I
I
DE OOKLOG.
1
Binnenland.
Provinciaal Nieuws
Burgemeester en Wethouders en van de
raadscommissies bij en geeft aan die
colleges of aan de leden daarvan alle
inlichtingen, welke aan hem gevraagd
worden.
Hij verleent aan Burgemeester en
Wethouders of aan het daartoe aange
wezen lid van bun college of aan den
daarvoor aangewezen ambtenaar de
gevorderde hulp bij het opnemen der
gemeentekas.
Art. 6. Het kantoor van den ont
vanger is gevestigd ia een door Burge
meester en Wethouders in het gemeen
tehuis aan te wijzen lokaal.
Het is voor het publiek geopend
iederen Donderdag en Zaterdag van des
roormiddags 9 tot 12 uur.
Bovendien zal iederen laatsten Zater
dag van het kwartaal in een door
Burgemeester en Wethouders aan te
wijzen lokaal in wijk C (polder) dezer
gemeente deor den ontvanger zitting
worden gehouden van des namiddags
3 tot 5 uur voor het ontvangen en uit
betaleu van gelden.
Valt een Donderdag of Zaterdag op
een algemeen ërkenden christelijken
feestdag dan wordt op dien dag het
kantoor niet geopend en geen zitting
gehouden.
Art. 7. De ontvanger zorgt dat ten
£jjp.en kantore een exemplaar van elk
der verordeningen, betrekking hebbende
op zijn tak van dienst, voor eenieder ter
inzage aanwezig is.
Hij neemt kennis van alle inkomende
klachten, rakende zijn dienst en zorgt,
dat daaraan zoo spoedig doenlijk wordt
tegemoet ingekomen.
Art. 8. De ontvanger mag, zonder
toestemming van Burgemeester en Wet
houders, tenzij aan de bevoegde machten,
aan niemand inzage, afschriften of uit
treksels van of uit eenige registers op
stukken betrekkelijk zijn beheer geven.
Hij mag terzake van zijn bediening,
noch middelijk noch onmiddellijk, giften
of geschenken, onder welken vorm ook
aannemen.
Art. 9. De beambten ten kantore
van den gemeente-ontvanger, alsmede
de gemeentebode, staan in hun betrek
king onder zijn hevelen.
Hij mag voor zijn bijzonderen of
huiselijken dienst geen beambten of be
dienden der gemeente gebruiken.
Art. 10. Hij zendt ter bekoming van
eervol ontslag zijn aanvrage daartoe
miostéhs 6 weken voor den dag, waarop
hij den gemeentedienst wenscht te ver
laten, bij den Burgemeester in.
Art. 11. Deze instructie treedt in
werking enz.
Na eenige discussie wordt de ver
ordening, zooals door B. en W. werd
aangeboden, zonder hoofd, stemming
aangenomen.
4. Regeling zekerheidsstelling van den
te benoemen ontvanger.
Deze wordt vastgesteld op f 2000.
5. Ingekomen stukken.
a. Schrijven van Ged. Staten houden
de mededeeling dat de aanslag van den
heer Van Ree blijft gehandhaafd.
b. Idem goedkeuring van het besluit
tot vaststelling van het suppletoir kohier
op een bedrag van f 150.01.
Verder deelt de Voorzitter mede dat
hij heeft ontvangen een schreven be
helzende dat met 1 Mei het kantoor
van den Rijksontvanger wordt opgeheven
en dat Dussen dan wordt toegevoegd
aan het kantoor Woudrichem. De Ont
vanger is hier geweest en die wil den
derden Woensdag van iedere maand zit
ting houden, uitgenomen de maanden
Januari en Februari. Dit is heel mooi.
Hij vroeg een lokaal en nu heb ik ge
zegd dat hij op het raadhuis tegen ver
goeding van vuur en schoonhouden van
dien dag, zitting kan komen houden.
Wordt goedgevonden.
Niemand meer het woord verlangende
sluit de Voorzitter de openbare verga
dering en gaat de raad over in geheim
comité ter behandeling van reclames
Hoofd. - Omslag.
De oorlogsschade in Galicié.
De totale schade, door den oorlog
aan eigendommen in Galicië toegebracht,
wordt in Oostenrijk geschat op bijna
een millard guldens. Van 689 dorpen
en gehuchten in het oorlogsgebied
moeten 271 voor meer dan de helft
vernield zijn en 177.000 boerderijen,
particuliere huizen, winkels en gebouwen
moeten volkomen zijn vernield.
De toestand.
De strijdt om Verdun verflauwt-
Waarschijnlijk wachten de Dultschers
op nieuwe, versche troepen, om hun
zware verliezen aan te vullen, alvorens
het offensief op groote schaal voort te
zetten. (Zie hieronder echter laatste be
richt van hedenmorgen Red.)
Aan het oostelijk front Is de strijd
hervat.
Het Duitsche legerbericht zegt, dat
dat de Russen, zonder zich te storen
aan hun zware verliezer, herhaaldelijk
de Duitsche stellingen aanvallen aan het
Naroczmeer.
Aan den Dojester hebben de Oosten
rijkers het bruggehoofd bij Uaci;zko, na
iet zes maanden verdedigd te hebben,
moeten onrulmen, hetgeen een belang
rijk succes is voor de Russen.
Aan 't Italiaansche front behaalden
de Oostenrijkers eenlg succes.
Van Jut Italiaansche oorlogstoneel.
'WEENEN, 20 Maart. (Wolff.) Officieel
italiaansch legerbericht
Aan het bruggehoofd van Görz wer
den gisterenmiddag de vijandelijke
stellingen voor het zuidelijk gedeelte
van de Podgora-hoogte in brand ge
schoten. 's Namiddags nam de Oosten-
rïjksche artillerie het front van den
vijand voor het bruggehoofd krachtig
onder vuur. s' Nachts werd de vijand
uit een loopgraaf voor Peuma verdre
ven.
De gevechten aan het bruggehoofd
van Tolmeia duren voort. De Oosten
rijkers hebben de veroverde vestingen
stevig in hun hezit.
Het aantal der hier genomen gevan
gen genomen Italianen is gestegen tot
295 man en dat der buitgemaakte
machinegeweren tot zeven.
0°k aan den Rombon veroverden
de Oostenrijksche troepen een stelling
Daarbij vielen hun 145 Italianen en
twee mitrailleurs in banden.
Aan het Korlnthische front beschoot
de vijand den 9ector Col di Lana en
eenige punten aan het zuidelijk front.
Niemand heeft de schuld.
Wolff seint officieel uit Berlijn
Naar aanleiding van de oftlcleele me
dedeeling van het Nederlandsche depar
tement van Marine over den ondergang
van het stoomschip >Tubantia«, dat
olgens de beëedigde verklaringen van
den len officier, den 4den officier en
den uitkijk, de bellenbaan van de tor
pedo duidelijk is gezien, wordt hierbij
vastgesteld, dat een Duitsche duikboot
niet in aanmerking komt, daar de plaats
waar het ongeval van de >Tubantia«
gebeurde, minder dan 30 zeemijlen van
de Nederlandsche kust verwijderd was,
en dus bianen het in de bekendmaking
van 4 Februari 1915 als voor de scheep
vaart niet gevaar opleverend gebied ligt.
Verder kaa verklaard worden, dat daar
geen Duitsche mijnen zijn gelegd.
Het Duitsche gezantschap te 's Gra-
venhage deelt in ambtelijke opdracht
mede
Duitsche marlneautoritelten hebben na
ontvangst van het bericht, betreffende
het vergaan van de >Tubantla«, een
grondig onderzoek ingesteld. Nadat alle
in aanmerking komende zeestrijdkrachten
naar haar stations waren teruggekeerd,
is het onderzoek kunnen worden vol
tooid. Als resultaat staat vast, dat met
betrekking tot de torpedeering van de
•Tubantia* geen sprake kan zijn, noch
van Duitsche onderzeeboot, noch van
Duitsche torpedoboot. Bovendien zijn
in de nabijheid van de plaats des onge-
vals van Duitschen kant geen mijnen
gelegd geworden.
Naar aanleiding van de Duitsche offi-
cieele verklaring, dat de >Tubantia« niet
door een Duitschen onderzeer of een
mijn tot zinken kan zijn gebracht bericht
de Brltsche marinestaf, dat op 't tijdstip
van het zinken der «Tubantia* geen
Brltsche onderzeëer in de buurt van het
schip was.
Aan het offlcieele Duitsche bericht
valt, naar onze meening, geen andere
beteekenis te hechten dan dat de Duit
sche regeering daarmee den bewijslast
op Nederland legt.
De bekendmaking Is dan als eea di
plomatieke daad te beschouwen, die
scherp afsteekt tegen de geruststellende
voorloopige verklaring, welke Indertijd
binnen enkele dagen na de torpedeering
van de Katwijk* uit Berlijn ons land
bereikte en bij een dergelijke voorloopige
toezegging van onderzoek en eventueele
schadeloosstelling, die ons -een week na
de vernietiging van de „Artemis* uit
Berlijn gewerd.
Voor het oogenblik zullen wij or niets
anders van zeggen, dan dat deze niet
op feiten berustende ontkenning niet zal
bijdragen tot het bedaren van de ver
bittering door 't vernielen van 't pracht-
schip onzer handelsvloot hier te lande
gewekt.
Een ramp, die terwijl wij dit schrijven,
gevolgd wordt door het verbijsterende
bericht, dat de Zaterdag uit Rotterdam
vertrokken vrachtboot van de Rotterd.
Lloyd «Palembang* tegen den avond
eveneens in de Noordzee zou zijn ver
zonken, weder door een geheimzinnig
torpedo-schot getroffen I
Nieuwe C t.
Op de ultnoodiging om te gelooven
dat een onderzeëer van andere nationa
liteit de schuldige zou geweest zijn, gaat
het Vaderl. aiet in.
Waar het een feit van aigemeene
bekendheid is, dat tot dusverre in de
Noordzee alleen Duitsche onderzeëers
hun barbaarsch werk hebben verricht,
en Engeland het grootste belang heeft
bij het niet verloren gaan van neutrale
scheepsruimte, daar zou die gevolgtrek
king al te zeer in strijd met de waar
schijnlijkheid wezen. Ook om dit te laten
slikken is men bij ons Nederlanders,
aiet aan het juiste adies.
De N. Rott. Ct. schrijft onder den titel
>De dader op het kerkhof* o.m.
Dit is wel de mlsselijkste loop van
zaken, die zich denken laat. De dader
houdt zich schuil. Aan een kieioe natie
wordt op de vrije zee een groot onrecht
aangedaan en de bedrijver van het
schandelijk feit wil er niet voor uitko
men. Dit zal tenminste evenveel ver
ontwaardiging moeten opwekken, als het
feit zelf der torpedeering. Men had het
kunnen begrijpen, schoon niet, veront
schuldigen, zoo gebleken was, dat (op
nieuw) eene vergissing had plaats gehad
Het leven in eeD duikboot schijnt bui
tengemeen zenuwprikkelend. Het voort
durend levensgevaar, waarin de beman
ning op zoo'n boot verkeert, de ge
brekkige middelen tot verdediging,
waarover een duikboot beschikt, indien
zij aangevallen wordt, leiden somtijds tot
onberekenbare handelingen. De over
prikkelde gemoedsstemming, waarin de
bemanning van een duikboot leeft, !s
natuurlijk geene veioutscbuldiging voor
hare admiraliteit, die door hare instructies
en opdrachten de bemanning in zulk een
toestand van onberekenbaarheid brengt
de admiraliteit blijft onder alle om
standigheden voor de handelingen van
hare ondergeschikten direct verantwoor
delijk, maar zij is toch wel in staat, om
medelijden en deernis op te wekken
voor den duikbootkapitein, die op een
zeker oogenblik zich zelf niet meer wist
te beheerschen.
Als hij ten minste, tot kalnvte terug
gekeerd, voor zijoe daad durft uit te
komen. Gebeurt dit niet, dan moet men
wel geneigd raken aan boos opzet te
denken. Zeemaos-eerlijkheid, zooals wij
in Holland die deugd verstaan, zou er
toe hebbeD gebracht, dat in stee van
de tweezijdige offieieele ontkenning, een
eenzijdige belijdenis van schuld was af
gegeven, en wij, Hollanders, zouden,
hoezeer het feit der torpedeering ons
had gegriefd en grieven bleef, voor
eene rondborstige erkenning der fout
toch waardeering hebben gehad.
De ontkenning van schuld is ons eene
nieuwe ontgoocheling, eene nieuwe ern
stige grief.
En aan het slot
Doch dit staat vast dat van het
oogenblik af, waarop de onverlaten,
welke, zonder grond of aanleiding neu
trale schepen in den grond boren, voor
hun daad niet eens meer durven, willen
of mogen uitkomen, de neutrale scheep
vaart zoozéér wordt bedreigd, dat het
voor de onzijdige mogendheden een
levensbelang is, de handen ineen te
slaan.
In de geh^ele wereld is men zeer
verontwaardigd over deze schanddaad,
vooral ook In de Zuid Amerikaansche
Staten waarop de >Tubantla> voer.
De Palembangverloren gegaan.
De gemoederen worden in ons land
wel meer en meer geprikkeld.
Het te Rotterdam thuisbehoorende
schip de „Palembang", vrachtboot van
den Rott. Lloyd, is weer verloren gegaan.
De gezagvoerder, kapitein Visser, heeft
als volgt aan zijne directie medegedeeld
„Gezonken in 11/2 uur ten noorden
van de Galloper om 11.30 Zaterdagmor
gen. De geheele équipage is gered
kapitein, 54 man en 2 passagiers. Vier
leden der bemaning zijn licht gewond en
opgenomen in het hospitaal te Harwich.
De anderen zijn te Londen."
Wat is er met dit schip gebeurd
Is het, evenals met de Tuba ïtia" on
getwijfeld is geschied, getorpedeerd door
een onderzeeboot? Men zou het aan
nemen als men hoort dat drie ontplof
fingen op verschillende plaatsen in het
schip het zioken hebben veroorzaakt.
Doch het wordt onwaarschijnlijk als
men verneemt wat de stuurman van de
„Merak" vertelt, die nabij de „Palem
bang" is geweest.
Het was zeer helder weer, zegt hij, met
ruim uitzicht. Nabij de Galloper waren
een aantal vlugge Engelsche torpedo
booten aan het mijnenvegen.
Waar die aanwezig zijn komt geen
vijandige duikboot in de buurt, dat zou
zelfmoord wezen.
Men moet dus aannemen, dat de „Pa
lembang" op mijnen geloopen is en wel
op een aan een kabel verankerd stel
mijnen, vier of vijf, waarmee het schip
achtereenvolgens contact heeft gemaakt.
Intusschen is dit, voor de verantwoor
delijkheid van wie de mijnen gelegd
hebben, even afschuwelijk. De Dultschers
bezitten blijkens het door onze marine
in beslag genomen exemplaar, thans
nieuwe duikbooten, uitsluitend tot het
leggen van mijnen Ingericht. En zij leggen
die mijnen overal in het vaarwater, met
het vreeselijk gevolg, dat telkens on zij-
dige schepen er op verloren gaan.
Zonder groote woorden te gebruiken,
die men in dezen tijd beter inhoudt,
moet men op maatregelen, die dit vree
selijk bedrijf voor de toekomst keeren
en de veroorzaakte schade zooveel mo
gelijk goed maken, met kracht aandrin
gen.
Het blijkt uit de verhalen der gered
den te Harwich dat er bij prachtig weer
Zaterdagmorgen snel gevaren werd. Toen
ontstond de eerste ontploffing om 11,25
toen men In de buurt was van de Gal-
loperboei.
Dat enkele mannen eeo schuimstreep
hebben gezien en zelf weer een suizend
geluid hebben gehoord, wordt ook thans
medegedeeld.
Onmiddellijk daarna peilde de kapitein
het schip en bevond alles normaalbij
trof echter de noodige voorzorgen. De
kapitein had de scheepspapieren, de
eenige zaken die gered zijn, in zijn boot
gebracht. Bij het passeeren vanhetNoord-
Hlnder-lichtschlp had hij, als gewoonlijk
in de laatste weken, wijselijk alle vier
reddingsbooten buiten boord gehangen
en elkeen een reddingsgordel gegeven.
De machine werd dadelijk achteruit en
na enkele seconden stop gezet. Maar het
schip had toch nog eenige vaart, toen
een halve mijl verder een tweede zware
ontploffing volgde. Toen werden de vier
booten snel uitgezet, want het schip
maakte thans vlug slagzij naar stuurboord
en begon met den voorsteven te zinken.
Kapitein Visser kwam toen ook van
de brug en juist stond hij, met den derden
ofiicier bij het uitzetten der laatste boot,
toen een derde ontzettende ontploffing
midscheeps volgde. De bemanning zag
teen brokken ijzer, hout en steenkolen
over zich heenvliegen, waartegen zij zich
met jassen trachtten te beschutten. Een
matroos werd niettemin gewond, waarna
de kapitein en de derde officier hem aan
een touw neerlieten in de boot, die nog
bij het schip lag.
Vijf minuten na de derde ontploffing,
dus om 11 uur 37, zonk de „Palembang''.
De schroef, die het laatst gezien werd,
was niet in beweging, waaruit opnieuw
blijkt, dat het schip geheel stil lag op
t moment, dat het omlaag ging.
Eerst op dit allerlaatste oogenblik liet
de kapitein zich omlaag glijden in zijn
>oof. Zijn hond, die negen jaar lang zijn
trouwe metgezel geweest was, kon hi
niet meer reddeD.
De derde explosie moet ontzettend
geweest zijn. De eerste officier vertelde
dat door de ontploffing zijn boot, waarin
twaalf man zaten, hoog opgeheven werd
terwijl alle losse voorwerpen er uit ge
slingerd werden.
„De boot kwam neer en werd onder
water gedruktIn dit oogenblik dacht
ik, dat wij verloren waren, maar de boot
kwam weer boven, vol water. De mannen
die er uit geslingerd waren, werden ge
red."
De koelbloedigheid van den eersten
officier op dat vreeselijk oogenblik, redde
de menschen in zijn boot, waarvan er
sommigen gewond waren door vallend
hout, door deoatploffinglosgerukt. Onder
hen was de leerling Kempe, die niet
tegenstaande ernstige hoofdwonden, roei
en bleef.
„Zijn gedrag was schitterend", zeide
de eerste officier, terwijl de kapitein
verklaarde ),Uit dien Kempe zal een
prachtig zeeman groeien".
Spoedig kwam er hulp van de Neder
landsche kolenboot „Merak". Alle Neder
landers werden snel aan boord genomen
en met de grootste vriendelijkheid behan
deld. Enkele doornatte mannen kregen
droge kleeren en allen werden later
overgebracht naar een Enge'sch schip,
waar zij ook uitstekend behandeld wer
den. Ten slotte werden zij allen te Har
wich aan land gebracht.
Vele stokers waren barrevoets en de
geheele bemanning verloor al haar bezit
tingen. Dat zij hun leven althans konden
redden is wel een groot wonder. Gelukkig
was er toen de tweede ontploffing plaats
had, niemand beneden in het voorruim,
anders waren zij stellig gedood.
Onze scheepvaart en de onderzee'éroorlog.
De zeevaart.
Men meldt uit .Amsterdam
Wij vernemen, dat de stoomvaart
maatschappij Nederland en de Rotter-
damsche Lloyd ernstig overwegen,
voorloopig geen harer booten, vracht
schepen zoomin als passagiersbooten, te
laten vertrekken.
Aan de Prins der Nederlanden (van de
Stoomvaartmaatschappij Nederland) en
de Tambora (van den Rotterdamschen
Lloyd), beide op de terugreis van Java,
is order gegeven, Falmouth aan te doen
en daar op nadere orders te wachten,
Een Nederlandsck schip getorpedeerd
Men seint ons uit Londen d.d gisteren
Een Nederlandsche stoomschip, waar
van de naam nog onbekend is, is gig-
teravond aan de Oostkust van Engeland
getorpedeerd en gezonken. Vijftig gered
den zijn in Engeland aan wal gebracht.
Wij hebben dit direct gebulletineerd.
Tot nu toe hebben wij nog geen be
vestiging omtrent het torpedeeren van het
Nederlandsch stoomschip ontvangen.
Wellicht berust dit op een misverstand.
-Waalwijk, 22 Maart 1916.
Benoemingen.
Bij Koninklijk Besluit is benoemd bij
den grooten staf tot majoor, de kapitein,
adjudant van Hare Majesteit de Koningin,
Jhr. A. G. Sickioge, van dien staf.
Majoor Sickioge blijft voorloopig gede
tacheerd bij het 2e Reg. Veldartillerie.
Benoemd tot reserve tweede luite
nant o. m. de vaandrig M. J. P. van
Lood, alhier van het 13e regiment.
Kamer van Koophandel en Fabrieken
te Waalwijk.
Het volgend adr^s is door de Kamer van
Koophandel en Fabrieken alhier gezonden
a»n 1 den Directeur-Generaal der Mij, tot
Espfoitatie van 8 aatspoorwegen te Utrecht,
Waalwijk, 20 Maart igió.
No. 3010.
Spoorwegdienstregeling.
Van verschillende zijden wordt de aandacht
onzer Kamer gevestigd op de groote be
hoefte aan eene verbetering in de treinver
binding des voormiddags van de Langstraat
op Rotterdam. Vóór de mobilisatie vertrok
uit 's.Hertogenbo»ch te ongeveer7nnrv.no.
een trein in de richtiDg Lagi-Zwaluwe,
vertrekkende te Waalwyk 7.18, die de
reizigers uit de Langstraat te even 9.—
uur te Rotterdam bracht. Wordt thans
gebruik gemaakt van den eereten trein
No. 720, vertrekkende te 's-Hertogenbosch
8.08, te Waalwijk 8.39, dan wordt Botter
dam eerst tegen II.nor bereikt. In den
regel is dit te laat voor de Beurs, terwijl
voor zaken de voormiddag nagenoeg niet
kan worden benntimmers alvorens na
aankomst de bestemde plaats is bereikt, is
bet middagnur aangebroken en wordt de
gelegenheid tot het bespreken der zaken als
regel verschoven tot den namiddsg. Wan
neer men den omvang kent der relatiën
van de Langstraat op Rotterdam, zal het
duidelijk zijn, hoeveel ongerief en schade
door de gewijzigde treinverbinding wordt
veroorzaakt.
Het is ons voldoende bekend, dat de
mobilisatietoestand Uwe Directie belet dc
dienstregelingen als vóór de mobilisatie in
e voeren. Na die toestand echter reeds
zoo lang duurt en vooral in de schoen- en
edernijverheid dezer streek gelukkig een
groote bedrijvigheid blijft heerschen, die de
relatiën op Rotterdam en verder noordelijk
nog deden toenemen, meeoen wij thans de
vrijheid te mogen nemen de aandacht van
J Weledelgestrenge op de hiervoor vermelde
omstandigheid te vestigen en vertrouwen
wij, dat U bij de aanstaande zomerdienst-
ling gelegenheid zal vinden met onze
belangen rekeDiug te houden, waartoe wy
die in Uwe bijzondere belangstelling aan
bevelen.
De Kamer van Koophandel en Fabrieken,
BERN. TIMMERMANS Wz„ Vooriitter.
VAN LIEMPT, Secretaris.
Attentie.
Wij vestigen gaarne de aandacht op
achterstaande advertentie, waarin de heer
H. Th. Horst, Coiffeur Mr. v. Coothstraat,
alhier mededeelt dat a.s. Zaterdag zijne
zaak weder wordt geopend, nadat deze
wegens mobilisatie ruim anderhalf jaar
moest gesloten blijven.
Een Duitsche vliegmachine t
Een vliegmachine die Zondagmiddag
ongeveer 12 uur boven onze gemeente
zweefde, trok door de vreemde draaien die
de machine maakte, alsook doordat telkens
uit den motor een groote wolkdamp voort
kwam, bijsouder de aandacht.
De machine was echter te hoog en vloog
met een te groote koelheid om te koenen
constateeren ot het een QolLndsche of wel
eene van vreemde nationaliteit was.
Toen om ongeveer 2 uur het bericht tot
ons kwam, (dat wij aanstonds op de ge
bruikelijke wyze bullet neerden), dat te Herpt
een Doitsehe vliegmachine was geland,
haastten zich velen derwaarts om een»
een Duitsche vliegmachine en misschien
wel om ook de inzittenden eens te zien.
Ter plaatse vernamen wij het volgend*
Ongeveer half één vernam men hier het
geraas van den motor van eea vliegmachine.
J
•V VI
i
:'.C .v
p-rv-
Ter beeprekiüg ran het toenemend gevaar van
torpedeeiing en mijnen in dc Noordzee en den
mond van het Eogelsche Kanaal, werden gisteren,
zooals in het kort gemeld, door de Nederlandsche
ZeemanSTereeniging Volharding" te Rotterdam
twee zeer druk bezochte vergaderingen van zee
lieden gehouden. De aigemeene stemming dezer
vergaderingen was. dat, hoewel het open houden
de vaart noodzakelijk werd geacht, er met
•emtiwijiL.m .'i.i'.i"iixj i i jiuujL«MNm
het toenemend gevaar geen zee kon worden ge
kozen, zoolang er van regeeringswege geen be
schermend® maatregelen voor de veiligheid
worden genomen. Daarom werd besloten in af
wachting van de maatregelen, die zullen worde»
genomen, niet aan te monsteren. Ale veilig
beidsmaatregelen werden door de vergadering
vastgesteld Het verieenen van gewapend con
veol van Marinevaartnigen, het mede geven van
mijnvegers, die een vloot van vertrekkende of
thuiskomende tchepen vooraf zouden gaan tot
de Dowds en de vaart om de Noord van En
geland, in welk geval convooi eveneens nood
zakelijk werd geacht.
Het bestuur van ^Volharding" heeft over deze
kwestie Dinsdagmiddag een onderhoud aan het
Ministeiie van Binnenlandsche Zaken.
Zooals gemeld, zijn een aantal bemonsterde
schepen (een 8tal), die gisteren moesten uit
varen, niet uitgevaren. Daaronder bevond zich
ook de Batavier III en de Otis Tarda.
Hedenavond s»l alhier een spoedvergadering
wordeu gehouden van de Vereeniging van Ne
derlandsche Gezagvoerders en Siuurlieden der
Koopvaardij, ter bepreking van den toestand.
Het bestuur van de Nederlandsche Zee—
mansvereenigitg. Volharding", vertegenwoordigd
door de beeren J. Biautigam, W. Drop en J. W.
Juuia, heeft gisternamiddag io den Haag op het
ministerie van binnenlandsche zaken een confe
ren tie gehad met de ministers van biunenlandsche
zaken, van marine en van landbouw.
Omtrent het in die conferentie beprokene deelt
men ons het volgende mede:
De ministers achten het volkomen verklaarbaar
dat de zeelieden het nemen van veiligheids—
maatr* gelen door de regeeriDg verlangen en
oordeelen dit verlangen volkomen billijk.
Er kon dan ook door den minister van bin
nenlaadsche taken worden medegedeeld, dat de
regeering ten deze diligent is en verschillende
maatregelen overweegt, die de vaart naar het
Engel-cbe Kanaal minder gevaarlijk makeD,
waaromtrept mogelijk binnen enkele dagen
nadere mededceliogen kunnen worden gedaan.
Inmiddels oordeelde de minister van marine
de vaart rond Schotland de aangewezene.
Onderwerp