Nummer 3
Zondag 9 Mei 1915
38e Jaargang
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
Waalwijksche Stoomdrukken! Antoonïielen,
Eerste Blad.
De tweede Vrouw
Dit nummer bestaat
uit TWEE bladen
FEUILLETON.
Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterd ngnrond.
Abonnementsprijs per 3 maanden f0."5.
Franco per post door het geheele rijk f 0.90
Brieveningezonden stokkengelden err «'ranco te zenden aan den
Uitgever.
UITGAVE
Telefoonnummer 38. Telegram-AdraiECHO.
Prijs oir AdvmtkïtiSn 10 cent per regel; minimum 6 regels; groote
letters naar plaatsruimte. Advertentiën 3 maal ter plaatsing opgegeven
worden 2 maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en
advertenties bij abonnement worden speciale zeer voordeelige contra
gesloten. Reclames 15 cent per regel
PARIJS, 6 Mei. (Havas.) Officieel be
richt van vanmiddag
Ten noorden van Yperen hebben de
Franschen een aanval, vanuit Steenstraate
door de Duitschers ondernomen afge
slagen.
Dinsdagavond hebben de Franschen
de Duitschers een loopgraaf afgenomen
en hun linie tusschen Lizerne en Het
Sas, dat in hun handen is, vooruitge
schoven. De Duitschers hebben geen
tegenaanvallen ondernomen.
Ten zuiden van Yperen hebben de
Duitschers bij Zwartelen een aanval ge
daan op heuvel 60, die de vorige
maand door de Engelsche troepen is
veroverd. Hun hevige aanval, waarbij zij
zich weer hebben bediend van giftige
gassen, heeft hen aanvankelijk in 't bezit
gesteld van deze stelling, doch de En-
gclschen hebben daarna door tegenaan
vallen een deel der verloren loopgraven
hernomen. I
In Champagne is een aanval der
Duitschers ten westen van Perthes vol
slagen mislukt, evenals in Argonne bij
Four de Paris.
Tusschen Maas en Moezel is het gis
teren is het gisteren tot zeer scherpe
gevechten gekomen. Van vier uur 's-
ochtends af hebben de Duitschers de
Fraasche stellingen bij Eparges en de
schans van Calonne hevig beschoten.
Tegen 10 uur 's ochtends hebben zij op
laatstgenoemd punt een aanval onder
nomen, die echter geheel is mislukt. Het
vuur der Franschen heeft hen voor de
eerste Fransche linie, die intakt is ge
bleven, gestuit. De verliezen der Duit
schers zijn aanzienlijkde Franschen
hebben gevangenen gemaakt.
In den ochtend van den 5den hebben
Van »DE ECHO VAN HET ZUIDEN."
drie regimenten een aanval gedaan op
de stellingen in het Bosch van Allly,
dezer dagen door de Franschen veroverd,
en met name op het oostelijk gedeelte
van dit Bosch en op het heuvelachtig
terrein ten zuiwesten daarvan. Door dezen
aanval is de vijand er in geslaagd voet
te krijgen in de eerste Fransche linie.
Door een tegenaanval hebben de Fran
schen echter bijna onmiddellijk de helft
van den heuvelrug hernomen en zich
daar gehandhaafd. Tegen den avond
hebben de Franschen een tweeden te
genaanval ondernomen om de rest van
de stelling te hernemen ze zijn daarbij
eenigzins opgeschoten.
In het bosch van Montmare hebben
de Franschen een aanzienlijk succes be
haald ten oosten van de vroeger door
hen genomen stellingen bij den weg
FlireyEssey hebben zij twee achter
elkaar gelegen loopgraaflinies veroverd
en ze dadelijk ingelijfd bij hun eigen
linies en er zich genesteld. In den loop
van den dag van gisteren hebben de
Duitschers drie tegenaanvallen gedaan,
die met voor hen groote verliezen aan
dooden en gevangenen zijn afgeslagen.
In den Elzas zijn de Franschen op
den noordelijken oever van de Fecht
terrein blijven winnen. Gisterochtend
hebben zij een hoogte ten oosten van
Sillakerwasen (hoogte 850) bezet en zijn
vandaar in de richting van de rivier naar
Steinbiück (900 M. van Metzeral) opge
drongen.
In den nacht van 5 op 6 dezer heb
ben de Duitschers door een tegenaanval
den top van de hoogte hernomen. Het
overige gewonnen terrein is in het be
zit der Franschen gebleven en versterkt.
LONDEN, 6 Mei. (Reuter.) Maarschalk
French meldt dat er niets nieuws op 't
Engelsche front is gebeurd, behalve dat
wij gisteravond op heuvel 60 opnieuw
een deel der verloren loopgraven hebben
hernomen. De gevechten duren daar ter
plaatse voort. Elders heeft de vijand ons
niet aangevallen.
Van het Oostelijke gevechtsterrein.
WEENEN, 6 Mei. (Wolff.) Officieel
bericht van vanmiddag uit het groote
hoofdkwartier
Op het geheele front in West-Galicië
blijven de Oostenrijksch-Hongaarsche en
Duitsche troepen zegevierend voorwaarts
dringen. Nu intakte troepen van den
vijand trachten in gunstige verdedigende
stellingen den overhaasten aftocht te
dekken.
Sterke Russische strijdkrachten zijn in
de Besklden door een flankaanval van
onze zegevierende legers in een hoogst
neteligen toestand geraakt.
De streek van Jaslo en Dukla hebben
wij reeds veroverd. De aan den gang
zijnde gevechten zullen de vernietiging
van het derde Russische leger voltooien.
Het aantal gevangenen is tot boven
de 50.000 gestegen.
Op het overige gedeelten van het
front is de toestand onveranderd.
In het dal van de Orawa hebben wij
een hevigen aanval van den vijand op
de hoogte van Ostry bloedig afgeslagen
en 700 Russen gevangen genomen.
WLENEN, 6 Mel. (Wolff.) Vanmiddag
om vier uur is officieel bekend gemaakt,
dat ook de laatste Russische stellingen
op de hoogten ten oosten van de Duna-
jec en de Blalla door de Oostenrijksch-
Hongaarsche troepen zijn genomen. Se
dert vanochtend 10 uur is Tarnow weer
in ons bezit.
BERLIJN, 6 Mei. (Wolff.) Officieel
bericht bij het groote hoofdkwartier
Ten Z.W. van Mitau, ten Z. Szadowo
(ten Z.O. van Sjawli) en ten O. van
Rosslenic duren de gevechten nog voort
Ten N.O. en ten Z.W. van Kalwaria
hebben sterke Russische strijdkrachten
gisteren in den loop van den dag op
onze stellingen verscheidene aanvallen
gedaan, die alle zijn mislukt met zeer
groot verlies voor den vijand.
Even weinig succes hadden de vijan
delijke aanvallen op onze bruggehoofden
aan de Pilica.
De vesting Grodno is in den afgeloo-
pen nacht met bommen bestookt.
Op het Zuidoostelijk gevechtsterrein
in West-Galicië hebben de achterhoeden
van den vluchtenden vijand gisteren aan
de troepen der bondgenooten onder
aanvoering van maarschalk von Macken-
sen een wanhopigen tegenstand trachten
te bieden, die echter op de hoogten op
den linkeroever van de Wisloka. boven
en beneden de uitmonding van de Ropa
onder geweldige slagen is gebroken.
Denzelfden avond nog is niet alleen op
verscheidene plaatsen de overgang over
de Wisloka bevochten, maar hebben wij
ook vasten voet gekregen in den Dukla-
pas en op den weg en in de plaats van
denzelfden naam.
In de streek ten O. van Tarnow en
ten N. tot aan den Weichsel op den
rechteroever van de Dunajec is tot in
den nacht toe gevochten.
Het aantal totdusver gemaakte gevan
genen is tot over de 40,000 gestegen.
Hierbij zij opgemerkt, dat het hier zui
ver frontale gevechten geldt.
In de Besklden aan den Lopkowerweg
maakt de aanval der troepen onder den
generaal der cavalerie von der Marwitz
in samenwerking met den aanval van
het Oostenrijksch-Hongaarsche leger,
waarmee zij in onderling verband staan,
goede vorderingen.
BERLIJN, 6 Mei. (W.B.) Het commu
niqué van den grooten staf meldt:
Ten Zuid-Westen van Mlttau, ten
Zuiden van Szawle en ten Oosten van
Rossieny duren de gevechten voort. Ten
Noord-Oosten en Zuid-Westen van Kal-
varija vielen gisteren ook sterke Russi
sche troepenmachten onze stellingen
aan. Alle aanvallen mislukten onder zeer
groote verliezen van den vijand. Even
weinig succes hadden vijandelijke uit
vallen tegen onze bruggehoofden aan
de Piliza.
De vesting Grodno werd in den afge-
loopen nacht gebombardeerd.
BERLIJN, 6 Mei. (W.B.) Het >Berl.
Tagebl.* meldt, dat de Russen, voor de
Duitschers vluchtend, Jaslow ontruimd
hebben. De positie van den Russischen
vleugel in de Karpathen werd toen on
houdbaar.
De >Voss. Ztg.« meldt, dat de Oos
tenrijkers bij de gevechten om Tarnow
gebruik maakten van een 42 cM. bat
terij, wier projectielen, welke 300 K.G.
zwaarder zijn dan die der Duitsche 42-
cM.'ers, tot op een afstand van 18 K.M.
kunnen afgeschoten worden.
WEENEN, 6 Mei. (W.B.) (Officieel,
4 uur namiddag.) Ook de laatste Russi
sche stellingen op de hoogte ten Oos
ten van de Dujanec en de Biala zijn
door onze troepen genomen. Sedert 10
uur hedenvoormiddag is Tarnow weer
in ons bezit.
(15
XIII.
DE SPION.
Je, eeide de jongeling, nu begrip ik ook
waarom men ons opdion avond beeft aangevallen
en waarom bet voornamelijk op mg gemunt
was. Die Fernand, baar verfoeilijke medeplich
tige, beeft mij onschadelijk willen maken. Ja,
wij staan hem in den weg, Madeleine en ik.
Ik herinner mi] nn ook, dat Tbérèie eveneens
iets weet van die vrouw, hetgeen zij beloofd
beeft bij onzen terugkeer te zullen meedeelen.
Weer eene nieuwe misdaad misschien. Groote
God, waar zal dat nog eindigen?
Ik bid u, Philippe, blijft bedaard en laat
OBS kalm beraadslagen, wat er kan gedaan
wordeD.
Op het oogenblik nog niets. Om de ellendi
ge te ontmaskeren en van bare misdaden te
overtuigen, moeten wij verpletterende bewijzen
tegen baar kunnen aanvoeren, anders sal zij
ons lasteraars noemen en papa die haar helaas
bemint zal baar gelooven en ons met verachting
en verwijt overstelpen. De gelnkzoekster zou,
wanneer wij overijdeld handelen, nogmaals
zegevieren.
Ja dat is zoo. Uw papa moet niet ver
moeden, hij moet zekerheid hebben. Ziedaar,
doe wat ik u voorstel. Laat ons aanstonds naar
bet kasteel Ginestière terngkeeren en volmaakte
onwetendheid veinzeD. Van haren medeplichtige
zal die vrouw reeds vóór onze aankomst ver
nomen hebben wat er bier gebenrd is. want
ge begrijpt wel, dat hjj, na het mislukken
van zijn plan, Londen zoo spoedig mogelijk
zal verlaten hebben. Hetgeen zij echter niet
wetep kan, is dat wij John Grabam gesproken
hebben, en dat hij ons omtrent haar verleden
en bare misdaden heeft ingelicht.
Zij weet zelfs niet dat wij hem kennen en
daarin ligt onze kracht. Alles wat zij heeft kan
nen vernemen, is dat wij naar Londen zijn ge
gaan, om naBporingen naar den Paling en daar
lacht zij om, wijl de Paling als dood beschouwd
werd. Dus ik herhaal bet. wij moeten volkomen
onwetendheid veinzen en zonder een oogenblik
te verliezen, gaan zoeken naar nwen oom. Hij
zal uitspraak doen. Ja, bij Philippe, wees daar
zeker vao. Eene geheime stem zegt mjj dat
wij bem weer znllen vinden en dat bg ons van
de misdadige zal bevrijden. Wees sterk en moe
dig, mijn vriend, sluit nw hart, laat awe lippen
stom zijn en verberg nwen afschuw. De dag
der gereohtigbeid zal weldra aanbreken.
Moordenares en bedriegster riep Philippe
in groote ontsteltenis nit, zoovele miadaden
Zoovee) laagheid.
Drie dagen later meldde John Grabam zich
bij onze vrienden aan.
Philippe reikte bem zwijgend een pakje bank
noten toe, maar de dokwerker aarzelde de
belooning te ontvangen.
Alvorens dit geld aan te nemen, mijnheer
Beide bij niet zonder verlegenheid, zon ia n
eerst wel iets willen zeggen.
Spreekt.
Ik heb diep nagedacht sedert gij bij mij
zijt geweest. Ik geloof niet, dat ik eene slechte
kerel ben, maar als men armoede en bonger
lijdt, geraakt men gemakkelijk op verkeerde
wegen. Ik bond niet van Engeland en ik zon
bet gaarne willen verlaten, om elders te werken
en een eerlijk man te worden.
Het gelaat van John Grabam drukte duidelijk
nit, dat bij het opreoht meende en de beide
vrienden waren getroffen door zijne goede voor
nemens. Zij luisterde welwillend naar hem.
Weina, vervolgde Jobn, in plaats van mij
die groote som ter band te geven, welke men
mjj ion ontstellen, of die ik in losbandigheid
zon verteren, om daarna weer tot misdaad en
ellende te vervallen, zon ik n wel willen vragen
dat geld voor mij te beleggen zoodat ik er de
rente van kon genieten.
Daarvan zon ik dan leven en mg in een
ander land door eerlijken arbeid en onberispe-
BOEDAPEST, 6 Mei. (Part.) De toe-
sland van het Russische leger in Galiclë
wordt van uur tot uur neteliger. Nadat
bet leger onder Mackensen het derde
Russische leger bijaa volslagen heeft
vernietigd, over de Wisloka is getrok
ken en Dukla en Jaslo heeft bezet, zijn
de eenig overgebleven verbindingslijnen
van het Russische leger in de Karpathen
tusschen Zboro en Stropko over Zwlgrod
en Dukla afgesneden.
Het derde Oostenrijksch-Hongaarsche
leger is na hevige artilleriegevechten tot
het offensief overgegaan en dringt de
Russen onophoudelijk achteruit.
In het Noorden bieden de Russen een
wanhopigen tegenstand om de met dub
bel spoor aangelegde lijn Tarnow-Lem-
berg en den grooten weg daarlangs ter-
wille van den aanvoer van voorraden te
beschermen.
De toestand in Oost-Galiclë is voor de
Russen eveneens wanhopig. De strijd
krachten der bondgenooten hebben daar
de Russen gedwongen hun front eenige
kilometers achterwaarts te brengen.
Een algemeene ontruiming van Mid-
den-Galiclë schijnt onvermijdelijk.
Van het Westelijke gevechtsterrein.
BERLIJN, 6 Mel. (Wolff.) Officieel
jericht uit het groote hoofdkwartier
Op het geheele front zijn hevige
artilleriegevechten geleverd.
Bij Yperen hebben wij nieuwe vor
deringen gemaakt door de vermeestering
van de hoeve Van Heule aan den
spoorlijn Meessen-Yperen.
Eenige honderden gevangenen en 15
machinegeweren zijn door ons buitge
maakt.
In de boschachtige streek ten westen
van Combres zijn bij een aanval 4
fransche officieren, 135 man en 4
machinegeweren in onze handen geval
len. Onze gelijktijdige aanval in het
bosch van Allly leidde tot den ge-
wenschten uitslag. De vijand is uit zijn
stelling geworpen en meer dan 2000
Franschen, waaronder 21 officieren, 2
kanonnen en verscheidene machinege
weren en mijnwerpers, vormen onze buit.
Ook hebben de Franschen bloedige
verliezen geleden bij een aanval ten N.
Flirey en bij Croixdes-Carmes. Ten N.
lijk gedrag een bestaan verschaffen. Al liep
het mij dan eens tegen, ik rob toch altijd brood
hebbeD.
Ik zal n eens een vooratel doen, zeide
Panl en ik geloof wel dat ge het znlt aannemen.
Ik heb een kasteel met uitgestrekte landerijen
on pachthoeven in Bretagne.
Zoudt ge daarheen willen gaan, om op het
veld te werken Ik zal n bij een van mgne
paohters plaatsen, waar ge door eerlijken arbeid
in nw levensonderhond znlt kunnen voorzien,
terwgl ge tevens van dit geld eene lijfrente
van zes honderd francB zult kannen ontvangen.
John Graham aarzelde niet. Op vasten toon
antwoordde hg
Ik neem het aan mijnheer, en geheel
mjjn leven zalt gij op mgne dankbaarheid kun
nen rekenen.
Bewijs het mg door n goed te gedragen,
meer verlang ik niet van n.
Ten einde deze zaak terstond te regelen,
schreef Paal een brief aan zijnen rentmeester
en gaf dien aan John met eene banknoot van
twintig pond voor de reiskosten.
Hiermede verwijderde John zich, na nogmaals
z\jn dankbaarheid en gehechtheid aan zijne
weldoeners betnigd te hebben.
Toen John Grabam was heengegaan, maakten
onze vrienden, geholpen door PigeonneanhnDne
toebereidselen tot het vertrek.
Zij hadden nu niets meer te Londen te ver
richten en verlangden zeer naar hun vaderland
terng.
Den volgenden dag vertrokken zij met den
eereten trein naar Dover en scheepten zich daar
in naar Calais.
Terwijl zij gedurende den overtocht zwijgend
en in gedaohten, op het dek heen en weer
wandelden, zagen zij John Graham, die op eene
bank in de laagste klas op dezelfde boot naar
Frankrijk overstak.
Hg groette hen eerbiedig.
Komaan, zei Paal, wellioht zal er met
dien man een schnrk minder en een eerlijk man
meer op de wereld zijn.
XIX.
DE TERUGKEER.
Tbérèse Bnrgand maakte zioh zeer ongerust
over de lange afwezigheid van Philippe cd
Paul.
Madeleine wist slechts een klein gedeelte
van betgeen ér gebenrde. Haar broeder en haar
verloofde hadden haar verteld, dat zij opreis
moesten en dat het ware doel van dien tocht
voor iedereen moest verborgen blijven. Wel
vermoedde zij dat het hare stiefmoeder betrof,
maar Philippe had haar niet ongerust willen
maken, en haar daarom niet meer van verteld,
sooals men zich zal herinneren.
Sedert hun vertrek was het in 't geheel niet
vroolijk meer op het kasteel.
Er werd niet meer gelachen, niet meer ge
schertst, niet meer gezongen of muziek gemaakt
zooals vroeger.
De graaf en de gravin vertoonden zich zelden,
alleen bij het dejeuner en diner, anders bleven
zij meestal op hunne kamers of gingen alleen
wandelen.
Gelukkig kon Madeleine zioh bij Bnrgand
schadeloos stellen en in de rentmeeBterswoniDg
vierde sjj dan ook den vrijen teugel aan de
uitgelatene vroolijkheid harer jengd.
Tbérèse wist hare onrust voor Madeleine te
verbergen en nam zooveel mogelgk deel aan
de vreugde harer vriendin. In hare gedachten
evenwel volgde het meisje Philippe en Panl,
die in een vreemd land, door allerlei gevaren
omgeven, naar eene onbekende zochten.
Wat zal het gevolg van hun verkenninge*
tocht zijn? vroeg zij zioh af. Wat znllen zij
vernemen? Zal zij, de gravin van alle ver
moedens gezuiverd worden, of zal ik moeten
spreken, zeggen wat ik gezien heb en mijnen
twijfel en onzekerheid aan Philippe moeten
meedeelen Zal ik dat vreeaelijk woord moeten
uitspreken misdaad
Het glimlachend gelaat van Madeleine wekte
Tbérèse weer een weinig op.
Zij is ten minste nog kalm en tevreden,
zeide zij, omdat zij van niets weet. O God
geve, dat zij nooit ergens van weten zal, dat
de onrust en kwellingen, die wtf moeten ver
duren altijd voor haar verborgen blijven.
Getronw aan de opdracht van Philippe, bes
spiedde Tbérèse zooveel in haar vermogen wa
de gravin wier zonderling gedrag haar nieuwen
grond tot vermoedens gaf.
Eens was zij er bij tegenwoordig, toen Chris
tine een brief ontving.
Zjj zat met Madeleine in de schaduw der
groote eiken van het park en de gravin wae
bij de meiBjes komen zitten.
Chriztine nam den brief van hare Engelsche
kamenier aan, wierp een onverschilligen blik
op het adres en stak hem ongelezen in haren
zak.
Kort daarop ging Tbérèse heen onder voor
wendsel dat zg een boek wilde halen, dat zij in
de groote zaal had laten liggen.
Toen zij binnen kwam, stond Christine den
brief te lezen en werd bleek toen zij Tbérèse
zag.
Een brief van de vronw van Fabié, haar
man is zeer ziek en zg maakt zich ernstig
ongerust, zeide de gravin, ik ga er terstond
heen.
Christine verwijderde zioh met haastige
schreden.
De zchrik der gravin, toen zij door Thérèse
overvallen werd, den woedenden blik, dien zij
den rentmeestersdoohter hier toewierp, waren
het meisje niet ontgaan. Geen twijfel meer, die
vronw had gelogen, zg verborg iets, de brief
die zgn ontvangen had was niet van Fabié
en zg ging daar ook niet heen.
De armen nit den omtrek zouden het wer
kelijk niet gewaagd hebben, een brief naar het
kasteel te zenden.
Vroeger, toen gravin Alice nog leefde, ge
beurde het wel. Zij wae als eene moeder voor
de armen en ging altijd terstond daarheen,
waar «en zieke te verzorgen of een ongelukkige
te troosten was.
De tegenwoordige gravin echter oefende de
weldadigheid uit als een laBtigen en vervelenden
plicht, waar hare stand haar toe dwong, sty
wierp den arme eene aalmoes toe, zooalz man
eenen hond een been toewerpt en zeker zon
geen hunner het gewaagd hebben, baar in eenen
brief zijn nood te klagen en om bulp te smeeken.
(Wordt vervolgd.)
De Echo van het Zuiden,
Waalwijksche en Langstraatsche Courant,
De Oorlog