Nummer 32.
Zondag 18 April 1915
38e Jaargang
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
Waalwijksche Stoomdrukkerij Antoon Tielen,
Eerste Blad.
De tweede Vrouw.
IIndbouw?"^"
Dit nuiMner bestaat
uit TWEE bladen
FEUILLETON.
Van schoenen en leer.
f;
Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per 8 maanden f0."5.
Franco per pont door het geheele ryk f 0.90
Brieven, ingebonden stukken, gelden ei", /rauco te senden aan
Uitgever.
den
UITGAVE
Telefoonnummer 38. Telegram-Ad ja: ECHO.
Prijs der Advk*t«.ntiJsn 10 cent per regel; minimam 6 regels; groote
letters naar plaatsruimte. Advertentiën 3 uaaal ter plaatsing opgegeven
worden 2 maal berekend. Voor plaatsing van ecu groot aantal regels en
advertentie? bij abonnement worden speciale seer voordeeligc contra
gesloten. Reclames 16 cent per regel
In het Algemeen Handelsblad wan Vrij
dag 26 Maart 1915 kwam het hieronder-
volgende, zeer intressante artikel.
De heer Van Nispen tot Sevenaer be
sloot onlangs een redevoering in de
Kamer met deze geestige uitspraak „Het
economisch leven staat nog grootendeels
in de klompen van den boer." Ook
zonder een volbloed agrariër te zijn,
kan men erkennen, dat in deze uitspraak
een goed deel waarheid schuilt. Met nog
meer recht kan men beweren, dat wij
allen ioopen in de huid van het rund.
Eer het koevel echter in een schoen is
getransformeerd, heeft het heel wat sta
tions gepasseerd. Is het afkomstig van
een inlandsch rund, dan is het öf in
vrijen handel van den slager in handen
van den looier overgegaan, of wel
en dat gebeurt met de meeste huiden
het is gekomen bij de Rotterdamsche
of Amsterdamsche Huidenclub, bij welke
vele slagers zijn geïnteresseerd. Voor
onze schoenindustrie wordteen aanzien
lijk getal huiden uit het buitenland
betrokken, vooral uit Argentinië. De
secretaris der Amsterdamsche Huiden
club deelde mij zelf mede, dat onze
eigen looierijen voor90 procent exotische
huiden verwerken. Van den looier komt
het koevel als leer bij den schoenfabri
kant. Ondergaat het schoenwerk een
prijsstijging, dat is die in de meeste
gevallen het gevolg van prijsverhoo-
gingen, die één der groepen, door wier
handen de grondstof ging, wist uit te
lokken. De huismoeder, die in dezen
tijd zoo gelukkig is, een wat talrijk
kroost te bezitten, klaagt steen en been
over de sterk gerezen prijzen van
schoenwerk en reparatiewerk. Met reden.
Doch de schoenmaker is niet de eigene
of eerste schuldige. De reparatieprijzen
van schoenwerk zijn als volgt gestegen
Van »DE ECHO VAN HET ZUIDEN.7'
f 1.75
f 1.30
f 0.50
f 1.25
f 0.90
f 0.40
f2.25
f 1 60
f 0.65
28
23
30
f 1 60 28
f 1.15 27
f 0.45 12'/2
Aug. 18 Mrt. stijging
1914 1915 proc.
Heeren zolen
en hakken
ld. zolen
ld. hakken
Dames zolen
en hakken
ld. zolen
ld. hakken
Kinderen kleine
maat zolen
en hakken f0.90 f 1.15 27
ld. groote... f 1.20 f 1.45 21
Op het budget van een wat talrijk
gezin drukt een dergelijke verhooging
vrij zwaar.
De schoenmaker was tot die verhoo
ging gedwongen door een buitengewone
stijging der leerprijzen, die weer een
gevolg was van den hoogen prijs der
huiden. De prijs van deze laatste liep
na het uitbreken van den oorlog zeer
op, wat werd veroorzaakt, door dat er
geen aanvoer van buitenlandsche huiden
meer was.
De importcijfers spreken van groote
vermindering.
Invoer van
Onbereide gedroogde huiden.
(in duizend K.G.)
Augs. tot en met Dec. 1913. 8534.
Augs. tot en met Dec 1914. 934.
Onbereide gezouten huiden.
(in duizend K.G.)
Augs. tot en met Dec. 1913. 6098.
Augs. tot en met Dec 1914. 624.
Bereide huiden.
(in duizend gld.)
Augs. tot en met Dec. 1913 6063.
Augs. tot en met Dec. 1914 2141.
Dat is dus een verschil van 13 mil-
lioen kilo onbereide en een waarde
van 4 millioen gulden bereide huiden.
Voor den oorlog was de prijs van in-
andsche huiden 30 tot 36 cent per '/2
G. versch gewicht, d.w z het gewicht
der huid, zooals zij van het rund komt,
inclusief horens, dus niet gezouten. „Bij
een inschrijving te Rotterdam, zoo meldt
mij een groot fabrikant, werden ver
schillende partijen huiden, waarvoor
44 en 45 cents was ingeschreven, door
de huidenclub opgehouden. Partijen uit
de hand gekocht, liepen zelfs tot 50/52
cents, een ongekend hoogen prijs. Door-
XIII.
DE SPION.
29
In het buffet stond de herbergier, en twee
dienstmeiden waren bezig de glazeD te spóeleD,
Vader Wood was een zwaarlyvig man, met
een hoogrood gelaat en rosachtig haar.
Hij was in zijn overhemd, had een grooten
schort cn een flnweelen broek aaD.
Zonder op den slapenden dronkaard acht te
slaaD, namen Philippe en zyne reisgenooten aan
een tafeltje plaats.
Een der mei?jes uit het buffet kwam vragen
wat zy verlangden.
Brerg vier glazen brandewyn, bestelde Phi
lippe en vraag of wij den waard eecsknnnoD
spreken.
Het bestelde werd door den waard lelf ge
brachtby zette het op tafel en vroeg op tame
lyk norschen toon
Wat verlangen de heeren van my
Kom eerst eens by ons zitten, drink een
glas brandewijn met ons, vader Wood.
De herbergier zag zyno Rosten verbaasd aan.
Zy sproken alle drie goed Engelsoh, boewei met
vreemden tongval. Ook zagen zy er beel anders
nit dan zijne gewone begunstigers. In de ver
onderstelling, dat zij hem misschien wel een
dienst le vragen hadden waarvoor zy hem wel
rnim zonden betalen, werd by veel vriendelijker
ging zitten, nam een teng nit het glas brandewyn
dat Philippe hem toeschoof en zegde
Waarmee kan ik de heeren van dienst
zijn
Wy hebben n eenige inlichtingen te
▼ragen en hier is voorloopig een pond voor de
dat de uitvoer van huiden op 8 Sep
tember geheel werd verboden, is de
prijs der ruwe huiden daarna aanmer
kelijk gedaald, doch stond de vorige
week nog 41/42 cents." De huidenclubs
hunnerzijds meenen, dat zij zeer billijke
prijzen vragen. Op de veiling van 14 Ja
nuari '15 stelden zij voor den verkoop
van verschillende kavelingen minimum
prijzen. Uit deze minima blijkt intusschen
een vrij groote stijging
P r ij z e n op:
9 April 10 Mei en 11 Juni.
1914. 1914 1914.
Heelkop-koehuiden 39 40 40'/2
Openkop-koehuiden 39 393/4 39
12 Juli. 15 Jan. Stijging.
1914. 1915. sinds Juli.
Heelkop koehuiden 41 '/2 45 8.5 °/0
Openkop-koehuiden 40 54 12'/20/o
De prijsstijging werd niet veroorzaakt
door een tekort aan inlandsche huiden.
Op 11 Augustus 1914 hadden de huiden
clubs 17000 huiden in hun bezit. Op 15
Januart j.l. was dè voorraad gestegen
tot 67000 huiden en thans bedraagt de
ze 97000 huiden. Maandelijks worden
ongeveer 3000 runderen in ons land
geslacht, en waar de uitvoer geheel
verboden is, is er geen vrees, dat wij
niet over een voldoenden voorraad hui
den zullen kunnen beschikken. Waar de
invoer zoo goed als geheel stop staat,
zijn onze looierijen geheel op het bin-
enlandsche product aangewezen. Als
men weet dat jaarlijks gemiddeld 630.000
huiden worden in gevoerd, begrijpt men,
van hoe groote beteekenis het ophou
den van den uitvoer moet zijn. Veel
grooter dan de prijsstijging der huiden
is die van het leer. De oorzaak daarvan
ligt voor een deel in de duurte der
looistoffen. Deze werden voor de oor
log hoofdzakelijk uit Frankrijk en
Duitschland betrokken, doch thans ook
uit Engeland en Amerika. Voor het
nieuwerwetsche of zoogenaamde vache-
leer wordt steeds extract van eiken of
kastanje-schors of andere houtsoorten,
zooals quebracho (een Australische
houtsoort) gebruikt. Het oudcrwetsche
of kuipgelooide eder wordt gewoonlijk
in heele huiden gelooid, bij prima looi
ing met eikerschors. Al deze looimid-
delen werden als volgt duurder
per
»/2 Kilo.
moeite.
Vader Wood stak het goudstuk in zjjnen zak
en zeide zeer gedienstig
Vraag maar op, mynheer.
Hebt ge deze herberg al lacg
Ongeveer vyttien jaar.
Herinnert ge o ook een jaar of drie ge
leden bier een bnffetmeiBje gehad te hebben,
dat de Paling genoemd werd
Ja, die is hier geweest, dat weet ik nog
zeer goed.
En zij iB nn niet meer in nwen dienst?
0/ neen, al sedert laDg niet meer, het
zal nn wel ongeveer twee jaar geleden zyn, dat
zij heenging en ik heb niets meer van haar
gehoord; bet speet my, wantzh was een knap
meisje en er kwamen veel meoBchen alleen om
haar. Maar eensklaps is zij verdwenen.
En weet gij wat van haar geworden is
Neen.
Heeft zij misschien nog familie?
Dat weet ik niet.
En weet gy ook niet, boe haar waren naam
is, want »de Paling" is natuurlijk maar een
bynaam.
Ik heb haar nooit anders booren noemen.
Ik stel er zeer veel belang in, om die
vrouw op te sporen. Ik zal u rijkelijk beloonen,
wanneer ge my eene oanwytiging knnt doen,
waardoor ik haar kan vinden.
De herbergier leunde met de ellebogen op
de tafel en dacht een oogenblik na.
Ja, zoi by ten slotte, er is wel iemaDd
die n meer san nde Paling" zon kannen ver
tellen.
Hariep Philippe. En wie is dat
Eene vrieudin van »de Paling". Zij kwaci
dikwijls hier, toen dat meisje nog in mynen
dienst was en zy is hier zelf ook eenige dagen
in dienst geweest. Sedert de Paling weg is
komt bare vrindin Diana hier nn en dan nog
wel eens. Ik heb baar meermalen naar de paling
gevraagd, maar Diana is bijna altijd dronken.
Wanneer men over hare vriendin spreekt, be
gint zij te weenen en zegt»Die arme paling
Ik geloof echter dat men met wat geld en
eenige glazen brandewyn wel meer van haar
ton vernemen.
Waar woont die Diana?
De waard begon te laohen.
Voor Aug. 1914. Maart 1915
per 100 Kilo per 100 Kilo.
Kastanje-extr. f 11 75 fr°. f 15.50 -f f 5.50
aan vracht enz.
Eiken-extract f 13.30 fr°. f 17.50 f 5.50
aan vracht
Quebracho-extract f 12.60 f 16.50 f 4.—
aan vracht.
De prijsstijging bedraagt dus van 43
tot 80 pCt.
Hoe zeer die prijsstijging het leer
duurder maakt, blijkt hieruit, dat voor
een inlandsche huid, welke in versch
gewicht 30 K.G. weegt, 30 kilo looi-
ectract wordt gebruikt en voor een La
Plata-huid van hetzelfde gewicht in ge
zouten toestand ongeveer 40 K G.
En nu het leer. Het nieuwerwetsch ge
looide leer wordt gewoonlijk in gedeelten
verkochtde hals of nek met kop,
de lies en het beste deel der huid, het
middenstuk, dat de croupon of plaat
heet. Voor den oorlog was de nootering
Croupons f 1.10 a f 1.15
Halzen 0.65 0 75
Liezen 0.50 a 0.55 12
In Januari waren de prijzen
Gemidd.
stijging
Croupons f 1.80 a f 2.25 80 pCt.
rlalzen f 0 80 k f 1.10 p. '/2 KI 28.5,,
Liezen f 0.79 at 1.05' 66.5
Het kuipgelooide leder noteerde voor
Augustus 1914 90 &95 pCt. per '/2 K.G.
en is thans ongeveer 100 pCt duurder.
)e huismoeder, die deze uiteenzetting
eest, zal nu wel niet meer de schuld
van de duurdere zolen, hakken en nieuwe
schoenen van haar spruiten aan den
schoenmaker geven
Voor de schoenfabrieken in de eerste
plaats is het zeer gelukkig geweest, dat
de regeering den uitvoer van leder reeds
op 3 Augustus 1914 heeft verboden.
Het verder voortzetten der schoen-
fabricage zou ernstig in gevaar geko
men zijn, als er geen uitvoerverbod was
uitgevaardigd, want het tekort aan leder
is o.a. in Duitschland zoo groot, dat het
daar met 2U0 °/0 in prijs is gestegen.
Welke andere overwegingen de regee
ring ook mede mogen hebben geleid,
het uitvoerverbod is reeds daarom van
groot belang geweest daar het schoen-
bedrijf met zijn talrijk personeel had
moeten worden stopgezet, als de noo-
Waar zij woont? Wel in White Chapel,
na eens birr, dan dear. Over dag zwerft zij
langs de straat en 'e nachts valt zij bier of
daar neer om haar roes nit te slapen. Evenwel
is hier in de boort eene slaapstee, waar zy
somtyds komt slapen en daar znlt go misschien
wel iets naders van haar vernemen, by een
zekeren Readsb, die hier ongeveer tien ninn-
ten vandaan woont.
Is dat alles wat ge weet
Alles.
Ik dank n wel, wy zullen Diana opsoeben
Komt zij nog wel eens hier?
Na en dan.
Als zy komen zon, hond baar dan hier,
Wij «nllen dagelijks naar haar komen vragen
tot wy haar gevonden hebben.
Goed maar als zy dronkon is?
Laat haar dan hier uitslapen. Ik zal het
n betalen.
Zooals mylord het wensoht.
De vrienden stonden op en verlieten de her
berg, terwyl vader Wood hen tot aan de dear
nitgeleide deed.
Aan de dear zeide hy
De baart is hier niet veilig, vooral
's avonds niet. De heeren zonden verstandig
doen, een detective mee te. nemen.
Philippe bedankte hem voor zijne waarschu
wing en ging met zyne reisgenooten heen.
Die man heeft geen ongalyk, zei Panl.
Wy moeten een detectieve aannemen.
Neen, Diet dan in uiterste noodzakelijkheid
antwoordde Philippe. Ik zoo niet gaarne willen
dat de politie zicü met onze zaken bemoeide.
Dat zoa de eer van ODten naam in gevaar
knDnen brengen.
Maar als wij na eens worden aangevallen
Verscbooning, dan ben ik er ook nog, zei
de zwaar gebouwde Pigeonnean en ik verzeker
a dat ik een paar stevige vaisten heb. Als die
Epgelschen het ons lastig maakten zon ik wel
eens een paar krachtige woordjes met ben
spreken.
Toen de herbergier in het achterlokaal terag-
kwnm, was de slapende dronkaard wakker ge
worden Hy wreef de oogen nit en zag verbaasd
om zich heen.
-- Zoo, vriend, zeide vader Wood, wordt
ge eindelijk eens wakker.
dige grondstoffen niet in het land bleven,
Al zijn de prijzen van het leer zeer hoog.
het is, als de toestand zoo blijft, nog
mogelijk de schoenfabrieken voor het
grootste deel in bedrijf te houden Voor
de fabrikanten is het echter van groot
belang, dat de export van schoenwerk
niet wordt stopgezet, want in toenemen
de mate vindt het Nederlandsche fabri
kaat in de laatste jaren zijn weg naar
het buitenland. De regeering heeft be
paald, dat schoenen voor militair gebruik
geschikt, in geen geval mogen worden
geexporteerd, doch dat voor ander
schoenwerk vergunning kan worden
verleend. Bij de aanvragevom vergun
ning tot uitvoer moet worden vermeld of
bij de vervaardiging der schoenen bui-
tenlandsch leer of buitenlandsche hui
den zijn gebruikt en zoo ja, vanwaar
deze zijn aangevoerd. Dat is voor den
fabrikant een moeiiijk uitzoeken. Meer
malen toch komt het voor, dat aan een
zelfde paar schoenen materialen gebruikt
zijn, afkomstig uit verschillende landen,
zoo b.v een paar lak-dameslaarzen met
gekleurde glacé bovenstukken en cellu
loid hakken, het ideaal dus van een
coquette schoone. De lak er van kan
ingevoerd zijn uit Duitschland of Ame
rika, de gekleurde glacé bovenstukken
uit Duitschland, de hakken uit Frank
rijk, de binnenvoering uit Engeland,
terwijl het zoolleder in ons eigen land
wordt gelooid van inlandsche huiden.
Zou iemand wel gedacht hebben, dat
ons schoeisel zoo cosmopolitisch van
samenstelling is? Men merkt in de B.
O. T. pas recht, hoe het letterlijk
waar is, dat de heele wereld voor ieder
onzer zorgt
De Rogge in het oorlogejaar 1915.
Het is reeds op vele plaatsen en op
velerlei manieren gezegd, dat de land
bouwers in deze dagen van gevaar voor
gebrek en hongersnood een ernstige en
heilige taak te vervullen hebben. Die
taak is mede te werken om den voorraad
voedsel voor den mensch zoo groot
mogelijk te doen zijn Iedereen begrijpt,
dat zulks niet gepaard kan gaaa met 't
zich zelf berokkenen van finantieel na-
Ja, antwoordde de dronkaard. Hoeveel
moet ik betalen?
Gij hebt tien glaz3n brandewijn gedronken
dat is een shilling.
De dronkaard wierp een stuk geld op de
tafel en ging met waggelenden tred do denr
nit.
Maar naawelyks was by buiten ofzyngang
werd vaster en toen hy een zijstraat iosloeg
was zyoe dronkenschap geheel vordweneD.
Met haastige schreden ging by naar de
dokken.
Ik had roy niet vergist, mompelde For—
nand Lagonsse, waat by was het die door
dronkenechap te veinzen, bet heele gesprek dat
Philippe roet vader Wood gevoerd had, on -
gemerkt bad afgeluisterd, zij zoeken naar de
Paling en zij deinzen voor geen moeite terng.
Zelfs bet gevaorlyke White—ühapel schrikte
hen Diet af. Zolke schelmen Alles ging al
zoo schoon. Wanneer zij Diana terngviDdeD,
vernemen zy genoeg om ons in het verderf te
storten. Maar dat zal zoo gemakkelijk niet
gaan. Ik zal mij nn maar ineens van Philippe
de Montalais ontdoen. Zy mogen geen van
drieën in Frankrijk terugkeereD.
Lagouese was aan de dokben gekomen.
Er lagen eenige schepen te lossen en talrijke
dokwerkers waren met groot geraas aan het
werk, terwyl anderen rondslenterden of ze
nog hier en daar aan het werk konden komer.
Onze vrienden lieten geen oogenblik ver
loren gaan.
Van de herberg van vader Wood begaven
zij sicb terstond naar de slaapstee van Readish,
om daar nadere inlichtingeo omtrent Diana
in te winnen.
De slaapstee werd in een groot oud buis
gebonden, niet ver van de herberg verwijderd.
De dear stond open, de heeren gingen naar
binnen en klommen niet zonder moeite een
donkere, steile trap op, naar de eerste ver
dieping.
Hier troffen zy eene oude morsigs, slordig
gekleede vronw aaD.
Het was de vronw van Keadisb, den slaap-
steebonder.
Op bitsen, njjdigen toon vroeg zy aan de
bezoekers, wat zy verlangden, maar eenige
shillings die Philippe baar in de hand stopte,
waren voldoende, om baar terstond vrieridelyk
en gedienstiger te makCD.
Philippe vroeg haar of zy wist waar Oianna
zich op het oogenblik bevond.
Vrouw Readish kende Diana zeer goed, en
beoobreef haar als een rampzalig wezen, die al
dieper en dieper gezonken was *n die zeker
wel spoedig zoa sterven, door haar verslaafd
heid aan den drank.
Wot vader Wood gezegd bad, werd door
vronw Rjadisb bevestigd Diana kwam gewoon
lijk in de slaapstee om te overnachten, maar
het gebeurde dikwijls, dat zy dagen ea soms
weken achtereen wegbleef.
Wanneer zij te dronken was om de slaapstee
terng te vinden, dan viel zy bier of daar in
een hoek neer, Bliep haren roes nit om zich
bij haar ontwaken opDienw te bedrinken.
Is die vroaw op het oogenblik bier vroeg
Philippe.
Neon, mijnbeer, ik heb baar in drie dogen
niet gezien.
En wanneer zou zy torag bomen?
Dat weet ik niet. Misschien dezen avond,
misschien morgen, maar het kan ook dat zy
de geheele week wegblijft.
Op die wyze kannen wy long wachten,
sprak Philippe,
Ja, zei Panl, maar wij konden alle hor-
bergen van White Chapel doorzoeken, mogelijk
vinden wy hoor wel.
De slaapsteehoudster glimlachte.
Er zyn zeer veel herbergen in White
Chapel, zeide zy, en ge znlt veel tijd noodig
hebben, om ze allen of te zoekeD, Evenwel als
ge gednld hebt, gelokt bet u misschien wel,
haar te vinden.
Wy zullen het ten minste beproevcD,
hernam Philippe. Wilt gy zoo goed zyn, Diana
bier te honden wanneer zij terugkeert, dan
komen wij eiken morgen vragen of zy er nog
niet is*
Vronw Readisb, die voor goedgevende klon
ten zeer voorkomend was, beloofde het en gaf
tevens een zeer nauwkeurig signalement van
Diana op.
(Wordt vervolgd.)
tVaalwyksclie en Langstraatsche Courant,