BINNENLAND.
Provinciaal Nieuws.
Verschillende Berichten.
toeschouwer aan, dat hier geen dooden maar
gewonden worden vrrkoold.
Aldus wordt gepoogd om bij de on
mogelijkheid de lijken te begraven »e
voorkomen, dat de dooden onbpgraven op
de velden wegrotten ten verderve van de
levenden. Tijd,
De slag aan de Yser.
Yperen is nog steeds het middelpunt
van den aanval der Duitschers, seint een
correspondent van de Daily Mail uit
Noord-Frankrijk
De gevechten zijn zeer hevig en de
mist bemoeiliikt ze zeermaar die mist
heeft ten minste aan de Indische troepen
eenige gelegenheden verschaft waarnaar
ze verlangden. De bajonet overtreft het
geweer als het dik van mist is, en in den
laatsten tijd was dit zoo zwaar, dat klee-
ren en wapenen druipnat waren. De En-
gelsche patrouilles hebben anders geno
ten van dien mist en waren schier op
getogen, dat zij nu de luchtverkenners
konden vervangen.
Kleine klompjes gevangeoen zijn aan
weerskanten genomen.
De Duitschers zijn weer met geweld
langs het kanaal voortgerukt in de rich
ting van La Bassée.
Al deze bewegingen gingen samen met
een nieuw bombardement van de drie
steden Yperen, Béthuoe en het ongeluk
kige Atrecht, waar nu weer een mooie
kerk ingestort is. Nooit heeft echter het
Fransche veldgeschut vaD 7.5 c.M. beter
werk gedaan. Na maanden lang gebruik
verwikken die kanonnen nog zoo weioig
dat een schot ze geen handbreed doet
afwijken, en men een wijnglas op een
wiel kan zetten zonder een druppel te
morsen.
Een deel van de artillerie zit in de
buurt van Yperen hopeloos in de modder
en eiken dag moet de taktiek van den
aanvaller zich meer naar de bodemge
steldheid en het weer richten. De Fran-
schen manoeuvreeren in het gevecht bui
tengewoon handig met hun artillerie. Hun
verliezen aan maoschappen en kanonnen
zijn sedert den opmarsch van de Marne
buitengewoon klein geweest.
Men moet niet denken, dat de pogingen
der Duitschers verzwakt zijn. Nog altijd
trekken zij op belangrijke punten groote
strijdkrachten samen. Hachelijke gevech
ten, waarbij levens en materieel verloren
gaan, zijn aan de orde van den dag.
De Duitschers winnet^ nier, maar zijn
ook niet verslagen.
Het is nog niet zoo duidelijk geweest,
dat Engeland en zijn bondgenooten om
te kunnen slagen, het geheele gewicht
van de natie achter zich moeten hebben.
De dagelijksche gedachte van den sol
daat aan het front geldt de versterking
van het leger. Naar de berichten dien
aangaande zien zij verlangender uit dan
naar tijding van de hunneD.
Zes millioen Duitse he reservetroepen.
Van Duitsche zijde schrijft men:
Dezer dagen zijn de ambtelijke statis
tieken aangaande het getal Duitsche re
servetroepen opgemaakt. De vredes-
sterkte van het Duitsche le^er is 800 000
man met inbegrip van officieren en kader.
Tientallen van jaren zijn er jaarlijks
150,000 weerbare mannen voor den
dienst onder de wapenen niet opgeroe
pen. Daardoor is het te verklaren, dat
Duitschland thans te beschikken heeft
over ongeveer twee millioen vrijwilli
gers. Dit zijn geheel voor den dienst
geschikte 'mannen, die slechts daarom
niet onder de wapens werden geroepen,
omdat het benoodigde aantal manschap
pen niet overschreden mocht worden.
Op dit oogenblik heeft Duitschland on
geveer 4'/2 millioen soldaten onder de
wapens staan, De door Engeland ver
spreide bewering, dat zich onder hen
talrijke lieden bevinden van 50 tot 60
jaar, is volkomen ongegrond.
Er zijn slechts een gering getal
van vrijwilligers op dien leeftijd.
Dit getal is volgens een vrij nauwkeu
rige schatting niet hooger dan 5000.
Nu zijn in de laatste weken preciese
opgaven gedaan aangaande weerbare
mannen, d. w. z. mannen op den leef
tijd van 18 tot 45 jaar, die nog in
Duitschland als reservetroepen beschik
baar zijn. Het resultaat is, dat Duitsch
land in staat is, nog 6 millioen solda-
fen te velde te brengen, zonder dat
jongelingen beneden de 18 en mannen
boven de 45 jaar behoeven te worden
opgeroepen. Onderdanen van neutrale
staten, die in Duitschland komen, zijn
dan ook verbaasd, als zij in alle steden
nog zulk een groot getal soldaten rond
zien loopen, gereed om te velde te
trekken.
Behandeling van gewonden.
Voor eenigen tijd schreef de corres
pondent van de Tijd over onbehoorlijke
schandelijke bejegening van Engelsche
gewonden te Landen door Duitsche mi
litairen. Officieel werd nu dezer dagen
dit bericht van Duitsche zijde tegenge
sproken De correspondent daaromtrent
door zijne redactie ondervraagd, had te
legrafisch verklaard, zijn beweringen te
genover de Duitsche officieele tegen
spraak te handhaven. Hij is er nu in
een uitvoerigen brief op teruggekomen
waarin hij er allereerst op wijst dat
eerst bijna een maand na de publicatie
van zijn verhaal de Duitsche regeering
en miltitaire overheden den tijd gekomen
achten, om dit te weerspreken na een
onderzoek dat eigenlijk geen onderzoek
te noemen is. Uit hun communiqué's
blijkt wel, dat enkele soldaten gehoord
zijn, die vermoedelijk tot de medeplich
tigen, in elk geval tot belanghebbenden
eener loochening van de wandaad te
Landen behooren. Er blijkt echter niet
uit de communiqué's, dat de Duitsche
overheden ook de aanwezige gewonden
zeiven hebben gehoord, plus de beide
Nederlanders, die in den trein reisden,
de jongejuffrouw de Bruin van Amster
dam en de correspondent van de Tijd,
plus de burgerlijke getuisen te Landen.
Tegenover de getuigenissen van den
magazijninspecteur Huebner en den
landweersoldaat Krueger, waarvan niet
vermeld is, dat hun beweringen, be-
eedigd zijn, verklaart de correspondent
zich bereid, om indien een volledig
en onpartijdig onderzoek wordt inge
steld hetzij aan een daartoe bevoegde
commissie in Nederland of in Du-tsch-
land, hetzij aan den daartoe aangewe
zen rechter, onder eede te bevestigen.
Hij verklaart dan nog eens het vol
gende
Vrijdag den 9den October in het mid
daguur heeft hij te Landen, in een ont
zettend langen trein van personen- en
goederenwagens met naar schatting
2000 gewonden, een veertig minuten
oponthoud gehad, gedurende welk op
onthoud de gewonden werden gevoed.
Hij zag hoe een troep van 200 a 300
Duitsche soldaten, deels licht gewon
den, die nog goed loopen konden, deels
de Duitsche soldaten van de bezetting
Landen, af en aan zwermden voor de
geopende wagendeuren van een der
laatste wagons, razend en tierend tegen
drie zwaar gewonde Engelsche solda
ten, waarvan hem hun Fransche mede
gevangenen verzekerden, dat zij in geen
vijf dagen eten hadden gehad. De ge
wonden werden als „zwijnen" be
schimpt, bespuwd en enkele geweren
werden op hen gericht. Toen hij een
onderofficier betuigde, dat het tooneel
gruwelijk was, antwoordde deze„De
Engelsche zwijnen, ze krijgen geld voor
hun vuil werk" (daarmede zinspelend
op de soldij, die de Engelsche vrijwil
ligers genieten).
De soep is den Engelschen niet aan
geboden, doch de Duitsche soldaten
hielden de rookende hoeveelheden heete
soep aan hen voor, terwijl ze hun toe
donderden „Eten wilt ge hebben, zwij
nen zwijnen Kapot moet je Dat kun
je krijgenEn terwijl ze dit laatsten
zeiden, richten ze hun geweren op hen,
terwijl anderen, die deze wapens niet
hadden, de vuisten dreigend ophieven
of hen bespuwden.
Wat de bewapening der Duitsche sol
daten aangaat, waar is, dat de gewonde
soldaten geen geweren bij zich hadden,
doch het opstootje bestond uit soldaten,
die tot de lichtgewonden behoorden en
uit soldaten van de bezetting Landen
Deze laatsten waren zij, die juist voor
de bewaking en de orde op het station
en het stationsemplacement waren aan
gewezen.
Tegenover de bewering, dat het op
stootje niet kan hebben plaats gehad,
omdat de soldaten in de eetzaal gevoerd
werden, stelt de correspondent dat die
„eetzaal" bestond uit een opgeslagen,
aan de voorzijde geheel open, schuur,
waarin eenige bankjes. En daarin wer
den eerst de lichtgewonde soldaten ge
spijzigd en toen men daarmee gereed
was werd voedsel gebracht aan de
zwaardere gewonden, die in den trein
waren achtergebleven. De licht gewon
den en de voor bewakingsdienste aange
wezen soldaten waren toen met de
soep-uitdeelers langs den trein opgeloo-
pen, om hier en daar met hun kamera
den in den trein nog een praatje te ma-
en kwamen zoodoende ook bij de En
gelschen terecht, toen daar de wagon
deur geopend werd.
Berichten \an Vrijdag.
Van het Oostelijk front.
ST. PETERSBURG, 13 November.
(Reuter Voor zij Joh^nnisburg in Oost-
Pruisen vermeesterden moesten de Rus
sen ten tweede male zich een weg banen
door de bosschen en de uitgestrekte
moerassen, die ten zuiden van de Ma-
surische meren een natuurlijke bescher
ming vormen.
Langs de linie Soldau-Lyck hebben
de Duitschers zwaar getimmerde en van
veel geschut voorziene blokhuizen op
gericht, die met prikkeldraadversperrin
gen afgerasterd zijn.
De Duitschers hebben ten noorden
van de Masurische meren een sterke
troepenmacht samengetrokken, die voor
zien is van zwaar geschut uit de vesting
Koningsbergen.
WEENEN, 13 November. (Wolff.)
Het groote hoofdkwartier deelt vanmid
dag officieel mede:
Aan het noordoostelijke front is gis
teren niets van beteekenis gebeurd. De
Rassen zijn Tarnow (aan de Duoajec,
een zijrivier van den Weichsel), Jaslo (aan
de Wisloka) en Krosno (ten oosten van
Jaslo) binnengerukt.
Het aantal in Oostenrijk-Hongarije ge
ïnterneerde krijgsg>evangenen is sedert
gisteren 867 officiereu en 92,727 «inde-
ren gestegenj
De Oostenrijkers in Servië. t
WEENEN. 23 November. (Wolff.) Het
groote hoofdkwartier deelt officieel me
de
De Serviërs blijven van Koceljewo
(ten noorden van Waljewo) en Waljewo
naar het Oosten terugtrekken.
Aan de Save is Usee stormenderhand
genomen onze troepen hebben Beljin
Bonjani bereikt. Van de vijandelijke
verschanste stellingen zijn Gomile en
Dreginje reeds in ons bezit en Sopot
Stalitze is bereikt.
De van het westen en noordwesten
oprukkende kolonnes zijn bij Waljewo
aangekomen. Vooral de Zuidelijke ko
lonnes hebben door moeilijk terrein
moeten marcheeren en dezen zwaren
tocht op voorbeeldige wijze volbracht.
Volgens de Osmanischer Lloyd
heeft de Bulgaarsche regeering aan de
Servische regeering de volgende eischen
gesteld
le. directe vrijlating van alle ia Ma
cedonië voor den d'enst opgeroepen
Bulgaren 2e. bestraffing van den moor
denaar van den Bulgaarschen afgevaar
digde George3e. maatregelen te ne-
tegen het opruien door de Servische
overheden in Macedonië.
In de officieele Duitsche verlies-
lijsten, zoo wordt aan de Times gemeld
komen nu 509.000 namen voor gesneu
velden, gewonden en vermisten. De
meeste namen zijn nog van September,
somwige zelfs nog van Augustus en
slechts weinige van October.
De commandant van de »Emden«
en Prins Frans Jozef van Hohenzollern
zijn beiden gevangen genomen zij wa
ren niet gewond. De verliezen van de
»Emden< zijn 300 dooden en 30 ge
wonden. De minister van marine heeft
order gegeven, om den overlevenden
van de »Emden« alle militaire eer te
bewijzen. De commandant en de offi
cieren mogen hun degens behouden-
Door de Duitsche militaire autori
teiten te Antwerpen wordt medegedeeld
dat, te beginnen van Donderdag ^No
vember, niemand in België zal gelaten
worden, die niet voorzien is van een
door een door een der Hollandsche con
sulaten hier te lande afgeleverd >Pas-
sitrschein4, vermeldende naam, plaats
van bestemming, duur en doel van het
verblijf in België.
Deze maatregel zal den terugkeer der
vluchtelingen natuurlijk niet weinig be
moeilijken.
De Times van 11 dezer geeft de
namen van 84 gesneuvelde of aan hun
wonden gestorven Britsche offisieren.
Daarvan komen op de officieele lijst 57
en in de overlijdensadvertenties 27 na
men.
Tegenwoordig zijn er vrijwel eiken
dag zulke lijsten in de Engelsche bla
den. Het enorme verlies aan Britsche
officieren op een leger, dat vergeleken
bij het Fransch4 of Duitsche niet zoo
talrijk is, kan ten deele verklaard wor
den uit het feit, dat, waar de Engelsche
treepen in de vuurlinie staan, de aan
vallen der Duitschers het felst zijn.
(Noord-west Frankrijk, Zuidwest Vlaan
deren), Maar ook hieruit, dat er in de
Britsche formatie op 800 man 29 offi
cieren komen, hetgeen een hooger per
centage is dan in het Duitsche of Fran
sche leger.
De Duitschers schijnen het per
soonlijk op den president der Fransche
republiek gemunt te hebben. Nadat de
president met den heer Millerand van
Duinkerken en Veurne terugkeerde, be
zocht de heer Pomcaré het miiitair hos
pitaal te Pol-sur-Ternoise. Opeens vloog
een Duitsch vliegtuig om de stad en liet
een bom in dn Rue des Procureurs val
len. Een aantal Fransche vliegers maak
ten jacht op den vijand en verdreef hem
in de richting van de vijandelijke linies.
De Europeesche oorlog en onze
paardenfokkerij
De tegenwoordige oorlog verslindt dui
zenden paarden. Bij eiken cavalerieaanval
liggen de cadaver» enkele dagen later bij
honderd^ op het slagveld.
Een verminkt paard heeft voor het ge-
bmik ook geen waarde meer.
Het gevolg aal dos zijn, dat er na den
oorlog een groot tekort aan paarden zal
ontstaan, vooral in Duitschland, Frankrijk,
België en Oostenrijk. Ook Rusland zal zijn
paarden bij duizenden zien vallen.
Er ia nog een omstandigheid, die van
grooten invloed zal zijn op het ontstaan
van een groot tekort aan paarden in ge
noemde landen. Het fokken van paarden is
totaal in de war geraakt.
Dit zal ten gevolge hebben, dat er b^ de
groote slachting, welke er thans onder de
paarden wordt aangebracht, nog een groote
storing zal komen in den toevoer van paar
den van de fokkerijen in genoemde landen
en daardoor zal het tekort aan paarden in
den eersten tijd na den oorlog nog grooter
worden. Dit is een zaak, waarover men wel
eens mag nadenken in ons neutraal geble
ven landje.
Er is nog iets. Ons land voert jaarlijks
minstens 8000 hitten in uit Rusland, welke
n Goor op de markt verhandeld worden.
Hitten worden i.i ons land niet gefokt, zoo
dat geregelde toevoer uit Rusland moet ko
men.
Invoer van hitsen kan thans niet plaats
hebben.
We meenen daarom, dat op het fokken
van paardeu in ons land alle aandacht ge
vestigd kan wordeD, want na het sluiten
van den vrede zal de groote vraag naar
paarden in het buitenland wellicht nog vrij
lang blijven bestaan.
Ook het aankoopen van jonge paarden
zou met het oog daarop aanbevolen kunnen
worden.
Over eenigen tijd zal er in het buiten
land, met name in de oorlogvoerende landen,
groote vraag naar paarden komen voor den
landbouw, mijnbouw, sleeperyen en andere
doeleinden.
Al zijn onze grenzen thans voor uitvoer
van paarden gesloten^ na den vrede zal de
toestand ontstaan, zooals wij dien hierboven
geschetst hebben.
Daarom meenen wij thans de aandacht
op deze zaak te moeten vestigen.
Ouze paardenfokkerij gaat stellig een
goeden tijd tegemoet.
Waalwijk, 14 Nov. 1914.
Koopt Diet In den vreemde, wat
in Waalwijk even goed en even
goedkoop kunt vinden.
2651 W. B.
Benoeming.
Bij Koninklijk Besluit is benoemd tot
notaris der standplaats Waalwijk, de heer
Arie Schaap, cendidaat-notaris aldaar.
Wij feliciteeren den heer Schaap van
harte met deze onverwachte, mooie pro
motie, die door de gemeente Waalwijk
en omgeving, waar de benoemde zich
in den tijd dat hij als candidaat werk
zaam was om tal van eigenschappen en
redenen, reeds zoovele goede vrienden
heeft gemaakt, met ingenomenheid zal
worden vernomen.
Bij Kon. besluit van 9 dezer is,
met ingang van 19 dezer, benoemd tot
burgemeester der gemeente Genemuiden,
H. J. Groote Balderhaar ten Velde, met
toekenning van gelijktijdig eervol ont
slag als Burgemeester der gemeente
Werkendam.
Hanze-cursus.
Met genoegeo kan worden medege
deeld dat de deelname aan den handels
cursus van >de Hanze4 telken jare is
toegenomen, zoodat dit jaar de lessen
worden gevolgd door een dertigtal de
gelijke, ijverige studenten, die voor de
toekomst in den middenstand zeer veel
beloven.
Moge deze inrichting voor vele nog
niet-leden van >de Hanze4 een aanwij
zing zijn om niet alleen het toekomende,
maar ook het huidige belang van den
R. K. Middenstand te behartigen en
eene aanleiding zijn om als lid dezer
Vereeniging toe te treden.
Bieten-cultuur.
Dat ook in deze streek steeds meer
aan den verbouw van suikerbieten wordt
gedaan, kan o. m. blijken uit de vrij
drukke verzending daarvan, die van uit
onze gemeente plaats heeft. Aan spoor
en haven ziet men voortdurend laden
door de boeren uit den omtrek, die
hunne bieten, door agenten opgekocht,
verder van hier naar de fabriek doen
vervoeren.
Ooft-cultuur.
Men is thans druk bezig m«t het in
orde brengen van het groote dubbele
stuk weiland van de Diaconie, schuin
tegenover het station, waar de heer W.
van Loon, onder leiding der Pomologl-
sche vereeniging, een grooten boomgaard
geheel voor ooftcultuur gaat aanleggen.
Deze cultuur neemt in onze gemeente
steeds toe.
Haven.
Wij hadden goed schrijven in ons vo
rig nummer, dat in de haven een dam
was gelegd om de kom af te sluiten, ten
einde zoodoende met het betonwerk te
kunnen beginnen. Wij konden natuurlijk
moeielijk weten dat een ontzettende
storm in den nacht van Woensdag op
Donderdag dezen geheelen dam zou
wegslaan niet alleen, maar ook dat de
geweldige watervloed door groote kracht
opgezweept, met alle macht een paar
gaten van een tiental meter breedte in de
kade zou slaan, daardoor in eenige uren
den geheelen buitenpolder inundeerend.
Dit toch is geschied..
Men had de dam van zand zoover
mogelijk gereed gemaakt en Donderdag
zou men met geheide palen en damplan
ken dit werk versterken, toen de kolos
sale Westerstorm kwam opzetten en het
hooge water met ontzettende kracht te
gen ea weldra door dezen verschen dam
stroomde. Wat de uitvoerder en zijne
werklieden in den nacht ook probeerden,
er was tegen het element niets te hou
den, de dijk werd weggeslagen, de ha
venkom liep vol en met alle kracht sloeg
het water tegen de afgegraven kade,
waarin weldra een paar galen werden
geslagen, die door afbrokkeling aldoor
grooter werden. Door het verval vloog
het water met geweldige vaart den pol
der in, terwijl massa's zand, men sprak
van een 1000 M3, door het neerstortende
en snelstroomende water werden uit
den grond geslagen en meegevoerd. De
langs het zwaaigat gerooide boomen
werden als veertjes medegevoerd den
polder in. De boeren die hun beesten
nog in 't land hadden, moesten deze
spoedig in veiligheid brengen, wat ge
lukkig alles nog zonder eenig ongeluk
is afgeloopen. Den geheelen dag Don
derdag, vooral toen het getij opkwam,
stroomde het water met onverminderde
kracht voort en door voortdurend ener
giek werken slaagde men er in, een dam
te leggen voorbij de sluis voor het water
van den Binnenpolder, anders had ook
daar een overstrooming het gevolg kun
nen zijn, wat veel meer schade zou hebben
berokkend dan in den Buitenpolder, waar
het weiden vrijwel is afgeloopen. Alleen
kan nu het overtollige zand wat nadeel
geven. De schade voor den aannemer
der betonwerken bij dit ongeval zal be
trekkelijk nogal van beteekenis zijn, om
dat het tot dusverre uitgevoerde werk
vrijwel nutteloos is.
Vrijdagmorgen was het water veel la
ger en kalmer, de wind was meer Zuid
west en de werkzaamheden aan dam en
haven werden weer hervateen gat is
reeds gestopt. Ook in den Polder trok
het water langzaam weg.
De toestand in Noord-Brabant.
Ofschoon vele looierijen en vooral
de grootere fabrieken nog eenigen tijd
voorraad hebben, zoo kan men zonder
vrees voor tegenspraak, beweren dat de
Brabantsche leerfabrikant ernstig gaat
vreezen zijn bedrijf te moeten stopzetten,
althans zéér beduidend te verminderen.
De schoenfabrieken werken, veelal aan
voorjaarsorders, drukker dan een maand
geleden, doch ook zij zien met schrik
den tijd tegemoet. Het baart algemeen
verwondering dat de prijzen van schoen
werk tot heden nog tamelijk stationnair
zijn, ondanks de ongekende duurte der
grondstoffen. N. L.
f L. de Beer. f
Te Tilburg overleed de heer L. de Beer
schoenfabrikant op het Goirke. De heer
de Beer, in de omtrek beter bekend als
Narus de Beer, heeft zijne zaak zeer om
hoog weten te werken en was door zijne
eerlijkheid en rechtschapenheid zeer ge
zien en bemind bij collega's en afnemers.
Daar zijn eenige zoon den geestelijken
staat omhelsde, telt de zaak; gee a recbV-
streekschea opvolger. N. L.
Leerverbruik door de Europeesche legers.
Vier en twintig millioen soldaten zijn
er naar ruwe schatting in het veld. Een
Amerikaansch vakblad berekent het
maandelijksch verbruik aan voetbeklee-
ding van het Europeesche leger op 14
millioen paar, daarbij komt dan nog het
andere leer voor militair werk (paarden
tuigen, koppels, ransels etc.). Er wordt
dan gerekend dat het totale leerverbruik
door de Europeesche legers bianen een
half jaar 300 millioen gulden beloopt,
't Is de vraag of hiervoor genoegzaam
huiden en looistoffen zijo te betrekken.
N. L.
Huidenleder tn extracten.
Uit de berichten uit verschillende lan
den blijkt, dst bijna overal een uitvoer
verbod van huiden en lool-extracten is
afgekondigd en dat de prijzen der hui
den, maar vooral ran 't leder, enorm
stijgen.
Expositie Jan van Delft.
Jan van Delft exposeert vanaf heden
eene collectie schilderijen in de vitrine
bij den heer C. de Cortie alhier. Een
aansporing lot een kijkje, is natuurlijk
overbodig.
Staatscommissie - werkeloosheid.
Verschenen is het eindverslag aan H.M.
de Koningin van de Staatscommissie voor
de Werkloosheid (ingesteld bij Koninklijk
Besluit van 80 Juli 1009), waarv-n ook
de heer E. W. Kl|jberg-P rum a hier,
lid is.
Het is een lijvig boekdeel groo' 878 d.
zijden, met zeer belangrijke verhandelingen,
waaraan wij nog wel eens gelegenheid zullen
hebben een en ander te ontleenen
Bevordering.
Bij de 2e Com pie van het 42e Bat. Lande.
Inf. werd tot sergeant bevorderd de beer J.
v. Eijkelenbuig alhier.
De heeren Jo». van Vugt alhier en
Joh. Hoymayer te Besoijen korporaal» bij 't
le Regt. Infanterie zijn eveneens tot sergeant
bevorderd.
*De Hanze.*
De Jaarvergadering van de Diocesane
Gilden der Bouwkundige Vakken der in
het Bisdom van 's-Bosch bestaande Plaat*
selijke-, Districts- en Dekenaatsgilden in
de bouwbedrijven zal gehouden worden
op Maandag 16 November e.k. des na
middags om half drie, in de bovenzaal
van het Café »Voskens4 Heuvel, hoek
Bosscheweg, Tilburg.