[Vummer 92.
Zondag 15 November 1914
37e Jaargang.
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
S/Vaalwifksche Stoomdrukkerij Antoon Mn.
Eerste Blad.
|Gemeenteraadsvergaderingen.
Dit nummer bestaat
uit TWEE bladen
Sen kreet om vrede.
FEUILLETON.
Telefoonnummer 38. Telegram-Adres: ECHO.
fMlwjjküele en Langstraalsclie Courant,
Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per 8 maanden f 0."5.
Franco per post door het geheefe ryk f 0.90.
Brieven, ingezonden stukken, gelden eci., franco te zenden aan
Uitgever.
den
UITGAVE
Prijs der Advextentiïn 10 cent per regel; minimum 6 regels; groote
ietters naar plaatsruimte. Advertentiën 8 maal ter plaatsing opgegeven
worden 2 maai berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en
advertenties bij abonnement worden speciale zeer voordeelige contract
gesloten. Reclames 15 cent per regel
Een aanzienlijk geestelijke uit Noord-
rankrijk en schrijver van naam, thans
itgeweken naar Engeland zond aan >De
ijd« vandaar het volgende hartroerend
rtikel.
Geheel onmachtig en ziek van de ver-
chrikkeiijke gebeurtenissen, welke zich
ondom mij hebben afgespeeld in het
reedzame landschap, dat opeens door
straf van de zonden der volkeren 't
ooneel is geworden van den Europee-
chen gigantenstrijd, kan ik mij amper
et noodzakelijke herstel gunnen voor
lijn machtelooze en verwarde zenuwen,
m vooral neutrale landen toe te roepen,
och een einde-te maken aan den bloe
igen strijd «yan haat en hartstocht tus-
chen christelijke natiën.
In de beschaafde wereld, waarmee ik
i Frankrijk verkeerde en die ik hier in
Ingeland aanvoel, blijkt men zich kwalijk
ewust te zijn van wat er eigenlijk aan
lonsterachtigs, doms en satanisch orn
aat in die afschuwelijke loopgraven aan
isne en Yser, waar de werkelijkheid
ia de vervloekingen, die de menschen
Ich op den hals halen, de meest lugu-
re danteske visie overtreft.
Voordat de oorlog uitbrak genoten wij
ons stille landstadje het schoonste
even, in harmonie met de zachtstroomen-
!e rivier vlakbij, met het ruischen der
ennenbosschen, den gemoedsaard der
evolking, den hoogen blauwen hemel
0 de lieflijke aarde. De streek was niet
ooveel verschillend van 't mystische
Vest-Vlaanderen, bij u in Holland be-
:nd door de epische en lyrische trou-
adours zijner schrijvers en dichters, dit
trrukkelijke land langs de Leye met
jti antieke steden en de zoete vooysen
1 de taal vol muziek van Maerlant.
De oorlog heeft al die schoonheid van
Dddelijke schepping en menschelijkc
atplooiing vernietigd. Wat er van zal
erblijven, nadat de horden, die zich
Fan „DE ECHO VAN HET ZUIDEN."
DERDE DEEL.
De krankzinnige van Ecobeil.
58)
- Ik begrijp niets van al die raadsels, viel
irnard haar in de rede. Daar straks deed
en myn verstaan dat Raymond dood was. Nu
irklaart men mij, dat hij verloren is, maar
iet voor altijd en dat men hem zal terng
ndeD. Wie moet ik gelooven
Eene doodsche stilte was het eenige antwoord.
- Mjj is 't die gy gelooven moet, zeidê
adelyk het meisje doch staat mij toe eenige
?eu te wachten om u den toestand klaar uit
leggen, gij zult dan zien dat bij niet hopeloos
Barnard staarde eeDigszins onthutst zijne
boonzuster aan en stamelde
- Waarlijk, het ware nog beter geweest in
Irika e sterven, dan al de beproevingen die
hier gelijk overvallen.
En het gelaat in de handen verborgen, begon
i 8wijgend te weenen.
IX.
phacail, ouder gewoonte, was in den vroegen
°fgen op weg gegaan om zijne ronde te maken,
de stroppen na te zien, welke hij den avond
voran gelegd had in de bosschen welke aan
^waakzaamheid waren toevertrouwd.
Bij had niets gevonden noch reebok, noch
noch konijn, liet 't minste stukje wild.
was in de laatste veertien dagen reeds
*0ns het geval geweest en Chacail was woe-
id.
t Is om van 't stroopen genoeg te krijgen,
'pelde hij tnsschen de tanden, langzaam
daar op elkander hebben geworpen om
de leer van den haat in practijk te bren
gen, weer verstandige burgers zijn ge
worden, zal aan de wereld al den horror
vertoonen van een geruïneerde en plat
gebrande beschaving.
Toen de Duitschers in aaotocht waren,
liep ons stedeke leeg. Als schimmen uit
het Hades-rijk vloden zij, opgeschrikt
door de slechtste van aller raadgevers,
den radelonzen augst. Het was uit met
het studieuze leven en de beminnelijke
gastvrijheid nu en dan op eeD pastorie
vol gezond katholiek leven en milde pas
torale vreugden. De christelijke plicht en
de nooden van het'oogenblik maakten
mij eerst een herbergier van doortrek
kende troepen, toen een zielzorger van
soldaten aller stfijdvoerende natiën dan
een aalmoezenier aan deze, straks aan
gene zijde van het front, later den gees
telijken vader van vrienden en vijanden
eindelijk ambulancier en ten slotte
tusschen het braken der kanonnen aan
de beide vuurllniën, eu minder nog door
de onmenschelijke vermoeienissen in het
sjouwen met gewonden en dooden dan
door het afschuwelijk gezicht op den
menschenmoord een gebroken man.
Men kan het zich niet goed tot be
wustzijn brengen, wat dat beteekent
menschen, die in de maatschappij gezeten
burgers waren, studenten, hoogleeraren,
winkeliers, advocaten, uit Frankrijk, En
geland, België, Duitschland, Oostenrijk,
staan, ofschoon zij elkander nooit te voreD
gezien hebben, opeens woedend tegen
over elkander en schieten, stormen, slaan
op elkander in.
Ik heb gevallen beleefd, waarin goede
vrienden, elkander gedood hebben, en
zelfs is er mij een meegedeeld, waarin
een stiefbroeder den zoon van zijn twee
den vader, die van andere nationaliteit
was, met de bajonet afmaakte.
Denkt de menschheid zich wel genoeg
de afschuwelijkheid in van dezen geor-
gaüiseerden moord tusschen vreedzame,
hartelijke, goede burgers f Ik heb Duit
schers, Franschen, Belgen en Engelschen
ia de meest intieme oogenblikken, van hut)
leven, tijdens de biecht of op het sterfbed
in de ziel gezien, en ik moet zeggen, dat
z«j, de gevolgen van Adam's zondenval
daargelaten, uitmuntende menschen wa
ren. Ik heb brieven gelezen van moe
ders, vaders, zusters ea verloofden aan
naar La Férolle weerkeerende. Ah in mijn
jongen tijd met vijftig stroppen, had ik zeker
twee of drie hazen en vijf of zes konynen ge
vangen. Vandaag niets meer. Veel moeite en dit
alles voor niemendal't Is om te gelooven dat
er geen wild meer is.
KomaaD, 't is goed dat ik een wijs besluit ge
nomen beo en een vast, goed en regelmatig
bezoldigd postje heb aangenomen, 't Stroopen
brengt niets meer op.
De wildstrooper bevond zich op dit oogenblik
op den zoom der bosschen, langs den kant
waar de laan van Villaines naar La Jonchére
de bosschen van Ecobeil Bcheidde.
Na een oogenblik geluisterd en zich verge
wist te hebben dat er niemand op de baan was,
sprong hy de gracht over, giDg op een hoop
verharde aarde zitten, het geweer tusBcheD de
beenen en begon zorgvuldig eene pyp te stop
pen.
Hy was daar nog mede bezig, toen bij plot
seling aan den omdraai der laan op een dertig
meter van hem, stappen hoorde.
Hy wendde zich om, ten einde den quidam
te zien die hem zoo ongelegen kwam storeD
eD prevelde verbaasd
EiRoger d'Allardes, zeker weer op zoek
naar wat centeü. Arme drommelGeen benij
denswaardig lot altyd zonder kruit of duit te
zitteD.
Da strooper wreef een lucifertje over zyne
broek en stak rustig zyne pyp aan.
Eigoeden dag, beer baron, zeide hij
toen de wandelaar in zyne nabyheid gekomen
was. Iloe gaat het, vandaag
Hé, ChacailMet dien grooten hoed er.
kende ik u niet.
Bij staat mij goed, is 't niet Myn patroon
heeft dien verleden week voor my uit Parijs
meegebracht. Het schijnt dat het laatBte mode is.
D'Allardes schoot in een lach.
Ja, ja, de laatBte mode, inderdaad, be
aamde hy, gij ziet er goed mede uit, behalve
nog dat hy u zoowel tegen de zon als tegen
den regen beschermen kan. Goede dracht ook
als men in den killigen morgen zyn ronde te
maken heeft. Maar niets te gappen gekregen
vandaag
Spreek er mij Diet van, ik ben woedend,
en dat is reeds veertien dagen het geval, 't Is
de soldaten in de vuurlinie men kan
zich niets meer teeders, hartelijks, be
zorgds en liefelijks voorstellen. En toch
sidderden sommige uitingen dezer teere
wezens van haat tegen den onbekenden
vijand en vervloeken zij hem in woorden
vol vergif, daar de monsterachtige va
der der tweedracht, de helsche satao, hen
bedrogen had en hun edelmoedigheid
had doen verkeeren in scherpen nijd.
Men begrijpt nauwelijks meer ten
zij in de opvattingen eener mystieke
zielkunde het menschelijke hart, dat
zulke hooge idealen verbindt aan zulke
afgrijselijke hartstochten. Uitzonderingen
vormen de wet niet, maar bevestigen
den regel, en afgezien van uitspattingen
heb ik voor mij de volstrekte overtui-
ging, dat de Duitscher geen barbaar is
en de Belg geen franc-tireur en de En-
gelschman geen door jalouzie verblinde,
en dat in eiken Franschman een ridder
steekt. Maar door een verwarring, die
het vuilste werk is van het gebroed,
dat in het paradijs de eerste menschen
sluw wist op te zetten tegen hun Schep
per, beschouwen zij elkander als ban
dieten en straffen elkander met lood,
vuur en zwaard. Op duizenden meters
afstand dooden zij medemenschen, die
zij niet eens zien, door de domme ex
plosieve krachten van chemische stoffen,
welke een professor in een retort deed
gisten. O stupiditeit zonder weerga, o
doodsorganisatie van den duivel.
Dat toch de weinige jienschen van
gezond verstand en kalm oordeel, die
nog in de wereld zijn overgebleven, el
kander antwoord geven op den kreet
om vrede en het beëindigen van deze
uitmoording. Het is toch geen Ideaal
zonder werkelijkheid, dat de volkeren
ieder met behoud van zijn eigen karak
ter, vreedzaam naast elkander wonen en
dat de een den ander verdraagt, zelfs
tegemoet komt met de liefde, die het
geluk voor allen bereikbaar maakt. In
dien ik mijn geschokte gedachten or
denen kon, zou ik een logisch en luider
klinkend beroep doen op mijn goede
medemensbhen. Maar gemarteld terug
gekomen uit de vuurlioies en vol mon
strueuze visioenen, meen ik wel te doen,
tenminste in een neutraal land den har-
tekreet te doen hooren van een afge
streden man. Die hartekreet zij de uiting
van alle welmeenende natiën en veree-
of de duivel er mee speelt, heer baron, daar
is geeD wild meer
'k Wil het gelooveD, sinds vyf-ec-twintig
jaar doet gy uw best om het nit te roeien op
La Férolle, Villaines, Ecobeil, enz.drie, vier
mijlen in 't ronde.
Genoeg 1 genoeg ik tit voor 't oogenblik
niet op het bankje van beklaagden voor de
rechtbank. Zoo gij mij niets anders te ver
tellen hebt, kunt gij evengoed uwen wog ver
volgen.
De weg is voor iedereen, beste CbacaiJ.
Dan zal ik maar opbreken.
Wat zyt gij vandaag kort aangebonden,
Chhcail, mijn plan was niet u te krenken
Ik ben integendeel zeer bly u te ontmoe-
ten, ik beb u juist eenige inlichtingen te vrager.
Gy die alles weet, gij moet dat tcch ook weteD.
Ah 't is om inlichtingen in te wiunen,
dat gij op dit uur en te voet op wandel zijt,
wat uwe gewoonte niet is. Er moet iets ergs op
til zyD.
Och, zoek niet waar het niet te vinden
is. Zoo ik nn aan 't wandelen ben is
't omdat ik zeer slecht geslapen heb en noodig
oordeel mijne zenuwen wat te ontspannen, dat
is alIk kom tbaDB van La Jonchére ik
had gehoopt er Mr. BoisBonnet te ziendoch
hij wist niets volstrekt niets van hetgeen
ik weten wilde. Bogrypt gtj dat?
De postmeesteres die hem gewoonlijk inlicht
over al hotgeen or in de streek voorvalt, bad
hem niets gezegd wat bewyst dat hy op het
postkantoor van La Jonchére nog niet geweest
was noch brief, noch telegram de aankomst
meldende van Bernard de Pommery.
Ah sprak de wildstrooper gemelyk, is
't dat wat n bekommert.
Dat bekommert my niet, doch zon het
toch wel willen weten
Gij hadt kunnen beginnen met dat te zeg
gen, beste mijnheer
- Welnu, wat is er waarvan het gerucht
dat gisteren avond in omloop was en volgens
welk mijn neefBernard op Ecobeil ternggekeerd
was?
Dit gerncht Wel het is ten volle gegrond
mijnheer Bernard de Pommery is werkelijk giB-
teren avond op Ecobeil weergekeerd. Ik wos
juist aan het einde| van den weg, achter een
nige zich tot den wensch, het gebod,
de wet om vrede.
Dat de hekatomben, die nu op de
beenderenvelden aan Alnse en Yser zijn
opgericht door koning Dood, de laatsten
mogen wezen van het kanon, dat moet
verstommen, en van de bajonetten, die
verbrijzeld mogen worden tegen den wil
der volkeren, opdat voortaan vrede de
aarde beheersche, naar het engelenwoord
Loven de velden in den heiligen nacht
Vrede op aarde aan alle menschen, die
van goeden wille zijn.<
RAAMSDONK.
Openbare vergadering van den raad
dezer gemeente op Woensdag 11 No
vember des voormiddags ten 10 uur.
Voorzitter Ed. Achtb. Heer Ridder de
van der Schueren.
Klokslag 10 uur opent de Voorzitter
de vergadering.
Afwezig de leden D. Timmermans,
D. Lankbuijzen, P. van Dongen en de
Bruin.
De notulen der vorige vergadering
worden onveranderd goedgekeurd en
vastgesteld. 9
Aan de orde
1. Ingekomen stukken.
Schrijven van Ged. Staten, houdende
goedkeuring van af- en overschrijvingen
op de begrooting.
Idem, houdende goedkeuring tot aan
vaarding eener schenking door het Co
mité.
Schrijven van den heer Ilutters met
verzoek om bij zijne woning een licht-
paal te plaatsen.
Op voorstel van den Voorzitter wordt
dit schrijven ia handen gesteld van B.
en W.
Schrijven van den heer J. P. L. Goe-
mans houdende mededeeling dat hij af
ziet te solliciteeren naar de betrekking
van gemeenteveearts.
Schrijven van God. Staten houdende
mededeeling dat de heeren de Wit eo
G. Simonis herbenoemd zijn tot leden van
het College van Zetters.
De Voorzifter zegt dat er ook is in
gekomen een reglement van het werk-
loozenfonds. Spr. wil dit stellen in han-
strnik verborgen, toen hij met eon hnnrrytnig
voorbijreed met zijn vriend, gy weet wel dien
mijnbeer met zijn vlasbaard.
Weet gij dat zeker?
Volstrekt zeker. Ik heb heer Bernard zoo
dnidelijk gezien als ik n thans zie.
Dank 't Is alles wat ik wenschte tc weten,
bromde d'Allardes die een gryns niet verbergen
kon.
Welhot schijnt U niet te bevallen dat
nw neef weergekeerd is.
't Doet my geen genoegen of geen onge
noegen. 't Laat mij onverschillig.
Ik geloof dat gij de waarheid niet spreekt
't moet u eer onaangenaam zijD. Overigens, gy
zyt de eenigste niet. Toen ik het gisteren
avond aan myn patroon verteld heb, heeft hy
een gezicht opgezet
Wat hem betreft begrijp ik dat de onver
wachte terugkeer van den beer van Ecobeil
hem hindert.
En waarom denkt gij dotals ik bet
weten mag
Om verecheidene redenen. Eerst en vooral,
den dog waarop mijnheer de Pommery zyn
nens in de rekeningen steken zal, komt beer
Armond Chauvenel, hoeveel kasteelheer hij ook
is, er niet tusschen nit. Vervolgens zal heer
Chanvenel rekening te geven hebben over een
nog veel erger geval...
Wat
Wel zeker Doch ik weet niet of ik
u daarover spreken mag, gy zijt zoo babbel
ziek... gy gaat aan iedereen de historie ver
tellen.
Mijn beate Chacail, ik zweer u, dat ik
zwijgen zal als ebn graf...,. Waarover gaat
het
Och, welke nieuwsgierigheid legt gij aaD
den dag.
Beken dat gti die nieuwsgierigheid hebt
gaande gemaakt. Kom, Bpreek nn spoedig.
Weina gy moet u de ontvoering her
inneren van den kleinen Raymond de Pom
mery.
D'Allardes dacht dat de ontroering hem zon
doen stikkeD.
Wel zeker dat herinner ik mij, stamelde
hy. Die gebeurtenis was al te tragisch en te
p\jnlyk voor myn neef de Pommery. dat ik ze
den van eene commissie van onderzoek
en benoemt hiervoor de heeren D. Tim
mermans, Schoenmakers en P. van Don
gen, terwijl als plaatsvervangers worden
benoemd de heeren VV. Zijlmans en M.
Zijlmans.
2. Ontwerp verordening tot wijziging
van de bouwverordening.
Op voorstel van den Voorzitter wor
den deze stukken verwezen naar de
commissie van de Bouwverordeningen.
3. Ontwerp verordening tot wijziging
der verordening regelende de jaarwed
den van de onderwijzers.
Nadat de Voorzitter de wijzigingen,
welke ingevolge de militiewet moeten
plaats, hebben heeft voorgelezen, wordt
hiertoe met algemeene stemmen beslo
ten.
4. Besluit van de Kamer van Koop
handel en Fabrieken alhier, houdende
wijziging van haar reglement van orde.
De Voorzitter zegt dat de artikelen
3 en 16 eenige wijziging hebben on
dergaan. Nadat de Voorzitter de wijzi
gingen heeft voorgelezen, worden deze
met algemeene stemmen goedgekeurd.
5. Benoeming Hoofd der school te
Raamsdonksveer.
Op de voordracht staan de heeren
C. H. M. van Loon, Roosendaal; W.J.
M. L. Spitzen, DinteloordE. F. H.
Hllgers, Boxmeer en J. J. j. Kloprogge
Kerk-Driel.
Bij stemming bleek dat de heer C.
H. M. van Loon met algemeene stem
men is gekozen.
6. Aanwijzing onderwijzers voor het
herhallngsonderwijs voor den winter-
cursus 1914/15.
Op voorstel van den Voorzitter wor
den benoemd voor Raamsdonk Dorp
de heeren M. Zwets en J. van Loon en
voor Raamsdonksveer de heeren F.
Kolsteren en J. van Dalen. Voorts zegt
spr. dat er te Raamsdonk Dorp 11 kinde
ren en voor Raamsdonksveer 21 kinde
ren zijn.
7. Benoeming stembureau voor de
verkiezing van leden voor de Kamer
van Koophandel en Fabrieken.
De voorzitter benoemt hiervoor de
leden Simonis en Timmermans, terwijl
als plaatsvervangende leden worden be
noemd de heeren W. Zijlmans en Dor
reboom.
reeds zou vergeten zyn.
Na eenige oogenblikken overwegenB girg
Chacail voort
Zoo bet gerecht zyn ondorzoek goed bad
kunnen leiden en zoo de dames van Ecobeil,
mevrouw Louis de Pommery vooral, niet zoo
verblind Waren in iemand van hunne on
middelijke omgeving, zou do schuldige reeds
lang aangebonden zyn geweest.
Doch op den dag dat een wilskrachtig en
verstandig man die zaak in 't reine zal willen
brengen en het onderzoek voeren gelijk het
had'moeten gevoerd worden, dien dag zal de
schuldige niet lang moer op vryen voet loo
pen.
Ik ken hem, dien schnldige.. ik was op
den zoom van het park... doch 't ii niet
aan my hem aan te klagen, hem te verklap
pen... Ik ben aan de familie do Pommery
niets verschnldigd. D'Allardes was bleek van
angst. Hy prevelde pynlyk.
Gij hadt toch moeten bekend maken wat
gij wist; dank aan uwe inlichtingen had de
politie ten minste het kind kannen weer
vinden-
Bah bromde Chacail dat bad my niets
opgeleverd, en op mynen onderdom heer ba
ron, wordt men onverschillig voor den lof der
menscbeD. Ach als ik er eenig belang in ge-
bad had te spreken, dan zeg ik niet...
Zie, voor eenigsn tjjd, was ik op het punt
alles te zeggen, toen myn patroon my
het testament heeft bekend gemaakt van
nw oom, den heer Gnillaume d'Allardes. Her
innert gy u dat wy zekeren dag daarover ge
sproken hebben.
Ik herinner 'tmy, vriend, ik herinner 't
my zeer goed.. Ach! dit vervloekt testament,
heeft het my ongelukkig genoeg gemaakt
De waarheid is dat het een slag van
belang is geweest, welke op nw hoofd is neer
gekomen, grinnikte Chacail. Doch, om op de
geschiedenis terng te komen, toen ik wist dat
nw oom 300 000 fraBk naliet aan hem die den
kleinen Raymond zon doen weervinden, heb
ik eene duizeling gevoeld en beb by myaelven
gezegd „Onwe Chacail, uw fortuin is ge
maakt.»
(Wordt vervolgd.)