^unniifcr 1*2. Zondag 7 Februari 1915 38e Jaargang Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. Waalwi|ksche Stoomdrukkerij Antoon Tielii Eerste Blad. De tweede Vrouw. Pit nummer bestaat uit TWEE bladen FEUILLETON. Telefoonnummer 38. Telegram-Ad <ss: ECHO. Berichten van Woensdag. Waalwijksflic en Lanptraatsehe Courant Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond. Abonnementsprijs per 8 maanden f0."5. franco per post door het geheele ryk f 0.90. Brieveningezonden stukken, golden era., Uitgever. franco te zenden ?.an den UITGAVE Prijs der advkrtintiSn 10 cent per regel; minimum 6 regels; groote etters naai plaatsruimte. Advertentiën 8 maal ter plaatsing opgegeven worden 1 maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regel* en advertenties bij abonnement worden speciale zeer voordeelige contra gesloten. Reclames 16 cent per regel Oorlog Aan het Suezkanaal. KAïRO, 3 Feb. (Reuter.) Vannacht beeft de vijand getracht het kanaal bij Toessoen over te steken. We lieten ze t it aan den oever komen. Maar uauwe- 1 iks waren zij met hun werk begonnen, onze troepen voerden een aanval uit, cUe volkomen slaagde. De vijand vlucht te io wanorde en liet al het materiaal in onze handen. Verscheidenen verdronken Jrf werden gewond. Veertig werden er krijgsgevangen gemaakt. Aan onze zijde drie gewonden. Zuid-Afrika. PRETORIA, 4 Feb uari. (Reuter.) Vier officieren en honderd burgers van Maritz commando hebben zich te Kakamas overgegeven. Vijfhonderd burgers hebben zich met Kemp overgegeven. PRETORIA, 4 Febreari (Reuter.) Van Kemps commando hebben zich overge geven 43 officieren en 486 burgers. Er is reden te gelooven, dat een aan zienlijk aantal leden van de verdedigiogs- macht, die in opstand waren gegaan, vanavond zich in Upington zullen over geven. Van het Westelijk gevechtsterrein PARIJS, 4 Febr. (Reuter.) Het com- munlqé van vanavond zegtEr valt niets van beteekenis te melden dan het af slaan van drie aanvallen van de Duit- schers in Champagne ten westen van Perthes, ten noorden Mesnel-les-IIurlus en ten noorden vaD Massiges. Een nieu we aanval van Duitsche zijde op Bagatelle in Argonne is Dinsdagnacht afgeslagen BERLIJN, 3 Februari (Wolff.) Amb telijke mededeeling uit het groote hoofd kwartier Aan het front tusschen de Noordzee en Reims zijn alleen alleen artilleriege vechten geleverd. Hernieuwde aanvallen van de Fran- schen bij Perthes zijn onder verliezen voor den vijand afgeslagen. Ten Noorden en Noordwesten van Massiges (ten N.W. van St Mèoéhould) zijn ODze troepen gisteren door drie achter elkaar liggende linies loopgraven stormenderhand heengedrongen en heb ben zich in de hoofdstelling der Fran- schen over een breedte van 2 K.M. ge nesteld. Alle tegenaanvallen der Franschen, die ook 's nachts werden voortgezet, zijn afgeslagen. Wij namen 7 officieren 601 man ge vangen en veroverden 9 machinegewe- ren, 9 kanonnen van klein kaliber en veel materieel. Overigens is alleen de vermelding waard, dat in de Mldden-Vogezen klei ne gevechten van ski-troepen metFran- sche jagers gunstig zijn afgeloopen. BERLIJN, 3 Februari. Ambtelijke me dedeeling uit het groote hoofdkwartier van heden: In Oost-Pruisen zijn zwakke aanvallen van de Russen tegen onze stelling ten Z. van de Memel afgeslagen. In Polen ten N. van den Weichsel zijn ten vervolge op 'de reeds gemelde ge vechten schermutselingen tusschen kleine troepenafdeelingen geleverd Aan de Bzura ten Z. van Sochaezew is een nachtelijke aanval van de Russen met zware verliezen voor den vijand mislukt. Onze aanval ten O, van Bolimow maakt ondanks een hevig tegenoffensief van den vijand vorderingen. Het aantal gevangenen neemt toe. In de Karpathen vechten sedert eenl- ge dagen Duitsche strijdkrachten schou der aan schouder met Oostenrijksche- Hongaarsche troepen en hebben in het moeilijke, met saeeuw bedekte bergach tige terrein een reeks mooie voordeelen behaald. De Odyssee van de Ayes hu. BERLIJN, 4 Februari. Aangaande het schip Ayesha (de schoener aan boord waarvan de landingsdivisie van de Emden aan de Kokos-eilanden een heenkomen hadgezocht) is bericht ontvangen dat zijo commandant kapitein luitenant ter zee v. Mücke met de landingsdivisie van de Emden in de buurt van Hodeida aan de zuidwestkust van Arabië aangekomen en door de Turksche troepen met gejuich .ontvangen is. Nadat het schip erin ge slaagd was, zonder door de Engelsche en Fransche bewakingstrocpea bemerkt te zijn, de straat van Perim door te va ren, beproefde men een landing aan de kust in het gezicht van een Fransch oorlogsschip. Duitschland bedreigt de Engelsche wateren. BERLIJN, 4 Febr. (W B.) (Officieel.) De >Reichsanzeiger4 publiceert in het offtcleele gedeelte de volgende mede deeling: De wateren van Groot-Brlttannië en Ierland, waaronder ook begrepen is het geheeie Engelsche Kanaal, worden hierbij als oorlogsgebied verklaard. lo. Van af den I8den Februari zal elk vijandelijk koopvaardijschip, dat in dit oorlogsgebied wordt aangetroffen, vernield worden, zonder dat het altijd mogelijk zal zijn daarbij de bemanning en passagiers voor dreigend gevaar te behoeden. 2o. Ook neutrale schepen loopen in dit oorlogsgebied gevaar, wijl gezien de door de Engelsche regeering op 31 Ja nuari bevolen misbruiken van neutrale vlaggen en toevalligheden in den zee oorlog niet altijd vermeden zal kunnen worden, dat aanvallen, welke tegen vijan delijke schepen gericht zijn, ook neutra le schepen treffen. 3o. De scheepvaart ten Noorden van de Shetlands eilanden, in het Oostelijk gebied van de Noordzee en een strook van minstens 30 zeemijlenbreedte langs de Nederlandsche kusten Is niet gevaar lijk- De chef van den marine-staf, POHL. BERLIJN, 4 Febr. (W.B.) Ter verklaring van bovenstaande mededeeling heeft de Dait sche regeering aan de boudgeuooten, neutrale en vijandelijke mogendheden de volgende, schriftelijke uiteenzetting gegeven over de maatregelen van Engeland, die iu strijd zijn met het volkerenrecht en de afsnijding van den neutralen zeehandel met Duitschland beoogen. Het stuk luidt als volgtSedert het begin van den huidigen krijg voert Engeland tegen Duitschland een handelsoorlog op een wijze welke spot met alle volkerenrechtelijke bepa lingen. Wel heeft de Britsche regeeiing in ver scheidene bevelen de Londensche zeerechts- declaratie als geldig verklaard, doch in wer kelijkheid echter heeft zij zich niet aan de voornaamste punten gestoord, ofschoon hare eigeue gevolmachtigden op de Londei sche conferentie de besluiten als het geldige volkerenrecht erkenden. Dj Britsche regeering plaatst een reeks voorwerpen op de lijst tan contrabande, welke niet of slechts zeer indirect voor krijsr»- doeleinden kunnen gebruikt worden, eu der halve volgens de Londensche declaratie en de algemeen erkende regels van het volken recht, heelemaal niet als contrabande mogen worden beschouwd Verder heeft Engeland het onderscheid tusschen absolute en relatieve contrabande feitelijk weggecijferd, wijl het alle artikelen van relatieve contrabande, voor Duitschland bestemd, zonder in aanmerking te nemen de haven, waar zij uitgelaten znllen worden, en zonder acht te geven of zij voor vijande lijke doeleinden gebruikt worden of niet, eenvoudig in beslag neemt. De Engelsche regeering schrikt er zelfs uiet eens van terug de Parijsche zeerechten- declaratie te schenden, wijl hare oorlogsche pen van neutrale schepen Duitsche goederen welke geen contrabande wareD, genomen heb ben. In strijd met zijn eigen vorderingen van de Londensche declaratie, liet Engeland ver der door zijn strijdkrachten ter ze^ talrij -e dienstplichtige Duitschers van neutrale sche. pen weghalen en krijgsgevangenen makeD- Ten slotte heeft het de heele Noordzee tot oorlogsgebied verklaard en de nenirale scheepvaart de doorvaart door de open see tusschen Schotlaud en Noorwegen, zoo niet onmogelijk gemaakt, dan toch uiterst be moeilijkt en iu gevaar gebrach', zoodat in zekeren zin een blokkade van uentrale kus ten en ueutrale havens in strijd met het volkenrecht werd ingevoerd. Al deze maatregelen hebbr-u blijkbaar t^n doel door stillegging van den wettehjken neutralen handel in strijd met het volken recht niet alleen de militaire aciie maar ook den economischen welstand van Duitsch land te treffen, en ten slotte deor middel van uithongering het heele Duitsche volk aan de vernietiging prijs te geven, De neutrale mogendheden hebben ïich over bet geheel genomen, naar de maat regelen der Britsche regeering geschikt. Zij hebben niet bereikt, dat de van haar sche pen in strijd met het volkerenrecht wegge haalde Duitsche personen en goedpren door de Britsche regeering zijn uitgi lr.verd. Ook hebben zij zich tot op zekere boog'e zelfs met de Engelsche maatregelen, die in strijd zijn met de vryheid ter zee, vereenigd, door dat zij blijkbaar .ouder de pressie van En geland deu voor vredelievende doeleinden bestemden doorvoer naar Dui'schland ook hunnerzijds door uitvoer- en doorvoerver- boden verhinderen. Tevergeefs maakte de Duitsche regeering de neutrale mogendheden er op opmerkzaam, dat zij zieh de vraag moest stellen, of zij aan de tot nu toe geëerbiedigde bepalingen der Londenrcbe declaratie nog langer zou kun- neu vasthouden, als Groot-Britunnië op den door haar ingezlagen weg zo» voortgaau en de mogendheden al deze nentraliteits- echendingen ten nadeele van Duitschland aoger zonden dulden. Grpot-Brittannië beroept zich voor zijn met hot volkerenrecht strijdige maatregelen op levensbelangen, die voor het Britsche rijk op het spel staan eu de neutrale mogendheden schijnen met theoretische protesten te volstaan en dus feitelijk de levenbelangen van oorlog voerende als een voldoende verontschuldiging voor elke wijze vau oorlogvoeren te laten gelden. Op zulke levensbelangen moet ook Duiisch- and zich thans bosorpen. Het ziet zich dus tot zyn leedwezen tot militaire maatregelen tegen Engeland gedwongen, die een vergel ding moeten zijn voor het Ewg-Uche optreden. Evenals Engeland het gebied tnsscheu Schotland en Noorweg tot oorlogsgebied ver klaarde, evenzoo verklaart Duitschland de wateren rondom Groot-Brittannië en Ieilsnd met inbegrip van het heele Eugelsche Kanaal »ot oorlogsgebied en zal het met alle hem ten dienste staande oorlogsmiddelen tegen de vijandelijke scheepvaart aldaar optreden. Daarom s«l het van 18 Februari 1916 elk vijandelijk koopvaardijschip, dat zich op het oorlogsgebied begeef', pogen te vernieiigen. zonder dat het steeds mogelijk by yaa „DE ECHO VAN HET ZUIDEN.' IV. IN HET LOUVRE. S) zij en Daar is Christine, dacht hij Zij was het werkelijk. Mot haastige stoppen naderde telkens vol ODrust om zich beeD. Vergeef mij dat ik u heb laten wachten, zegde zij zacht, maar toen ik hierheen kwam, ontmoette ik Morianne, do kamenier van me vrouw de gravin. Het scheen mij, dat zy mij nazag en ik heb eenen omweg door het park gemaakt om hier te komen. Wat vreest ge dan? Iets zeer pijnlijks. Gy doet mij schrikken. Ik verzoek u mij zoo kalm mogelyk aan te booren. De toestand is ernstig, zoer ernstig zelfs. Zy zotte zich op de bank noer en begon S-dert eenige dogen heb ik opgemerkt, dat men mij bespiedt, by alles wat ik zeg ol doe, 's avonds en 's nachts luistert men aan myne deur of loopt men in den gang bij mijne kamer. Eols heb ik Marianne zelf betrapt. De graaf sprong driftig op. Wot moet dat beteekenen? riep bij uit. Ik zal bnar voor die onbeschaamdheid wegja- - gen. Stil, spreek zachter, ik beef van angst. Maar er is nog meer. Men komt ook met een valïchen alcatel op mijne kamer en doorzoekt mijne laden en papiereD. Zie. dit vond ik gisteren op den vloer in mijn slaapvertrek. Zy hield den graaf een zakdoek voor. Dat is een zakdoek van de gravin, zegde by. Ja. en gij weet dat mevrouw nooit mij komt, ten minste nooit openlijk. Zij komt dns in 't geheim en heeft bij mij haren zakdoek verloren. De graaf werd bleek van woede. Dat is te veel, zegde hij, daar moet een einde aan komeD. Het is goed dat gij mij ge waarschuwd hebt, gy had het zelfs al vroeger moeten doeD. Ik bid n mijnbeer, laat mij u zeggen.. Wat dan? vroeg bij driftig. Ik weet waarom Marianne, die zeer gehecht is aan bare meesteres, mij aldna bespied». Ik weet waarom mevr. de Montalais in myne af wezigheid mijne kamer doorzoekt, waarom zij sedert eene maand zon treurig ea zoo somber is. Eerst had ik het aan hare kwaal toege schreven, maar dat is het niet. Mevr. de Mon talais zal iets bemerkt hebben van nwe vriendelijkheid. De graaf boog het hoofd, Het was waar, de arme vrouw was in den laatsten tijd veel veranderd. Er is maar éèo middel, waardoor mevr. de Montalais de rnst en bet gelnk teroagege- ven kan worden, ging Caristine voort. Ik moet vertrekken. Vertrekken herbaalde de graaf vol ontsteltenis. Ja, heden avond nog. tiet is noodzakelyk, onvermijdelijk. Maar ik wil het niet. - Denk toch eens verstandig na, mijnheer. Mevrouw de giavin is myne weldoenster, zij heeft mij van de ellende gered en ik hoopte altijd by haar to znllen blijven. Ik ben zoo gehecht aan haar en ik zon hoor niet willen verlaten, wanneer plicht dat niet gebood. Hare lang ingehouden tranen begonnen nu ruimschoots te vloeien zy bedekte bet gelaat met de banden en snikte laid, Montalais bad, smeekte en bezwoer haar te blyveo, maar te vergeefs. Llaar besluit was onherroepelijk. Het eenige dat zij den graaf beloofde was, dat «ij haar vertrek nog eenige dagen zon uitstellen, om er een voorwendsel voor te vinden, opdat Philippe en Madeleine de ware reden niet zonden vermoeden. De gravin zon het begrijpen od er de gezelschapsjuffrouw dankbaar voor zijn. En waar zult gij heengaan vroeg Mon talais. Christine haalde de schouders op, Ik weet het niet. Eerst naar Parijs en dan zal ik verder zieü. Montalais nam met eenen bariddrnk afscheid van Cnnstine, maar zij trok ze plotseling terng en flaisterde: Stil, geen woord, ik meende iets in de nabijheid te booren. Waar dan? Er liep iemand achter da palmboomen, ik weet het zeker. Beiden zwegen en dnrfden nanwelyks adem balen. Christine sag achter zich en poogde door het groen iets te onderscheiden. Daar, fluisterde zy. ik heb het gezien. De gravin heeft zich verwijderd, ik herkende in de verte haar kleed. O het is vreeaelyk I Zij zal mij van verraad, ontrouw en ondank baarheid beschuldigen en toch neb ik niets gedaan, waarover ik mij behoef te schamen. Zij was aan de grootste wanhoop ten P1"—l#Bljf toch bedaard, smeekte de graaf. Gy bebt n misschien vergist. N.en, neen ik heb haar duidelijk gezien. Keer langs eenen omweg naar 't kasteel terng en haal in het voorbijgaan Thérèse af. Mbd zal denken, dat ge met haar gewandeld hebt. Ik ga enmiddelyk naar het kasteel. Montalais verliet de serre en keerde naar het kasteel terng. Zijt gij al op vroeg de graaf, terwijl bij met moeite zyn verlegenheid verborg. Welzeker, ik heb al een wandeling in 't park gedaan, antwoordde Alice met een kolmen glimlach. Toen ik beneden kwam, vond ik niemand hier. Philippe en Madeleine waren nog niet terng van hunne wandeling Ge waart er ook uiet en mistress Howard evenmin, daarom ben ik ook naar buiten gegaan Hoe kalm was baar blik, hoe matig de toon, waarop zy dat zegde. Zon zy werkelyk niets gemerkt hebben, ol was die bedaardbheid slechts geveinsd? Deze vragen kwelden den graaf. Inmiddels kwamen Philippe en Madeleine tbuiB. Wat nu vroeg de gravin, terwyl zy hare kinderen omhelsde. Is Thétèie niet u meegegaan heden moryen? met LUOrKcB Ik weet niet wat Thérèse scheelt, zegde Madeleine, in den laotsten tyd ontvlucht zij ons gedurig. Zie, daar komt zij jnist aan, met mib treBS Howard, zegde de graviü Inderdaad kwam Taèièie met de gezelschaps juffrouw binneD. Ik begin ernstig kwaad op u towordon, Thérèse, zesde Madelaioe. Vroeger waart ge uliyd by ons, en dit jaar zien wy a bijna niet meur. Wat beteekent dat tcch Ik moest mijn vader doz?n morgen bel- ren by het opmaken van de rekeningen, ant woordde de dochter van den rentmeester. Madeleine zag haar ongejoofig aan Helaas, bet ODSchnldige kiod voelde niet, dat Thérèse een hevipen stryd met haar eigen bart voerde, dat zy te verge.fs de liefde trachtte te versmoren, die daariu on.waakt wai. De gravin begaf zich dien avond vroeg ter roste. ZU was vermoeid en beval aan Mari anne,' dat zij den vo'.geaden morgen mei op hora kamer mocht komen, voordat zy gebeld hHpanl de Sain'-Yves zou den volgenden dag op bet kasteel komen en Madeleine en Philippe spraken met elkaar af, dat zij hem 's morgens van het station sooden gaan afhalen. Dien avond stond Thérèse terwyl het kasteel in diepe rost gedompeld was. aan baar venster te droomen en te dweepen, toen zij een ge- beimz nnlge gestalte over bet balcon zag gson on in de kamer van de gravin verdwijnen. Den volgenden morgen kort na dn aan komst van Panl de S iint-Yves, vond men Alice dood op baar bed, omringd van tuberozeD, wier verdertlijke genr haar bet leven had bono— man. f Madeleine en de overige bewoners van nei kasteel geloofden aan een ongeluk, de graaf, Philippe en de dokter Mercier begrepen, dat de gravin zelfmoord bad gepleegd Hoe meer Philippe aan deD raadselachtigen dood van zijne moeder nadacht, boJ duidelijker het hem werd, dat men de ware oorzaak van baar overlijden verborgen hield. Zijne moeder zou zelfmoord gepleegd hehben, omdat baar lyden ondraaglijk was geworden en zij een spoediger einde aan baar leven wilde maken Hij kon het niet geloover. Zoo hopeloos was de toestand der gravin niet en zij beminde hem eu Madeleine te zeer, om vrijwillig den dood te zoeken om znlk «ene reden. Sedert die vrouw, Christine Howard, in buis was gekomeü. bespiedde en bewaakte Philippe alles wat zij deed. Wat waren zij gelukkig geweest, voordat die vrouw zich op hunnen weg geplaatst had. O 1 had men maar naar zijne raadgevmgen willen luisteren, duo zoa die ramp niet oter de familie de Montalais gekomen zyD. Hoe gaarne zon hij die Christine weg gejaagd hebben, maar hy was geen meester zy„ vader alleen had te bevelen Hy moest dus bare tegenwoordigheid dolden, maar verzon allerlei voorwendsels om haar zoo weinig mogelyk te zien. No eens zegde by, dat by ongesteld wns en bleef gehe L dagen op syn» kamer. Dan ging by vroeg met den rent meester Borgend »it, zwierf met hem «loor velden en bosschen en kwam eerst tegen den avond terug op bet kasteel. Zoo ging er eene maand in diepe treurigheid op Giuestière voorbij De graaf zonderde zich voortdurend af. Madeleine vertoonde zich zelden. Ay was steeds in gezelschap van Thérèse en beide meisjes beweendeu de vrouw, die zy zoo innig lief gehad hadder. Mistress Howard bad geheel het bestuur der huishouding op neb genome» en zij deed dit ïoo onberispelijk, dat alles even geregeld ging als toen de gravin nog leefde. De tyd echter verzacht iedere smart en droogt alle tranen. Op zekeren morgen, toen oeno heerlyne herfstzon door de vensters v»d zyne kam»r drong, stond de graaf op het balcor. Da frissche buiteoluebt deed bem goed. üy ging voor het eerst uit, sedert den dood der gravin en deed eene wandeliDg in den omtrek. Tegen twaalf ure kwam hij naar huis. (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1915 | | pagina 1