II1 1-v li; Provinciaal Nieuws. IP 1 •Vl; t'i. IS;. C: M1 vjb v'i BEKENDMAKING. ]jWi s •"h V In j| j (3 1. •iiM I»* 1 W |B| r 'ri Hi1 i ifi IfJ •J' I -II* I ]'i: 1 it i i :p i ji ,i-1 il y i meer den vijand die in groote sterkte bijeen was. Maar dat waren wij ook. De grond trilde van het onophoudelijk kanongebulder en de lucht werd ver scheurd van het voortdurende geratel van het geweervuur. Wij stormden voor uit om een stuk grond te bereiken, dat door lage dijken was omringd. Een kameraad aan mijn rechterhand valt zonder een kik te geven voorover, door een schot in de borst gedood. Vóór mij steekt een man de armen in de hoogte valt, strompelt weer op, valt weer en „Daar heb je het" (C'est ca) waren zijn laatste woorden. Met zijn twaalven hadden wij dat stuk grond bereikt. Ik keek even rond. Er woedde een vreesejijk gevecht, en zoo afschuwelijk was het wat ik om mij heen zag, dat ik nu nog niet kan ge- looven dat ik dat heb beleefd en gezien. De wildste verbeelding kan zich geen voorstelling maken van zoo iets ont zettends, waarin niets menschelijks is overgebleven Dicht bij ons spatte een granaat uit een. Een vreeselijke gil volgde er op. Vijf onzer lagen op dat kleine plekje dood. Van een man waren beide beenen afgerukt. Hij leefde nog en was bij bewustzijn. Hij smeekte ons hem af te maken. Een officier kwam voorbijgesneld hield op, keek even naar den man en schoot hem door het hart. „Dat is beter", zei hij, „arme kerelHij opende zijn mond om een bevel te geven, maar op hetzelfde oogenblik kreeg hij een kogel in den mond. Hij draaide twee maal om en viel zwaar gewond op den dijk vlak bij mij. Er waren meer vijandelijke troepen opgedaagd. Zij hadden ook veel ver liezen geleden, maar ook aan onze zijde is het aantal dooden en gewonden groot en onze stelling schijnt hachelijk te wor den. Wij moeten terug, wij zijn al aan het terugtrekken. Een oogenblik is het alsof de vijand aarzelt, en wij maken van de gelegenheid gebruik om vooruit te stor men en brengen hem groote verliezen toe. Onze mannen houden ongetwijfeld stand en zij toonen merkwaardige zelf- betrachting. In weerwil van de afgrijs lijke tooneelen om mij heen voel ik zelf mij nu ook kalm, en al mag het vrees lijk lijken, erken ik, dat ik zonder een oogenblik te beven op mijn levende schijven mik, schiet en naar de uitwer king van mijn kogel kijk Zoo doen wij allen. Wij verspillen onze patronen niet. De vijand overtreft ons echter zoozeer in aantal, dat wij niet langer weerstand kunnen bieden zonder ons zelf en het hoofdleger aan een geweldig gevaar bloot te stellen. De terugtocht wordt prachtig uitge voerd. Net ben ik op den top van den heuvel aangeland, of ik voel een lichten schok aan den linker schouder, niets meer. Ik let er niet op, maar even later voel ik een brandende pijn in dien schou der. Ik merk dan, dat ik gewond ben en dat mijn linker arm steeds zwaarder wordt. Eenigen tijd later vind ik mij in een veldhospitaal liggen." Op zoek in het oorlogsland. Een Rotterdammer de heer C. van Haa- ren heeft aan de Msb. een ontroerend ver slag gegeven van een tocht door het oor logsland op zoek naar de meer daa 70-jari ge moeder zijner vronw, die heel alleen met eea dienstbode woonde in het kleine Bel gische dorpje Henre le Romain. Al dien tijd had de familie niets van de oude vrouw vernomen, totdat de heer Van Haaren Zaterdag het koene besluit nam om haar dwars door het oorlogsland te gaan zoeken. In vroeger eeuwen zou zulk een koene tocht tot een epopee, een heldendicht ge groeid zijn, in onzen nuchteren tijd wordt er ampér een courantenverslagjc van ge schreven, maar niettemin blijft het feit zelf de daad van een held. Om drie uur 's middags was hij in Maas- stricht bij het Duitsche consulaat, en daar hoorde hij plotseling Waal9ch praten. Hij sprak den man onmiddellijk san en het bleek dat de man uit dezelfde streek kwam als waar de scbooamoeder van den heer v. Haaren woonde, en dat hij precies wist, wat er in Heure le Romain gebeurd was. Het dorpje '«as geheel uitgeplunderd en verbrand, de moeder van den heer v. Haa ren was waarschijnlijk in de kerk opgesloten. Het was geen opbeurend nieuws, maar de heer v, Haaren meende dadelijk hande lend te moeten optreden. De plundering en verwoesting van net dorpje had reeds 1B Augustus de O. L. Vrouwendag plaats gehad, hoe zou de toe stand der arme meoschen nu zijn. De Waal was bereid om mede terug te 8aan- In een rijtuig reden zij van Maasstricht naar de grens, vandaar liepen zij naar Canne, dat ook door Duitschers zoo zwaar getuchtigd is gewordeD. De iodrnk, dien deze verwoeste dorpen op je maken, is niet te beschrijven, de stilte pakt je aan, het 18 alsof je door een ver gane wereld gaat. Van Duitsche soldaten was nergens iets te bespeuren, zelfs alle wachten schenen in getrokken. Alleen bij Eymael zagen wij troe pen Duitsche soldaten op den berg. De Wa len, die den heer van Haaien vergezelden, doken beangst weg in greppels en struiken, wat de heer v. Haaren een verkeerde tac tiek oordeelde, want des te eer schoten dan de Duitsche soldaten. Maar de angst voor den Duitscher zit er bij de menschen geducht in. Zelfs de grijze regenjas, die de heer v. Haaren had aangetrokken, deed de menachen al verschrikt op de vlucht slaan, men zag het voor een khaki-uniform van een Duit- achen officier aan. Onderwijl was het donker geworden, want het dorpje Heure le Romaiö, waarheen de tocht ging, ligt zeker twaalf uur wandelens van Maastricht af. Op 'n kerkhof hebben zij toen te zamen den nacht doorgebracht en stil de Dnitsche troepen laten voorbijtrekken. De mensehen in de dorpen moesten over al het ligt op en de deuren geopend hou den. Tot aan de morgenschemering bleef men op 't kerkhof, toen werd de tocht weer ver der voortgezet. Men kwam langs EbeD, Wonck, alle dorp jes die door de Duitschers gespaard waren gebleven. Op alle boomen langs de wegen waren op schriften aangebracht met inlichtingen voor de voorbijtrekkende troepen. Een blauw pijpje gaf de richting der in fanterie aan. een rood pijpje die der cavale rie. Ook waren er de nummers op genoteerd van de regimenten, die langs trokken, en de namen der bevelvoerders. Ook op de gevels der huizen hadden de Duitschers soma met krijt eenige aanwijzin gen gedaan als van „gute Leute!" ,,Gutes Essen, gutes Trinken!" In Bassenge, dat ook niet verwoest was, bracht de geleider van den heer v. Haaren hem bij zijn broer, den slager Henri Mona- mi, die nog een oud hitje op stal had staan. Voor'n nog gespaard gebleven karre'je werd dit beestje gespannen, en de metselaar Louis Braun buod aan om mede te gaan. Zoo reed dan de, heer v. Haaren met Louis Braun den weg op naar Hontio. Hier ontmoette men al de eerste lijken van verslagen burgers, terwijl overal doode varkens en balf uitgesneden koeien lagen. Ook zag men een doodgeschoten veulen. Het dorpje Houtin zelf was gespaard ge bleven, alleen twee cafe's waren geheel uit geplunderd. Toen kwamen ze Heure le Ro main binnen, dat geheel leeggeplunderd en uitgebrand is. Twee jongens van zestien jaar lagen dood over den weg twee vrouwen lagen half. verkoold in haar verbrande huis. Een prachtige boerderij, waar veertig paar den door de Duitschers waren buitgemaakt, lag geheel in puin. De pastoor en de broer van de burgemees ter van het dorp, lageu op het keikbof doodgeschoten. De villa van de moeder van den heer v. Haaren was ook geheel uitgebrand. Een enkel schuwe gedaante dook langs de huizengevels. De heer v. Haaren nep haar aan, en de vrouw beefde, alsof zij haar doodsuur hoorde aangezegd. Maar hij werd spoedig herkend in het dorpje, waar hij vaak placht te logeereo. Hij informeerde naar zijn moeder. Ze was verborgen in een huis vlak over de kerk. Op een avond van de vecwoesting waren alle inwoner?, vrouwen en kinderen, naar de kerk gedreven, waar zy vier en twintig uren hebben opgesloten gezeten. De soldaten hadden een mitrailleuse voor de kerkdeur gezet, de machine geprobeerd, om de arme menschen te doen hooren, hoe 't ging, als zij iets kwaads in 't sclild voer den. Hoe 't zoo plotseling tot een plundering was gekomen vroegen we de oude dame, die nu veilig in Rotterdam, nog maar altijd niet van de verschrikking was bekomen zij hoorde nog maar altijd dat ontzettende bom bardement van Luik. Veertien dagen lang, vertelde ze, waren er al Duitsche troepen door het dorpje ge trokken, de eerste uhlanen op een nacht, en die hadden nog wel hoezen over de paar- deopooten getrokken, zoodat zij bijna zonder geluid voorbijtrokken. In veertien dageu was er geen ongerechtig heid gebeurd, Da officieren betaalden voot alles, wat zij requireerden. Toen waren op den Lieve Vrouwendag deze woeste horden gekomen. Men vertelde, dat een officier in een café was doodgeschoten, en toen was de ontzet tende plunderingen brandstichting begonnen. De soldaten waren ook bij de oude mevrouw binnengedrongen, zij had alle kasten en deu ren open gezet, en den soldaten gezegd, dat zy alles konden nemen, maar zij hadden nog meer geld geëiscbt en haar de kleeren van 't lijf gerokt. Toen was het huis in brand gestoken en zij zelf naar de kerk gejaagd. Bijna tien dagen lang had zij zich nu verborgen gehouden, zonder eten bijna, zonder uit de kleeren te zijn geweest. Zoo had haar schoonzoon haar terugge- vonden versuft, verdoofd, verangst. Hij 'had de oude vrouw in het wagentje gebeurd, maar de andere vrouwen even ver schrikt en verangst, hadden hem omringd, hem bijna de kleeren van zijn lijf getrokken en smeekend toegeroepen //Monsieur, mon sieur, prends nous avec Hy had slechts zijn moeder kuunen mee nemen. Maar de heer v. Haaren, nog geheel onder den indruk van de verschrikkingen, die hij heeft aanschouwd, zou gaarne met een kleine reddingsbrigade van jonge moedige mannen willen teruggaan naar deze geteisterde dorpen om de arme ouden van dageD, die daar ge heel verlaten zitten, en van honger, kommer en ellende omkomen, te gaan helpen en ver lossen. Deze arme stakkers veilig over de grenzen te haleD, acht hij een dringende eisch van humaniteit. Bij de 14.000 vluchtelingen die Maastricht zoo liefderijk hpeft opgenomen, kannen deze eukele ongelukkige ouden van dagen en vrouwen er nog wel bij. Belgen en Nedet landers. Een partroullle cavalerie bevond zich deze week aan de Belgische grens, ten zuiden van het plaatsje Eersel (Noord- Brabant.) Van tegenovergestelden kant kwamen 150 Belgische soldaten, die op het zien van onze cavalerie, een geest driftig Leve Holland* aanhieven. Met niet minder enthousiasme beantwoordden onze militaire dezen groet door te roe pen „Leve België». Daarop drukten de officieren heel vriendschappelijk de handen van de manschappen der patrouil le. Oorlog ssur séance. De hoogleeraren mrs. M. E. M. Meijers en Paul Scholten behandelen in het week blad voor privaatrecht, notaris-ambt en registratie „het recht tegenover de hui dige crisis." Een der ernstigste verschijnselen der tegenwoordige economische crisis, noe men zij de houding door het publiek tegenover het recht aangenomen. De wet schijnt ieder gezag verloren te hebben met het tooverwoord „force majeure" meent men van al zijn verplichtingen bevrijd te zijn. Bestaande leveringscon tracten worden zonder eenige motivee ring eenzijdig verbroken en vervangen door nieuwe offerten tegen verhoogden prijs en tegen contante betaling. Toe gezegde credieten worden geweigerd met de mededeeling, dat de tijdsomstandig heden de nakoming niet veroorloven. En het ergste van alin alle klassen en standen der maatschappij kent men, zonder iemand daaromtrent rekenschap af te leggen of die iemand verschuldigd te achten, zich het recht toe zijn beta lingen te staken. De hoogleeraren bepleiten voor tijden, als wij thans beleven, een bijzondere surséance van betaling, laten wij haar een oorlogssurséance noemen. Deze oorlogssurséance moet ontdaan zijn van de formaliteiten en omslag, welke de voor normale tijdsomstandigheden bere kende surséance onzer Faillissementswet eigen zijn. De surséance moet door de rechtbank op eenvoudig verzoek van den schul denaar verleend kunnen worden. Op roeping van schuldeischers en het voor afgaan eener voorloopige surséance moeten achterwege blijven. Daarvoor kan in de eerste plaats treden een be knopt verslag van een door de recht bank te benoemen deskundige omtrent de oorzaken van de staking der betaling. Deze surséance moet immers alleen ver leend worden, wanneer de oorzaak van het ophouden der betalingen in de al- gemeene crisis te vinden is. In vele gevallen zal dit onderzoek achterwege kunnen blijven of in korten tijd kunnen plaats vinden. Verklaringen van banken, die haar crediet hebben ingetrokken of weigeren wissels te disconteeren, opga ven omtrent onbetaald gebleven vorde ringen kunnen aan deskundigen in verband met inlichtingen omtrent den vroegeren toestand van bedrijf, spoedig de overtuiging geven, dat de crisis als oorzaak der betalingsmoeilijkheden moet beschouwd worden. Aan de oorlogssurséance dient verder, zooveel mogelijk, al hetgeen haar in de oogen van het publiek, tot iets oneervols zou kunnen maken, ontnomen te worden. Publiciteit in dagbladen zou achterwege kunnen blijvenmen zou kunnen vol staan met inschrijving in een ter griffie gehouden register, dat voor een ieder ter inzage ligt. Het beheer over zijn vermogen dient den schuldenaar bij deze bijzondere surséance niet ontnomen te wordenhem moet echter een raadsman toegevoegd worden, aan welken hij alle gewenschte inlichtingen moet verleenen, die zijn toestemming moet geven tot sommige daden van beschikking en die een recht van verzet tegen verrichte of voorgeno men handelingen van den schuldenaar dient te hebben. Van hun voorstel verwachten zij voor namelijk een groote preventieve werking, een preventieve werking hierin bestaan de, dat de rechterlijke macht niet meer behoeft terug te deinzen voor failliet verklaringen uit vrees, dat anders half Nederland failliet zal gaan of men een willekeurige toepassing van dit uiterst executiemiddel zal krijgen. En wanneer maar eenmaal wederom het bewustzijn verkregen is, dat zij, die betalen kunnen, met behulp van den rechter achterhaald kunnen en zullen worden, dan zal ons geschokt credietwezen wederom spoedig zijn normalen loop herwinnen. Een sympathieke regeling. In de C. Ct, komt een oproeping van de Ned. Barbiers- en Kappersbond voor, waarin aan het publiek wordt ooor zaachiÊ. erGblcin^VunA.40 cenip.sUik Cfueral aierter (jqbaoj*. verzocht om, indien van sommigen de gewone barbier onder de wapenen is geroepen, aan dengene door wien zij zich dan doen knippen of scheren op te geven wie hun gewone barbier is. Deze of diens gezin ontvangt dan het bedrag, dat bij den plaatsvervan- genden barbier is besteed. Fonds voor de verdediging van land en koloniën. De minister van Binnenl Zaken deelt in de Staats-Ct. mee, dat ten behoeve van het fonds, waarvan sprake is in zijn bericht in de Staats-Ct. van 23 en 24 Augustus, in dank ontvangen is een toezegging van iemand, die zijn naam niet verder bekend wenscht gemaakt te zien, tot een tiende van zijn op ongeveer f280.000 te schatten vermogen. Voorts heeft de heer J. Volker Tijs- zoon, te Haarlem zich op gelijke voor waarden als de schrijver van den in bovenvermelde Staats-Ct. opgenomen brief bereid verklaard een tiende van zijn vermogen af te staan ten behoeve van het op te richten fonds, mits meer dan 100 millioen gulden in totaal wordt bijgedragen. Eindelijk heeft iemand, die verzocht zijn naam geheim te houden, zich ver bonden ten behoeve vanhetmeergemelde fonds bij het sluiten van den vrede tus- schen de oorlogvoerende mogendheden, tot de storting van een bedrag van vijf- en-twintig duizend gulden, zonder ver dere restrictie of aftrek van eventueele oorlogs- of mobilisatiebelasting. Verder verbindt hij zich gedurende de drie daaropvolgende jaren een jaarlijks bedrag van vijf-en-twlntig duizend gulden in bedoeld fonds te storten, indien zijn inkomen niet vermindert onder 't gemid delde van zijn inkomen der jaren 1911, 1912 en 1913. Mocht dit laatste wel het geval zijn, dan verbindt hij zich de drie achtereenvolgende jaren, boven omschreven, tot een bijdrage jaarlijks van 15 pCt. van dat inkomen, zooais dat dan zal zijn, alles boven en bi halve de belastingen, die de Regeering voor de defensie noodig mocht achten. Waar het den Nederlander die dit milde aanbod deed mogelijk is de bij drage van f 25,000 bij het sluiten van den vrede zonder eenige restrictie te stoiten, wenscht hij voor de verdere 3 bijdragen het voorbehoud te maken lo. van overlijden 2o. van verdere toezeggingen tot een totaal van plusminus honderd mlliioen gulden. Koninklijk Nationaal Steuncomité IQ14. De eerste lijst van tot 22 dezer ont vangen bijdragen en toezeggingen wijst een totaal aan van f 263,922,73'/2 ter wijl boveodien de American Petroleum Cy, te Rotterdam 100,000 liter petroleum heeft geschonken in bons van 4 liter. Onder de bijdrage en toezeggingen komen voorH. M. de Koningin met f 20,000de Kon. Ned. Maatschappij tot exploitatie van petroleumbronnen en da Bataafsche Petroleummaatschappij elk f 60,000 de Nederlandsche Handel-Maat schappij f 50.000 F. N. S. Azn. te Lon den f 12,000: voorts f 10.000 van de Nederlandsche Bank (-redietopening) Ned. Indische Handelsbank, jhr. H. L. in den Haag, mr. A. J. C. S. te Londen f 5000 van A. C. V. in den Haag, Bond van Nederl. Onderwijzers, directie Am sterdam en Rott rdam van Blaauwhoe denveenf 2000 van jhr. mr. L, io den Haag f 1000 van G. H. H. te Rotterdam chèque uit Aerdenhout (naam nog niet bekend) en verder kleinere giften. Hoefijzerverbond in dienst van het Roode Kruis. Bij het bestuur van het hoefijzerver bond kwam uit verschillende plaatsen reeds een bedrag In van 6972.465 gld. ten behoeve van het Roode Kruis. Behalve door de reeds gepubliceerde sub-comité's wordt uog gewerkt te Axel, Coevorden, Donkerbroek, Ermelo, 's- Gravenland, 's-Gravenmoer, Rauwerd, Roordahuizen, Deersum, Middelstum, Musselkanaal, Nieuw-Scheemda, Putten (G), De Rijp, Stad Hardenberg, De Wijk, Ijlst, Hallum. Bozum, Oostenvierum, Wieuwerd, Britswerd, Oosterlitteus, Win sum, Baard, Huins, Jellum, Beers, Wei dum, Mantgum, Muntendam en geheel Zuid-Beveland. Ook werden enkele partijen lakens, sloopen en andere goederen gezonden en toegezegd. Een treffend gedichtje. In de «Lokal-Anzeiger» troffen wij het volgende roerende gedichtje van Max Bever aan, dat wij vertaald weer geven Een Hoogerburger, zestien jaar Staat in de keuringshal, De dokter zegt hem kort en klaar cDe borst is veel te smal.» «Voor eenen kogel breed genoeg», Zegt toen de jonge Pruis, «En als het God daar boven wil, Ook voor een IJz'ren Kruis.» De Burgemeester der gemeente Waal wijk brengt ter openbare kennis, dat de ingezetenen der gemeente alle vuur wapenen (geweren, revolvers, pistolen e.d.) met daarbii behoorende patronen, ingepakt en van duidelijk adres voorzien, ten spoedigste ten gemeentehuize, bureau van den Chef der Gemeentepolitie, tus- schen 5 en 6 uur n. rr. moeten inleveren en dat de aan- en verkoop van wapens is verboden. De ingeleverde wapens en patronen zullen kvnncn worden teruggehaald, na dat ter beoordeeling van den Burge- gemeester de normale rechtsverhouding weder zal zijn ingetreden. Waalwijk, den 27 Augustus 1914. De Burgemeester voornoemd. Th. de Surmont de Bas Smeei, Nanog eden -cling v! derziji [leodrlk :rtrok Bosch ■nden opnestel bsel bel Het I e.r vooi dï gemi vaa gro regeling ei ong voar wi zooveel Waalwijk, 29 Aug. 1914. Koopt niet in den vreemde, wat gty in Waalwijk even goed en even goedkoop kunt vinden. 2651 W. B. Bezoek van Z. K. H. Prins Hendrik. Hoe weinig ruchtbaarheid ook was gegeven aan de komst van Z. K. H. Prins Hendrik der Nederlanden naar onze gemeente, om een bezoek te bren gen aan ons Roode Kruis, toch waren de trottoirs overal druk bezet, ja zelfs van de Markt tot het Klooster stond het volk opgepropt en met ongeduld te wachten. Ten omstreeks half zes arriveerde Z. K. H., luide door 't volk toegejuicht per auto aan het hospitaal, vergezeld van zijn adjudant, luitenant Bakker en den commissaris van 't hoofdcomité van de Ned. Roode Kruisvereeniging, Jhr. Mr. Wittert van Hoogland. De Voorzitter van ons comité de Edelachtb. heer Burgemeester ontving den Prins, zijn dank uitsprekende voor de eer van 't bezoek en stelde de le den de heeren Van Eek, Manders, Svveens, van Gils en Jansen voor. Direct daarna werd de brigade der mobiele colonne, die met de brancards op 't voorplein stond opgesteld en met enkele padvinders een aardige groep vormde, door Z. K. H. geïnspecteerd; vervolgens begaf men zich in de school lokalen waar het tijdelijk hospitaal was ingericht en alles keurig en frisch uitzag. Een bloemtuiltje op de verschil lende tafels gaf een vroohjk aanzien aan deze ziekenzalen, zoo hoog, luchtig en licht als men 't voor de beste hospita len zou wenschen. Hier werden de ziekenverpleegsters voorgesteld, nl. twee eerw. zusters van J. M. J., drie van de eerw. zusters van 't H. Hart en zuster Quirijns. Ver der bevonden zich oog in deze zaal de dames van den huishoudelijken verple gingsdienst, aan wier hoofd mevrouw Jansen-Huys staat. Met uiterste nauwlettendheid werd door den Prins en Jhr. Wittert van Hoogland alles in oogenschouw genomen en ver schillende opmerkingen gemaakt en meer malen gaf Z. K. H. zijne volle tevreden heid te kennen. Vooral ook de uitste kend ingerichte operatiekamer trok zijne bijzondere aandacht. De hooge bezoeker onderhield zich druk met den burgemeester en het ver dere comité, gaf als zijn wensch te ken nen dat hier ten spoedigste eene blij vende afdeeling van de algemeene Roode Kruisvereeniging zou worden opgericht, waar deze plaats zoo uitstekend als cen trum is gelegen en zulk een prachtige gelegenheid biedt. Komt zulk een afdee ling hier tot stand, dan kan men overal gratis over beschikken, uniformen, bran cards, desnoods een zieken-automobie!* Deze vereeniging kan behalve in oor logstijd of dreigend oorlogsgevaar zoo veel dienst doen bij nationale rampen, ernstige ongelukken enz. De aan dezs vereeniging verbonden doktoren krijgen in tijd van mobilisatie den rang van ka pitein. Deze en meer andere zeer belangrijke zaken, die wel spoedig door ons ijverig comité ingevolge den wensch van Z. K. H., zullen worden bewerkstelligd, werden in dit kort tijdsbestek besproken, zoodat het bezoek niet alleen een hooge eer is, maar ook zeer groote en nuttige gevolgen zal hebben. Bij 't afscheid nemen van de verpleeg sters informeerde de Prins nog bij het hoofd van den verplegingsdienst, de eerw. overste, of desnoods nog meer bedden beschikbaar waren, waarop rev. mère antwoordde, dat in tijd van nood in de scholen nog voor velen een goede plaats kon worden ingeruimd. I* 41?' ,li'1 f "r[ I i ji'; i i j* 'iii U I '1 i I •i 111 1i jj »ij fl! v 1 I 1 I c:'f ij'.J:. i i in f,> -i! I H II 1 J I t1 i i J ii: 1 i i i 1Ll_L3cgr

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1914 | | pagina 6