len
>n
et di
VI,
T weede Blad.
Dit blad kost slechts 6
cent per weet
Nederlandsch stoomschip
getorpedeerd.
NUMMER 32
ZONDAG 18 APRIL 1915
38e JAARGANG
>mdei
orden
5 en
lietten
en
ikke
a,°. ei
1-
derei
»z.
HBRI
-Mij
BURG
30R-
laateei
)verif
liddagl
ÏOU1
lAMS
IDAJ1
7 uu
L UU!
ksche
48
Schur
den,
Mij
vee
ïze
Naar wij vernemen, Is 't Nederlandsche
stoomschip Katwijk (groot 2040 ton
van de Maatschappij Stoomschip Katwijk
Erhardt Dekkers Rotterdam), van
Baltimore naar Rotterdam, ten anker
liggende bij het lichtschip Noord-Hinder,
gisteren avond om 8 uur aan bakboord
getorpedeerd door een duikboot. De
Katwijk lag, toen de torpedo haar trof,
sedert ongeveer een kwartier voor anker.
Het schip is na twintig minuten ge
zonken.
De bemanning werd gered en op het
vuurschip opgenomen.
De Katwijk was geladen met graan,
geconsigneerd aan de Nederlandsche
regeering, Het vaartuig voerde de ge
bruikelijke ooderscheidingsteekenen, als
naam in groote letters op den zijwand,
lichtbak met selnletters, stalen vlaggen.
Van den chef van den marinestaf ont
ving de reederij telegrafisch bericht, dat
het stoomloodsvaartuig Vlissingen heden
morgen naar het vuurschip zou vertrek
ken om de bemanning naar Vlissingen
over te brengen.
De Katwijk was in 1903 gebouwd en
op zijn uitreis na de afkondiging van de
Duitsche verklaring uit Rotterdam ver
trokken derhalve van de gebruikelijke
onderscheidingsteekenen voorzien. Het
vuurschip Noord-Hinder ligt ongeveer
60 K.M. uit de Nederlandsche kustdit
is n.l. de afstand van het meest weste
lijke punt van het eiland Walcheren bij
Westkapelle.
Nader vernemen wij nog, dat de Kat
wijk op ongeveer 7 mijlen ten Westen
van het vuurschip ten anker moet heb
ben gelegen. De bemanning was 23 kop
pen sterk.
Het stoomschip was bij de Disconto-
Maatschappij te Rotterdam tegen molest
gedekt. Voorzoover bekend, heeft het
onderweg geen havens aangedaan.
Het was ongeveer 7 uur Woensdag
avond, toen kapitein Tcensma besloot,
met de Katwijk voor anker te gaan on
geveer 6 mijl ten Westen van het vuur
schip de Noord-HiDder, en zulks uit eeD
oogpunt van veiligheid voor schip en
lading, met het oog op de mijnen. Hel
weer was vrij goed, de zee een beetje
woelig.
De tweede stuurman had, nadat men
ten anker gekomen was, aan dek de
wacht.
Men was juist bezig de lampen klaar
te maken voor de verlichting bulten
boord van de onderscheidingsteekenen,
aan stuur- en bakboord aangebracht,
toen plotseling een hevige slag zich deed
hooren en het gansche schip trilde. In
de kajuit van den kapitein viel de kachel
om en de paneelen sloegen uit den
wand. Ditzelfde gebeurde ook in de
hutten van de officieren en overal ont
stond brand. In het volkslogies werd
een gat in den vloer geslagen, waardoor
de tafel verdween, medesleurende een
der zich daar bevindende mannen, die
men spoedig weer uit het gat trok.
De mais in ruim twee sloeg uit dat
ruim over de brug heen.
De kapitein en heel de bemanning
spoedden zich naar het dek. In den
schemer het was tusschen licht en
donker zag men op 15 Meter afstand
den periskoop van een duikboot. Later,
toen men in de booten zat, heeft men
weer den periskoop en een oogenblik
ook den toren van de duikboot gezien
een paar schepelingen van de Katwijk
meenen op den toren twee mannen te
hebben waargenomen. c
De Katwijk bleek getorpedeerd aan
bakboordzijde vóór de brug, ter hoogte
van ruim 2. In de booten gezeten, is
men bij het stoomschip gebleven, tot
het zeker was, dat dit zonk, hetgeen 20
minuten na het torpedeeren geschiedde.
Vóór hij zijn schip verliet, is kapitein
Tiensma zijn brandende kajuit binnen
gegaan om de scheepspapieren te red
den, wat hem gelukt is.
Toen de bemanning in de booten
gezeten was en zich van het zinkende
schip wilde verwijderen, heeft ze her
haaldelijk de bemanning van de duikboot
aangeroepen, met het verzoek, naar het
lichtschip Neord-Hinder te worden ge
sleept. Men kreeg heelemaal geen antr-
woord en de duikboot verdween. Ze
heeft geen enkel signaal of waarschuwing
gegeven en haar nationaliteit heeft men
niet kunnen vaststellen.
Vaa Woensdagavond 8 uur tot Donder
dagmorgen halfdrie heeft de bemanning
van de Katwijk in de boote» gezeten,
voor ze het vuurschip bereiktehet ge
tijde was tegen. Door en door koud en
verkleumd kwam ze bij het lichtschip
aan. Van het vuurschip is ze met een
«toomloodsvaartuig afgehaald en naar
Vlissingen gebracht, waar ze gisterna
middag te 3 uur aankwam.
Heel de bemanning is alles kwijt, niets
dan hetgeen de mannen aan hadden,
kon worden gered.
^.Wolf seint heden uit Berlijn:
Ü^De Duitsche regeering heeft naar aan
leiding van de torpedeering van het
Nederlandsche stoomschip Katwijk een
onderzoek doen iostellen, dat het geval
spoedig zal ophelderen.
De „N. Rott. Ct.« van Vrijdagmorgen
schrijft
Uit de nadere berichten omtrent de
torpedeering van de Katwijk is thans
het volgende duidelijk geworden.. Het
schip is getorpedeerd uit een onder
zeeër, onverhoeds, zonder dat de kom-
mandant van de duikboot aan zijn daad
eenige waarschuwing heeft doen voor
afgaan, dus ook zonder dat hij zich op
eenigerlei wijs van de nationaliteit 'van
het schip, dat uiterlijk duidelijk als een
NederlaDdschip kenbaar was, nader ver
gewist had, om maar niet eens te spreken
van de lading, bestaande, gelijk men
weet, uit aan de Nederlandsche regeering
geconsigneerde maïs dus buiten kijf
geen contrabande.
De mogelijkheid, die wij gisteren
meenden nog open te moeten houden
dat er een geweldige blunder zou heb
ben plaats gehad, kan dus nu wel ter
zijde worden gesteld, De Katwijk
is getorpedeerd in strijd met de ge
bruiken van den oorlog ter zee, en in
strijd met de geldende regelen van vol
kenrecht.
Zou de kommandant van de duikboot
zelf hebben gevoeld, dat zijn ruwe daad
het daglicht niet kon verdragen l De
duikboot heeft haar nummer niet laten
zien, noch haar vlag vertoond. Er is
dus voor de nationaliteit van de onder-
zeëer geen bewijs. Men kan daarnaar
slechts gissen, hetgeen, trouwens, na de
gebeurtenissen van den laatsten tijd niet
moeilijk is.
De Nederlandsche regeering zal zeker
niet nalaten, omtrent de nationaliteit Van
de duikboot, die de vernieling van de
Katwijk voor hare rekening heeft ge
nomen, zekerheid te erlangen. Wij ver
trouwen, dat de regeering, tot wier zee
macht de onderzeëer behoort, zich niet
zal willen verschuilen, en rondborstig
hare verplichting tot vergoeding van de
geleden moreele en materlëele schade
zal aanvaarden. Eenigen tijd geleden
zijn hier te lande luchtvaartuigen gezien,
koersende over ons land, en dus onze
onzijdigheid schendend. De inlichtingen
daarover door onze regeering in de
oorlogvoerende landen ingewonnen heb
ben toen geen resultaat opgeleverd.
Geen der oorlogvoerenden heeft de fout
willen belijden. Zoodat wij het maar
hebben moeten beschouwen, alsof er
een gezichtsbedrog plaats had gehad.
Daarvan kan in dit geval geen sprake
zijn. Het feit valt bij geen mogelijkheid
te ontkennen, en men mag verwachten,
dat de dader zich niet opnieuw schuil
houden zal. Ook is er geen aanleiding
voor prijsgerechten en andere expedien-
ten, om de zaak op de lange baan te
schuiven.
In de Nederlandsche memorie van 12
Februari, het antwoord op de Duitsche
aankondiging van den duikbootenoorlog,
heeft onze minister van buitenlandsche
zaken in het licht gesteld, dat onzerzijds
bij de Engelsche regeering bedenkingen
waren uiteengezet tegen misbruik door
Engelsche handelsvaartuigen van de Ne
derlandsche vlag. >Dle wederrechtelijke
praktijk vervolgt dan de memorie
doet niets af aan de verantwoordelijkheid
van de keizerlijke Regeering, aangezien
onderzoek naar het schip voordat het
genomen of vernietigd wordt een plicht
is, waaraan de oorlogvoerende zich niet
kan onttrekken. Indien het plaats greep,
dat een Nederlandsch schip slachtoffer
werd van eene vergissing van de zijde
der Duitsche wapenmacht zou de ver
antwoordelijkheid op de Keizerlijke Re
geering vallen.*
In deze zinsnede is wie ook de
dader in dit geval moge zijn het
juiste standpunt onberispelijk aangege
ven. Het lijdt dan ook geen twijfel, dat
onze regeerkig krachtig voor de rechten
der neutrale vaart zal opkomen, nu zelfs
van een vergissing geen spraak is, doch
door eene daad van verregaande roeke
loosheid, of onverantwoordelijke onacht
zaamheid, de eerste kegelen, om tot
vernietiging van een neutraal schip te
kunnen overgaan, zijn geschonden en
ook verder elk voorwendsel voor de
vernieling van het schip ontbreekt.
De Maasbode schrijft
Een juist ontvangen telegram meldt
reeds een onderzoek van Duitsche zijde
in de kwestie, hetzij op eigen initiatief
of op aandrang van onze regeering. Daar
door wordt dus één der factoren, die wij
noemden, tot bemoeilijking van het on
derzoek uit den weg geruimd, en de kans
op een spoedige opheldering grooten.
De regeering ziet zich den moeilijken
plicht opgelegd den knoop van dit trieste
drama te ontwarreu. Want een ontknoo
ping er van moet volgen en over het
duistere sluipmoordenaarstooneel moet
het noodig licht opgaan. Het geheim der
nationaliteit van den onderzeeër moet
opgehelderd en het masker moet den
dader van het gelaat getrokken. Dat is
een eisch, die door geen overwegingen,
welke dan ook, ter zijde geschoven kan
worden.
Te erkennen valt zeker, dat de om
standigheden, waaronder het onderzoek
naaf den schuldige plaats moeten hebben,
buitengewoon verwikkeld en lastig zijn
en dat de regeering dus e«n buitenge
woon moeilijke taak te vervullen heeft.
De bemanning van den onderzeeër, die
zoo lafhartig haar aanval uitvoerde, kan
niet zoo rondborstig verondersteld wor
den om haar daad te bekennen en de
waarheid aan het licht te brengen.
Indien het waarschijnlijke de waarheid
blijktdat n.l. het schip door een Duit-
schen onderzeeër is getorpedeerd, terwijl
het voor anker lag, dan zal dit, naar het
>N. v. d. D.< terecht opmerkt, voor het
Nederlandsche publiek ongetwijfeld een
grievende teleurstelling wezen, vooral
omdat uit het dezer dagen gepubliceerde
omtrent de onderhandelingen tusschen
de Nederlandsche Regeering en die te
Berlijn afgeleid kon worden, dat de
Duitsche marine ?ich met opzet van elke
actie tegen de Nederlandsche schepen
onthield, zoolang de bespreking over de
vroegere incidenten hangende waren.*
Het >Rott. Nieuwsblad* zegt
Wij hebben met enkele Rotterdammers
van invloed in onze havenwereld het
gebeurde besproken. Wat zij vooral in
deze opmerkelijk vonden is het feit, dat
juist de „Katwijk* waarvan de directie
min of meer nauw gelieerd is aan
Duitsche invloedssferen (de heer Erhardt
is Duitsch reserve-officier, de heer Dek
kers is agent van Krupp) het offer werd
van een onderzeeëraanval, waarvan de
herkomst niet onzeker behoeft te zijn.
In het begin van den zee-oorlog is
de Katwijk* al eens door de Engelsche
marine aangehouden, die, in een En
gelsche haven, haar ertslading lossen
deed.
De verklaring, dat de bemanning van
de >Katwijk« niet alleen periscopen,
doch óók een deel van den toren heeft
gezien, bewijst inderdaad dat een duik
boot hier aan den gang was. Het zien
van een periscoop alléén bewijst niets,
zei ons een ervaren marineman: De
zee drijft op het oogenblik vol met
>schijoperiscopen«. Bangmakers door
de Duitsche marine in groot aantal uit
gestrooid.
Rapport van sreneraal French.
LONDEN, 14 Maart. Een telegram
van 5 dezer van veldmaarschalk French
meldt, dat de Engelsche verliezen bij
Nieuw Kapelle hebben bedragen 190
officieren en 2337 man gesneuveld, 359
officieren en 8173 man gewond, 23 of
ficieren en 1728 man vermist.
De bereikte resultaten zijn evenwel
zoo groot en verstrekkend, dat ze niet
te duur zijn gekocht. Verscheidene dui
zenden lijken van vijanden zijn op het
slagveld geteld en 12,000 gewonden
zijn per spoor vervoerd.
Alle Engelsche verliezen zijn binnen
enkele dagen aangevuld.
Aan het slot van zijn bericht dringt
French op het verschaffen van een bijna
onbeperkten voorraad munitie aan.
In een extra-nummer van de Staats
courant is een rapport van veldmaar
schalk French aan den minister van
oorlog opgenomen, gedagteekend van 5
April en behelzende een relaas der ge
beurtenissen van 2 Februari af.
Het belangrijkste wapenfeit wordt
daarin genoemd de overwinning in den
slag bij Neuve Chapelle op 10,11 en 12
Maart.
De hoofdaanval werd ondernomen
door troepen van het eerste leger onder
aanvoering van Sir Douglas Haig, ge
steund door een groote afdeeling zware
artillerie, een divisie cavalerie en infan
terie van de algemeene reserve,
Het behaalde voordeel is te danken
aan het schitterende gedrag en den
ontembaren moed, aan den dag gelegd
door de troepen van het vierde korps
en de Indische troepen. Intusschen heeft
de bekwame leiding van generaal Haig
veel bijgedragen tot de nederlaag van
den vijand en de verovering van de stel
ling.
Haig beeft zich als een kundig en
krachtig bevelhebber doen kennen.
Een andere belangrijke krijgsverrich
ting is het gevolg geweest van den
verrassenden aanval der Duitschers op
14 Maart tegen de 27ste divisie, die de
loopgraven bezetten ten O. van St. Elol.
Er was daar veel geschut samengebracht
onder dekking van den mist en plotseling
werd een hevig vuur op de loopgraven
geopend. Om 5 uur 's middags werden
bovendien twee mijnen tot ontploffing
gebracht.
De verwarring, die het gevolg was
van den plotselingen aanval, stelde de
Duitschers in staat St. Eloi te nemen,
doch na enkele uren had een krachtige
aanval, waarin het 5de legerkorps grooten
moed en volharding aan den dag legde,
de zaak voor ons weer in het reine ge
bracht. g.
Trench zet dan uiteen dat tegen het
einde van Lebr. tal van belangrijke over
wegingen hem deden besluiten zoo spoe
dig mogelijk een krachtig offensief te
ondernemen. Een gewichtige reden was
het belangrijke succes der Russen, die
de hevige aanvallen der legers van Von
Hindenburg afsloegen, en de blijkbare
verzwakking van den vijand. Het was
daarom van belang dat de Engelschen
de Russen hielpen, door zooveel moge
lijk Duitsche troepen op het westelijke
front vast te houden. Den doorslag gaf
echter de wenschelijkheid om den offen
sieven geest van de Engelsche troepen
aan te vuren na de vermoeiende en
enerveerende wintermaanden in de loop
graven.
French legt er den nadruk op dat een
oorlog tusschen tot de tanden gewapende
volken, grapten verliezen onvermijdelijk
maakt. De geringste onnoodige bloot
stelling kan duur te staan komen, De
kracht der verdediging met moderne wa
penen is de voornaamste oorzaak van
den langen duur der tegenwoordige sla
gen. Intusschen kan deze verspilling van
menschenlevens worden verminderd, in
dien de aanvallen worden gesteund door
doeltreffend optredende zware artillerie.
Maar er moet haast een onbegrensde
hoeveelheid munitie beschikbaar zijn.
Alleen op deze wijze kunnen groote uit
komsten worden verkregen met de ge
ringste verliezen.
Een belangrijk overzicht over de ge
beurtenissen op het Westelijk oorlogs
terrein geeft het jongste rapport van
French, waarvan in ons vorig nummer
een samenvatting gegeven werd. De
rapporten van den opperbevelhebber van
het Engelsche expeditie-leger zullen door
het uitgebreide en zeer eerlijke overzicht,
dat zij van de krijgsverrichtingen geyen,
een zeer belangrijk; bijdrage vormen
voor de geschiedenis van den wereld-
krijg.
•Gelijk te begrijpen is, loopt het voor
naamste deel vau het rapport over de
bezetting van Neuve Chapelle door de
Ei^elschen, het belangrijke, maar zeer
kostbare voordeel, dat de Engelscjie
troepen tot den prijs, maar nu officieel
bekend gemaakt, van 572, vermiste of
gewonde officieren en 12.238 manschap
pen te behalen wisten.
Echter brengt het rapport ook andere
opmerkelijke bijzonderheden. Zoo dat de
Duitschers 14 Maart er in geslaagd wa
ren St. Eloy voor „enkele uren* te ne
men. Wij hebben de vermelding van dit
ernstig tijdelijk nadeel in de dagelijksche
communiqué's nog eens nageslagen en
vonden het aldus: »De Engelsche troe
pen werden gisterenavond zeer hevig
aangevallen bij St. Eloy. Zij werden
lichtelijk teruggeslagen, maar de Engel
schen heroverden door een tegenaanval
een gedeelte van het verloren terrein.*
Uit latere plaatsaanduidingen bleek
dat het deel van het verloren terrein,
dat ook later niet heroverd werd, nog
van vrij groote beteekenis te achten viel,
zoodat de Engelsche winst ten Noorden
van La Bassée gedeeltelijk door het ver
lies ten Zuiden van Yperen wordt op
gewogen.
Een Zeppelin boven Engeland.
NEWCASTLE, 14 April. Hedenavond
om acht uur vloog een zeppelin in alle
kalmte over Blyth (kustplaats N.N.O. v.
Newcastle) en wierp in hetkolendistrlct
eenige mijlen bet land in, ruim twintig
bommen naar beneden, die slechts lichte
schade aanrichtten. Alle branden waren
spoedig gebluscht. Alleen een rijwiel
werd vernield. Persoonlijke ongelukken
kwamen niet voor. De zeppelin verdween
weer over de zee.
Het heele district was in duisternis
gehuld, 's Avonds om elf uur was alles
weer normaal.
PALIJS, 15 April. Avondcommuniqué.
Wij hebben een schitterend succes be
haald ten noorden van Atrecht, waardoor
dat van de vorige maand is afgerond.
De geheele hoogte ten zuidoosten van
Notre Dame de Lorette is met de bajo
net genomen. Honderdzestig krijgsge
vangenen, waaronder een aantal officie
ren, drie loopgraven-mortieren en twee
mitrailleurs vielen in onze handen. Drie
tegenaanvallen der Duitschers bij les
Eparges in de Argonnen, Woensdag
avond ondernomen met het doel het naar
het oosten uitspringend gedeelte van de
stelling te heroveren, werden met zware
verliezen afgeslagen.
Als represaille voor den aanval van
een zeppelin op Nancy hebben onze
vliegtuigen vijf bommen op de keizer
lijke hoofdkwartieren te Mézières en
Charleville geworpen.
Ook* hebben vijftien vliegtuigen Oos
tende met bommen bestrooid."
BERLIJN, 16f April. (Wolff.) Officieele
mededeeling uit het groote hoofdkwar
tier
Voor Oostende en Nieuwpoort hebben
gisteren aan het artilleriegevecht eenige
torpedobooten van den vijand deelgeno
men, wier vuur snel tot zwijgen werd
gebracht.
Aan den zuidelijken rand van St. Eloi
hebben wij, na ontploffingen, twee buizen
bezet.
Aan de zuidelijken helling van Loretto-
hoogte (ten N.W. van Atrecht) wordt
sedert vannacht weer gevochten.
Tusschen Maas en Moezel zijn alleen
artillerie gevechten geleverd.
Het gebruik van bommen met ver
stikkende gassen en van ontplofbare
projectielen door de Infanterie neemt
aan den kant van de Franschen toe.
Bij het heldere weer is de bedrijvig
heid van de vliegers gisteren weer zeer
groot geweest.
Vijandelijke vliegers hebben plaatsen
achter onze stellingen met bom nen be
stookt.
Ook Freiburg is gisteren weer geteis
terd, waarbij verschiedene burgers, voor
namelijk kinderen, gedood en gewond
werden.
Van het Oostelijke gevechtsterrein.
BERLIJN, 16 April. (Wolff.) Officieele
mededeeling uit het groote hoofdkwar
tier
De toestand in het Oosten is onver-
derd.
In kleine gevechten bij Kalwarla zijn
in de laatste dagen door ons 1040 Rus
sen gevangen genomen en 7 machine
geweren buitgemaakt.
WEENEN, 15 April. (Wolff.) Officieel
bericht uit het groote hoofdkwartier:
In West-Galicië is bij Czerkowice aan
de Biala gisterochtend een aanval der
Russen afgeslagen.
Op de heuvels aan beide kanten van
vVikopo aan de Stryj zijn aanvallen van
sterke Russische strijdkrachten op onze
stellingen na verwoede gevechten afge
slagen. In een tegenaanval hebben wij
een belangrijken heuvel bezet, drie
officieren en 661 man gevangen geno
men.
Voor 't overige zijn op 't front in de
Karpathen slechts geschutgevechten ge
leverd. Op vele gedeelten van het front
is het rustig gebleven.
In Zuid Oost Galicië en Boekowlna
is niets van belang gebeurd.
Een Engelsch stoomschip getorpedeerd.
LONDEN, 15 cApril. (Reuter.) Naar
de bladen melden is het Engelsche
stoomschip Ptarmigan bij het lichtschip
Noord-Hinder getorpedeerd. Elf van de
uit 22 koppen bestaande bemanning zijn
gered.
(De Ptarmigan, in 1891 gebouwd, meet
784 ton bruto, 478 netto en behoorde
aan de General Steam Navigation Cy.
te Londen. Het schip was 14 dezer n.m.
om 9 u. 15 m. met een lading stukgoe
deren uit den Nieuwen waterweg met
bestemming naar Londen vertrokken.
Uit een nader bericht blijkt dat de Ptar
migan gisterochtend om 7 uur is gezon
ken. Red.)
De Engelsche verliezen.
LONDEN, 15 April. (Reuter.) In het
Lagerhuis heef t Tennant, de ondermi
nister van oorlog, vandaag meegedeeld,
dat de Engelsche Verliezen tot den 11 den
dezer in het geheel 139,347 aan dooden,
gewondenjen vermisten hebben bedra
gen.
139,347 man I
Wat zegt, zouden de Franschen In
verhouding meer of minder manschappen
hebben verloren dan de Engelschen.
Ons dunkt meer.
De Engelschen hebben pas laat aan
den strijd deelgenomen de Franschen
ontvingen de eerste klappen en het
staande leger dat French in het begin
van den oorlog heeft kunnen zenden was
weinig talrijk.
Laten wij echter aannemen dat d«
Franschen naar verhouding niet meer
manschappen hebben verloren dan de
Engelschen.
Hoe hoog moet dan het Franscht
verliescijfer worden gesteld
De Matin heeft dezer dagen uitgere
kend dat het front van Nieuwpoort tot
Belfort 949 K.M. lang is.
Daarvan bezetten de Belgen 28, de
Engelschen 50, de Franschen 870 K.M.
De Engelschen verloren op die 50
K.M. aangenomen dat zij deze van
het begin af bezet hebben 139,347
man.
De Fransche verliezen kunnen dua
geschat worden op 172/s maal 138,347,
dat is 2,424,637.
Ontzettend I
Bijna twee en een half mlllioen 1
Maar als deze becijfering opgaat, hoe
veel hebben dan deDuitschers, die op
De Scho Ten liet Zeiden
lUOt
De Oorlog