Nummei 95
Donderdag 25 November 1915
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
Eerste Blad.
38e Jaargang
Wadlwf|ksche Stoomdrukkerij Antoon Tielen
Dit nummer bestaat
uit TWEE bladen
Gemeeoteraadsvergaderingen.
Voorbereldlng-voor de toekomst,
Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per 8 maanden f0."5.
Franco per post door het geheele ryk f 0.90
Brieveningezonden itnkkengelden err /nnoo te zenden aan den
Uitgever.
UITGAVE
Telefoonnummer 38. Telegram-Ad dl: ECHO.
Prijs dbr ADVB*TiimSN 10 cent per regel; minimum 6 regels; groote
letters naar plaatsruimte. Advertentiën 8 maal ter plaatsing opgegeten
woraen 2 maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en
idvortentie? bij abonnement worden speciale zeer voordeelige contracten
;esloten. Reclames 15 cent per regel
v L IJ M E N.
(Vervolg.)
4. Wijziging begrooting.
Voorzitter. De post voor den om
roeper bedraagt f 15 doch doordat
er dikwijls werk voor hem is geweest,
is de post aan. Ik stel voor dezen post
met f 10,te verhoogen.
Daartoe wordt met algemeene stemmen
besloteD.
5. Aangehouden voorstel van J. v.
Wagenberg tot verpachting der 49 ont
gonnen perceelen in het Ven.
Voorzitter. Ik behoef over deze zaak
niet veel te zeggen. In de vorige ver
gaderingen is er genoeg over gesproken.
Misschien wil de heer Wagenberg
zijn voorstel nogeecs toelichten.
Wagenberg. Ik heb er niets aan toe
te voegea en blijf bij mijn voorstel. De
leden zullen er misschien wel eens over
nagedacht hebben. Mij komt het voor
alle» te verpachten en zelf niets meer
in exploitatie te brengen.
Mommersteeg. Ik heb de zaak in de
vorige vergadering genoegzaam bespro
ken. Mijn opinie is dus bekend. Ik heb
er nog eens over nagedacht doch ik
blijf herhalen wat ik heb gezegd, het
zou jammer zijn die 30 perceelen te
gaan verpachten waardoor m.i. de ge
legenheid zou komen te vervallen dat
de kleinere boer zijn vee gemakkelijk
kan scharen. En dat mag niet, vooral
niet wijl de veestapel zich meer en meer
in onze gemeente ca omgeving uitbreidt.
Dit weegt voor mij zwaarder dan het
andere
Voorzitter. Ja, de meeningen schelen
veel. Blok 2, 3 cn 4 blijven liggen,
zoodat er dan nog 40 bunder is.
Van Buul. Nog meer, 50 ongeveer,
Voorzitter. Blok 2 en 3 zijn dit jaar
gescheurd. Blok 4 nog niet.
Van Engelen. Als je dat land aan
particulieren gaat verpachten, dan moet
iedereen eea drinkenskuil maken en dat
zou voor het land niet beter zijn. Boven
dien zou het land dat het duurst heeft
gekost, het minst opbrengen.
Voorzitter. Die drinkenskuilen er in
brengen is zoo'n bezwaar niet. Bij pu
blieke verpachting zal het voor de ge
meente in financiën nogal wat schelen.
Van Heivoort Wat het meeste op
zal brengen moet nog worden afgewacht.
Voorzitter. Dat weet ik niet, mea
kan toch zeggen hoeveel ongeveer de
schaar zal bedragen.
Van Engelen. En het laag land zal
niet zoo goed zijn als het hoog land,
dat zal ook nogal wat schelen.
Boom, Krijgen wij niet te veel wei
land en boven alles moeten wij ons op
de eerste plaats niet afvragen wat is
voor de gemeente het voordeeligste.
De Vaan. Vroeger is besloten niet
alles te verpachten. Dat is altijd het
plan geweest. Ik zal niet ontkennen
dat het misschien bij verpachting niet
meer zai opbrengen voor de gemeente,
doch het is toch eerst afwachteD, met
zekerheid kan men niets zeggen.
Van Buul. Er is nu nog volstrekt
niet te veel weide, daarom zou ik tot
een volgend jaar willen wachten.
Wagenbei g. Er wordt hier uit het
oog verloren de weide die daar komt.
Mommersteeg. Er zal veel vee uit
Vucht komen.
De Vaan. Bij verpachting zou er al
direct een hoop gemaaid worden ook.
Van Halder. Ik zou een gedeelte
verpachten aan particulieren en een ge
deelte dan voor wei houden, dan kan
nog een gemeenschappelijke weid» ge
maakt worden. Blok 7 is daar mooi
voir. Blok 5 en 6 zou dan aan par
ticulieren verpacht kunnen worden.
Voorzitter. 2, 3, 4 en 7 is zoowat
67 H.A.
Van Buul. Beter kan men dan blok 7
verpachten, dan wordt alles zoo niel ver
brokkeld. 4, 5 en 6 kan men dan aaneen
houden.
Van Engelen. Men had dat eene per
ceel dit jaar moeten scheuren.
Van Helvoirt. Ik ben er voor dat de
gemeente het in eigen beheer houdt.
De Vaan. Dat gaat over de 40 H.A.,
niet waar.
Voorzitter. Ja, dat wat klaar is. Ik laat
alles aan den raad over.
Van Buul. Als blijkt dat er een vol
gend jaar wel genoeg is, ben ik er niet
tegen om te gaan verpachten.
Van Heesbeen. Ik zou mij aan het
eerste raadsbesluit houden, dan kan men
nog eens een mooie gemeente welde
krijgen. Nu te gaan verbrokkelen zou ik
niet doen. Andere jaren kan mea nog
zien. Is er dan gebrek, Iaat dan nog een
blok verpachten, dat brengt wel goed
geld op.
Voorzitter Ja, door de concurrentie
die er is brengt het veel geld op.
Van Engelen. Die andere perceelen
zijn er goed ingegaan.
Wagenberg. Ik constateer dat de leden
hoewel ze ervan overtuigd zijn, dat bij
verpachting de gemeente -financiën er
beter door zullen worden, de voor
keur geven aan in eigen beheer te houden.
Men zegt zulks te doen voor den kleinen
man. Maar nu vraag ik mij af, als men
gaat verpachten, zal men dan uit Vucht
ook niet komen pachten en zal dan op
de gemeentewei juist niet veel plaats
gaan komen voor den kleinen boer.
Van Buul. Dat ben ik zoo nog maar
niet met LJ eens.
De Vaan. Dat kan zijn de eerste jaren.
Van Halder. Als de gemeente blok 5
en 6 zelf in beheer blijft houden^ is men
nog verplicht om die perceelen te scheu
ren, want zoo zal het niet gaan.
H. Boom. Wat van Halder zegt is
waar, er staat geen gras, dus moet het
er gebracht worden. De gemeente heeft
zoo zoetjes aan 105 H.A. land in exploi
tatie, dat wordt te veel. Heeft er al eens
iemand aan gedacht wat een werk dit
alles meebrengt. Er zijn geen krachten
die het zullen bewerken. Wordt het ver
pacht dan brengt het voor de gemeente
veel meer geld op en de grond zal veel
beter blijven, dat is een niet te ontkennen
feit. Bovendien hebben wij nog genoeg
land om te gaan explolteeren.
Bij verpachting blijft het land in goe
den staat, bij gemeentebeheer is dat
niet zoo. Men weet hoe dat gaat. Wat
doen de groote landeigenaars in den
polder Die gaan het ook verpachten
en daar wordt het land beter door.
Van Buul. In het Ven is er veel land
waar de gemeente weide overheeft.
De Vaan. Het is dikwijls gebleken
dat door te laten weiden het land in
befer conditie is gekomen.
Mommersteeg. In Engelen laten ze de
omheining en de andere werkzaamheden
aanbesteden. Dat is voor de gemeente
voordeeliger. Zonder jong vee en paar
den zal men het zonder kunstmest wel
gedaan krijgen alles in goeden staat te
houden.
Van Halder. Ik heb er nog geen on
dervinding van, maar ik heb verschillende
menschen uit Drunen gesproken en die
zeggen dat, zoo er geen kunstmest op
komt, het met dat land afgeloopen is.
Mommersteeg. In Drunen is het land
lang zoo goed niet als hier, dat scheelt
heel veel zelfs, daarom zullen wij nooit
die bemesting behoeven te doen als daar.
Maar wij kunnen over deze kwestie
nog dagen zitten blijven praten, tot een
gelijk inzicht komen wij nooit, dat geloof
ik niet.
Van Heesbeen. De gemeeBte kan die
gronden ook wel laten bemesten.
Boom. Als het land genoeg opbrengt
dan zal het gebeuren. Is dit niet het
geval dan blijft de bemesting achterwege
en wat wordt er dan van het land
Wagenberg. Ik wil alleen nog even dit
zeggen. Opvallend is het dat mannen,
die vooraan staan in de beweging van
den boerenstand voor verpachting zijo,
wijl zulks voor de gemeente het voor-
deeligst is, terwijl de andere zeggen voor
den kleinen boer is het niet zoo goed, die
wordt er niet door bevoordeeld. Die
boer is. vooraas in de beweging staat,
die geeft daar niet zoo veel om.
Dat is opvallend.
Voorzitter. De heer Wagenberg zegt
dat de vertegenwoordigers van de land
bouwers voor het voorstel zijn om het
land te verpachten, wijl ze weteD, dat
daardoor het land meer zal opbrengen
en beter in orde zal gehouden worden.
Van Engelen. Men weet toch nog niet
wat het op zal brengen.
Mommersteeg. Het kan wel f 100 per
bunder opbrengen als het wordt geweid.
Boom. Dan zal er toch wel een heele
groote heining omheen gezet mogen
worden.
De Voorzitter zegt dat nu genoeg over
het voorstel is gesproken en brengt het
voorstel van den heer Wagenberg in
omvraag, wat wordt verwerpen
Voor stemden de heeren H. Boom,
M. Boom, Wagenberg en van Halder.
Tegen de heeren van Buul, Mommer
steeg, de Vaan, van Heesbeen, van Ea-
gelen en van Hel voort.
Van Engelen. Is er al kunstmest aan
gekomen.
Voorzitter. Dat is op voorjaar gekocht.
Ik kan wel 2000 KG. slakkenmeel bij
de firma Jurgens koopen voor f 15 per
100 KG. Dit heeft ze inkoop ook gekost.
Boom. Dat Is te duur, daar kan u
altijd voor koopen. Ik zou daarom niet
tot aankoop overgaan.
Van Engelen. Gras en haver is dat
al gekoch\
Voorzitter. Over aankoop van haver
zijn we al in bespreking.
Va-i Buul. We kunnen de haver krij
gen tegen f 15 per 100 KG., tegen 95
pond per mud.
Mommersteeg. Ik heb ze gekocht te
gen f 13,50, goed schoon.
Van Buul. Wij hebben Vensche ge
kocht omdat ze een vorig jaar gezegd
hebben dat die het beste was.
Boom. Is het niet publiek aanbesteed.
Voorzitter. Neen, onderhands met
van der Wiel.
Van Halder. Langs dat perceel van
mij, daar in den Heupweg, wordt een
sloot gegraven. De opzichter heeft een
en ander nltgezet. Het komt mij voor,
dat de weg wel wat smaller gemaakt
kan worden, dan krijgen die perceelen
meer grond. De weg Is breed genoeg.
Aan de kromming is hij nog 10 Meter
breed.
Voorzitter. Ik heb den opzichter ook
gezegd dat hij daar een stuk van kan
afsteken. Morgen zal ik er met de wet
houders over spreken.
Boom. Als de weg 8 meter breed is,
is dat breed genoeg, anders worden er
wel 3 a 4 sporen in gereden.
Voorzitter. Laten wij de breedte dan
op 8 M. bepalen.
Mommersteeg. Mag ik er B. en W.
op attent makeD dat de weg bij J. Bran-
ten geheel stuk is gereden door het
drukke vervoer van steenen
Voorzitter. Het gruis ervoor is al be
steld.
Van Heivoort. Orer het algemeen
zijn de wegen hier oog niet zoo slecht.
Van Engelen. Hoe is het nu met die
musschenkwestie, waar wij In een vorige
vergadering al over hebben gesproker,
ze vernielen veel hooi.
Voorzitter. Ik heb u toen al in over
weging gegeven een soort veieenigiDg
op te richten. I<c geloof ook wel dat het
een gemeentebelang is, zoo groot is de
plaag dier dieren wel.
Mommersteeg. Geef maar een middel
aan de hand om ze te vangen.
Voorzitter. Ik zou actes kunnen gaan
verleenen om te schieten op schadelijk
wild, maar daar zijn te veel gevaren
aan verbonden. Er komen dan in ver
schillende huishoudens geweren en te
voorzien is het dat er dan door kinderen
ongelukken zullen gebeuren en dat moet
men zooveel mogelijk voorkomen. Wel
zou men kunnen zeggen, de gemeente
geeft voor iedere musschenkop die men
brengt één cent. De schooljongens gaan
ze dan met klemmen vangen. Per dag
zijn er wel die 30 tot 40 stuks op die
manier vangen.
Van Engelen. Ze maken al het hout
kapot, die dieren.
Mommersteeg. En ze vreten het kip
penvoer ook al op.
Voorzitter. Ik zal er in het Dag. Be
stuur ook over spreken en dan zien of
er niet een regeling is te treffen.
Hierna sluit de Voorzitter de verga
dering.
Wij lezen in het Vakblad v/d Schoen
makerij
Mag steeds ons land zijn economische
afhankelijkheid gevoeld hebben, het be
sef daarvan is toch zeker nooit zoo
diep tot zijn bewoners doorgedrongen
als in deze veelbewogen dagen. Tot
dusver wisten we, dat Nederland slechts
voor een zeer klein gedeelte zijn levens
behoeften binnen eigen grenzen aan
wezig vond. thans eerst hebben we de
schaduwzijde er van in vollen omvang
kunnen waarnemen. Tot dusver bekom
merden we ons niet om dat gemis;
waarvoor dienden anders onze handels
vloot, onze spoorwegen, tenzij om veler
hande dagelijksche benoodigdheden met
volle ladingen aan te voeren, in ruil
voor wat wij aan andere artikelen te
veel hadden thans eerst kennen wij de
bezwaren van dien aanvoer. Was men
er vroeger niet ietwat trotsch op, dat
het kleine Nederland met zijn groote
koloniën een zoo uitgebreiden hande
met het buitenland moest onderhouden
Maar nu wordt ach en wee geroepen,
omdat de gemeenschap met het buiten
land ons in aanraking brengt met oor
logsmaatregelen, die precies het omge
keerde beoogen van wat in vredestijd
als vaste wet gold. We staan voor het
ongekende feit, dat alle landen voor
verschillende artikelen uitvoerverboden
uitvaardigen, terwijl vroeger vóór den
oorlog ieder land zijn uiterste best deed
om de uitvoeren in alle artikelen tot
het grootst mogelijke cijfer op te voeren.
We staan voor het analoge geval, dat
elk land zijn uiterste best "doet, van
sommige artikelen de meest mogelijke
hoeveelheden, tot zelfs langs sluipwegen
toe, in te voeren, terwijl het vroeger
door hooge invoerrechten met opzet een
dam opgeworpen had tegen eiken, zelfs
matigen invoer. We zien heden overal
de verhoudingen in het handelsverkeer
andersom dan ze in vredestijd waren
en dat speelt ons bij onze afhankelijk
heid van het buitenland parten.
Eens zal weliswaar de oorlogstoestand,
die Europa sinds langer dan een jaar
tot een hel heeft gemaakt, een einde
nemen. Dan zal de handel weer vrij zijn
en zullen de bekende economische
wetten voor het vrije ruilverkeer hun
kracht herwinnen. Maar dan zullen we
toch ook staan voor geheel andere toe
standen in de verschillende landen. Zul
len we er dan op mogen rekenen dat
we weder als weleer aan behoorlijke
prijzen uit oost en west kunnen halen
wat ons goeddunkt? 't Is haast niet
denkbaar. Wanneer men nagaat, welke
immense schulden de oorlogvoerende
landen op zich laden, waarvan nader
hand de rente als een eeuwigdrukkende
last op de volkeren blijven rusten zal,
dan moet men wel voorbereid zijn op
een enorme duurte van die artikelen,
welke hier uit het buitenland als on
misbaar betrokken moeten worden. Met
die mogelijkheid en waarschijnlijkheid
voor oogen, komt men tot de slotsom,
dat wij onze economische afhankelijkheid
van het buitenland later ook nog duur,
zeer duur, zullen moeten betalen.
Het is daarom zaak, thans te overwe
gen of we onze banden met het buiten
land niet wat losser kunnen maken in
de dagen, die ons nog van den vrede
verwijderd houden. Wanneer wij vroe
ger verschillende gebruiksartikelen een
voudig van elders betrokken en ons er
niet op toelegden om ze zelf te vervaar
digen, was daarvan wel een der hoofd
oorzaken. dat een beginnende industrie
hier had op te tornen tegen goed ge
fundeerde ondernemingen in het buiten
land, die de wereldmarkt reeds be-
heerschten en aan allerlaagste prijzen
leverden. Deze voor ons ongunstige
factor is thans tijdelijk opgeheven. Waar
we ons oog ook wenden, overal bijna
zien we de nijverheid zich werpen op
artikelen voor legergebruik, terwijl de
civiele behoeften gedeeltelijk ongedekt
blijven. Vanwaar zouden in de groote
en kleine oorlogvoerende landen de
werkkrachten ook moeten komen, nu
de élite der mannen tot de krijgsbedrij
ven opgeroepen is; en ook na den oor
log zal veel personeel nieuwgeschoold
moeten worden, eer de nijverheid weer
op haar vroegere „Leistungsfahigkeit"
teruggekomen is. Bij al zijn bezwaren
voor de nijverheid blijkt de oorlog dus
toch ook een soort bescherming uit te
oefenen, geschikt om bestaande indus
trieën uit te breiden en nieuwe op te
richten, als de grondstoffen er voor zijn
Bestaande industrieënWe denken
daarbij allereerst aan onze ledernijver
heid. Jarenlang heeft zij geroepen om
protectie door invoerrechten en nu de
oorlog die protectie op nog volkomener
wijze biedt, verkeert zij plotseling in
ongekende drukte, maakt hooge winsten
en vergroot haar capaciteit, 't Is nu voor
haar de tijd om het veroverde gebied
te bevestigen, haar nieuwverworven
clientèle te binden De invoer van zool
leer komt nog slechts uit Amerika wordt
er iets gedaan om dien concurrent te
bestrijden Wij hebben 'vroeger eens
hooren mompelen, dat de looierij zich
tot de regeering of tot de N. O T. had
gewend om gedaan te krijgen dat de
lederinvoer werd stopgezet. Ziet. dat is
nog de oude manier van bestrijden,
dat is weer de roep om ongezonde, voor
deschoenfabricatieongewenschte invoer-
bemoeilijking. Die bestrijding meenden
wij dan ook niet; wij bedoelen, of de
looierij door haar werkmethode, door
haar verkoopmethode de mededinging
van het Amerikaansche zoolleer den pas
tracht af te snijden. Beide methoden
moeten rationeel, moeten modern zijn.
Oude opvattingen moeten wijken. Men
moet zich flink inrichten voor de fa
bricatie en even flink voor den verkoop.
Herhaaldelijk treft ons, b v. uit de Vraag-
bus te ontwaren, dat in ons land nog
steeds de afnemers de fabrikanten van
leder moeten zoeken, in plaats dat de
fabrikanten door geregelde reclame de
afnemers tot zich trekken. Het is de
oude manier van de looierij om geen
leer aan te bieden, zoolang de voorraad
afzet vindt, met het gevolg, dat men bij
andere dan de gewone afnemers in het
vergeetboek raakt. Zoo ontneemt men
zich de gelegenheid tot uitbreiding van
den omzet ten voordeele van het buiten
land, dat wèl week op week zijn waar
aanbiedt.
Nieuwe industriehier denken wij
aan de tallooze schoenfournituren. Een
leestenfabriek kennen wij in ons land
niet Tacks en rivets worden hier niet
gemaakt. Veters, knoopen, ringen, haak-
ringen evenmin. Het is er nu de tijd
voor om de mogelijkheid van fabricatie
dier artikelen onder de oogen te zien.
Sedert tal van Belgische burgers in ons
land verblijven, sedert de vele Belgi
sche geinterneerde soldaten werk mogen
zoeken, is er een gunstige kans. België
was steeds een nijver landhet bezat
een of meer fabrieken van leesten, hou
ten hakken, schoenspijkers, veters, linten,
strikken, vilt, enz. De mogelijkheid be
staat, dat zich personeel daarvan in ons
'and bevindter ware onderzoek naar
te doen. Van uit de kringen der be-
anghebbende schoenfabrikanten zou de
De Echo van het Zuiden,
WMlwjjkscke en Langslraatselie Courant,