Nummer 54. Zondag 5 Juli 1914 37e Jaargang Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. Waalwijkscha Stoomdrukkerij Antoon Tieten, Eerste Blad. DOOR WH IIMT VERDUN». Dit nummer bestaat uit DRIE bladen Handelsschool. FEUILLETON. EERSTE DEEL. De Echo van het Zuiden, Waltijksrkr tn Uigstmtsehe Courant, Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond. Abonnementsprijs per 8 maanden f0."5. Franco per post door bet geheele rijk f 0.90. Brieveningezonden stukkengelden en«., franco te zenden aan Uitgever. den UITGAVE: Telefoonnummer 38. Telegram-Adres: ECHO. Prijs der Advkktbntiën 10 cent per regel; minimum 6 regels; gioote letters naar plaatsruimte. Advertentien 8 maal ter plaatsing opgegeven worden 2 maal berekend. Voor plaatsing van eea groot aantal regels en advertenties bij abonnement worden spteislt »eei voordeelige contract gesloten. Reclames 15 cent per regel Onder de rubriek «Provinciaal Nieuws* hebben we in ons vorig nummer reeds in 't kort medegedeeld dat Ged. Staten voorstellen om aan de Vereeniging voor Handelsonderwijs «Langstraat* alhier eene subsidie voor 1915 van f2500tce te kennen in de exploitatie eener ban- delsdagschool te Waalwijk. Wegens het groote belang voor onze plaats en streek hierin gelegen, willen we in z'n geheel opnemen, het verloop der geheele behandeling zooals Ged. Staten die aan de leden der Staten mededeelen. Na de uiteenzetting van Ged. Staten geven we nader het adres en de be grooting door de vereeniging «Lang straat* bij Ged. Staten ingediend. Onder dagteekening van 20 Mei 1914 zond het Dagelijk Bestuur der Vereeni ging voor Handelsonderwijs „Langstraat" een adres aan uwe vergadering, waarbij verzocht wordt om een subsidie in de kosten van exploitatie eener hanlelsdag- school te Waalwijk tot een bedrag van 25 pCt. (f 3500) der geraamde uitgaven. Dit adres met begrooting laten wij hier achter afdrukken (bijlagen I en II.) De overige bijlagen, zijnde de statuten, het het afschrift van het verzoek der ver eeniging aan den Minister van Binnen- laDdsche Zaken om een rijkssubsidie voor 1915 van f 6000 en het reglement met leerplan en lesrooster, leggen wij voor U ter visie. Voorts kwam op 9 Juni jl. in een adres met memorie van toelichting vau de Da- gelijksche Besturen van de „Hanze", R. K. Vereeniging van den Handeldrijven- den en Industrieelen Middenstand in de bisdommen 's-Hertogenbosch en Breda, waarin, onder verwijzingen naar de mo- tie-Loeff de aandacht wordt gevestigd op de beteekenis der stichting van R. K. Vereeniging „Ons Handelsonderwijs" in de provincie Noordbrabant en op het belangrijke doel, dat zij zich voorstelt te bereiken, in het vertrouwen, dat op even- tueele subsidie-aanvragen vanwege voor noemde vereeniging of hare afdeeliagen goedgunstig door Uwe Vergadering zal worden beschikt. Wegens het verband van deze adres sen met het in 1911 door het gemeen tebestuur van Waalwijk tot Uwe Ver gadering gericht verzoek om provinciale subsidie in de kosten eener gemeentelijke handelsdagschool en de daarop gevolgde aanneming van de motie van Uw geacht medelid, den Heer mr. P. H. Loeff, laten wij hier een beknopte mededeeling vol gen van de geschiedenis dier motie en haar gevolg. In de najaarzitting van 1911 is ter tafel geweest een adres van het bestuur der gemeente Waalwijk, waarin verzochtwerd eene jaarlijkscbe bijdrage van minstens 25 pCt. in de jaarwedden der leeraren aan de door die gemeente op te richten handelsschool en zijn tegelijk in behan deling genomen andere adressen welke de strekking hadden Uwe vergadering te bewegen tot het stellen van algemeene mildere regelen omtrent de subsidieering van het handelsonderwijs, ongeveer op den voet als de gemeente Waalwijk voor hare handelsschool wenschte aangeno men te zien. (Zie dienaangaande de bij lagen nrs. 23, 23a en 33 en de notulen blz. 110134, najaarszitting 1911. De beraadslagingen over deze aange legenheid zijn besloten met het aanne men der motie van den Heer Loeff, lui dende als volgt »De Staten van Noordbrabant, «Overwegende dat het in het algemeen wenschelijk is, dat aan het handelson- derwijs in deze provincie een meerdere «subsidie worde verleend dan thans wordt «gegeven in den vorm van subsidie aan bijzondere cursussen. «overwegende, dat het gewenscht kan »zijn, alvorens zoodanig meerder subsi- «die te verleenen, te onderzoeken, of de «grenzeD, waarbinnen zij gaan kan, de Van „DE ECHO VAN HET ZUIDEN." Van de afgunst tot de misdaad. (22) - Ja, ik weet dat de doctors zoo prateD. Ze zonden ons op water en geroosterd brood willen zettenZoodas, gij weet nog niet waarbeen men n zal zenden Neen, ik heb Lorient aangevraagd dat is misschien eene reden dat men mij naar Tonlon zendeIk heb Lorient gevraagd om dat daar reeds myn vriend d'Herouël is en Solange eene zuster beeft die ons daar zeker zal bezoeken. Gnillanme d'Allardes dacht een minuut na, zoekende bet verband der gedachten te vatten. —Ah goed. ik begrijp, zegde hij eindelijk, nw vriend d'Herouol beeft een oogje op de de zoster van uwe vrouw en mej. Blanche ik geloof dat dit haar naam is is beer d'Herouel niet ongenegen. Wederzydscbe sym pathie. Gij zoekt er een huwelyk van te maken. Dat is heel wel. Gij hebt goed geraden, oom. Alleen de geldkwestie zou eeu ernstige hinderpaal kannen zijn. Doch den een of anderen dag zullen wü die moeilijkheid wel te bov6n komen Ei met wilskracht komt men alles te boven, zelfs de geldkwestie in onze dagen nochtans zoo ingewikkeldEn nu wij toch over geld spreken vergeef mij dat ik van den hak op den tak spring, kent gij beer Frrnand Moreau niet, den zakenman, die we duwnaar is, met een meipje dat Adéle heet Wel zeker oom, het zyn onze naaste buren buiten. In den zomer bewonen zij La Férole, dicht bij Ecobeil. 't Is zooals ik dacht. Het kwam mij voor dat ik u of uwe moeder reeds over de familie «voorwaarden, waaronder en de omstan- «digheden, waarin zij gegeven kan wor- >den enz. niet behooren te worden vast- «gelegd in een reglement «overwegende verder, dat op de aan- «vrage van de gemeente Waalwijk niet «eerder behoort te worden beschikt dan «wanneer met eenige zekerheid blijken «kan, welke aanvragen om subsidie ook «van instellingen voor bijzonder onder- «wijs of van particulieren binnen korten «tijd kunnen worden verwacht en of ook «aan deze laatsten subsidie van het Rijk «zal kunnen worden verleend «BESLUITEN «de aanvrage van de gemeenie Waal- «wijk te renvoyeeren aan de Gedepu «teerde Staten, opdat dezen, na boven bedoelde zekerheid verkregen te heb- >ben, in eene volgende zitting, naar aan leiding van het boven overwogene op >de aanvrage van de gemeente Waalwijk «van advies zullen dienen.» Daar destijds op de Rijksbegrooting een bedrag van f6000 voor de gemeen telijke handelsschool te Waalwijk was uitgetrokken en het gemeentebestuur had medegedeeld, dat het verleenen van de Rijksbijdrage afhankelijk was gesteld van het toekennen van provinciaal sub sidie, achtten wij het van belang den Minister van Binnenlandsche Zaken me de te deelen, dat Uwe Vergadering wel heeft doen blijken van hare geneigdheid om het handelsonderw jr meer dau tot dusverre door geldelijke bijdragen naar algemeene regelen te steunen, met dit voorbehoud echter dat openbare en bij zondere, confessioneele inrichtingen van handelsonderwijs op gelijkenvoet zouden moeten behandeld worden. Wij deden dit bij schrijven van 9 Ja nuari 1912 G, Nr. 236, waarbij wij te vens mededeeling gaveD van de motie- Loeff en den Minister van Binnenland sche Zaken verzochten, te zijner tijd te mogen vernemen of ten aanzien van de subsidieering van Rijkswege ook van het bijzonder confessioneel handelsonder wijs zekerheid kon worden verkregen. Het verzoekschrift der gemeente Waal wijk is verder op de agenda Uwer Ver gadering gebleven en werd in de vol gende zittingen telkens aangehouden in afwachting van 's Ministers antwoord. In Uwe Vergadering van 2 Dec. 1913 bad hooren spreken Welnu, een mijner vrien den, die heel goed den heer Fermand Morean kent en vooral den stand zijner zaken, heeft mij laatst verzekerd dat de man op weg was om zich te rnïneeren en dat de krach zelfs niet lang meer zou uitblijven. O riep Solange uit. wat zou die arme Adéle te beklagen zijn, zoo zij geen geld meer bezat, zij die zooveel van de weelde hondt, die de armoede als de ergste der rampen beschouwt en overigens niet in staat is eenig handwerk te verrichten. Zij zal doen gelijk de anderen, beste nicht, zegde de oude, zij is de eerste niet wie derge lijk droef avontnnr overkomt. Zij zal leeren zich oit den slag te redden. Nu leg ik mijzelf uit, ging de jonge vrouw voort, waarom Adéle niet geantwoord heeft toen ik baar mijn huwelijk bad aangekondisd zij was te zeer bekommerd over de moeilijk heden welke haar vader doorleeft om te kunnen deelen in mijne vreugde. Guillaume d'Allardes glimlachte op raadsel achtige wijze, eu na een oogenblik stilte mur melde hij Ik geloof dat die redeu de eenige niet is welke mej Moreau belet heett u geluk te wenschen over uw huwelijk met heer Bernard de Pommery, er is waarschijnlijk nog een andere.. Welke dan, oom vroeg Bernard. Och alleB ingezien, is 't maar een idee van mij, verbeterde de oade oom terstond, en ik denk dat het verkieslijker is bet niet nit ta drukken omdat bet misschien niet juist is. In dat geval zou het eene kwaadsprekerij zijn waarvan ik mij liever onthoud Nochtans schijnt bet mij Doch kom. de zaak is zonder belang en ik zie niet in waarom wij er zoolang bij stil blijven. Wij zollen toch een dezer dagen Adéle een bezoek brengen niet waar hernam Solange zich tot Bernard wendende. Ik heb er niets tegen. Haar stilzwijgen beeft mij onaangenaam getroffen, ik erken het, ging de jonge vrouw voort, doch zoo zij ongelukkig is, wil ik deu schijn niet hebben baar den rug toe te keeren, om die reden. Zeer wel, besloot Guillaume, dat is eene zeer nobele en edelmoedige bonding waardige gezellin zijt vt is het echter voorloopig van de agenda afgevoerd om het daar weder op te bren gen, zoodra eenige mededeeling van den Minister mocht inkomen. Enkele dagen nadien ontviDgen wij een brief van Burgermeester en Wethouders van Waalwijk, waarin eenige mededee ling werd gevraagd aangaande het ge geven gevolg aan hunne subsidie-aan vraag van 1911, ten einde antwoord te kunnen geven op een bij hen ontvangen schrijven van den tegenwoordigen Minis ter van Binaeolandsche Zaken, die de toekenning van Rijkssubsidie voor het jaar 1913 ten behoeve van de gemeen telijke handelsschool te Waalwijk alsnog afhankelijk stelde van te geven inlich tingen. Onzerzijds is toen terstond aan Bur gemeester en Wethouders van Waalwijk den stand der zaak uiteengezet met ver wijzing naar de motie-Loeff en onder overlegging van een afschrift van onzen bovenbedoelden brief van 9 Januari 1912 aan den Minister. Het gemeentebestuur van Waalwijk heeft blijkbaar zich met dat afschrift en de verkregen inlichtingen tot den Minis ter gewend, die ons college, in antwoord op ons schrijven van 9 Januari 1912, onder dagteekening van 5 Januari 1914 Nr. 18594 mededeelde, dat ndeugdelijke plannen voor inrichtingen van hasidelson- derwijsonverschillig of zij al dan niet uitgaan van vereenigingen op confessio- neelen grondslag, steeds door de regeer ins; financieel zijnen worden gesteund Voorts schreef ons de Minister, dat het hem zeer aangenaam zou zijn, indien ons college alsnog zou kunnen bevorde ren, dat ten behoeve van een te stich ten gemeentelijke openbare handelsschoo te Waalwijk eene bijdrage uit de Pro vincie kas werd in uitzicht gesteld. Gereed om aan Uwe Vergadering een voörstel in dien geest te doen, ontvin gen wij de in den aanhef dezes genoemde adressen en op den 17n Juni jl. deelde het gemeentebestuur van Waalwijk ons mede, dat de gemeente in de gegeven omstandigheden Tan hare aanvraag afziet, zoodat de gewisselde stukken over de gemeentelijke handelsschool kunnen ge deponeerd worden. Bij dezen stand der zaak, nu van Re- geeringswege de in de motie Loeff ver langde zekerheid is verkregen, dat ook „aan instellingen van bijzonder onderwijs of van particulieren subsidie van het Rijk zal kunnen worden verleend", nu blijkens bijlage IV bereids een 6- a 7-, volgens verkregen inlichtingen zelfs een 8- tal alle in de motie gestelde voor waarden zal worden voldaan, meenen wij, dat Uwe Vegadering kan overgaan tot het verleanen van meerdere subsidie dan voorheen aan het handelsonderwijs in deze provincie. Wegens het laat inkomen der adressen en van het bericht van het gemeente bestuur van Waalwijk, dat het van zijne aanvrage afziet, ontbreekt ons de tijd om een weloverwogen voorstel gereed te maken tot vaststelling van een algemeen reglement voor de subsidieering van het handelsonderwijs, in den geest als boven bedoeld. We stellen ons voor, in de a.s. na jaarszitting een daartoe strekktnd ont werp aau te bieden en geven U in overweging voorhands gunstig te beschik ken op het verzoek van het Dagelijksch Bestuur der Vereeniging voor Handels onderwijs «Langstraat» ten behoeve van eene Handelsschool te Waalwijk, in dien zin echter, dat voor het jaar 1915 een een subsidie van f 2500 zal worden toe gekend onder de bepaling, dat het genot van dat subsidie wordt afhankelijk gesteld van de voldoening aan de voor waarden in het eventueel aan te nemen reglement te stellen. Een daartoe strekkend ontwerp-besluit gaat hierbij. De Gedeputeerde Staten van Noord-brabant. Het adres der ver. «Langstraat* luidt als volgt Aan de Staten der Provincie Noorbrabant. Waalwijk, 20 Mei 1914. Reeds in 1611 werd door het Gemeen tebestuur van^Waalwijk tot Uwe verga dering het verzoek gericht uit de Pro vinciale middelen een subsidie te willen verleenen in de kosten van het in stand houden eener handelsdagschool, welk verzoek een onderwerp van bespreking heeft uitgemaakt in de najaarszitting van 1911 den 13 December. In de adressen van het Gemeentebe stuur vaa Waalwijk, de adhaesie-adressen van talrijke Gemeentebesturen, Kamers en. ik zie dat gij de waardige gezellin zijt van mijnen neef. Doch past beiden op, kinderen, wanneer men zich in 't leveu enkel laat leiden door zijne gevoelens dan stelt men zich in gevaar wreede misrekeningen op te loopen. XII. «Hy zal eindigen met de band te leggen op heel de Btreeku bod zekeren dag Sostbene Boissonnet aan d'Allardes gezegd- sprekende van Arroand Uhauvenel. In afwachting dezen droom te mogen ver wezenlijken welken bij zeker sinds lang koes terde, betrachte de beheerder met een dagelijks klimmende ruwheid op de goederen van Eco beil. Er waren tien maanden verloopen sinds het huwelijk van Bernard. Sinds dien datum had de jonge zeeman geen voet meer gezet in Berry. Wat mevr. de Pommery betreft, zij was dikwijls afwezig geweestzij was eenigen tijd gaan doorbrengen bij baren broeder te Parijs, dan weer eenige weken te Lorient bij hare kinderen. Zij was overigens niet in staat heil te zien in het beheer eener fortuin. Verlost van de soms zoo lastige voogdij van heer Louis de Pommery, den klaarzienden blik van Bernard niet te vreezen hebbende, die ver weg was en het hoofd met andere bekommernissen te broken bad, zoo was Cbau- venel in werkelijkheid de volstrekte meester van bet eigendom en moebt bij naar hartelnst knoeien. De kasteelvrouw had te weinig on dervinding om een goed toezicht uit te oefenen. Hij bad sinds een jaar dan ook de gelegenheid niet laten voorbijgaan en hij had des tebetir zijne oogst binnengehaald daar de inkomsten merkelijk aangegroeid waren door de opbrengst van een belangrijke velling van boomon. Zeer beziggehouden dien morgen met het in ontvangst nemen van zijne rekeningen, met hel sumenvotteo van de operaties der laastste weken en 't berekenen van de winsten welke hij gemaakt bad, was de beheerder aan zijn leesenaar gezeten, het geldkoffer open, achter hem. Hij bedekte zenuwachtig bet papier met heele reeksen cijfers. Een plots neervallen van den ijzeren moker op de voordeur deed hem van zijn werk op schrikken. Hij ging openen met de pen achter de ooren. Het was Roger d'AllardeB. Sinds den dag waarop notaris SoBthène Bois sonnet hen voor zaken met elkaar in betrekking bad gesteld, hadden d'Allardes en Chauvenel, tot elkaar gedreven juist omdat zü zich zoo goed verstonden, de gelegenheden vermenigvul digd om elkaar weer te zien, hetgeen niet belet bad dat zij, beiden, voor elkaar een onoverwinnelijk wantrouwen behielden. Tot heden nochtans bad Roger nog nooit Armand komen opzoeken in zijn paviljoen, zeer dicht bij Ecobeil gelegen. Hij wilde het gevaar niet loopen door de lieden van bet kasteel bemerkt te worden bij de bezoeken welke hij den beheerder bracht. Wijl hij er toe besloten waB dien stelregel te laten varen, moest er een^ ernstige reden be staan. Hy kwam er onmiddelijk mede voor den dag. Beste vriend, zegde hij, ik kom nogmaals beroep doen op uwe welwillendheid, ik beb terstond uwe hulp uoodig. Ah sprak Chauvenel met een glimlach, wat nieaws is er dan Er iso, maar 't is eene onwaarschijn lijke verrassing., niet mogelijk zoo iets te voorzien er is beslag bij mij gelegd, op ver zoek van.. Beslag gelegd viel de beheerder licht ongerust hem in de rede, wat vertelt gij mij daar Er wordt zoo maar niet, zonder gegronde redenen beslag gelegd., dat iB een uiterste maatregelmeu moet van klaarblijke lijk Biechten wil zyn Komaan, door wien en waarom is er bij u beslag gelegd Bah.' 't is altijd hetzelfde, het is nutteloos dat ik u dat iu 't lang en in 't breed uitlogge, bromde d'Allardes die zich hersteld had en onvoorzichtig oordeelde al zijne geheimen te verklappen. Wat zeker is, is dat ik m ver legenheid ben en dat gij alleen, zooals een jaar geleden, in Btaat zijt mij daaruit te trekken. Ja maar wedervoer Chauvenel levendig, een oogenblikje nu, een jaar geleden heb ik wel, om u vau dienst te zijn zonder een anderen waarborg dan uwe eerlijkheid Betreurt gij het 'i Neen, neen., hoewel gij die leeniog niet vereffend hebt op den vatsgestelden vervaldag Gij bebt evenwel de intresten betaald, wat reeds iets is. IntreBt aan zes procent als 't u belieft, laat ons niet vergeten, 't Is nogal een loonend bedrag, en bet komt mij voor dat gij daar uw geld niet slecht belegd bebt. Inderdaadzoo ik het kapitaal er niet bij verspeel. Gij koestert twijfel tegen over mij Neen, o neen Doch ik zou liefst dien aard van operaties niet te herbeginnen. Nn, ik deuk Dief dat gij vandaag mij meer dan verleden jaar waarborgen hebt te geven. Gij komt mij immero juist opzoeken omdat gy u meer dan ooit in verlegenheid bevindt en in slechter lakens zit. Roger bakte het hoofd zonder te antwoordeD. Al pratende waren de twee mannen het cabinet van den beheerder binnengetreden en d'Allardes was rechtover den lessenaor gaan zitten van Chauvenel. Roger kon de oogen- niet afwenden van bet geldkoffer waarvan de deur half openstond en plots danBten hem de zinnen weer voor den geest van den naamloozen brief een jaar te voren ontvangen. Hij kende die volzinnen, welke hij gelezen en herlezen bad van buiten «Wanneer men in verlegenheid zit met zijne vervaldagen, pskt men het geld waar men bet vindt Er is er te Ecobeil in het palviljoen van den beheerder, en er bestaat een middel het te namen zonder Cbauvenel te duen schreeuwen, zonder gevaar aangeklaagd te worden. Het is hem te zeggen dat gij weet welke rol hij gespeeld heeft in het geheimzin nige drama waarin heer de Pommery den dood gevonden heeft (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1914 | | pagina 1