bereiken.
Het vorig jaar werd Thomson met
generaal de Veer de eervolle opdracht
verleend, de gendarmerie in Albanië te
organlseeren.
Van 1905 tot het vorig jaar heeft de
heer Thomson het district Leeuwarden
in de Tweede kamer vertegenwoordigd.
dat de heer Bernard de Pommery nu alle
dagen by de Allegrete in hniB komt. Deze
omstandigheid, gevoegd by het feit dat mejuf
frouw Solange er van afgezien beeft naar Parys
te vertrekken, is voldoende om ons te doen
besluiten dat een hnwelyk aanstaande is.
i
De Echo van het Zuiden,
Waalwjjkscbc en Langstraatstüe Courant,
Gf-DEPONEfRD)
ZEEP
MësÊ
GtW»ARB0RG0|
öhvervalscht}
ZONDER
SCHADELIJKE f,
BcSTANODEELENH
I, 291
(17)
Komaan, vriend, zoo moeder Blandin
van geen uitstel meer hooren wil, schrijft gy
die schnld maar op iemands rekening in voor
mijdat wordt meer gedaaD.
Ongetwijfeld, maar dat sleept alweer
hosten mede. Wie zal die kosten betalen wan
neer gij niets meer bezit 'i Ten tweede, ik heb
niemand bij de hand om die fondsen zoo maar
onmiddelijk voor n te verschieten Men neemt
minder en minder zijn toevlncht tot de notaris-
>en om zijn geld te plaatsen.. En dan nog,
moet ik het u alweer herhalen, uw crediet in
de streek is zeer laag gezakt
Hoor eens, beste Sosthène, gy zijt dezen
morgen niet vroolyk gestemd probeerde d'Al
lardes te glimlachen gy zijt das van meening
dat gij mij voor dien vervaldag niet znlt kun
nen belpen
Ik vrees het, ik weet waarlijk niet tot
wien my te wenden.. Er zou wel iemandzy'n,
doch ik geloof dat het n onaangenaam zon zijn
tegenover hem verplichtingen aan te nemen.
Wie dat
Mijnheer Armand Chaavenel.
Roger maakte inderdaad een gebaar van
ontstemming.
Die Chauvenel, ging de notaris voort,
heeft altijd spaarpenningen te plaatsen, by
brengt briefjes van dnizend aan. Gelden op
hypotheek plaats hy bijzonder gaarne, hy zal
eindigen met de band te leggen op heel de
«treek.
Maar, ten drommel, waar mag hy al dit geld
helen Zon men niet zeggen dat hy een fan
tastisch gelnk heeft in de speculatiesik woet
nochtanB, bij ondervinding, dat specnleeren
een slecht middel is om zich te verrijken Gy
zondt dus niet gaarne met hem te doen heb
ben
Ik beken dat ik liever
Ah! kon ik u de namen zeggen van al
de personen die reeds met hem onderhandeld
hebben, personen van uwe wereld, als 't n
belieft, gy zondt aardige oogen opzetten en
diezelfde gewetensbezwaren niet meer hebben
doch ik mag het u niet zeggen ambtsgeheim.
Neen, waarlijk, ik wil geen verplichtingen
tegenover mynheer Chanvenel op mij nemen
hernam d'Allardes, die den tijd had gevonden
na te denken dat is onmogelijk, gansch onmo
gelijk
In dat geval, beste vriend, zie ik niet wie
u dien dienst zou kannen bewijzen, want onder
ons, hetgeen gy verlangt, kan maar verwezen
lijkt worden door vrienden, door kennissen
die persoonlijk wat voor u over hebben en niet
tegenstaande alles nog in u vertrouwen willen
stellen.
D'Allardes mymerdebij luisterde ternau
wernood.
Ik geloof dat ik gevonden heb wat noodig
is, Bprak hij plotseling.
Mag ik het weten
Gy herinnert n mijne voedster, Natalie
Migeon, die eerst by myn vader, later by my
in dienst gebleven is gedurende meer dan dertig
jaar. Na my opgevoed te hebben, heeft zy
ater ook mijne twee kinderen grootgebracht.
Zondt gij hare spaarpenningen willen
afvragen
Waarom niet. Het zal voor haar eene
belegging zyn gelyk eene andere.
Arme vronw zij beschikte inderdaad,
over een kapitaaltje dat ik heb geplaatst toen
z(j bier in de streek verbleef en dat ik baar
heb ter hand gesteld, toen zjj naar de
Cöte-d'Or is moeten vertrekken om by hare
dochter te leven-
Dat kapitaal bezit zy naar alle waar-
Bchynlykheid nogmorgen begeef ik my
daartoe opzettelijk op reismyne onde vrien
din zal niet kunnen weigeren my dien dienBt
te bewijzen Zooals gy wel gezegd hebt,
meeBter, zal nog enkel een kennis aan
my leenen, iemand die blind vertrouwen
stelt in mij
t' Is mijne overtuiginggoede reis en
zie dat gy slaagt.
Ik moet n nog enkel bedanken, vriend
Sosthèoe, voor uwe bereidwilligheid en ver
kleefdheid.
D'Allardes stond op en reikte den notaris
de hand. Mr Boissonnet gaf hem zijn hand
druk terng hield hem nog even tegen.
Op gedempten toon mnrmnlde hy
Zeg eens en dat huwelyk, hoever Btaat
het er mede
Welk huwelijk
Het hnwelyk van uwen neef de Pommery
van wien anders
Roger schrok.
Hoe Gaat Bernard dan trouwen zeide
hy bedremmeld. Ik wiBt er niets van ik
kom zoo weinig op EcobeilEn met wie
Ik bega misschien eene onbescheidenheid
met daarover te spreken, ging de notaris voort.
Maar alles iDgezien, ik heb er vsd gehoord
en er is mij niet verzocht het geheim te be
waren ik heb ook nog de geldkwestie niet ts
regelen gehad. Ik geloof dns dat ik herhalen
mag wat iedereen finistert en bet zelfs wat
meer bevestigen mag. Daar ik b'yna rechtover
de AllegretB woon ben ik beter dan iemand in
staat om na te gaan
Ah zon bet met een van de dames
Allegret zyn viel d'Allardes bleek geworden,
hem in de rede. Maar dat is niet mogelijk, zy
bezitten geen cent.
Mynheer de Pommery iB ryk genoeg
voor twee.
Dat kan waar zijn, zijne oudera hebben
nooit hnn geld verkwistom hnnne familie to
belpen, bijvoorbeeld., zy weten, hnn geld te
bebonden Bernard mag nu wel aan een gril-
letie toegeven
Zachtjes, vriend, zachtjes aan, zegde Mr
Boiasonnet met een glimlach, waag n niet op
dat gladde terrein., welk gij, naar het mij
schijnt, niet zeer goed kent.
Zonder op de opmerking van den notaris in
te gaan, ging Roger voort
En welke van die dames heeft mynen
neef zoo eene vnrige liefde weten in te boeze
men.
Mejuffrouw Solange, naar het schijnt.
Ik meende dat zy eene plaats als onder
wijzeres gevonden had te Parys. Zij is dua
niet vertrokken
Luister, antwoordde Mr Soathène Bois
sonnet, na eene korte aarzeling ik mag a
dat wel zeggen, doch op voorwaarde dat gij
er aan niemand iets over reppen znlt
Weina, mejnffer Solange Allegret heeft zeke
ren dag van mej. Adèle Morean een telegram
ontvangen, haar verwittigende dat zij te Parys
voor haar een plaats als onderwijzeres gevonden
had.. Het moet dat nieuwa zyn dat u ter
oore gekomen is.
Vertel verder., 't is zeer belangwekkend.
Het schijnt, giDg de notaris voort, dat
mej. SMange en nogal met 'een telegram als
't belieft, seinde dat zij de plaats aanvaarde
Dan is mevr. de Pommery gekomen mijnheer
Bernard is gekomen., mejnffr Solange is ziek
geweest, heeft zenuwcrisissen gehad wat alles
geleid heeft tot eene volledige wijziging van.
den toestandzoodat mej. Solange later aan
mej. Moreau heeft laten weten dat zij van de
voorgestelde positie afzag.
't Is ook van de postbezorgster natuurlijk,
dat gy dat vernomen hebt
Ik beken stamelde den notaris eenigs-
zins verlegen.
Dit nienw besluit van mejuffrouw Allegret
zal nochtans in een brief vervat zyn geweest.
Ja.
Gy znlt met my erkennen, beste meester,
dat uwe postjuffroaw het toezicht, dat zy meent
gerechtigd te zijn op bare stadgenooten nit te
oefenen, wat verre drijft. Gij moesl haar eenige
lesjes van bescheidenheid geven.
Kom, laat ons niet te streng zijn voor die
uitmuntende dame.stel u eens in hare plaats,
hare nieuwsgierigheid wordt gedurig geprik
keld. En dan, gy begrijpt, als onde jonge
dochter, weet zij gaarne alles wat het huwelyk
van anderen aangaat Sinds drie weken staat
het bnrean 't onderste boven.
Heel aangenaam voor de menscben die
op hnnne briefwisseling wachten Met dat
al, weet gy niets stelligs over het huwelyk
van mijn neef.
Neen, en 't was met de hoop er meer
over te weten te komen, dat ik er n over
aansprak, 't Eonige dat ik bevestigen kan, is
Wij znllen de gebeurtenissen afwachten,
zegde d'AllardeB, wysgeerig het hoofd schud
dende.
Doch men voelde dat al zyne wijsbegeerte
maar nitwendig was en dat hetgeen hy ver
nomen had, hem integendeel ten zeerste
bekommerde.
Na twee dagen, b' ochtens, na eene reis van
achttien uren, kwam Roger d'Allardes te
Savignay aan een gehucht van enkele hniaen,
op de grens van de Cóte-d'Or en Saone et Loire
en waar de hoeve stond, door Natalie Migeon,
bare dochter en haren schoonzoon bewoond.
Eene teleurstelling wachtte hem in dit huis,
waar hij zoo vast geloofde hnlp te znllen vin-
den.
Het waB iets meer dan drie jaar geleden,
dat de voedster van Roger besloten had. niet
zonder moeite, Villaines te verlaten, waar
zooveel herinneringen haar bonden, om by
hare dochter Celine te gaan inwonen.
Het is waarschynlyk overigens, dat zij nooit
dit beslnit zon genomen hebben, zoo de dood
van haren man, portier op het kasteel van
Allardes, baar de behoefte niet had doen ge
voelen vertroostingen te zoeken by hare
kinderen.
Natalie Migeon bad twee dochters Jeanne
enCéline, onderscheidelyk negenen twintig en
een en dertig jaar oud.
Jeanne, de ondBte, was getronwd met zeke
ren Tisserand. Zy woonden te Sancoins, een
stadje van Berry, nogal van La Jonchère ver
wijderd en hielden er een winkeltje en drank
huis, waarmede zy goed aan hnn brood kwamen.
Zij hadden twee dochtertjes, waarvan bet
oudste acht jaar oud was.
(Wordt vervolgd.)