Nummer 54
Zondag 5 Juli 1914.
37e Jaargang
Tweede Blad
Gemeenteraadsvergadering
Albanië.
Oostenrijk.
Correspondentie.
'»S
De Sunlightzeep is
absoluut zuiver en
vrij van schadelijke
bestanddeelen. Zij
is goedkoop, overal
verkrijgbaar en hare
ongeëvenaarde uit
muntende kwaliteit
beantwoordt ten
volle aan de strengste
eischen van hygiene
en zuiverheid. Daar
om is zij onmisbaar
in ieder wel geordend
huishouden.
SPRANG.
Afwezighet lid J. Rijken.
Na opening der vergadering en lezing
der notulen, werden enkele ingekomen
stukken meegedeeld.
De staat van oninbare posten over
1913 werd vastgesteld op f 19.60.
De rekening van het Burgerlijk Arm
bestuur over 1913 werd goedgekeurd in
ontvangst op f 2644 45 en in uitgaaf op
f2121,965, dus met een goed slot van
f 552,485.
Tot armmeester, in de plaats van wijlen
den Heer H. Mayers, werd met alge
meene stemmen gekozen de Heer
W. J. van Campen.
Besloten werd de bestaande overeen
komst tusschen de gemeente en het hoofd
der school betreffende de vergoeding
voor het schoonhouden der schoollokalen
en het aanleggen der kachels op te zeg
gen. Op voorstel van B. en W. werd
besloten het schoonhouden der school
en het aanleggen der kachels voor één
jaar op te dragen aan de Wed. C. Boer
voor f 40.
Op een adres van het Bestuur der
Vereeniglng voor Chr. Volksonderwijs
met verzoek om het hoofd der Christe
lijke school te benoemen in de commis
sie tot wering van schoolverzuim, werd
met algemeene stemming afwijzend
beschikt en wel op grond dat een com
missie van 5 leden reeds ruim voldoende
is en dat het niet op den weg van den
Raad ligt leden dier Commissie te
bewegen te bedanken. Besloten wordt
te berichten dat bij het ontstaan in de
toekomst van een buitengewone vacature
de Raad niet ongenegen zal zijn het
hoofd der Christelijke school in bedoelde
Commissie te benoemen.
Bij de rondvraag informeerde de Heer
de Jong naar het in gebruik nemen van
een bewaarplaats van petroleum, of
schoon de vergunning door B. en W
geweigerd is. De Voorzitter antwoordde
dat de politie reeds een paar malen
geconstateerd heeft dat de opgeslagen
hoeveelheid rnloder dan 100 Liter be
draagt. Een hoeveelheid die buiten wet
en verordening valt.
Hierna werd de vergadering gesloten
Aartshertog Ferdinand van Oostenrijk
en zijn Gemalin vermoord.
Het onderzoek.
De politie te Serajewo heeft bot nu
toe niet minder dan 700 persoden in
verhoor genomen, en de rechter van
instructie ongeveer 400. Gistermorgen
zijn Princip en Gabrinowitsj weer onder
vraagd. Deze verhooren zouden de be
wijzen hebben geleverd dat de moord
te Serajewo door een samenzwering was
voorbereid en dat de 7 personen, die
reeds in de gevangenis zitten nog meer
dere medeplichtigen hebben.
Gabrinowitsj, de bomwerper, verklaar
de gister voor den rechter van instruc
tie, dat hij eenige weken geleden in een
café te Belgrado gelezen had, dat de
troonopvolger naar Serajewo zou gaan
Zijn besluit was dadelijk genomen. Hij
had Princip, die kaart zat te spelen, bij
zich geroepen, door hem een teeken
met het hoofd te geven. Zij spraken af
om den volgenden dag een geheime
samenkomst te hebben. Daarbij waren
nog enkele studenten tegenwoordig, die
allen verklaarden dat zij bereid waren
voor hun natie te sterven. Er werd be
sloten den Oostenrijkschen troonopvol
ger te dooden,
Om bommen en wapens te krijgen
begaven de samenzweerders zich naar
Milan Pribitsjewitsj, een vroegeren Oos
tenrijkschen luitenant, thans majoor bij
den Servischen generalen staf. Deze
Servische Oostenrijker verwees hen naar
den bekenden comitadji Tsjiganowits. De
comit beloofde hun bommen te zullen
bezorgen uit het arsenaal van Kraguje-
watz, op voorwaarde, dat zij al ztjn aan
wijzingen stipt zouden volgen Zij zou
den zes bommen en zes revolvers krij
gen, indien zij nog 4 bommenwerpers
konden vinden. Nadat de eerste bom
geworpen was, moesten ook de andere
weggeslingerd worden. Terwijl men met
de rechterhand de bommen wierp, moest
men met de linker cyankalium inne
men.
Gabrinowitsj en Princip vonden te
Belgrado nog twee helpers in de perso
nen van de Bosnische studenten Tri
fum en Laresch. De samenzweerders
kwamen afzonderlijk naar Serajewo.
Hoe de bommen binnengesmokkeld
waren wist Gabrinowitsj niet mee te
deelen. Zij werden uitgereikt op den
morgen van den aanslag omstreeks half
tien, in een melksalon aan de Kumurija-
straat, waarheen Princip ook de revol
vers en de cyankalium bracht. Of de
drie andere medeplichtigen ook bom
men kregen, daarover wilde Gabrinowitsj
zich niet uitlaten. Na eenige minuten in
het melksalon vertoefd te hebben werd
Gabrinowitsj bij de Kumurijabrug ge
plaatst, Princip op den hoek van de
Frans-Jozefstraat en Apelle Quai, de
derde, een 100 meter verder.
Princip bekende bij het verhoor van
gister dat hij de bommen werkelijk van
den Servischen comit Tsjiganowitj had
ontvangen. Hij weigerde echter iets mee
te deelen omtrent zijn medeplichtigen
en de herkomst van 1200 kronen, welke
op hem gevonden werden. Plotseling
door doodsangst aangegrepen, schreeuw
de hij «Ik heb berouw over mijn daad,
wijl mijne laffe kameraden mij in den
steek lietenook zij hadden hunnen
bommen moeten gebruiken, doch dat
deden die laffe schurken niet. Daarom
zal ik mij op hen wreken en hen ver
raden. Laat mij thans met rust. Morgen
om 8 uur zal ik alles vertellen.»
De overbrenging der lijken.
Het overbrengen van de lijken van
Frans Ferdinand en zijn gemalin, van
het slagschip »Virlbus Unitis* naar het
Zuiderspoorstation te Triest had plaats
onder de deelneming van de geheele
bevolking, die zich vereenigde vooreen
grootsche rouwbetooging voor de slacht
offers van den aanslag.
Om 8 uur werden de beide in de vlag
gehulde kisten, van het oorlogschip op
een met zwart bekleede boot geplaatst,
die gesleept werd naar de >Riva« Het
vervoer had plaats onder het gebulder
der kanonnen en het gelui der klokken.
Ooder diep stilzwijgen van de oms'anders
brachten marine-officieren de kisten aan
land, ivaar zij op de katafalken werden
gezet. De troepen presenteerden de ge
weren.
Onder vernieuwd kanongebulder ver
richtte bisschop Karlin, met groote assis
tentie de inzegening.
De kisten werden nu op een met zes
paarden bespannen gala-lijkwagen ge
plaatst. Tusschen een dichte menschen-
menigte, achter de en haie opgestelde
troepen der Infanterie, marine, agenten,
douaneambtenaren, politie te paard en de
brandweer, ging de stoet naar het station.
In alle straten heerschte een stille deel
neming en met ontbloote hoofden liet
men den stoet passeeren. De brandende
lantaarns waren met rouwfloers bedekt,
en eveneens brandden in de gesloten
winkels de met floers bedekte lichten.
Te halftien kwam de stoet aan het met
ouw gedrapeerde station van den Zui-
ler-spoorweg. De kisten werden door
narine-officieren naar het perron ge-
brach*, waar de eere-compagnle van het
Bosnisch-Herzegowinische j regiment de
eerbewijzen gaf.
In een met rouw bekleeden en tot een
rouwkapel ingerichten wagon werden de
Ijken noorgezet. Bisschoo Pederzolli
zegende de lijken nogmaals, waarna de
trein vertrok.
In alle plaatsen, die de trein passeerde-
tonden de autoriteiten en de vertegen-
voordigers van vereenigingen en corpo-
aties aan het station om een stille hulde
aan de overledenen te brengen.
Om tien uur kwam de trein in Weenen
ian. Aarsthertog Karei Frans Jozef, de
nieuwe troonopvolger en verschillendo
tioogwaardigsheldsbekleeders van het
hof waren tegenwoordig, alsmede vele
officieren. Langs dwegen naar den Hof,
burg stonden duizenden en duizenden
menschen in eerbiedig zwijgen. De lijk
wagen was met zes zwarte paarden be
spannen.
De uitvaart van Frans Ferdinand en zijn
gemalin.
Vrijdagmiddag om vier uur heeft in de
kapel van den Hofburg de lijkplechtig-
heid voor aartshertog Frans Ferdinand
en de hertogin van Hohenberg plaats
gehad in tegenwoordigheid van groot-
waardigheidsbekleeders, alle gezanten en
militaire afvaardigingen. Op een hooge
katafalk rustten de twee zilveren, met
goud versierde lijkkisten. De met zwart
gedrapeerde kleiDe kerk maakte een
somberen indruk. Een dubbele rij van
brandende kaarsen omgaf de katafalk
Smartelijke ontoering beving de aan
wezigen, toen de Keizer met de leden
van het keizerlijke huis in het oratorium
verscheen en kardinaal prins-bisschop
Piff de plechtige inzegening volbracht
Diepbewogen volgden allen de plech
tigheid, na afloop waarvan de kerk ge
sloten werd.
Een dichte rij belangstellenden stond
langs de Ringstraat tot den Hofburg.
Toen de Keizer en aartshertog Karei
Frans Jozef naar Schönbrunn terugkeer
den, juichte het publiek hun stormachtig
en geestdriftig toe.
De lijken van aartshertog Frans Fer
dinand en zijn gemalin worden vanavond
te 10 15 naar Pöchlarn overgebracht;
vannacht te half drie zullen zij over den
Donau naar Artstetten worden gevoerd,
waar ze zullen worden bijgezet.
De kinderen van Frans Ferdinand.
Omtrent de wijze, waarop de kinderen
van den aartshertog het bericht van
den verschrikkelijken dood van hun
ouders vernamen, wordt in Weensche
hofkringen nog het volgende medege
deeld
Zondagmiddag ontving inen het ont
zettende nieuws uit Serajevo op het slot
Lonopischt, doch niemand durfde het
den kinderen mededeelen.
Tegen den avond kwam de jongste
zuster van hertogin Hohenberg, gravin
Henriette Chotek, op het slot aan. Toen
de kinderen hun tante zagen, kwamen
zij haar juichend tegemoet. Der 13-jarige
prinses Sophie bemerkte echter hoe
ernstig tante was. „Tante" vroeg zij deel
nemend, „wat is erwaarom zijt gij
zoo treurig
De gravin stelde alle pogingen in het
werk om rustig te antwoorden „Kin
deren, ik heb zoo juist een telegram uit
Serajevo outvangen, dat pappi en mammi
plotseling ernstig ziek zijn geworden.
VVeest kalm, en ga naar de kerk om
voor uwe ouders te bidden."
Een oogenblik staarden de kinderen
hun tante als wezenloos aan, dan begon
nen zij hartverscheurend te weenen, en
bestormden de gravin met vragen
„Ziek? waarom? waaraan? en beiden
tegelijk
Gravin Henriette, die nu zelf begon
te schreien antwoordde, zoo goed zij
kon. Weenend gingen allen naar de kerk,
^raar de kinderen innig voor hun ouders
baden.
Ondertusschen waren biina alle ver
wanten der hertogin op het slot aange
komen en hielden een familieraad, waar
bij ook de onderwijzer der kinderen,
Stanowski, tegeowoordig was. Dezen
werd ten slotte de taak opgedragen den
kinderen de verschrikkelijke waarheid
mede te deelen.
Stanowski vertelde den kinderen, dat
een tweede telegram uit Seraj o was
was gekomen, meldend, dat de ziekte
verergerd was, en men op het ergste
moest voorbereid zijn.
Plotseling onderbrak prinses Sophie
haar onderwijzer met een luideD kreet
„Zij zijn dood, nietwaar, zij zijn dood
Ik weet reeds alles!» riep de ongeluk
kige prinses en ook haar beide broertjes,
de twaalf-jarig- prins Max en de tien
jarige prins Ernst begonnen hartstoch
telijk te huilen.
De verwanten kwamen uit de aan
grenzende kamer toegeschoten
gravin Henriette viel bij het zien der
jammerende kinderen in onmacht. Bul
ten voor de deur stonden de dienaars
en kamermeisjes en snikten en schrei
den.
Den geheelen nacht deden de ooms
en de tantes hun best, om de van smart
zinnelooze kinderen te troosten. Eerst
tegen den morgen vielen deze van uit
putting in slaap.
Het testament.
Gelijk reeds gemeld, is Dinsdag op
het bureau van den opperceremoniemees-
ter van het hot in tegenwoordigheid van
een notaris en van den advocaat van
den vermoorden aartshertog, dr. Fonder
het testament geopend.
Naar verluidt heeft de aartshertog zijn
drie kinderen tot zijn eenige erfgenamen
benoemd.
Zijn nalatenschap bestaat uit zijn be
zittingen te Konopischt, Chlumeiz en
Artstetten. i 0
Het slot Konopischt wordt evenals het
landgoed te Chlumetz op 10 mlllioen
kroon geschat. Het landgoed te Artstet
ten is van veel minder waarde.
_Het baar vermogen js niet aanzienlijk.
De kasteelen Belvedère en Miramar
waar de aartshertog herhaaldelijk ver
bleef. zijn kroondomeinen.
Fanatisme.
De »Pesti Hirlap* vermeent uit Sera
jevo de militaire autoriteiten alhier had
den vernomen dat een aanslag was be
raamd op den trein, die het stoffelijk
overschot van het aartshertogelijk paar
naar Metkowltsj zou brengen. Dienten
gevolge was de geheele spoorlijn door
militairen afgezet.
De aartshertog.
Uit Blankenberghe, waar de aartsher
tog verscheidene malen eenige tijd door
bracht, wordt het volgende gemeld
Aartshertog Frans Ferdinand zou in
begin Juli onze badplaats bezoeken. Hij
had reeds de noodige kamers voor zich
en zijn familie gehuurd.
Het gelukkig vorstelijk huisgezin had
reede drie seizoenen achtereen te Blan
kenberghe doorgebracht. Zij leefden erop
de eenvoudigste wijze.
De aartshertog had een voorgevoel van
zijn tragische einde. Verleden jaar nog
had hij zulks nog meegedeeld aan een
der autoriteiten van Blankenberghe. De
detectives van den troonopvolger waren
dan ook nu reeds in Blankenberge aan
gekomen om te speuren. Toen zij Maan
dagmorgen de verschikkelijke tijding ver
namen, zijn ze dadelijk vertrokken.
In Blankenberghe was de aartshertog
zeer bemind, vooral ook om zijn hoogen
eenvoud. Men vertelt daarvan het volgen
de treffende staaltje
Toen aartshertog Frans Ferdinand
vroeger in Blankenberghe verbleef, maak
te hij kennis met een ouden badknecht.
Hij stelde veel belang in den man en
telkens, als hij in de badplaats terug
keerde, moest hij den man spreken. Op
zekeren dag vernam hij, dat de vrouw
van de badknecht ziek was. Eiken mor
gen liet de aartshertog naar haar toestand
informeeren en toen de vrouw gestorven
was, zag men den aartshertog Frans Fer
dinand, die eens keizer van Oostenrijk
en Hongarije zou worden, in het kleine
doodenhuis, en in den burgerlijken lijk
stoet en bij de laatste plechtigheden op
het kerkhof.
teren rukten Malissoren en Mirdieten op
om Prascha te bezetten. Zij werden door
de rebellen aangevallen, die poogden
het leger van Prenk-bib-Doda te omsin
gelen. De Malissoren sloegen op de vlucht
en lieten de Mirdieten alleen vechten.
Deze trachtten den heftigen aanval van
den vijand af te slaan. Na een hevig ge
vecht werden zij echter verslagen. On
geveer 400 dooden en gewonden bleven
op het slagveld. Prenk-bib-Doda brak zijn
kamp op en keerde naar Allessio terug.
I)e minister van financiën Noga die met
Refid Bey Toptanti den slag bij Ischmi
medemaakte, bracht de jobstijding naar
Durazzo.
Onder de Toskische boeren in Zuia-
Albanië, die tot nu toe regeeringsgezind
waren, begint het nu al te gisten. Zij
verlangen dat de pachters, na den dood
van de rijke landheeren (beys), hun hoe
ven en land in eigendom zullen krijgen.
Niet tegen den persoon van den vorst,
maar tegen den ministerraad, welke col
lege uit de groote landheeren bestaat, is
de beweging gericht.
De leiders zijn Albaneezen die uit
Amerika, waar zij als landarbeiders werk
zaam waren, zijn teruggekeerd.
Kritieke toestand voor vorst Willen.
Naar de Neue Freie Presse uit goed
ingerichte kringen verneemt, bevindt
prins vorst Willem in een gevaarlijken
toestand, daar elk oogenblik een crisis
kan uitbreken. De prins heeft geen hulp
troepen meer tot zijn beschikking de
groote mogendheden denken er reeds
over de regeering op te dragen aan de
Internationale Controle Commissie. Reeds
hebben besprekingen plaats gehad om
trent een eventueelen troonopvolger. In
de eerstvolgende dagen reeds zal mis
schien een verandering in de regeering
plaats hebben.
Intusschen worden deze berichten in
gezanghebbende Duitsche bladen voor
barig en onjuist genoemd. De mogend
heden zouden aan vorst Willen vasthou
den en niet denken aan een anderen can-
didaat voor den Albaneeschen troon.
De vorst schijnt Prenk Bib Doda naar
Durazzo ontboden te hebben, ten einde
hem bewegen alsnog tegen de opstan
delingen op te trekken.
Door Prenk's houding vreest men, dat
de trouwgebleven Malissoren in Durazzo
naar hun vaderland zullen terugkeeren.
Er zijn gisteren 50 Roemeensche vrij
willigers naar Durazzo vertrokken.
Men verwacht een aanval der opstan
delingen van het Noorden uit, waar de
weg door Prenk's vlucht open licht. De
kanonnen kunnen de opstandelingen ach
ter de bergen niet bereiken.
In het Zuiden trekken de Epiroten
plunderende en brandschattend weer het
land af.
De toestand in Albanië.
Met het oog op den gevreesden nach
telijken aanval op Durazzo zijn de com
mandanten van het internationale eskader
overeengekomen 900 man te lauden om
den konak en de Europeanen te bescher
men.
Over de nederlagen van Prenk-Bib-
Doda wordt aan het „Berl. Tagebl." nog
het volgende gemeld Prenk Pacha had
zijn kamp te Ischmi opgeslagen. Eergls-
Dinsdagmorgen zijn op verzoek van
de politie van Leipzig de lederfabrikan
ten Kohohelm, die met achterlating van
meer dan een millioen mark schulden uit
Leipzig naar Boedapest gevlucht waren,
in laatstgenoemde stad met hun zuster
gevangen genomen. Zij verklaarden ech
ter dat zij door een Hongaarschen grond
bezitter geadopteerd waren zoodat zij niet
konden uitgeleverd worden.
Het Hongaarsche ministerie van Bin-
nenlandsche zaken heeft nu een proces
aanhangig gemaakt om deze aanneming
ongeldig te doen verklaren.
De politie constateerde, dat de ge
broeders onder aangenomen namen
400.000 kronen op verschillende spaar
banken gedeponeerd hadden. Voor
eenige dagen hadden zij nog aan een
zwager in Breslau 35.000 kronen gezon
den.
Een vriend van den werkman Waspik.
Waar het hier geldt een heel persoonlij
ke zaak, zouden wij U raden het bestuur
der vereeniglng of der fabriek hierover
eens op gepaste wijze te spreken. Wij
twijfelen niet of U zult dan, wanneer
de zaken staan zooals door U mede
gedeeld, wel resultaat hebben, zoover
meenen wij bestuur en directeur wel te
kennen, beter dan daarover direct open
lijk geschrijf te beginnen. Red.
n:.
1,
ltji
h
Echo van het
SUnlightI
f
L 281
i
i
i
3
i
i
I*