Nummer 48.
Zondag 13 Juni 1915
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
Waaiwijksctie Sfoomdrukkerl| Antoon Tielen,
Eerste Blad.
De tweede Vrouw
38e Jaartran#
Dit nummer bestaat
uit TWEE bladen
FEUILLETON.
Tijdelijk gezantschap
bij den Paus.
Telefoonnummer 38. Telegram-Ad es: ECHO.
Wailwjjkscke en Langstraatsclie Courant,
Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per 8 maanden f0."6.
franco per poit door het geheele ryk f 0.90
Brieveningezonden stukkengelden err franco te zenden aan den
Uitgever.
UITGAVE
Prijs DE'i A-dvrrtbniiSn 10 cent per regel; minimum 6 regels; groote
etters naar plaatsruimte. Advertentiën 3 maal ter plaatsing opgegeven
worden 2 maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en
advertenties bij abonnement worden speciale teer voordeelige contracten
geslotenReclames 16 cent per regel
Het wetsontwerp omtrent bovenstaande
aangelegenheid is Woensdag en Don
derdag In de Kamer aan de orde ge
weest en aangenomen met 82 tegen 10
stemmen. Van groot belang waren de
reden der ministers van buitenlaudsche
zaken Jhr. Loudon en van blnnenland-
sche zaken Mr. Cort van der Linden.
We laten van beiden een overzicht
volgen
De minister van buitenlandsche zaken
zei vele sprekers te moeten teleurstellen-
In tijden van groote internationale span
ning moet een minister van buitenland
sche zaken minder mededeelen dan ooit.
De zaak is echter zeer eenvoudig. De
minister weoscht haar te ontdoen van
elk dramatisch windsel. De regeering
vernam, dat cr aan het Vaticaan een
embryologische vredesactie gaande was.
De regecring achtte het gewenscht
dat ons land daarvan op de hoogte was
zij wenschte daaraaa deel te nemen zij
sloeg net oog op een persoon, die haar
volle vertrouwen genoot en door zijn
bekendheid met het Vaticaan het meest
geschikt was voor de opdrachtzij geeft
hem te kennen, dat zij wenscht ia sa-
menwerkiag met het Vaticaan te komen
indien werkelijk een vredesemotie daar
werd ondernomen. De opdracht van dr.
Nolens was dus, zich in verbinding
te stellen met het Vaticaan, om daar
mede eventueel samen te werken. De
Kardinaal-staatssecretaris schreef dat de
beste wijze van van samenwerking zou
bestaan in aanstelling van een officieel
vertegenwoordiger.
Vandaar dit voorstel. Nederland be
houdt daarbij zijn volle zelfstandigheid
De regeering wenscht, ofschopn consti
tutioneel bevoegd tot aanstelling van
den gezant, vooraf het oordeel der Ka
mer te vernemen over dit voorstel.
Vee »1>E ECHO VAN HET ZUIDEN."
43)
XXIII.
EEN AFGELUISTERD GESPREK.
In den zomer hebben die vrouwen veel werk,
want dan *ijn er gedurig logeergasten, maar
's winters ziju de gelagkamers en de slaapver
trekkeu meestal ledig. Alleen komen er des
Zondags eenige bergbewoners een glas bier
drinken en een partytje kaart speleo.
Het wos dan ook eene verrassing voor de
weduwe Kiotz, toen zij vier gasten tegelyk
ontving- Zij kwam de reizigers met een vrien
delijke buiging toegemoet en scheen vorrnkt
over dit bezoek, te meer daar Philippe baar
zegde dat zy eenige dagen in bare herberg
zouden vertoeven. Het dejeuner werd besteld
en men haastte zich bet klaar te maken.
De reizigers gingen naar hunne kamers om
zich een weinig op te frisscben, en begaven
zich vervolgens naar de kleine, gezellige eet
kamer, waar een vroolyk hout vuur onder deD
grooten ouderwetschen schoorsteen brandde
want in deze hoogs gelegen strekeD, 1600 meters
boven den waterspiegel, is bet vroeg kond,
Eindeljjk zyn wij er, zegde Philippe.
Drommels, bet heeft heel wat moe.te gekost
sprak, Panl. Ik vind weinig gonot in dot berg
beklimmen.
ik beb onder weg slechts eene gedochte
gehad, zegde Burgand, namelijk dat ik weldra
mijn braven kapitein zou weerzien, endotwoB
voor mij voldoende om alle vermoeienissen te
doorstaan.
My is de weg ook niet lang gevallen
prak Pigeonneau, en ik heb overal goed rond
gezien of er geen onraad was.
Spoed bij dit voorstel Is er, omdat deze
vertegenwoordiging ten spoedigste iu
werking moet treden en omdat dit voor
stel dient aangenomen op een moment,
dat er nog geen sprake is van sluiting
van den vrede, opdat men ons niet ver-
denke dit voorstel te doen in het belang
van een der partijen, gelijk in een blad
in woord en beeld is geïnsinueerd. Dit
voorstel Is dus dood eenvoudigvan
verstoring van den Gods-vrede is geen
quaestie. De Godsvrede zou wel zeer
oppervlakkig moeten zijn, als hij daar
door werd gestoord. Wel was er
ontroering In den lande, doch deze was
slechts merkbaar in enkele kringen, die
nu eenmaal van samengaan met den
Paus niets wilden weten.
Onvaderlandslievend, onchristelijk, an
ti-historisch heeft men dit voorstel ge
noemd. De minister kreeg zelfs auouime
brieven, waarin gezegd werd dat het
laatste uur van zijn ministerschap was
geslagen.
Geelt men zich dan geen rekenschap
vau het ontzettende drama, dat thans
wordt afgespeeld, met zija verdragende
economische gevolgen Is 't dan niet
de plicht van Nederland, het land van
Tugo de Groot, de Vredesconfereutiën,
het Vredespaleis, om de hand uit te
steken tot herstel vao den vrede
Dat is een plicht tegenover de neutra
len, tegenover de oorlogvoerenden, tegen
over de gaosche menschheid. Zelfs indien
de actie van het Vaticaan uiet Lot het
doel leidt, dan was het nog onze plicht,
daaiaau mede te doen om te trachten
iets te bereiken. Dit is dus een geheel
tijdelijke missie, die geenzins de voorbe
reiding is van een blijvende missie bij
den Paus, al heeft de minister princi
pieel daartegen geen bezwaar. Men
heeft hier niet te doen met een missie
bij den Paus als hoofd der Kerk. Het
artikel in de Osservatore Roma-
n o, waarop de heer Eerdsmans zich
beriep, heeft een onmiskenbaar polemisch
karakter. Ook is het hoogwaarschijnlijk
niet juist, dat de Paus de verhaasting
van den vrede niet beschouwd zou heb
ben als zijn apostolischen plichl.
Omtrent de persoon van den ge
zant heeft algemeen de Kroon te oor-
deelen, niet de Kamer- Naar 's ministers
overtuiging kan niemand meer neutraal
zijn dan de Paus, omdat hij in alle
oorlogvoerende staten een groot aantal
geloofsgenooten heeft. De regeering
blijft voor het ontwerp volkomen verant
woordelijk doch de minister heeft geen
bezwaar tegen het amendement-V a n
I d s i n g a op de considerans.
De heer T y d e m a n wenschte een
driehoofdig gemengd gezantschap. De
minister gevoelt voor zulk een Cerbe
rus bij het Vaticaan zeer weinig. Van
de geruchten, als zou de garantlewet
niet worden gehandhaafd, heeft de minis
ter niets vernomen, integendeel vernam
hij van zeer bevoegde zijde, dat zij ten
volle blijft gehandhaafd.
De minister brengt ten slotte aan de
Kamer dank voor het In hem gestelde
vertrouwen. In afstemming van dit wets
ontwerp zou de regeering voor zich zeker
een bewijs zien van gebrek aan ver
trouwen.
De Minister van Binnenlandsche Zaken
(de heer Cort van der Linden)
tijdeiijk voorzitter van den Ministerraad,
meent, waar dit voorstel zoozeer de alge-
meene politiek raakt, nog eenige opmer
kingen te moeten maken. Dit voorstel is
van zeer eenvoudigen aard. Men heeft
vermoedens geuit en vrees uitgesproken
die met de strekking van dat wetsont
werp niets hebben uit te staan.
Men vreest vooreerst voor schade aan
het Protestansche karakter van ons volk.
Maar vergeet men dan niet, dat een
aanzienlijk deel van ons Volk bestaat uit
Katholieken En kan dat karakter van
ons volk schade lijden door eenige diplo
matieke handeling? Had ons volk dan
geen protestaotsch karakter, toen wij nog
een gezant bij den Paus hadden Het
karakter van een volk dient zich te open
baren in zijn handel en wandel.
Het zou ook een bederf in ons staats
bedrijf zijn, als de regeeriDg rekening
hield met eenige geloofsvoorkeur. De
regeering Is noch protestantscb, noch
katholiek en erkent den Paus niet als
hoofd der Christenheid. Dit gezantschap
legt dus geen band tusschen den staat
en de Roomsche kerk. Ook al was bet
niet tijdelijk, doch blijvend, de aard van
't gezantschap zou daardoor niet veran
deren. De aard van het gezantschap
wordt niet bepaald door zijn duur. De
aard van dit gezantschap is alleen, dat
men in den Paus heeft gezien een
belangrijke Internationale politieke macht.
Dat is een realiteit en dq moge men
dit betreuren, aan dit feit is niets te
veranderen.
Er is geen belangrijker diplomatiek
centrum, dat invloed kan oefenen lo 't
belang van den vrede, dan het Vaticaan.
Wij dienen daarmede dus samen te wer
ken, door. eeo gezant. Wij nemen een
zeer bescheiden plaats ia onder de mo
gendheden, maar de Paus behoort tot
de groote machten, en de heer T y d e-
Rian zou alleen recht gehad hebben
met zijn denkbeeld om een commissie
af te vaardigen naar den Paus, als de
verhoudingen precies omgekeerd waren.
De deuren van het Vaticaan gaan zeer
moeilijk open en de commissie van den
heer Tyderaan zou In de anti
chambre blijven staan.
De heer Nolens is met de zending
belast niet als politiek leider, maar we
gens zijn bijzondere geschiktheid. Hij
leeft, niet zonder aarzelen, op ver
zoek van de R e g e e r i n g, zich be
last met de missie, die hij op voortref-
elijke wijze heeft vervuld.
De heer Tydeman miste dus alie
recht, tusschen deze missie en de de
batten in de Tweede en de Eerste Kamer
verband te zoeken. Niet zonder leedwe
zen las de regeering de vragen in het
Voorloopig Verslag. De minister verklaart
echter de tegemoetkomende houding van
den paus te waardeeren. Men kan toch
moeilijk samenwerking zoeken eu tevens
afstooten den persoon, met wieo men
wil samenwerken.
De heer Eerdmams (U. L., Rotterdam
III) Dus wordt het gezantschap per
manent
De Minister Neen, mijnheer E e r d-
m a n s. Ik ontzeg u het recht, dat uit
mijn woorden af te lelden.
De minister betreurt het dat 't verzet
legen het gezantschap bezoedeld is door
een toorneloozen geloofshaat.
De Minister Men vreest blijkbaar den
invloed van den Paus.
Maartegen dezen internuntius heeft men
zich toch nooit verzet. Die internuntius
nu is een agent van den Paus, terwijl
de tijdelijke gezant bij den Paus aan
onze instructies heeft te gehoorzamen,
zoodat daardoor de macht van onze re-
Wie zoa ons in dat afgelegen oord kuunen
aanvallen riep Philippe nit.
Dat kan men Dooit weten. In Londen
hadden wy ook niet op eene aanranding gere
kend het kon bier ook weieens voor komen.
Het ontbyt iB gereed, kwam de meid
zeggen.
Zij gingen aan tafel.
Zyn er nog meer gasten bier vroeg
Philippe.
Neen, mijuheer om dezen tyd komen er
zelden gasten. Er is op dit oogenblik niemand
bier dan een ocde marskramer, die een nnr
voor de beeren is aangekomen Pigeonneau
was re^ds op zijne hoede-
Waar Blaapt die man? vroeg hy.
Op den zolder, en nu zit bij in de kenken
met od8 te eten. Wees maar gernst, hij zal
de heeren niet hinderen.
De meid liet hen alleeD.
't Kan zijn, mompelde Pigeonnean, maar
toch tal ik hem in 't oog bonden.
Pigeonnean ziet overal vijandeu, zegde
Panl lachend. Zoo'n arme marskramer kan ons
toch niet veel kwaad doen.
Men beeft mij tot lijfwacht aangesteld,
en ik neem dien post met de grootste nauw
gezetheid waar, waarom zon ik anders meegaan
liet is beter dat men te voorzichtig dan te
goed van vertrouwen is.
Toen bet dejeuner gebrnikt was, gingen
Philippe, Paal en Burgandde waardin opzoeken,
om baar eenige inlichtingen te vragen. Pigeon
nean begaf zich naar de kenken, om dien
marskramer eens te zien.
Aan een groote, rawbonten tafel zat de
dochter van do waardin, de meid, do gids van
Philippe en de marskramer.
Deze was een man van vijftig of zestig jaar,
met lang grijzend baar en een zwarte baard.
Het dejeuner wbb gebruikt en de mars
kramer bad zijn kastje geopend en liet zijn
waar aan de meisjes zien-
Pigeonneau zag hem scherp aan, maar bij
kwam hem niet verdacht voor.
De machinist van de Madeleine kocht voorde
dochter en de dienstbode eene broche en een
paar oorbellen en onthaalde bet gezelschap op
eene flesch wyo.
Hy bleef eenigeu tyd in de kenken schertsen.
en ging daarna aan de dear van de herberg
zijne pyp staan rooken volkomen gernst ge
steld omtrent den marskramer.
lotusechen waren onze vrienden in de eetzaal
in gesprek met de weduwe Klotz.
Joifronw, vroeg Philippe weet u ook of
er vreemdelingen in het gehucht wonen
Neen, mijnbeer. De meeste bewoners van
van Bourg- Saint— Pierre zyn er geboreB of
bebbeu er jarenlang gewoond.
Kent ge misschien ook een zekeren myn
heer Pierre Mornoy?
Pierre Morney Is dat een gids
De drie vrienden zagen elkaar mismoedig
aan.
Neon, antwoordde Philippe, hij is een
rentenier, en waarschijnlijk heeft by hier reeds
zeventien jaar gewoond. Zooveel is zeker, dat
by op bet einde van bet vorige jaar nog hier
WU8.
Dan zon ik a geene inlichtingen kunnen
geven, mijnbeer, want ik ben dezen zomer
bier gekomen. Ik woonde vroeger te Oasieres
en h6b deze herberg van mijnen oom geërfd
Toen ben ik m\j met mjjne doohter te Bonrg
Sant—Pierre komen vestigen.
En ge kent niemand, van dien naam, ge
weet bet zeker.
Volkomen zeker mynheer. In een gebncht
als dit kent men terstond al de inwoners. Ik
vroeg n zooeven of bet eon gids was, want alle
gidsen van Chamonnix Oasuères en MoDtigDy
komen geregeld hier en ik ken al hunne namen
niet, maar als bet iemand moet zijn die bier in
het gebncht woont, neen, dan weet ik zeker,
dat ik hem niet ken.
Zondt ga mij dan iemand kunnen aan
wijzen, die hier sedert jaren gewoond heeft
en die mij beter zon kunnen inlichten
Vraag bet maar aan den eersten den
beste, mijnbeer zooals ik n zegde, de menacben
bier nit de plaats kennen elkaar alleD.
Wy zonden ons het eerst tot den bnr -
gemeester kannen wendon, zegde Panl.
Ja. ge hebt geljjk, antwoordde Philippe,
wy znllen er terstond heeDgasD.
Hoe laat wenscben de heeren bnn diner
te hebben vroeg de waardin.
Om zeven nren jaffroaw.
Ik zal er voor zorgen.
geering bij den Paus wordt versterkt.
Al was er geen enkele Katholiek in ons
land, dan was het belaog voor ons om
met den Paus in contract te komen, even
groot. De belaogen van de kerk staan
hier totaal bulten. Het zijn hier uitslui
tend onze belangen, die wij dienen.
Voorts heeft men de verdenking geuit,
dat de regeerlng zou spelen met de be
langen van het land om politieke winst.
De heer Eerdmans heeft zich
daarvan hier de tolk gemaakt. Een re
geering echter, die dat deed, zou de
Kamer misleiden en de Kamer zou geen
oogenblik de leidiDg van 's lands zaken
aan zulk een regeering meer mogen
toevertrouwen. (Geroep Z e e r j u i s 11)
Maar alleen de heer Eerdmans heeft
die verdenking geuit. De minister treedt
daarover niet in debat. Het is waar, dat
het vertrouwen van onze Katholieke
laudgenooten in de regeering door dezen
maatregel zal worden versterkt, maar is
dat een reden om dezen maatregel niet
te nemen
Men vreest, dat deze maatregel den
Godsvrede zal verstoren. De minister
begint hoe langer hoe minder te
begrijpen, wat de Godsvrede Is. (Gelach)
De minister heeft het zoo begrepen,
dat de Kamer de regeering moet steunen
inzake de defensie en de buitenlandsche
aangelegenheden, maar de Godsvrede
wordt niet verstoord door protesten, en
Indien men meent dat de Regeeilng
door hel voorstel den Godsvrede ver
stoort, dan begrijpt men den Godsvrede
niet. De Godsvrede Is niet in 't belang
der partijen, maar In het belang der
regeering en daardoor In 't belang van
het land. Ook de thans voorgestelde
maatregel is in 't belang van Nederland.
Men bedenke welke groote belangen
er voor ons op het spel staan,
niet alleen bij den oorlog, maar ook
bij het sluiten van den vrede. Men zij
zich ervan bewust, dat wij getolgen zijn
van een wereldworsteling, gelijk wij er
geen tweede kenneD, dat de constitutie
der wereld is ontwricht en een nieuwe
orde van zaken zal moeten worden
geconstitueerd, als de vrede komt.
Bij die eindregeling staat onze toe
komst eo die onzer koloniën in belangrijke
mate op het spel. Daarom dient dan
onze positie zoo sterk mogelijk te zijn.
De burgemeester van Baorg-Sint-Pierre
was een brave onde boer. Hy ontving de
vreemdelingen zeer beleefd en stelde zich geheel
tot bonnen dienst, maar in lichtingen kon by
niet geven omtrent Pierre Mornoy, want die
naam was bem geheel onbekend.
De reizigers begonnen reeds te wanhopeD,
toen Bnrgand op het denkbeeld kwam, eene
beschrijving van den kapitein te geven.
-7 Liet is een maD van omtrent zestig jaar,
sprak bij, groot, breed geschouderd en Bterk
gebouwd, ZijDe bonding is recht eo krachtig.
Hy heeft een gebroDïd gelaat en heldere blauwe
oogen Ziin haar en koevel zijn sneeuwwit.
De burgemeester dacht er lang over na en
eindelijk herinnerde bij zicb, dat er eenigen
tyd geleden werkelijk iemand die er zoo aitaag,
te Bonrg—Saint - Pierre was geweest. Hy
woonde in een bnisje bruten bet dorp en ging
met niemand ombij wiBt dan ook niet boe
die man heette.
Maar weet ge niet wat er van dien man
geworden is vroeg Pnilippe.
Neen. Ik weet niet waar by is heenge
gaan, overigens, ik heb er m\j ook niet over
bekommerd.
Vol aDgst en vertwijfeling vroeg Philippe
zich af, of bij die verre reis voor niets gedaan
zon hebban, of er geene hoop bestond, dat by
zynen oom zon kannen teragvinden.
Diep neerslachtig bedankten zy don burge
meester voor de verstrekte inlichtingen 6D
gingen been.
Baiten gekomen kwam er by Paal een denk
beeld op.
Wacht eens, zegde hij, iudien wij er eens
bi) den postmeester naar vroegen.
Philippe knikte zijn vriend goedkearend
toe.
Inderdaad, zegde hij, de naam van Pierre
Mornoy moet hy eens gelezen hebben, toen
nit Londen den brief kwam, met de doodsakte
van zijne vrouw.
Juist, sprak Bargand, laat ons e: oogen—
blikkelyk been gaao.
Da postmeester kon geene inliobtiogeD geven,
want hij bad den naam van Pierre Mornay
nooit geLzen of hooreu noemer.
Het is alsof bet noodlot ons gedurig
vervolgd riep Philippe wanhopig ait toen bij
baiten kwam.
Wij moeten het hoofdniet laten hangen,
Philippe, zegde Burgand. Wij znllen allein
wooers naar den kapitein vragen, eu dat is
zoo moeilijk niet, want bet is bier eeo klein
gebncht.
Deze raad werd terstond opgevolgd. Zjj gin
gen alle huizen binnen, gaven de nauwkeurigste
beschrijvingen van den man, dien zy zochten,
maar tevergeefp.
Niemand kende den naam van Pierre Mornsy,
Wel meenden sommigen eens een man gezien
te hebben, die op bet gegeven signalement
geleek, maar wie hy wos of waarheen by was
gegaan, wist niomaud.
U-t schijnt dut mijn oom ook bier niet
onder zyn waren naam gewoond beeft, zegde
Philippe... Wy moeten nu eerst trachten te
weten te komen, boe by zich liet noemen Wij
zullen het onderzoek voorzetten.
Eindelijk, na veel moeite en vruchteloozen
pogingen, sohenen zij een gering spoor ondekt
te hebben.
E?n houthakker herinnerde zicb, meermalen
een maD gezien te hebben in het gebncht die
aan de beschrijving door Bi.rgand gegeven,
beantwoordde.
Die man woonde een eind buiten Bonrg
Saint—Pierre, in een hnis aan deu weg Daur
Aoste. Hij ging met niemand om en geen
mensch kwam ooit over zijnen dorpel. Alge
meen noemde men hem den raenecbenbater.
Hy sprak nooit, niemand kon er op beroemen,
ooit een woord met bem gewisseld te hebben,-
behalve een man die zooveel oIb kmcht by
hem was, die voor zijn eten zorgde en zijn
buis schoonhield. Hij was zijn bnnrman. Vroeger
was bij gids, maar door een vul in bet gebergte
beeft hij zyn been gebroken en nu kon hij dat
beroep Diet meer uitoefenen en leefde van
zy'ne spaarpenningen en vun betgeen bij bij
den menscbeDbater vei diende, Hy bet Cbessex.
Dikwijls prak bij met mij ove? zyn meebter.
Zooals b\j zegde moet deze een braaf man
geweest zijn, maar die veel geleden moet
hebben en nu een afschuw van de wereld er
de meoschen hal gekre/en. Maar waoneer ge
er Cbessex zelfs naar vraagt, zult ge*er zeker
wel meer van vernemen, dan door my.
(Wordt vervolgd.)