II1
1-v
li;
Provinciaal Nieuws.
IP 1
•Vl;
t'i.
IS;.
C:
M1
vjb
v'i
BEKENDMAKING.
]jWi s
•"h
V
In
j| j (3
1.
•iiM
I»* 1
W
|B| r
'ri
Hi1
i
ifi
IfJ
•J'
I -II* I
]'i: 1
it i
i :p
i
ji ,i-1
il y i
meer den vijand die in groote sterkte
bijeen was. Maar dat waren wij ook.
De grond trilde van het onophoudelijk
kanongebulder en de lucht werd ver
scheurd van het voortdurende geratel
van het geweervuur. Wij stormden voor
uit om een stuk grond te bereiken, dat
door lage dijken was omringd. Een
kameraad aan mijn rechterhand valt
zonder een kik te geven voorover, door
een schot in de borst gedood. Vóór mij
steekt een man de armen in de hoogte
valt, strompelt weer op, valt weer en
„Daar heb je het" (C'est ca) waren zijn
laatste woorden.
Met zijn twaalven hadden wij dat
stuk grond bereikt. Ik keek even rond.
Er woedde een vreesejijk gevecht, en
zoo afschuwelijk was het wat ik om mij
heen zag, dat ik nu nog niet kan ge-
looven dat ik dat heb beleefd en gezien.
De wildste verbeelding kan zich geen
voorstelling maken van zoo iets ont
zettends, waarin niets menschelijks is
overgebleven
Dicht bij ons spatte een granaat uit
een. Een vreeselijke gil volgde er op.
Vijf onzer lagen op dat kleine plekje
dood. Van een man waren beide beenen
afgerukt. Hij leefde nog en was bij
bewustzijn. Hij smeekte ons hem af te
maken. Een officier kwam voorbijgesneld
hield op, keek even naar den man en
schoot hem door het hart. „Dat is
beter", zei hij, „arme kerelHij opende
zijn mond om een bevel te geven, maar
op hetzelfde oogenblik kreeg hij een
kogel in den mond. Hij draaide twee
maal om en viel zwaar gewond op den
dijk vlak bij mij.
Er waren meer vijandelijke troepen
opgedaagd. Zij hadden ook veel ver
liezen geleden, maar ook aan onze zijde
is het aantal dooden en gewonden groot
en onze stelling schijnt hachelijk te wor
den.
Wij moeten terug, wij zijn al aan het
terugtrekken. Een oogenblik is het alsof
de vijand aarzelt, en wij maken van de
gelegenheid gebruik om vooruit te stor
men en brengen hem groote verliezen
toe. Onze mannen houden ongetwijfeld
stand en zij toonen merkwaardige zelf-
betrachting. In weerwil van de afgrijs
lijke tooneelen om mij heen voel ik zelf
mij nu ook kalm, en al mag het vrees
lijk lijken, erken ik, dat ik zonder een
oogenblik te beven op mijn levende
schijven mik, schiet en naar de uitwer
king van mijn kogel kijk Zoo doen wij
allen. Wij verspillen onze patronen niet.
De vijand overtreft ons echter zoozeer
in aantal, dat wij niet langer weerstand
kunnen bieden zonder ons zelf en het
hoofdleger aan een geweldig gevaar bloot
te stellen.
De terugtocht wordt prachtig uitge
voerd. Net ben ik op den top van den
heuvel aangeland, of ik voel een lichten
schok aan den linker schouder, niets
meer. Ik let er niet op, maar even later
voel ik een brandende pijn in dien schou
der. Ik merk dan, dat ik gewond ben
en dat mijn linker arm steeds zwaarder
wordt. Eenigen tijd later vind ik mij in
een veldhospitaal liggen."
Op zoek in het oorlogsland.
Een Rotterdammer de heer C. van Haa-
ren heeft aan de Msb. een ontroerend ver
slag gegeven van een tocht door het oor
logsland op zoek naar de meer daa 70-jari
ge moeder zijner vronw, die heel alleen met
eea dienstbode woonde in het kleine Bel
gische dorpje Henre le Romain.
Al dien tijd had de familie niets van de
oude vrouw vernomen, totdat de heer Van
Haaren Zaterdag het koene besluit nam om
haar dwars door het oorlogsland te gaan
zoeken.
In vroeger eeuwen zou zulk een koene
tocht tot een epopee, een heldendicht ge
groeid zijn, in onzen nuchteren tijd wordt
er ampér een courantenverslagjc van ge
schreven, maar niettemin blijft het feit zelf
de daad van een held.
Om drie uur 's middags was hij in Maas-
stricht bij het Duitsche consulaat, en daar
hoorde hij plotseling Waal9ch praten.
Hij sprak den man onmiddellijk san en
het bleek dat de man uit dezelfde streek
kwam als waar de scbooamoeder van den
heer v. Haaren woonde, en dat hij precies
wist, wat er in Heure le Romain gebeurd
was.
Het dorpje '«as geheel uitgeplunderd en
verbrand, de moeder van den heer v. Haa
ren was waarschijnlijk in de kerk opgesloten.
Het was geen opbeurend nieuws, maar
de heer v, Haaren meende dadelijk hande
lend te moeten optreden.
De plundering en verwoesting van net
dorpje had reeds 1B Augustus de O. L.
Vrouwendag plaats gehad, hoe zou de toe
stand der arme meoschen nu zijn.
De Waal was bereid om mede terug te
8aan-
In een rijtuig reden zij van Maasstricht
naar de grens, vandaar liepen zij naar Canne,
dat ook door Duitschers zoo zwaar getuchtigd
is gewordeD.
De iodrnk, dien deze verwoeste dorpen
op je maken, is niet te beschrijven, de stilte
pakt je aan, het 18 alsof je door een ver
gane wereld gaat.
Van Duitsche soldaten was nergens iets
te bespeuren, zelfs alle wachten schenen in
getrokken. Alleen bij Eymael zagen wij troe
pen Duitsche soldaten op den berg. De Wa
len, die den heer van Haaien vergezelden,
doken beangst weg in greppels en struiken,
wat de heer v. Haaren een verkeerde tac
tiek oordeelde, want des te eer schoten dan
de Duitsche soldaten.
Maar de angst voor den Duitscher zit er
bij de menschen geducht in.
Zelfs de grijze regenjas, die de heer v.
Haaren had aangetrokken, deed de menachen
al verschrikt op de vlucht slaan, men zag
het voor een khaki-uniform van een Duit-
achen officier aan.
Onderwijl was het donker geworden, want
het dorpje Heure le Romaiö, waarheen de
tocht ging, ligt zeker twaalf uur wandelens
van Maastricht af.
Op 'n kerkhof hebben zij toen te zamen
den nacht doorgebracht en stil de Dnitsche
troepen laten voorbijtrekken.
De mensehen in de dorpen moesten over
al het ligt op en de deuren geopend hou
den.
Tot aan de morgenschemering bleef men
op 't kerkhof, toen werd de tocht weer ver
der voortgezet.
Men kwam langs EbeD, Wonck, alle dorp
jes die door de Duitschers gespaard waren
gebleven.
Op alle boomen langs de wegen waren op
schriften aangebracht met inlichtingen voor
de voorbijtrekkende troepen.
Een blauw pijpje gaf de richting der in
fanterie aan. een rood pijpje die der cavale
rie.
Ook waren er de nummers op genoteerd
van de regimenten, die langs trokken, en
de namen der bevelvoerders.
Ook op de gevels der huizen hadden de
Duitschers soma met krijt eenige aanwijzin
gen gedaan als van „gute Leute!" ,,Gutes
Essen, gutes Trinken!"
In Bassenge, dat ook niet verwoest was,
bracht de geleider van den heer v. Haaren
hem bij zijn broer, den slager Henri Mona-
mi, die nog een oud hitje op stal had staan.
Voor'n nog gespaard gebleven karre'je
werd dit beestje gespannen, en de metselaar
Louis Braun buod aan om mede te gaan.
Zoo reed dan de, heer v. Haaren met Louis
Braun den weg op naar Hontio.
Hier ontmoette men al de eerste lijken
van verslagen burgers, terwijl overal doode
varkens en balf uitgesneden koeien lagen.
Ook zag men een doodgeschoten veulen.
Het dorpje Houtin zelf was gespaard ge
bleven, alleen twee cafe's waren geheel uit
geplunderd. Toen kwamen ze Heure le Ro
main binnen, dat geheel leeggeplunderd en
uitgebrand is. Twee jongens van zestien jaar
lagen dood over den weg twee vrouwen lagen
half. verkoold in haar verbrande huis.
Een prachtige boerderij, waar veertig paar
den door de Duitschers waren buitgemaakt,
lag geheel in puin.
De pastoor en de broer van de burgemees
ter van het dorp, lageu op het keikbof
doodgeschoten.
De villa van de moeder van den heer v.
Haaren was ook geheel uitgebrand.
Een enkel schuwe gedaante dook langs de
huizengevels. De heer v. Haaren nep haar
aan, en de vrouw beefde, alsof zij haar
doodsuur hoorde aangezegd.
Maar hij werd spoedig herkend in het
dorpje, waar hij vaak placht te logeereo.
Hij informeerde naar zijn moeder. Ze was
verborgen in een huis vlak over de kerk.
Op een avond van de vecwoesting waren
alle inwoner?, vrouwen en kinderen, naar de
kerk gedreven, waar zy vier en twintig uren
hebben opgesloten gezeten.
De soldaten hadden een mitrailleuse voor
de kerkdeur gezet, de machine geprobeerd,
om de arme menschen te doen hooren, hoe
't ging, als zij iets kwaads in 't sclild voer
den.
Hoe 't zoo plotseling tot een plundering
was gekomen vroegen we de oude dame,
die nu veilig in Rotterdam, nog maar altijd
niet van de verschrikking was bekomen zij
hoorde nog maar altijd dat ontzettende bom
bardement van Luik.
Veertien dagen lang, vertelde ze, waren
er al Duitsche troepen door het dorpje ge
trokken, de eerste uhlanen op een nacht,
en die hadden nog wel hoezen over de paar-
deopooten getrokken, zoodat zij bijna zonder
geluid voorbijtrokken.
In veertien dageu was er geen ongerechtig
heid gebeurd, Da officieren betaalden voot
alles, wat zij requireerden.
Toen waren op den Lieve Vrouwendag
deze woeste horden gekomen.
Men vertelde, dat een officier in een café
was doodgeschoten, en toen was de ontzet
tende plunderingen brandstichting begonnen.
De soldaten waren ook bij de oude mevrouw
binnengedrongen, zij had alle kasten en deu
ren open gezet, en den soldaten gezegd, dat
zy alles konden nemen, maar zij hadden nog
meer geld geëiscbt en haar de kleeren van
't lijf gerokt.
Toen was het huis in brand gestoken en
zij zelf naar de kerk gejaagd. Bijna tien dagen
lang had zij zich nu verborgen gehouden,
zonder eten bijna, zonder uit de kleeren te
zijn geweest.
Zoo had haar schoonzoon haar terugge-
vonden versuft, verdoofd, verangst.
Hij 'had de oude vrouw in het wagentje
gebeurd, maar de andere vrouwen even ver
schrikt en verangst, hadden hem omringd,
hem bijna de kleeren van zijn lijf getrokken
en smeekend toegeroepen //Monsieur, mon
sieur, prends nous avec
Hy had slechts zijn moeder kuunen mee
nemen.
Maar de heer v. Haaren, nog geheel onder
den indruk van de verschrikkingen, die hij
heeft aanschouwd, zou gaarne met een kleine
reddingsbrigade van jonge moedige mannen
willen teruggaan naar deze geteisterde dorpen
om de arme ouden van dageD, die daar ge
heel verlaten zitten, en van honger, kommer
en ellende omkomen, te gaan helpen en ver
lossen.
Deze arme stakkers veilig over de grenzen
te haleD, acht hij een dringende eisch van
humaniteit.
Bij de 14.000 vluchtelingen die Maastricht
zoo liefderijk hpeft opgenomen, kannen deze
eukele ongelukkige ouden van dagen en
vrouwen er nog wel bij.
Belgen en Nedet landers.
Een partroullle cavalerie bevond zich
deze week aan de Belgische grens, ten
zuiden van het plaatsje Eersel (Noord-
Brabant.) Van tegenovergestelden kant
kwamen 150 Belgische soldaten, die op
het zien van onze cavalerie, een geest
driftig Leve Holland* aanhieven. Met
niet minder enthousiasme beantwoordden
onze militaire dezen groet door te roe
pen „Leve België». Daarop drukten
de officieren heel vriendschappelijk de
handen van de manschappen der patrouil
le.
Oorlog ssur séance.
De hoogleeraren mrs. M. E. M. Meijers
en Paul Scholten behandelen in het week
blad voor privaatrecht, notaris-ambt en
registratie „het recht tegenover de hui
dige crisis."
Een der ernstigste verschijnselen der
tegenwoordige economische crisis, noe
men zij de houding door het publiek
tegenover het recht aangenomen. De wet
schijnt ieder gezag verloren te hebben
met het tooverwoord „force majeure"
meent men van al zijn verplichtingen
bevrijd te zijn. Bestaande leveringscon
tracten worden zonder eenige motivee
ring eenzijdig verbroken en vervangen
door nieuwe offerten tegen verhoogden
prijs en tegen contante betaling. Toe
gezegde credieten worden geweigerd met
de mededeeling, dat de tijdsomstandig
heden de nakoming niet veroorloven.
En het ergste van alin alle klassen en
standen der maatschappij kent men,
zonder iemand daaromtrent rekenschap
af te leggen of die iemand verschuldigd
te achten, zich het recht toe zijn beta
lingen te staken.
De hoogleeraren bepleiten voor tijden,
als wij thans beleven, een bijzondere
surséance van betaling, laten wij haar
een oorlogssurséance noemen. Deze
oorlogssurséance moet ontdaan zijn van
de formaliteiten en omslag, welke de
voor normale tijdsomstandigheden bere
kende surséance onzer Faillissementswet
eigen zijn.
De surséance moet door de rechtbank
op eenvoudig verzoek van den schul
denaar verleend kunnen worden. Op
roeping van schuldeischers en het voor
afgaan eener voorloopige surséance
moeten achterwege blijven. Daarvoor
kan in de eerste plaats treden een be
knopt verslag van een door de recht
bank te benoemen deskundige omtrent
de oorzaken van de staking der betaling.
Deze surséance moet immers alleen ver
leend worden, wanneer de oorzaak van
het ophouden der betalingen in de al-
gemeene crisis te vinden is. In vele
gevallen zal dit onderzoek achterwege
kunnen blijven of in korten tijd kunnen
plaats vinden. Verklaringen van banken,
die haar crediet hebben ingetrokken of
weigeren wissels te disconteeren, opga
ven omtrent onbetaald gebleven vorde
ringen kunnen aan deskundigen in
verband met inlichtingen omtrent den
vroegeren toestand van bedrijf, spoedig
de overtuiging geven, dat de crisis als
oorzaak der betalingsmoeilijkheden moet
beschouwd worden.
Aan de oorlogssurséance dient verder,
zooveel mogelijk, al hetgeen haar in de
oogen van het publiek, tot iets oneervols
zou kunnen maken, ontnomen te worden.
Publiciteit in dagbladen zou achterwege
kunnen blijvenmen zou kunnen vol
staan met inschrijving in een ter griffie
gehouden register, dat voor een ieder
ter inzage ligt.
Het beheer over zijn vermogen dient
den schuldenaar bij deze bijzondere
surséance niet ontnomen te wordenhem
moet echter een raadsman toegevoegd
worden, aan welken hij alle gewenschte
inlichtingen moet verleenen, die zijn
toestemming moet geven tot sommige
daden van beschikking en die een recht
van verzet tegen verrichte of voorgeno
men handelingen van den schuldenaar
dient te hebben.
Van hun voorstel verwachten zij voor
namelijk een groote preventieve werking,
een preventieve werking hierin bestaan
de, dat de rechterlijke macht niet meer
behoeft terug te deinzen voor failliet
verklaringen uit vrees, dat anders half
Nederland failliet zal gaan of men een
willekeurige toepassing van dit uiterst
executiemiddel zal krijgen. En wanneer
maar eenmaal wederom het bewustzijn
verkregen is, dat zij, die betalen kunnen,
met behulp van den rechter achterhaald
kunnen en zullen worden, dan zal ons
geschokt credietwezen wederom spoedig
zijn normalen loop herwinnen.
Een sympathieke regeling.
In de C. Ct, komt een oproeping
van de Ned. Barbiers- en Kappersbond
voor, waarin aan het publiek wordt
ooor zaachiÊ. erGblcin^VunA.40 cenip.sUik
Cfueral aierter (jqbaoj*.
verzocht om, indien van sommigen de
gewone barbier onder de wapenen is
geroepen, aan dengene door wien zij zich
dan doen knippen of scheren op te geven
wie hun gewone barbier is.
Deze of diens gezin ontvangt dan
het bedrag, dat bij den plaatsvervan-
genden barbier is besteed.
Fonds voor de verdediging van land en
koloniën.
De minister van Binnenl Zaken deelt
in de Staats-Ct. mee, dat ten behoeve
van het fonds, waarvan sprake is in zijn
bericht in de Staats-Ct. van 23 en 24
Augustus, in dank ontvangen is een
toezegging van iemand, die zijn naam
niet verder bekend wenscht gemaakt te
zien, tot een tiende van zijn op ongeveer
f280.000 te schatten vermogen.
Voorts heeft de heer J. Volker Tijs-
zoon, te Haarlem zich op gelijke voor
waarden als de schrijver van den in
bovenvermelde Staats-Ct. opgenomen
brief bereid verklaard een tiende van
zijn vermogen af te staan ten behoeve
van het op te richten fonds, mits meer
dan 100 millioen gulden in totaal wordt
bijgedragen.
Eindelijk heeft iemand, die verzocht
zijn naam geheim te houden, zich ver
bonden ten behoeve vanhetmeergemelde
fonds bij het sluiten van den vrede tus-
schen de oorlogvoerende mogendheden,
tot de storting van een bedrag van vijf-
en-twintig duizend gulden, zonder ver
dere restrictie of aftrek van eventueele
oorlogs- of mobilisatiebelasting.
Verder verbindt hij zich gedurende de
drie daaropvolgende jaren een jaarlijks
bedrag van vijf-en-twlntig duizend gulden
in bedoeld fonds te storten, indien zijn
inkomen niet vermindert onder 't gemid
delde van zijn inkomen der jaren 1911,
1912 en 1913. Mocht dit laatste wel
het geval zijn, dan verbindt hij zich de
drie achtereenvolgende jaren, boven
omschreven, tot een bijdrage jaarlijks
van 15 pCt. van dat inkomen, zooais
dat dan zal zijn, alles boven en bi halve
de belastingen, die de Regeering
voor de defensie noodig mocht achten.
Waar het den Nederlander die dit
milde aanbod deed mogelijk is de bij
drage van f 25,000 bij het sluiten van
den vrede zonder eenige restrictie te
stoiten, wenscht hij voor de verdere 3
bijdragen het voorbehoud te maken
lo. van overlijden
2o. van verdere toezeggingen tot een
totaal van plusminus honderd mlliioen
gulden.
Koninklijk Nationaal Steuncomité IQ14.
De eerste lijst van tot 22 dezer ont
vangen bijdragen en toezeggingen wijst
een totaal aan van f 263,922,73'/2 ter
wijl boveodien de American Petroleum
Cy, te Rotterdam 100,000 liter petroleum
heeft geschonken in bons van 4 liter.
Onder de bijdrage en toezeggingen
komen voorH. M. de Koningin met
f 20,000de Kon. Ned. Maatschappij
tot exploitatie van petroleumbronnen en
da Bataafsche Petroleummaatschappij elk
f 60,000 de Nederlandsche Handel-Maat
schappij f 50.000 F. N. S. Azn. te Lon
den f 12,000: voorts f 10.000 van de
Nederlandsche Bank (-redietopening)
Ned. Indische Handelsbank, jhr. H. L.
in den Haag, mr. A. J. C. S. te Londen
f 5000 van A. C. V. in den Haag, Bond
van Nederl. Onderwijzers, directie Am
sterdam en Rott rdam van Blaauwhoe
denveenf 2000 van jhr. mr. L,
io den Haag f 1000 van G. H. H. te
Rotterdam chèque uit Aerdenhout (naam
nog niet bekend) en verder kleinere
giften.
Hoefijzerverbond in dienst van het
Roode Kruis.
Bij het bestuur van het hoefijzerver
bond kwam uit verschillende plaatsen
reeds een bedrag In van 6972.465 gld.
ten behoeve van het Roode Kruis.
Behalve door de reeds gepubliceerde
sub-comité's wordt uog gewerkt te Axel,
Coevorden, Donkerbroek, Ermelo, 's-
Gravenland, 's-Gravenmoer, Rauwerd,
Roordahuizen, Deersum, Middelstum,
Musselkanaal, Nieuw-Scheemda, Putten
(G), De Rijp, Stad Hardenberg, De Wijk,
Ijlst, Hallum. Bozum, Oostenvierum,
Wieuwerd, Britswerd, Oosterlitteus, Win
sum, Baard, Huins, Jellum, Beers, Wei
dum, Mantgum, Muntendam en geheel
Zuid-Beveland.
Ook werden enkele partijen lakens,
sloopen en andere goederen gezonden
en toegezegd.
Een treffend gedichtje.
In de «Lokal-Anzeiger» troffen wij
het volgende roerende gedichtje van
Max Bever aan, dat wij vertaald weer
geven
Een Hoogerburger, zestien jaar
Staat in de keuringshal,
De dokter zegt hem kort en klaar
cDe borst is veel te smal.»
«Voor eenen kogel breed genoeg»,
Zegt toen de jonge Pruis,
«En als het God daar boven wil,
Ook voor een IJz'ren Kruis.»
De Burgemeester der gemeente Waal
wijk brengt ter openbare kennis, dat
de ingezetenen der gemeente alle vuur
wapenen (geweren, revolvers, pistolen
e.d.) met daarbii behoorende patronen,
ingepakt en van duidelijk adres voorzien,
ten spoedigste ten gemeentehuize, bureau
van den Chef der Gemeentepolitie, tus-
schen 5 en 6 uur n. rr. moeten inleveren
en dat de aan- en verkoop van wapens
is verboden.
De ingeleverde wapens en patronen
zullen kvnncn worden teruggehaald, na
dat ter beoordeeling van den Burge-
gemeester de normale rechtsverhouding
weder zal zijn ingetreden.
Waalwijk, den 27 Augustus 1914.
De Burgemeester voornoemd.
Th. de Surmont de Bas Smeei,
Nanog
eden
-cling
v! derziji
[leodrlk
:rtrok
Bosch
■nden
opnestel
bsel bel
Het I
e.r vooi
dï gemi
vaa gro
regeling
ei ong
voar wi
zooveel
Waalwijk, 29 Aug. 1914.
Koopt niet in den vreemde, wat gty
in Waalwijk even goed en even
goedkoop kunt vinden.
2651 W. B.
Bezoek van Z. K. H. Prins Hendrik.
Hoe weinig ruchtbaarheid ook was
gegeven aan de komst van Z. K. H.
Prins Hendrik der Nederlanden naar
onze gemeente, om een bezoek te bren
gen aan ons Roode Kruis, toch waren
de trottoirs overal druk bezet, ja zelfs
van de Markt tot het Klooster stond
het volk opgepropt en met ongeduld te
wachten.
Ten omstreeks half zes arriveerde Z.
K. H., luide door 't volk toegejuicht
per auto aan het hospitaal, vergezeld
van zijn adjudant, luitenant Bakker en
den commissaris van 't hoofdcomité van
de Ned. Roode Kruisvereeniging, Jhr.
Mr. Wittert van Hoogland.
De Voorzitter van ons comité de
Edelachtb. heer Burgemeester ontving
den Prins, zijn dank uitsprekende voor
de eer van 't bezoek en stelde de le
den de heeren Van Eek, Manders, Svveens,
van Gils en Jansen voor.
Direct daarna werd de brigade der
mobiele colonne, die met de brancards
op 't voorplein stond opgesteld en met
enkele padvinders een aardige groep
vormde, door Z. K. H. geïnspecteerd;
vervolgens begaf men zich in de school
lokalen waar het tijdelijk hospitaal was
ingericht en alles keurig en frisch
uitzag. Een bloemtuiltje op de verschil
lende tafels gaf een vroohjk aanzien aan
deze ziekenzalen, zoo hoog, luchtig en
licht als men 't voor de beste hospita
len zou wenschen.
Hier werden de ziekenverpleegsters
voorgesteld, nl. twee eerw. zusters
van J. M. J., drie van de eerw. zusters
van 't H. Hart en zuster Quirijns. Ver
der bevonden zich oog in deze zaal de
dames van den huishoudelijken verple
gingsdienst, aan wier hoofd mevrouw
Jansen-Huys staat.
Met uiterste nauwlettendheid werd door
den Prins en Jhr. Wittert van Hoogland
alles in oogenschouw genomen en ver
schillende opmerkingen gemaakt en meer
malen gaf Z. K. H. zijne volle tevreden
heid te kennen. Vooral ook de uitste
kend ingerichte operatiekamer trok zijne
bijzondere aandacht.
De hooge bezoeker onderhield zich
druk met den burgemeester en het ver
dere comité, gaf als zijn wensch te ken
nen dat hier ten spoedigste eene blij
vende afdeeling van de algemeene Roode
Kruisvereeniging zou worden opgericht,
waar deze plaats zoo uitstekend als cen
trum is gelegen en zulk een prachtige
gelegenheid biedt. Komt zulk een afdee
ling hier tot stand, dan kan men overal
gratis over beschikken, uniformen, bran
cards, desnoods een zieken-automobie!*
Deze vereeniging kan behalve in oor
logstijd of dreigend oorlogsgevaar zoo
veel dienst doen bij nationale rampen,
ernstige ongelukken enz. De aan dezs
vereeniging verbonden doktoren krijgen
in tijd van mobilisatie den rang van ka
pitein.
Deze en meer andere zeer belangrijke
zaken, die wel spoedig door ons ijverig
comité ingevolge den wensch van Z.
K. H., zullen worden bewerkstelligd,
werden in dit kort tijdsbestek besproken,
zoodat het bezoek niet alleen een hooge
eer is, maar ook zeer groote en nuttige
gevolgen zal hebben.
Bij 't afscheid nemen van de verpleeg
sters informeerde de Prins nog bij het
hoofd van den verplegingsdienst, de eerw.
overste, of desnoods nog meer bedden
beschikbaar waren, waarop rev. mère
antwoordde, dat in tijd van nood in de
scholen nog voor velen een goede plaats
kon worden ingeruimd.
I*
41?'
,li'1
f
"r[
I
i
ji';
i
i j*
'iii
U
I '1
i
I
•i 111
1i
jj »ij
fl! v 1
I 1
I c:'f
ij'.J:. i
i
in f,>
-i!
I H
II 1 J
I
t1
i
i J
ii:
1
i
i
i
1Ll_L3cgr