Nummer 60 Zondag 26 Juli 1914. 37e Jaargang. Tweede Biad. Abonneert U op dit Blad LANDBOUW. ot. Kerknieuws. Gemengd Nieuws. BEKENDMAKING. dl. 7 as, Ingezonden Stukken, SPORT. Het Koolzaad voor den winter. Evenals tarwe, gerst en boonen is Congres kardinaal Granito Pignatelli. J De collecten brachttn j.l. Zondag op, te met hem, die ze op zachte wijze gena- Monseigneur Heylen deed voorlezing Avnsieurade f 660 (waarbij een gift van f 500) derd was. van het Pauselijk schrijven betreffende Me Heythuizen f 225 en t? Ohé en Laak de benoeming van den kardinaal legaat. f 108, waarvoor bartelijken dank. Verschillende kardinalen hielden Een slimmerd. koolzaad eigenlijk een gewas voor de kleigronden, maar het kan toch op niet al te droge kalkhoudende zandgronden en pas ontgonnen veengronden met goe ie resultaten geteeld worden. Koolzaad Boet zoo vroeg mogelijk gezaaid worden, op zijn laatst in September, want het is voor dit gewas hoogst noodzakelijk, dat iet nog voor den winter een zekere mtwikkeling bereikt, anders komt het t koude jaargetijde niet door. Een rijke oemesting kan hierin veel ten goede ko nen. Koolzaad eischt toch reeds een zeer vruchtbaren grond, gedurende zijn gan- schen groei; doch om het vóór den winter oog een voldoende grootte te geven, is een rijke voorraad meststoffen dubbel jewenscht. Behalve stalmest geve men In elk geval per H. A. 500 K. G. super- phosphaat en 600 a 800 K. G. kainiet deze laatste meststof is ook op zwaardere gronden noodig. Met het zaaien strooie men 100 K. G. chilisalpeter uit. In het voorjaar geve men nog eens de dubbele hoeveelheid. De grond, die voor het koolzaad bestemd is, moet dikwijls, maar niet te diep. geploegd worden. De plan ten wortelen wel betrekkelijk diep, maar vertakken zich toch weinig en halen voornamelijk hun voedsel uit de bovenste lagen van de bouwvoor. Daarom dus moeten we den grond niet te diep ploe gen. Maar daarom moeten we de ver- verschillende meststoffen ook slechts oppervlakkig uitstrooien en hoogstens ondereggen. Sommigen bewe ken den grond voor het koolzaad wel diep, met het oog op de lange wortels der planten. Het komt mij voor, dat ondiep ploegen bij het geven van groote hoeveelheden kunst mest, een zuinigheidsmaatregel is, die we in het oog moeten houden. Straks zei ik dat een gift van 600 a 800 K.G. kaïrjiet gewenscht is. Daar koolzaad veel op zwaren grond verbouwd wordt, kaD men in plaats vaa kaïniet ook 40 °/0 kalizout geven. Men zaaie dan eveneens in het najaar 200 a 250 K.G. kalizout per H. A uit na het ploegen, en egge het losjes onder. Het chilisalpeter, dat men in het voorjaar geeft, zooals ik zei 200 K. G. behoeft men niet ineens te geven. Het best is, ongeveer 50 K.G. bij't hervatten van den groei uit te zaaien en de rest later desnoods ook neg in tweemaal Ik weet het, het koolzaad eischt veel maar men bedenke ook, dat een gemid delde koolzaadoogst evenveel of meer minerale stoffen bevat, dan een rijke tarweoogst. Het koolzaad wordt niet meer zooveel verbouwd als vroeger, toch neemt in den laatsten tijd de verbouw ervan weer toe. Dit jaar is het zaad zeer goed geweest en er is nog al veel verbouwd. Het is te voorzien, dat ook in het volgende jaar de verbouw van koolzaad aanmerkelijk zijn zal. na mens de door hen vertegenwoordigde landen begroetingsreden, met name kar dinaal Netto, aartsbisschop van Lissabon, kardinaal Logue, aartsbisschop van Ar magh en primaat van Ierland, kardinaal Almaraz y Santos, aartsbisschop van Se- villa en kardinaal Farley, aartsbisschop van New-York. Verder werden redevoeringen gehou den door Mgr. Doubrava, bisschop van Koniggtratz en Mgr. Puija, aartsbisschop van Santa Severina (Italic). Kardinaal Lucon, aartsbisschop van Reims, bedankte de hoogwaardige spre kers en al de aanwezigen. 2,'oe- 6137 Het 25ste Eucharistisch Congres te Lourdes. Woensdagmiddag om vier uur is het Eucharistische Congres op plechtige wij ze te Lourdes officieel geopend. Op de Place du Rossaire, voor de Rozenkranskerk, was een ontzaglijk menigte congressisten bijeengekomen Het was de meest schitterende verga dering die hier ooit in de open lucht gehouden werd. In deQ beginne werd de plechtighei door prachtig weer begunstigd, doe later kwam een klein regenbuitje den luister der indrukwekkende bijeenkoms eenigszins versomberen. Monseigneur Heylen, bisschop van Na men en voorzitter van het permanent comité der Internationale Eucharistische congressen, hield de openingsrede. De prelaat verklaarde daarin o.m. dat Z. H. de Paus den wensch had kenbaar gemaakt, dat de internationale Eucharis tische congressen niet meer elk jaar doch om de twee jaar zouden gehouden worden en ze door nationale Eucharis tische congressen zullen worben voorbe reid. Na de schoone openingsrede van Mgr Heylen werden nog redevoeringen ge houden door den bisschop van Lourdes Mgr Schoepfer, en door den legaat van Z. II. den Paus op bet Eucharistische (Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.) Vrijhoeven-Cappel, 24 Juli 1914. Geachte Redactie Verzoeke s.v.p. eenlge ruimte in Uw geëerd blad af te staan voor het vol gende. Bij voorbaat dank. Naar aanleiding van het verslag in Uw blad van 19 dezer, over de huldiging van den heer L. Kooien, directeur der Zangvereen. Hallelujah* alhier, willen wij even een kleine aanmerking maken over een zinsdede in bedoeld stuk, wat mogelijk door sommige lezers verkeerd uitgelegd zou kunnen worden. Er komt nl. in voor, dat de vereen, thans haren directeur een huldeblijk aan biedt, niet zooals zij dit gewoon is, in geld, doch door een herinneringsmedaille. In de eerste plaats zij hier dan opge merkt, dat de Zangvereen. haar direc teur betaalt, niet met een herinnerings penning, doch de werkkracht betaald wordt in klinkende munt en dit ook bij deze gelegenheid is geschied. Ten tweede willen we vermelden, dat het bewijs van halde, den directeur aan geboden, kwam van de werkende leden der vereen., door hun bijdragen te ge ven, gesteund mede door den bescherm heer en dus niet uit de kas der vereen. dat dit geschied is uit sympathie, uit dankbaarheid, deze hulde brengende voor de kranige leiding, toewijding enz. wat door elk der leden zoo zeer gewaar deerd wordt, daar het zoo telkenmale blijkt dat, waar de heer Kooien, met welke vereen, hij in het publiek uitkomt, de rechte man op de rechte plaats is. Wij meenen goed te doen de juist heid van het huldebetoon kenbaar te maken, ter voorkoming van onware be schuldigingen. De geachte inzender van het verslag duidde het ons niet ten kwade, dat we hierop ingaan, ook wij doen hem dat even min, dat deze vergissing insloop. Het zij dus gezegd, dat het blijk van hulde geschonken door de leden der Zangvereen. >Hallelujah*, niet was om hun directeur langs dezen weg te be talen wat hij verdiende, doch enkel be rust op erkentelijkheid, hoogschatting aan een directeur zooals de heer Lamb. Kooien is, en dit met woord en daad bewijst, ten volle waardig te zijn. Namens de werkende leden der Zang ver. >Hallelujah«, met hoogachting, W. KUIJPERS, President. f R. K. Schoolvereeniging onze Mijnstreek Met groote voldoening mogen wij op de afgeloopen week terugzien. A.e. Zondag 26 Juli, preeken wij te St Pieter en Öleekerij, Margraten, Caberg en bij de P.P. Benediktijwen te Merkelbeek Wij zullen dan in 125 ker'reu en open bare kapellen, onder alle H. Missen bet volk hebben beleerd over de hooge waarde van het katholiek onderwijs, niet het minste voor de mijnstreek. Heriunerd zij hier, dat wHet Volk/' on langs de *R. K. Schoolvereenigiog Onze Mijnstreek' een zeer erustigen tegenstander van de sociaal-democraiie noemde. Dat is voor ons een voldoening en zal velen, hopen wij, alsnog aansporen ons naar vermogen te steunen. Voor adressen, waar wij onze circulaires heen kunnen zenden, houden wij ons aan bevelen. Veel, zeer veel is er nog noodig, willen wij in het bedreigde mijndistrict eeniger- mate voldoen aan de behoefte aan katholiek onderwijs. Katholieken, blijft ons steunen. Dr. v. Gils, R. K. Pr. Door 't noodlot bestrafte inbrekers Twee jonge mannen, die in de villa van lord Egerton te Nizza hadden inge broken, werden toen zij zich van het een en aDder wilden meester maken, gestoord en gingen op de vlucht. Bij die vlucht sprongen zij van een dijk langs de spoor baan juist op het oogenblik, dat er een trein naderde. Een der inbrekers werd op slag gedood de ander zwaar gekwest. Een operatie ter genezing van steelzucht. Te Pottstown in den Amerikaanschen staat Pensylvanië zal een jongen, Joseph Miskpwita, die zich herhaaldelijk aan kleine diefstallen schuldig maakte, op bevel van den rechter een operatie on dergaan. Men hoopt den jongen op die manier van zijn ziekelijke neiging, te genezen, die waarschijnlijk door schedel- drukking op een gedeelte der hersenen ontstaan. Miskpwita, die nu 18 jaar is, kreeg op zesjarigen leeftijd een slag met een knuppel op het hoofd, wat volgens de doctoren zijn steelzucht tengevolge had Doodelijke val met een valscherm. Op het vliegveld *an Stockel, België zou gisteren mevr. De Castella van een vliegmachine met een valscherm neer dalen. De parachute, die defect was geworden, was Maandag in der haast hersteld. De vliegmachine van den vlie ger Champel, waarmee de 22-jarige moedige jonge dame opsteeg, verhief zich eerst tot 550 meter en daalde daarna tot 425 meter. Op dat oogenblik gat de vlieger aan de jonge dame een teeken. ,Los 1" riep zij en de parachute daalde met haar levenden last. Maar het val scherm opende zich niet en de dame daalde hoe langer hoe sneller. Ze was in vlleger-costuum en bewoog onder het vallen de voeten met zachte schoenen bekleed. Na eenige seconden viel zij dicht bij den hoofdingang van het hip podroom te pletter. De val was zoo hevig, dat de touwen der parachute diep in het vleesch van de ongelukkige vrouw drongen De menigte snelde toe. De Antwerpsche vlieger Jan Olieslagers was de eerste die het slachtoffer met zijn auto bereikte. Hij rolde het lichaam op de zijden stof van het valscherm. Niet alleen al de beenderen van het lichaam waren gebroken, maar de tanden zelfs hadden her tandvleesch losgelaten. Mevrouw Cayat de Castella, was de dochter van een brigadier der gendar merie Blaise, te Cauterne in het Fransche departement Orne. De vrees van het dier voor den mensch Reeds herhaaldelijk, schrijft het »Maand- blad tegen de vervalschingen,* is het vraagstuk te berde gebracht, of de dieren »instinctmatig« hun vijanden (waaronder natuurlijk ook de mensch begrepen is kennen, m. a. w., of ze door overerving van eigenschappen, welke hun voorouders in den strijd om het bestaan verwierven geheel onbewust vrees voor den mensch toonen. Het sfaat boven allen twijfe' vast, dat dieren, welker voorouders nimmer met den mensch in aanraking kwamen, bij de eerste ontmoeting met hem geen vrees toonen, hem dus niet als vijand beschouwen. Zooals Nansen ons mededeelde, waren de meeuwen en andere dieren van het hooge Noorden in het minst niet schuw of angstig en zetten zich onbekommerd op hoofd en schouders van het hun onbekende menschwezen neer. Evenzoo verhalen de Zuidpoolvaarders, dat de reuzenpin guinen onbevreesd naderden en de lieden vol verbazing met den soavel bevoelden ook de robben en zeeleeuwen gingen den menschen niet uit den weg, doch lieten ze rustig nader komen. Ze kenden den mensch, den grimmig sten vijand der dieren, niet en konden ook de vrees voor hem niet van hun voorgeslacht overgeërfd hebben. Dezelf de houding vertoonen ook jonge pasge boren dieren tegenover den mensch Jonge kuikens en andere pas uit het nest genomen vogels toonen ook geen vrees vóór den mensch, evenzoomin jonge haasjes en reebokjes. Het is meermalen voorgekomen, dat laatstgenoemde dier tjes zich niet alleen zonder eenige schuw heid te toonen betasten lieten, doch zelfs meeliepen of trachtten mede te loopen En toch is de houding dezer jonge I Onlangs is te Amsterdam een examen dieren in den grond een geheel andere afgenomen, uitgaande van een bekende dan die der eerstgenoemden. Zij hebben vereeniglng, aan welker boekhouders- ongetwijfeld een vrees voor den mensch diploma veel waarde wordt gehecht, geërfd, doch deze overerving is in zekere 1 Eenige dagen vóór het examen plaats mate nog niet tot bewustzijn gekomen, zij had werd de drukker van de examen- is in de eerste levensdagen nog latent, opgaven intercommunaal opgescheld en maar openbaart zich zeer spoedig, want als de jonge dieren maar iets ouder zijn geworden, dikwerf slechts eenige dagen, komt reeds de schuwheid aan den dag. Het jonge dier ontvlucht den mensch dan al even goed als het oude, zonder dat de ouders hem daartoe door een waarschuwingskreet behoeven aan te sporen. Er moet cus in dit geval slechts sprake van werkelijke overerving zijn. Een mooi voorbeeld dezer vreesover erving konden de manschappen der Duitsche Diepzee-expeditie >Valdiva* in 't jaar 1899 op de Kerguelen-eilanden waarnemen. Op deze stille eilanden waren in het aar 1874 door de expeditie der >Gazelle« wilde konijnen lostgelaten. Gedurende het gansche tijdsverloop van 25 jaren had geeD mensch de Kerguelen meer oetreden, en toen in 1899 de eerste menschen weer op het eiland kwamen, toonde geen enkel der inheemsche dieren eenige vrees voor hen alleen de konij nen, die zich intusschen sterk vermeer derd hadden, vluchtten op het eerste gezicht van menschen hals over kop in hun holen en het kreupelhoutze waren even schuw als bij ons de schuwheid voor den mensch moest zich dus ge durende die 25 jaar van geslacht op ge slacht overgeplant hebben, want van de konijnen zelf had geen enkele den mensch leeren kennen, en andere vijanden had den ze op het eiland in het geheel niet. De vrees voor den mensch is dus volstrekt niet »oorspronkelijk< bij de dieren aanwezig geweest, want de dieren, waarvan noch de voorouders, noch zijzelf ooit met de menschen hebben kennis gemaakt, toonen volstrekt geen angst voor hen, wel echter de dieren, die van geslacht op geslacht den mensch als hun bittersten vijand hebben leeren ken nen en die deze vrees als noodzakelijk heid voor hun bestaan hebben over geërfd. Knoeierijen met spoorkaartjes. Hei was al sedert eenigen tijd bij de politie bekend, dat z-kere personen aan -»poorweglraartjes wis'en te komen die, door bet in de drukte niet coutroleeren van rei zigers in den trein, dienen konden om, op den dag der afgifte van bet station der H. IJ. S. M. te Amsterdam, er, nadat de reis naar Den Haag was afgelegd, nogmaals een spoorreisje Amsterdam's Gravenhage mede te maken. De kaartjes, die alleen het dagstempel van het kantoor van afgifte droegen en das niet het koipteeken, dat de treinconducteur er onderweg in behoorde aan te brengen, als er controle zoo geschied zijn, werden bij aankomst van den reiziger in Den Haag wèl ingenomen door de controle bij den uitgang, maar dan later- niet inge leverd bij de administratie. Een klaar blijkelijk medeplichtig kontroleur gaf ze aan in het complot zijnde personen, die ze voor lagen prijs «isten kwijt te raken aan reizi gers, die met een der eerstvolgende treinen naar Amsterdam gingen, met de bedoeling nog denzelfden dag of avond naar Den Haag terug te keeren. Te Amsterdam moest dan, als de zaken verricht waren, een perron kaartje gekocht worden om aan den trein te kunnen komen. Vrijdag heeft de Haagsche politie volgens de N. R. Cf., een der liedeD. die op het Stationsplein te 's Gravenhage de kaartjes in hauden wisten te spelen van naar Amsterdam reizende personen, gearresteerd. Het is zekere van L., daar ter stede. Voort* is aangehouden de controleur der H, IJ. S. M., werkzaam aan het station in Den Haag, v. d. L., die, naar wij vernemen bekend heeft, de frauduleuze handelingen te hebben gepleegd. Er moeten nog meer controleurs in deze zaak betrokken ziin. De hondenslachtetijen ia Duitschland doen elk jaar betere zaken zooals de cijfers aantoonen, betreffende de honden de laatste jaren door hen verwerkt. In 1907 bedroeg hun aantal 6472, in 1909 6900, in 1911 7553, in 1912 8132 en in 1913 9103. De hond wordt hoe langer hoe meer de vriend van den mensch kreeg de volgende lastgeving »U spreekt met X. (den naam van een der examina toren.) Ik ben hier te H. voor een ver gadering heb een exemplaar opgaven noodig. Zend het maar poste-restante H.« De drukker voldeed aan de opdracht maar man van zaken zijnde, tele grafeerde hij tegelijk aan den heer X. »Heb heden poste-restante H. ex. examen-opgave verzonden.* De examinator begreep er niets van en stelde zich met den drukker in ver binding, waarvan de slotsom was dat men begreep te zijn beetgenomen. Dat moest natuurlijk een dergenen gedaan hebben, die zich voor het examen had den opgegeven. Men ging informeeren aan het post kantoor te H- en vernam dat juist een oogenblik te voren de brief was afge haald, Hoe de afhaler zich dan gelegiti meerd had, daar immers de brief aan den heer L. geadresseerd was Wel hij had gezegd de heer Y zelf te zijn en ten bewijze daarvao zijn portemonnaie getoond, waar binnenin een papiertje geplakt was, met den naam van dezen erop. Hoe nu den schuldige te ontdekken Dat ging zoo Bij het binnenkomen van de zaal werden alle examinandi onge merkt gadegeslagen door de twee be ambten, die aan het loket poste-restante hadden dienst gedaan. En zij wezen on middellijk den dader aan. Deze probeerde eerst nog te ontkennen maar dat ging toch niet erg goed. Want toen hij zijn portomonnaie moest vertoo nen, was het papiertje met den valschen naam er wel uit verwijderd, maar niet zonder dat een paar moeten waren ach tergebleven, waarop nog duidelijk eenige etters van den naam van den heer X. zichtbaar waren. Toen viel hij maar door de mand. De examencommissie oordeelde dat het blijven kon bij het ongemakkelijke standje dat zij het jongmensch toedien de en bij het fiasco dat hij gemaakt had, want die commissie was natuurlijk ook niet van gisteren en had aan de exami nandi een heel stel nieuwe vragen voor gelegd. Maar het muisje zal misschien toch nog een staartje hebben. Want, naar wvj vernamen, moet de gefopte drukker niet bereid zijn de geschiedenis zoo maar te laten afloopen en zou hij er een ju- stitiezaakje van willen maken. Philips sportvereeniging. Heden en morgen worden op het sportterrein in -het Philipsdorp nabij Eindhoven door de Philips sportver eeniging groote onderlinge nationale en internationale atletiekwedstrijden georganiseerd. Er worden belangrijke nummers gege ven en verschillende kampioenschappen van Noord-Brabant en Nederland kunnen hier behaald worden. Er worden belang rijke prijzen uitgeloofd, zoodat de belang stelling van deelnemers en sportliefheb bers zeer groot zijn zal. Het gemeentebestuur van Waalwijk maakt bekend, dat ter Secretarie dier gemeente voor een ieder ter inzage zijn nedergelegd ontwerpen van de winter- dieostregeling 1914/1915, zooals die ter goedkeuring zijn ingezonden aan den Minister van Waterstaat door de Maat schappij tot exploitatie van Staatsspoor wegen, door de Nederlandsche Centraal Spoorweg Maatschappij en door de Hol- landsche IJzeren Spoorweg Maatschappij. Eventueele opmerkingen betreffende deze dienstregelingsontwerpen moeten vóór of op 1 Augustus 1914 rechtstreeks aan het Departement van Waterstaat worden ingezonden. Waalwijk, 22 Juli 1914. Het Gemeentebestuur voornoemd. Th. de Surmont de Bas Smeele. De secretaris, Van Ltempt. Echo van het Men l a

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1914 | | pagina 5