Nummer 75.
Donderdag 17 September 1914
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
37e Jaargang.
Waalwijksche Stoomdrukkerij Antoon Tielen
De Troonrede.
FEUILLETON.
Dit Blad verschijnt "Woensdag- en Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per.8 maanden f0."5.
Franco per post door het geheele rijk f 0.90.
Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zonden aan
Uitgever.
UITGAVE
den
Telefoonnummer 38. Telegram-AdresECHO.
Prijs der Ad vektintiSn 10 cent per regel; minimum 6 regels; groote
[etters naar plaatsruimte. Advertentiën 8 maal ter plaatsing opgegeven
worden 2 maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en
advertenties bij abonnement worden speciale zeer voordeelige contract
gesloten. Reclame* 15 cent per regel
H. M. de Koningin heeft gisteren de
Staten-Generaal geopend,
De troonrede constateert dat allen ver
vuld zijn door de gedachte aan den ver-
schrikkelijken oorlog die een groot deel
der beschaafde wereld teistert, tenge
volge waarvan Nederland in een toestand
geraakt is welke nog steeds onafgebroken
waakzaamheid eischt. Dankbaar wordt
echter vastgesteld dat onze vriendschap
pelijke betrekkingen met alle mogend
heden ongestoord gebleven zijn en onze
volstrekte neutraliteit die met alle kracht
zal gehandhaafd worden tot dusver op
geen enkele wijzeis geschonden en groote
voldoening wordt uitgesproken over
voltooiing zonder eenige stoornis in
minder dan den vastgestelden tijd van
onze mobilisatie. H. M. is diep begaan
met het lot van allen in den krijg medege-
sleepte volken.
Nederland draagt de buitengewone
lasten gewillig en ontvangt met open
armen alle binnen zijn grenzen toe
vlucht zoekende ongelukkigen. Verder
wordt geconstateerd dat het economisch
levende drukkende gevolgen van den toe
stand waarin Europa verkeert, onder
vindt, namelijk het handelsverkeer is
zeer beperkt, de scheepvaart en zee-
visscherij voor zoover niet stilliggenc
gaan met ongekende moeilijkheden en
gevaren gepaard. Landbouw en nijver
heid zien hun afzetgebied voor een
groot deel verstoord. De geld- en fond
senhandel heeft een heftige crisis on
dervonden. De toevoer van granen,
grond- en hulpstoffen voor de nijverheid
is zeer belemmerd.
Toch constateert de troonrede eenige
verlichting in den druk, herinnerend aan
de voorkoming van prijsopdrijving der
levensmiddelen enz. aan maatregelen tot
geleidelijk verloop der crisis in den
geldhandel, aan pogingen tot beperking
werkloosheid en noodleniging en aan
het feit dat verschillende land- en
tuinbouwproducten weer afzet vinden
naar Engeland, Duitschland en België.
Verder worden opgesomd de maatrege
len in Indië genomen en geconcludeerd
dat de economische toestand der inland-
sche bevolking voor 't oogenblik niet
onbevredigend is. De toestand in Suri-
Van „DE ECHO VAN HET ZUIDEN."
name behoeft geen zorg te baren, terwijl
de toestand in Curacoa onbevredigend
wordt genoemd.
In alle kolonies zijn maatregelen ge
troffen tot handhaving der staatkundige
onzijdigheid. De troonrede doet beroep
op allen, ook in den handel en verkeer
zorgvuldig alles te vermijden wat onze
neutraliteit in gevaar kan brengen. Ten
slotte verklaart de Koningin zich ge-
ukkig dat het geheele volk in trouwe
ilichtsbetrachting met haar vereenigd,
iet vaderland tracht te dienen en zij
verwacht dat die eendracht tot het einde
zal volgehouden worden.
Met de bede dat God ons daartoe de
kracht moge schenken, verklaart zij de
zitting geopend.
zijdigheld kaD er slechts bij winnen.
Zooals de Landsvorstin in haar Troon
rede leggen Hare onderdanen, na zelf
hun plicht te hebben vervuld, Neerlands
lot verder in Gods Hand.
HG.
jnen
lies
jd en
98
De Maasbode zegt o.m. over de
Troonrede
Tot latere, minder booze tijden, blijft
dan rusten èn grondwetsherziening èn
onderwijshervorming èn de kwestie van
Staatspensioen èn uitvoering der weRen-
Talma, èn het vraagstuk van het kolo
niaal beleid.
Dat alles rust in het binnenst van ons
volk om onze eenheid als een sterke
veste te doen rijzen uit het Europeesch
oorlogsgewoel.
Door Hare Majesteit zijn de vastbe
radenheid en het wakker plichtbesef van
het Nederlandsche volk op gelukkige
wijze vertolkt.
Mogen Hare woorden klinken tot over
de grenzen van -Haar gebied, opdat
overal, in het Westen zoo goed als in
het Oosten en Zuiden worde verstaan,
dat Nederland niets anders wenscht dan
vrede en rust, maar de zaak van zijn
vrijheid verknocht acht aan zijn staat
kundige onzijdigheid.
Bij handhaving dier neutrale houding
dragen we gelaten al den kommer,
waarmee ook wij worden bezocht, de
lasten, die het onderhoud van leger en
vloot op oorlogssterkte op ons laadt,
Wij gaan verder, zelfs, Nederland
«ontvangt zoo zegt het Koninklijk
woord treffend met open armen alle
ongelukkigen, die binnen zijn grenzen
een toevlucht zoeken".
Verschaffe de vervulling van dezen
liefdeplicht ons de warme genegenheid
onz :r buren. De eerbied voor onze on-
De N. R. Ct. zegt
Wanneer de wapenen spreken
zwijgt de politiek.
Andere jaren is de opening van de
gewone zitting der Staten-Generaal het
sein, om de politieke wapenen te wet
ten ditmaal heeft de Regeering, en
het is waarlijk geen teeken van zwak
heid, alwat politieke discussie kon uit
lokken vermeden. Het is een sober,
maar waarlijk koninklijk woord, waarmee
de Troonrede aan het slot haar hoogte
punt vindt: «Ik gevoel mij gelukkig,
dat Mijn volk, in trouwe plichtsbetrach
ting, met Mij vereenigd het vaderland
tracht te dienen en Ik verwacht dat de
eendracht die zich aldoor in het land
heeft geopenbaard tot het einde zal
worden volgehouden."
Er zou aanleiding zijn, dezen keer
van de gewoonte der latere jaren af te
wijken, en de Troonrede met een Adres
van de Kamers te beantwoorden: «Wij
zijn gelukkig naar Uw verheven voor
beeld het Vadefrland te kunnen dienen.»
[ndlen de Staten-Generaal met een
spontaan, welgekozen woord hun dank-
jaarheid wisten uit te spreken voor hei
geen H. M. de Kouir.gln in deze moel-
ijke tijden voor het land heeft gedaan
en nog steeds doet, zouden zij, beter
dan nog ooit het geval is geweest, naar
iet hart van het volk spreken. Zoo zich
eendracht en kracht heeft geopenbaard
in de laatste weken, dan was daarvan
mede eene belangrijke oorzaak, dat wij
ons sterk geweten hebben, geschaard
om onze Koningin, in wie wij een be
zielend voorbeeld hebben gevonden. Het
was niet anders verwacht doch wij
lebben het nooit zoo gevoeld, als in
deze dagen.
TWEEDE DEEL.
Het Testament.
Waarop Roger in denzelfden telegrafischen
styl antwoordde
Heb n Zaterdag lange brief geschreven. Ben
zeer verwonderd dat gij niets ontvangen hebt.
Adèle stelde terstond een onderzoek in, wend
de zich tot de dienstboden, tot de concierge,
tot het bestnnr van de post. Doch, zooals men
wel denken kan, de verloren brief kwam niet
terecht.
Eenige dagen later vertrok mevr. Roger
d'Allardes tomg naar Villaines, baren oom zoo
goed mogelijk achterlatende.
Den zelfden avond van het vertrek, ging
Honorine den kostbaren brief uit haar koffer
halen en bracht hem by haren meester-
Hier is een brief welken ik achter gehou
den heb, legde zij wat bedremmeld uitHet
iB zeer slecht, ik weet het. wat ik daar gedaan
heb, doch de bekoring is mij te sterk geweest
en thans spijt het mij niet er onder bezweken
te zyn. Het stelt mij in Btaat een bewijs te
geven van hetgeen ik u zoo dikwijls gezegd
heb.
De onde man was reeds den brief aan 't lezen
en antwoordde Diet.
Toen bij hem uit bad, maakte bij nog geen
enkele opmerkiDg. Hij zeide enkel tot zijn©
keukenmeid
Is 't goed, Honorine, gy moogt gaan, ik zal
er over nadenken.
Hy bleef lang en pijnlijk nadenken.
Den dag daaropvolgende, verzocht mijnheer
Guillaume d'Allardes zynen notaris, Mr. Anbry
zonder uitstel bij hem te komen en sloot zich
een deel van den achternamiddag met hem op.
dagen i«, dat de Duitschers met groot
geweld op 't Fransche oorlogsterrein
worden teruggeslagen, 't Is werkelijk
verbazend met hoeveel kracht de Fran-
schen en Engelschen de Duitschers, die
op zoo ongehoord vlugge en zekere wijze
voorwaarts rukten, niet alleen hebben
tot staan gebracht maar teruggeworpen
op een manier die eerbied afdwingt.
Het dappere kleine België, waaraan
wij ons 't meest kunnen spiegelen, weert
zich kranig en verontrust den Dultscher
niet weinig op zijn verbindingslijn, wat
we hierachter nader zullen duidelijk
maken. Het eenige lichtpunt voor
Duitschland is de belangrijke overwin
ning op de Russen in Oost-Pruisen.
De uitkomst heeft doen zien, dat ge
neraal Joffre gelijk gehad heeft met zijn
tactiek. Immers, er bestaat geen twijfel
meer, of de Duischers zijn over de ge
heele linie op den aftocht.
De berichten, die de Duitsche generale
staf verspreidt, verzachten dit feit zoo
veel mogelijk. Wat te begrijpen is. Want
het moet voor de Duitschers een bittere
teleurstelling zijn te ervaren, dat de
Fransch-Engelsche tactiek de hunne de
baas is gebleken. Men had er zoo vast
op gerekend, In rechte lijn op Parijs aan
te marcheeren, al verheelde men zich
niet, dat het stroomen bloeds zou kosten.
Het Duitsche leger was zooveel beter
dan het Fransche, het artilleriemateriaal
aan Duitschen kant zooveel sterker.
Het voornaamste nieuws der laatste
Toch zouden we het Duitsche volk
onrecht aandoen met te veronderstellen,
dat het door deze eene nederlaag maar
dadelijk in zak en asch zit. Daarvoor is
de geestkracht te groot, de wil om te
overwinnen te sterk. Men zal er zich in
Duitschland rekenschap van geven, dat
het westerleger belangrijk verzwaktmoest
worden tengevolge van den druk aan
Russische zijde uitgeoefend. De Fran-
schen en Engelschen zullen daardoor
stellig in de meerderheid zijn geweest.
We mogen verder ook niet aannemen,
dat de Duitsche aanval in het Westen
nu maar ineens afgeslagen is, al is het
een feit van beteekeDis, dat het Duit
sche leger, dat een week geleden nog
maar enkele kilometers van Parijs stond,
terwijl hun ruiters ver zuidelijk zwierven,
tot het Nogent-sur-Seine, thans tot bijna
honderd kilometers van de Fransche
hoofdstad teruggedrongen zijn, tot aan
de lijn Soissons-Reims.
Het is vooral de druk van Franschen
en Engelschen op den Duitschen rech
tervleugel geweest, die tenslotte ook het
centrum der Duitschers heeft doen wijken.
Van een wilden aftocht mag men naar
wij meenen niet spreken. Een omsinge
ling van een of ander legerdeel heeft
niet plaats gehad en ook is het aan tal
gevangenen en de buitgemaakte kanon
nen niet groot genoeg om van een wilde
vlucht te kunnen spreken.
Van beteekenis Is intusschen, dat ook
de uiterste linkervleugel der Duitschers
is moeten wijken, dat de omstreken van
Nancy weer door de Duitschers ont
ruimd zijn en de Fransche Luuéville en
andere plaatsen op de grens van de
beide Lotharingen weer hebben bezet.
We vermoeden, dat de activiteit, die
het Belgische leger in den laatsten tijd
aan den dag legt, verband houdt met
den aanval der Franschen en Engelschen.
Het gaat er om den verbindingsweg der
Duitschers met hun eigen land in België
te bedreigen. De aanvoer van levens
middelen, munitie enz. langs zulk een
grooten omweg is een uiterst moeilijk
werk.
Vermoedelijk zijn de spoorwegen niet
over het geheele traject bruikbaar. De
Duitschers zijn dus op het vervoer
per wagen aangewezen. En dat stelt
hen aan alle wisselvalligheden van de
krijgskans bloot. Zaterdag heeft een te
legram al doen zien, dat het denPran-
schen generaal Pau gelukt was een
groote aanvoercolonne der Duitschers
te vermeesteren en de munitie, welke zij
meevoerde, in de lucht te laten vliegen.
Als de Duitschers gebrek aan munitie
kregen, zou het er leelijk met hun voor
staan. Dat gevaar wordt natuurlijk groo-
ter, als de Belgen, zooals blijkt te ge
schieden, in hun land de spoorwegen
voor de Duitschers onbruikbaar maken
en de dekkingstroepen verontrusten.
Het PTansch-Engelsche succes is voor
een niet gering deel mogelijk gemaakt
door het Belgische offensief van Ant
werpen uit.
Dit offensief was één zoo ernstige en
zóó gevaarlijke bedreiging voor de Duit
schers, dat deze zich genoodzaakt hebben
gezien twee legerkorpsen, die reeds uit
Na die lange conferentie scheen de oude mon
gelukkig en zoo goed in orde dat de doctor
die hem 's avonds kwam bezoeken en naar het
uiterlijk oordeelde, hem zeide:
Binnen drie dagen moogt gij weer op den
bonlevard gaan wandelen.
Gy hebt nooit gedacht, niet waar, dat
ik zoo taai was, antwoordde d'Allardes lacher-
de. Wat betreft op den boulevard gaan wan
delen, daar komt niets van. Sedert vijftien
jaar heb ik deze kamer niet meer verlaten,
en ik denk er niet aan mijBe gewoonten nog
te veranderen Uwe voorspelling, nochtans,
hoe overdreven ook, is mij aangenaam.
Helaas, de voorspellingen van den doctor
kwamen niet nit.
De longontsteking van den ouden man, scheen
genezen, alleB was daarby normaal gegaan en
alle gevaar scheen geweken.
De kwaal, echter, slaimerde en ontwaakte
weer plotseling. Ditmaal waren de longen aan
getast.
Als 't zoover is, dan is er aan de longont
steking niets meer te helpen het geval is doode-
lijk.
In minder dan acht dagen tijds was het met
den heer Guillaume gedaan. Zijne zuster, was
alleen bij hem om hem zijn laasten adem te
zien nitblazen.
Hij had, werkelijk verboden dat men zijn
neef en zijne nicht kennis gaf en had zelfs ver
klaard dat hij hen niet wilde zien als zij zich
onverwachts mochten ar.nbiedeD.
Adèle en Roger vernamen dos terzelfder tijd
en enkel nadat alles afgedaan was de
instorting en den dood van hnn oom.
Die tijding op Villaines gebracht door
een telegram van mevr. de Poramery. die zij
niet eens wisten dat van Ecobeil weg was.
roerde ben diep en maakte hen zonderling
angstig.
Moesten zij zich verhengen over die spoedi
ge dood, welke den onden man niet had moeten
vergund zijne testamentsbeschikkingen te wij
zigen Of moest de aanwezigheid van mevr-
de Pommery aan 't sterfbed van haren broe
der terwijl zij niet eens kennis ervan kregen
beteekene dat eene laatste manoenvre al hunne
plannen in duigen geworpen had
Wreede twijfel Schrikkelijke vraag
Huu twijfel zou niet lang dnren, Op't oogen
blik dat zij zich gereed maakten om toch maar
naar Parijs te vertrekken om hunne laatste
verplichtingen tegenover hunnen oom te vol
brengen gewerd bun een tweede telegram.
Deze tweede tyding was gezonden door den
notaris van mijnheer d' Allardes en luidde
aldns
„Oom Gnillaume d'Allardes overleden. On-
noodig naar de begrafenis te komen. Brief met
nitleg volgt en zal u morgen vroeg bereiken
Anbry notaris."
Na kennis genomen te hebben van dit tele
gram, mompelde d'Allardes op somberen toon
Da zaak neemt eene slechte wending, ik
voorzie een ramp.
Waar bemoeit die notaris zich mede
viel Adèle hem zenuwachtig in de rede.
Met hetgeen hem aangaat ongetwijfeld.
Zoo hy onB verzoekt de begrafenis niet bij te
wonen, heeft hij natanrlyk order ontvangen
ons dit vriendelijk verzoek te doen. Van wie
gaat nn dit verzoek uit? Is het van oom zelf
Is het vau tante?
Ik kan niet gelooven dat mijne tante tot
zoo iets in staat is. Zoo zy den notariB ge
last had om de boodschap te zenden, zou zij
ons van haren kant het doodsbericht niet ge
seind hebben.
't Is onze oom dus die deze schikking in
zijn laatsten wil heeft moeten inlasschen, en
't spreekt vanzelf, dat znlks een uiterst slecht
voorteeken ie. Wat er van zij wij zullen weldra
ingelicht zyn. Laat ons afwachten.
'g Anderendaags kwam de brief van Mr.
Anbry. Hij bevatte maar eenige woorden:
„Mijnheer Gnillaume d'Allardes, die mij als
„testament-uitvoerder aangewezen heeft, heeft
„mij verzocht u te laten weten zonder mij
„dienaangaande uitleggingen te verstrekken
„dat gy u ontslagen mocht achten zijne be-
„grafenis bij te wonen. Anderzijds beeft
„mynheer d'Allardes, die over oenige maanden
„een testament hsd gemaakt te uwen gunste er
„onlaDgs een ander doen opstellen, dat het
„eerste merkelijk wijzigt.
„Om u den last te besparen naar Parijs te
„komeD, om kennis te nemen van dit nieuwe
„testament, zend ik terzelfder tijd als dezen
„brief een afschrift aan Mr. Sosthèoe BoiBSon-
„net, notaris te La Jonchère, die er u lezing
,,van zal geven."
Roger had niet zonder moeite dezen brief
hardop aan zijn vronw voorgelezen.
Wy zijn verloren.' bromde bij. Er be
staat gsen hoop meer
Adèle als aan den grond genageld verroerde
zich niet.
Nochtans nanwkenrig willende weten waar
aan hij zich te honden bad, gaf d'Allardes
bevel in te spannen. Een kwartier later ver
trokken beiden naar La Jonchère.
Mr. Sostbène Boissqnnet ontving hen met
eene koelheid welke hen terstond voldoende
inlichtte over den inhoud van het testament.
Roger vroeg
Gij hebt, niet waar, een stuk ontvangen
van uwen ambtgenoot van Parys, een stuk dat
ons aangaat
Ja, dozen morgen al, antwoordde Bois-
soonet. Een tegenslag boste vriend...-, een
leelyken tegenslag.... Waarlijk, gij hebt geen
geluk 1....
Wilt gij ons zeggen wat er in het testa
ment staat
Neen, waarlijk gij hebt geen geluk, her
baalde de notaris.
Genoeg rouwbeklag, beet Roger hem toe.
Zeg ons moar den inbond.
Mr. Boissonnet schudde het hoofd, ontplooide
langzaam een gezegeld Btuk papier dat hij
nit een omslag had gatrokken en Jas
,.Afachriit van het testament van den heer
Guillaame d'Allardes, opgesteld onder zijn
dictaat, door den ondergeteekenden notaris,
den 9 ju Mei 19..-.
Mr. BoioBonnet onderbrak zijne lezing
Ik verzoek uwe aandacht voor dien datnm.
Het is juist tien dagen geleden, dat dit testa
ment werd opgesteld.
Maar lees toch voortviol Roger uit.
dat weten wij al.
Hier hebt gij dan giDg de notaris voort,
den tekst zelf van het testament.
,,Ik vermaak al myne roerende eu onroerende
goederen aan mijnen klein-neef Raymond de
Pommery, wiens dood nooit bevestigd werd en
die, naar ik hoop, wol zal wedergevonden
worden. OverigenB, om de onderzoekingon aan
te moedigen, zal Mr. Anbry, myn testament-
uitvoerder, op de gezamelyke waard? mijner
goederen, welke ongeveer vyftien honderd
dnizecd frank bedraagt
Anderhalf millioenschreeuwde d'Allar
des, of de onde vrek gespaard had
Ik bid n, laat my voorlezen, zeide de
notaris lastig... Komaan, waar was ik weer?...
Ach! hier: ,,Mr. Anbry zal op de gezamen
lijke waarde myner goederen eene Bom van
driehonderd duizend frank afnemen, welke
znllen geBcbonken worden aan hem, die den
kleinen Raymond zal doen wedervinden.
,,Voor 't geval dat Raymond in het tijdver
loop van vijftien jaar onvindbaor zon blijven,
vermaak ik myn fortuin aan de stad BourgeB,
die de som zal moeten besteden om een toe
vluchtshuis voor onden van dagen te onder
honden. Mijne goederen znllen nochtans tot
dit gebruik niet mogen aangewend worden,
dan na de dood van myne zuster, Tbérèse de
Pommery, die er het vruchtgebruik zal van
behouden.
,,lk heb geen bijzonder schikkingen willen
treffen ten gncste van mijne nicht Solangede
Pommery, vermits, zoo haar zoon erft, zij het
vruchtgebruik van de fortuin zal hebben, en
deze mogelijkheid iB do waarschijnlijkste.
„Ik weet overigens wel dat mijne zoeter
nooit van hare schoondochter zal scheiden en
zal laten genieten van wat zij zelf bezit.
„Eindelijk ben ik overtuigd datsÉküfcpjnster
hare persoonlijke fortuin aai
makenzij zou er geen
kunnen maken.'1
Ziedaar, dat is alles
sonnet, rustig het papiej
weer in zijn lessenaar j'
En wij zochtti
koor.
Vergeten beste Vi
notaris droef glimlachi
d>8 moet verstrooid i
u oprecht. Doch er
meer te beklagen vf
T-Tjo
Waalwpstiie en Laisstraatsrke Courant,
De Oorlog