Nummer 66
Zaterdag 15 Augustus 1914.
37e Jaargang.
Tweede Blad.
BINNENLAND.
Provinciaal Nieuws.
Aan de
A bonne's op onze bulletins9
Het is thans zeker dat de Engelsche
troepen in Havre, Duinkerken en Zee-
brugge zijn geland.
Een groote slag wordt binnenkort
aldus meer en meer zeker.
Zal Antwerpen belegerd werden
ANTWERPEN. 13 Augustus. De
Antwerpsche bladen stellen de vraag of
de Duitschers Antwerpen zullen belege
ren. Zij zijn van meening, dat men nu
in geen geval conclusies mag trekken.
De Duitsche cavalerie heeft veeleer ten
Boel in verbinding te blijven met den
vijand en indien het Duitsche leger zich
aan den Maasoever bevindt, dan dient
het zich aan de voorzijde, linker- en
rechterzijde door enkele cavalerietroepen
te laten dekken. Het is bovendien niet
waarschijnlijk, dat het Duitsche leger
met de Belgische, Engelsche en Fran-
sche legermacht aan de linkerzijde zich
in de richting van Antwerpen zou wagen.
Om hierin te siagen zou het Duitsche
leger eerder het Hollandsche grondge
bied moeten schenden om dan recht
tegenover op te trekken, doch dan zou
Dnitschland ook Nederland tegen zich
hebben.
Een Antwerpsch blad veronderstelt,
dat het beleg van Antwerpen met veel
grootere moeilijkheden zou gepaard
gaan dan dat van Luik. De vesiing van
Antwerpen heeft een omtrek van 125
kilometer en hiervoor zou een halfmil-
lioen Duitsche soldaten noodig zijn. Het
blad vindt om deze redenen de belege
ring van Antwerpen zeer onwaarschijn
lijk.
Nederland en Frankrijk.
PARIJS, 13 Augustus, Een officiëele
nota van het ministerie verklaart, dat de
Hollandsche Regeering langs officiëelen
weg opnieuw aan de Fransche regeering
heeft medegedeeld, dat Nederland on
zijdig wil blijven en dat het voornemens
is hare neutraliteit op de krachtigste
wijze te doen eerbiedigen.
De nota voegt er aan toe, dat het
Holllandsche leger eene kracht van be-
teekenis is en dat zijne opleiding en
inrichting allerbest zijn.
België en Nederland.
De Chronique had wederom een ar
tikel over Holland en zijn aan te nemen
houding. Naar aanleiding van dit artikel
schrijft de heer Pisuisse
Met verbazing vraag ik telkens mij zelf
en zooveel als 't mij lukt ook anderen
af Wat willen sommigen, hier in
België toch van Nederland?
Nederland legt telkens weer de meest
onaanvechtbare bewijzen aan den dag,
dat wat zijn verantwoordelijke ministers
in binnen- en buitenland zeiden omtrent
de vastbeslotenheid om de neutraliteit
tegen iedereen en tot eiken prijs te
handhaven/ geen looze grootspraak is.
Nederland mobiliseerde sinds lang,
Nederland brengt zijn natuurlijke en
kuastmatige verdedigingswerken in staat
van actie, Nederland zet zijn troepen,
waar ze het meest noodig en nuttig ge
acht moeten worden. Nederland ont
wapent en interneert Duitschers en
evengoed Belgen, wanneer zij de grenzen
overschrijden. Nederland houdt zich ten
opzichte van Maas- et» Scheldemonden
nauwgezet aan de verplichtingen, welke
het als neutrale mogendheid op zich
rustende weet, verplichtingen, welke het
laatst bij de vredesconferentie van 1907,
nog wel overeenkomstig het vijfde artikel
van den Belgische voerstellen, werden
gestipuleerd 1
Wat wil men hier nu toch meer Dat
Nederland zoo maar, mir nichfs, dir
nichts, met 'n groot gebaar Duitschland
den oorlog verklaren en zich scharen
aan de zijde van België, Frankrijk en
Engeland...
Zouden zich de redacteuren van de
>Indépendance< van gisteravond en de
«Chronique* van vandaag, die nu weer
"iet zulke groote, prlkkelend-argwanende
woorden op Nederland lostrekken, niet
eens moeten gaan afvragen, ot zij met
dit werk niet spelen in de kaart van
Duitschland.
Zóó graag zou Duitschland zien, dat
Holland zich met België embrouilleerde,
dat men haast zou gaan vragen of ach
ter deze Belgische >Hollander-Hetze*
geen Duitsche intrige schuilt. Argwaan
's 200 makkelijk te wekken en heusch,
de Duitsche spionnen, waarmee dan
België overstrooid heet te zijn zullen
zich niet alleen bepalen tot telegraaf
draadknippen en fortenphotografie.
Verdeeling zaaien onder hen, die vrien
den kunnen zijn, is óók spionnenwerk
Onze hulp aan de Duitschers.
De >Ster«-redacteur van de >Maasbo-
de< schrijft
Sommige Belgische organen kunnen
er nog maar niet overheen, dat de
Duitsche uitgewekenen uit België aaD
onze grenzen menschlieveod behandeld
werden.
Het misverstand berust op een eerste
telegram uit Maastricht, meldend, dat
5000 Duitschers daar uit België waren
aangekomen, door de bewoners van
Maastricht werden gespijsd en gelaafd
en op den trein naar Aken werden ge
zet.
In het telegram werd er niet bijge
zegd, dat al die Duitschers non-combat
tanten waren, die de Belgen zelve ons
op het dak hebben gestuurd,
Gelijk ook nog dagelijks van die on
gelukkige vrouwen en kinderen van
Duitsche origine, uit België uitgewezen,
in Rosendaal aankomen.
Wij kunnen ons klaar begrijpen, dat
de Belgen, die tegen wil en dank in de
zen gruwelijken oorlog zijn gesleept,
uitermate verbitterd zijn op alles wat
zich Duitsch noemt. Maar als de dagen
van opwinding wat voorbij zijn, zullen
zij, ridderlijk volk als zij zijn
tot de erkentenis komen, dat wij
Hollanders, van den oorlogsjammer nog
vrij, niets anders hebben gedaan dan
een daad van groote menschlievendheid,
welke onze plicht van onzijdigheid ons
oplegt.
Wij bidden God, dat ons land bevrijd
moge blijven van de ramp, die ter kwa
der ure over het schoone Belgenland
is gekomen.
Maar wij voelen tevens ernstig den
plicht van barmhartigheid, die ons in
deze bange dagen is opgelegd.
Wij hebben een der eersten ons leger
gemobiliseerd om onze neutraliteit des
noods met geweld van wapenen te
handhaven.
Maar naast ons militair leger hebben
wij nog een ander leger gemobiliseerd,
het leger van het Roode Kruis, waarmede
wij alle natiën rondom ons zullen te
hulp komen.
Nu zijn 't de Duitschers, die stervend
en gewond te Maastricht worden bin
nengebracht, straks zijn het de Bel
gen, die wij met even groote liefdadig
heid zullen verzorgen, morgen de En
gelsche, Fransche en Duitsche combat
tanten die bij de botsingen op zee
onze havens worden binnengebracht.
Als al die stervende krijgers, die hun
plicht voor het vaderland hebben gedaan,
op den vrijen Hollandschen grond rus
tig hun oogen kunnen sluiten, omringd
van de zorgen van hen, die geen vijand
van hen hebben willen zijn, dan zullen
zij uit het leven scheiden in de troos
tende gedachte, dat de wereld niet ge
heel in barbaarscheid ondergaat, maar
dat er nog een grootmenschelijkheid be
staat, die allen zonder onderscheid van
ras of nationaliteit omvat.
Zelve gebukt onder economischen
druk, die dezen wereldoorlog ook ons
oplegt, zullen wij aan dezen grooten
plicht van menschelijkheid niet versagen.
Als Nederland deze zending mag ver
vullen, dan zal de wereld eenmaal het
oogenblik zegenen waarop ons land bij
den geweldigen wereldkrijg werd uit
geschakeld. Dan is het toch niet geheel
nutteloos en tevergeefs de grond ge
weest, waarop het paleis werd gesticht
dat den vrede moet brengen aan de
volken.
Gevolgen van den oorlog.
Het is onbegrijpelijk wat er thans om
gaat in de landen, die in den strijd be
trokken zijn. Zoo Rusland zijn leger ge
mobiliseerd heeft, en zijn Aziatische en
Kaukasische armeekorpsen in den strijd
heeft geworpen, brengt het ongeveer 5
milioen menschen onder de wapens.
Duitschland ongeveer evenveel. Frank
rijk 3,5 raillioen, Oostenrijk 2 millioen a
2.5 millioen, Servië een half millioen.
Dit zijn reeds 16 a 16.5 millioen gewa
pende menschen. Voeg daarbij nog
minstens ten millioen voor de saniteit-
colonnes, het Roode Kruis, veldambu-
lances. Dat is te zamen de bevolking
van een gemiddelden staat van den
tweeden rang.
En die moeten allen worden gevoed,
gekleed, verzorgd, van ammunitie voor
zien. In den ouden tijd maakte men
zich daarover niet drukde meestal
kleine troepenafdeelingen van huurlingen
werden gevoed op den boer, of op
kosten van het land waardoor zij trok
ken een breede strook vernield, ver
woest, geplunderd gebied gaf dan de
plaats aan, waar het leger had gehuisd.
Zij marcheerden, zochten elkaar op en
vochten, zonder dat het land, in welks
dienst zij waren, veel leed van den oor
log want het leven ging zijn gewonen
dagelijkschen gang, er werd gewerkt en
getrouwd, gestorven en geboren als an
ders. De landman zaaide, de koopman
dreef handel, de visscher vischte en de
zeeman voer, en slechts de zware lasten,
van de burgers geëischt, brachten dezen
nu en dan op onaangename wijze den
oorlog in herinnering.
Nu echter wordt daarnaast het geheele
burgerlijke economische leven ontwricht.
Er is geen werkplaats geen boerde
rij, geen fabriek of geen winkel waaruit
de menschen niet worden weggehaald
voor den militairen dienst. Er is geen
gezin waaruit niet een vader of broeder,
een man of zoon worden opgeroepen.
Een vierde van alle mannen worden
gemiddeld onder de wapenen geplaatst.
En de wijze, waarop deze strijd wordt
gevoerd, doet het ergste vreezen voor
degenen, die er in zullen worden ge-
mengd. »Niet een vierde van ons zal
terugkomen*, zeide de conducteur van
den Duitschen trein tot onzen bericht
gever.
Welk een toestand van diepe treurig
heid, welk een ontzettend deprimeerend
gevoel moet het wezen, onder zulke
omstandigheden uit te rukken.
>Kanonenfutter«, noemde een Duit-
scher in zijn geestdrift de uitrukkende
jongelingscharen.
Och, ook de man bedoelde niets
kwaads.
Maar zijn woord was grievend van
juistheid, van pijnlijke zekerheid
De Duitschers in België.
BRUSSEL, 13 Aug. De gevechten
van gisteren zullen de wam van ,,den
slag bij Haelen" dragen. Zij duurden gis
teren den geheelen dag voort, de gra
naten vielen om half acht nog neer op
de wegen, welke op Diest uitkomen.
Het centrum van den slag lag bij Hae
len. Om zeven uur in den avond was
het geheele terrein tusschen Diest Haelen
en Zeilick van Duitschers gezuiverd, maar
overdekt met dooden en gewonden.
Daar de Belgische linkervleugel een
oogenblik achteruitweek, werden verster
kingen gevraagd uit Diest. De landweer-
lieden verzochten toen om in het vuur
te mogen gaan, drie van hem werden
gewoed.
De Belgische genie deed 2 bruggen
over de Demer in de lucht vliegen. De
kerk, een brouwerij en eenige huizen van
Haelen zijn in brand geschoten.
Over een lengte van 50 M. werden
meer dan 200 gedoode Duitschers geteld.
De vijand was ongeveer 5000 man sterk.
De Belgische troepen bestondert uit
agers te paard, lansiers, carabiniers en
artillerie.
Een buitengewoon groote hoeveelheid
suitgemaakte voorwerpen ligt voor het
stadhuis van Diest opgestapeld.
Talrijke paarden zijn opgevangen.
Aan onze land- en stadgenooten.
Diep ontroerd door het verschrikkelijk
lot van de ongelukkige slachtoffers van
den oorlog in België, doen de onderge-
teekenden een. beroep op hun landge-
nooten om met hen het lot van die
ongelukkige Belgen eenigermate te ver
zachten. Overtuigd, dat in deze dagen
voor eigen omgeving terecht veel ge
vraagd wordt, twijfelen ondergeteekenden
toch niet of velen zullen ook bereid zijn
mede te werken het ontzettend leed van
deze slachtoffers althans eenigzlns te
verzachten.
Wie in deze omstandigheden spoedig
geeft, geeft dubbel 1
Alleeo Nederland kan op het oogen
blik helpen.
Elk der ondergeteekenden is bereid
giften in ontvangst te nemen.
G. van der Aa, Consul Generaal van
België, J. Th. Boelen, A. G. Boissevain,
Léon Delhez, Jos. M. Delville, J. C.
Dekkers Jr., Vice Consul van België, W.
C. Dryvestein Mr. G. J. Fablus, W.
A. Hamelberg, L. van Humbeek, Mr.
Richard Janssen, Chr. Nuys, Mr. W- C.
Th. van der Schalk, Johan H. Schmitz,
VIr. Th. Stuart, Bern. J. Veldhuis, Vivario,
VIr. W. J. M. Westerwoudt, M. J. H.
Worst.
Het secretariaat wordt waargenomen
door de heeren Léon Delhez, J. Th. Boe
len en Bern. J. Veldhuis, allen te Am
sterdam en is gevestigd Kalverstraat 64.
Penningmeestei is Mr. G. J. Fabius
(adres kas-Verecniging),
Rekeningen betalen.
De N. R. Ct. schrijf
Wij willen nog met een enkel woord
de aandacht vrageo voor het ingezonden
stukje inonsjongste Ochtend blad van den
heer A. deGoederen. Hetgeenhijin Gouda
heeft waargenomen omtrent onwil om
rekeningen te betalen door menschen
die daartoe op het oogenblik nog best
in staat zijn, is ook elders geconsta
teerd. Ook hier te Rotterdam zijn er
zoo. Ons bereiken betrouwbare verhalen
van menschen, die niet betalen omdat
zij niet kunnen, doch omdat ze daar nu
op 't oogenblik eens geen zin in hebben,
hunne rekeningen onbetaald laten liggen.
Anderen zijn gewoon om de drie maan
den of halfjaarlijks hunne rekeningen
te voldoen, en wenschen thans met de
ze gewoonte niet te breken.
Wij mogen erop wijzen, dat thans al
le bijoverwegingen en sleurgewoonten
behooren te worden aan kant gezet. De
oorlog brengt zulk een geweldige ont
wrichting van het economische leven
teweeg, dat ieder, zonder eenige uit
zondering, als plicht heeft het zijne te
doen, om eenige verlichting van den
enormen druk, dien de oorlog op het
maatschappelijk leven heeft gelegd, te
verlichten.
Dat kunnen in de eerste plaats na
tuurlijk allen die rekeningen hebben
te voldoen, en daartoe in staat zijn. Be
taalt gij uw leverancier, dan kan deze
zijn grossier, en de laatste zijn geld
schieter voldoen, en zoo gaat dan het
geld weer aan 't rollen. Ieder, die thans
geld oppot of achterhoudt, terwijl hij
nog schulden heeft te voldoen handelt
zedelijk minderwaardig. Hij benadeelt
uit zelfzucht zijne medemenschen en zijn
land.
Daarom, wie rekeningen heeft en be
talen kan, Detale.
Opleiding ongeoefenden-
De minister van oorlog, het wens'chelijk
achtende, dat in de depots over meer
werkkrachten ter opleiding van de onge
oefenden worde beschikt noodig, Ne-
derlansche gijmnastiekonderwijzers, die
geneigd zouden zijn aan de opleiding in
gymnastiek en in training deel te nemen,
uit, zich schriftelijk tot het departement
van oorlog te wenden.
De geldelijke belooning zal per dag
bedragen (f 8) in de plaats hunner inwo
ning, en (f lo) voor hen die buiten de
plaats hunner inwoning werkzaam zullen
zijn. (St.ct.)
Abonnementskaarten en Kilometerboekjes.
Met het oog op de crisis hebben de Ne-
derlandsche spoorweg maatschappijen besloten
den geldigheidsduur van abonnementskaar
ten, welke bij haar zijn of worden gedepo-
neerd, te verlengen met even zoovele halve
maanden, als de kaart tijdens haren geldig
heidsduur onder berusting van eene der
maatschappijen zal zijn gebleven. Voorts
zuilen kilometerboekjes, welker geldigheids
duur op 31 Juli 1914 of later eindigt, tot
nader bericht geldig blijven, zoodat voor
deze de volle waarborgsom zal worden ver
goed terwijl ook ongebruikte kilometers in
nieuwe kilometerboekjes kunnen worden
overgeschreven. Ook kilometerkaarten blijven
voorloopig geldig.
Terug uit Albanië.
Geneneraal De Veer, majoor Kroon en
kapitein de Jong zijn in ons land terugge
keerd. Op hun reis door Frankrijk en België
werden zij met groote voorkomendheid be
handeld.
Hulde aan Colijn.
Het Handelsblad* roemt onze uitnemende
militaire organisatie. De mobilisatie is prach
tig geslaagd en het blad schrijft
Alles wat wij dien dag verder van de
mobilised ing en de voorzorgsmaatregelen
zagen deed mij zeldzaam goed aan. Want
ik herinner mij den Janboel van de mobi
lisatie in 1870, toen alles in het honderd
liep, en goed humeur en kalmte zoek waren.
En nu zag ik niets dan orde, wetenschap
pelijke regeling en medewerking van alle
staoden en rangen. Ik breng hulde aan hen
die deze mobilisatie dus voorbereidden en
denk in het bijzonder dankbaar aan minister
Colijn A
D.^ze hulde aan den kranigen Minister
van Oorlog in het kïibinet-Heemskerk is
welverdiend, leekent het ,Amhetrsche
Dagbl.tf hierbij aan.
Waalwijk, 14 Aug. 191*4.
Koopt niet in den vreemde, wat gij
in Waalwijk even goed en even
goedkoop kunt vinden.
2651 w b.
deelen wij mede, dat we hopen
ook morgen en overmorgen een
of twee bulletins met het voor
naamste nieuws te kunnen uit
geven.
Administratie.
De Landstorm.
Daar men omtrent #de landstorm^ zeer
onjuiste begrippen schijnt te hebben, nemen
wij 't onderstaande nogmaals op
Hoort men over den landstorm sprekeD,
dan blijkt duidelijk, dat over dit deel onzer
weermacht zeer overdreven voorstellingen
rondgaan.
Ten einde meer juiste begrippen hierom-
treut ingang te doen vinden, wordt het vol
gende meegedeeld
Art. 2, le lid der Landstorm luidt
Tot een landstorm behoort, behoudens
het bepaalde in art. 16
lo, a. ieder, die van den dienst bij de mi-
litie is vrygesteld, hetzij wegens broederdienst,
hetzij wegens aanwezigheid van in hetzelfde
jaar geboren broeders of halfhroedere, hetzij
tijdelijk of voorgoed wegens kostwinnerschap
of wegens het verkeeren in bijzonder gevai
b. ieder, die heeft deelgenomen aan de
loting voor de militie en niet is aangewezen
om daaibij te worden ingelijfd;
2o. a. ieder, die na volbrachten dienst
bij de militie of bij de landweer uit dienst
is ontslagen
b. ieder, niet vallende onder a, die ge
diend heeft bij de zeemacht, het corps ma
riniers en de marine-reserve hieronder be
grepen, bij het leger hier te lande, het re
serve personeel bij de landmacht hieronder
begrepen, bij de gouvernementsmarine in
Nederlandseh Indië of b|j de koloniale
troepen en bij het verlaten van den dienst
gevestigd is binnen het Rijk, in het Duitsche
Rijk of in het Koninkrijk België, of zich
na het verlaten van den dienst daar vestigt
2o. ieder, die daarbij overeenkomstig ar
tikel 8, derde lid lid, is toegelaten tot een
vrijwillige verbintenis.
De Landstorm is in 1913 in werking
getredeD, zooJat thans daartoe slechts
behooren de twintig-jarigen van den jaargang
1913, die. nog niet gediend hebben en de
landweerlicrtting, die op 1 Augustus 1913
naar den landstorm is overgegaan. Hierbij
komen nog de militieplichtigen der bereden
wapens en de oud-zeemilicienp, die, niet
landweerplichtig zijnde, in 1913 rechtstreeks
naar den landstorm gingen, benevens de
oud-vrijwilligers, die ingevolge 2 ad b hier
boven hebbea gediend.
De landstorm kan strekken voor den go-
wapenden dan wel voor den ODgewapenden
dienst, echter kunnen alleen z|j worden aan
gewezen die vroeger hebben gediend, met
uitzondering van heD, wier werkkring bij
land- of zeemacht hen niet tot den gewapeii-
den dienst eigent.
Voor de oproeping moet tevoren bij Ko
ninklijk besluit machtiging worden verleend.
Alsdan kunnen door den opperbevelhebber
de diensten der landstormplichtigeD, wanneer
waar en naarmate het belang der landsver
dediging dit vorderen mocht, worden ge
vorderd.
Van hft verleenen der bovenvermelde
Koninklijke machtiging, die echter niet de
onmiddelijke oproeping behoeft mede te
brengen, wordt bij openbare kennisgeving
mededeeling gedaan. Deze kennisgeving
bevat teveDB verschillende bepalingen, den
landstorm betreffende.
De in het boitenland vertoevende land-
stormplichtigen moeten alsdan naar Nederland
terngkeeren en zich gereed houdan.
Voor eventueele vordering worden de be
van het