BINNENLAND. Provinciaal. Nieuws. In de Eerste Kamer is namens alle fracties 't woord gevoerd en met kracht geprotesteerd. Vooral de heer Cremer, de groote vriend der Engelschen en Amerikanen hield een indrukwekkende rede. Met weemoed herdacht de heer Cre mer den roof juist van die schepen, die wij met ons eilandenrijk niet kunnen missen, Dat was de voortzetting van de traditie eener oude, goede ver standhouding tusschen de beide kolo niale regeeringen en van de bescherming door de Nederlandsche overheid van vele en groote Britsche handels- en cul- tuurbelangen in onze bezittingen. Bitter liet de heer Cremer zich uit over de gele Engelsche pers, die met haar giftige gassen ook de Amerikanen had bewerkt, en wier vertegenwoordigers in Engeland nu op het gestoelte der eere zaten. Wat zou er gebeuren met de Sindoro, de Koningin-Regentes en de Zeeland, die nu dienst deden voor de uitwisse ling der zieken, gewonden en andere gevangenen Zouden ook zij in Enge land worden vastgehouden? „Bij de laatste reis", interrumpeerde de heer Colijn hoonend. De heer Cremer herinnerde eraan, dat de vrije Amerikaansche vlag eens het eerst gesalueerd was door een Neder landsche batterij, terwijl de Britsche vloot buitengaans op de Amerikanen te loeren lag. Waar waren nu de stemmen gebleven van hen, die in de Vereenigde Staten hadden verkondigd, dat zij op de bres zouden staan, als Nederland leed zou worden aangedaan. Men heeft ze nog niet weer gehoord. De ware neutraliteit heeft men zich van de zijde der geallieerden niet als ónzijdigheid maar slechts als éenzijdig- heid hunnen voorstellen. Toch gebiedt de ware neutraliteit, dat wij naar beide zijde zien, ook bij de onderhandelingen. Wij leveren levensmiddelen aan beide partijen en wij hebben nooit, als Ame rika. met oorlogsbenoodigdheden geld verdiend aan één der oorlogvoerenden Kon onze opvatting van de ware on zijdigheid beter tegenover de Ameri kaansche gesteld worden dan met deze woorden. Waalwijk, 23 Maart 1918. Gisteren slaagden te Breda voor vrouwelijke handwerken A. van Domme len te Geertruidenberg. H. Kleinloogte Genderen. N. de Nisse te Hoog^Zwa- luwe en C- Spijkerman te Walmvijk, allen leerlingen van de Rijksdagnormaal school alhier. De Directie van het Rijksdistributie kantoor voor Huiden en Leder (R. D. H. L.) brengt ter algemeene kennisse, dat de Distribulieregeling voor Huiden en Leder II in haar vollen omvang in werking zal treden. Mitsdien behooren vóór 15 April 1918 bij het R. D. H. L. te zijn ingeschreven alle schoenfabrikanten, waaronder be grepen fabrikanten van Ieestklaar schoen werk, die meer dan 100 (éénhonderd) paar schoenen of Ieestklaar werk per jaar maken. Genoemde fabrikanten worden in hun eigen belang aangeraden onverwijld eene aanvrage tot inschrijving in te dienen, daar het hun anders na 15 April a.s. onmogelijk is om leder te betrekken. Daartoe strekkende formulieren, voor zoover deze niet reeds zijn toegezonden, zijn verkrijgbaar bij het R. D. H. L., Af deeling Regeling II, Bezuidenhoutsche- weg 189, 's-Gravenhage en dienen nauw keurig ingevuld en onderteekend binnen drie dagen franco aan genoemd adres te worden teruggezonden. Alle mededeelingen, waarin aan fabri kanten is te kennen gegeven, dat zij voorloopig niet voor inschrijving in aan merking kwamen, moeten derhalve be schouwd worden als te zijn ingetrokken. In verband hiermede worden leder handelaren er aan herinnerd, dat het verboden is zonder toestemming van het R. D. H. L. leder, hoe ook genaamd, te verkoopen, af te leveren of te ver voeren naar fabrikanten, die meer dan honderd paar schoenen of Ieestklaar werk per jaar produceeren. Ter voorkoming van misverstand, wordt echter medegedeeld, dat de in schrijving van lederhandelaren tot heden niet is voorgeschreven. Het is gebleken, dat sinds eenigen tijd huiden in bewerking worden genomen, ontdaan van koppen, nekken en liezen. Wij dienen er met nadruk op te wijzen, dat dit behoudens onze bijzondere toe stemming niet kan worden toegestaan. Bij de vaststelling der door de looiers na te komen verplichtingen. (Distributie regeling voor Huiden en Leder Ij zoo wel als bij de berekeningen der maxi- mum-lederprijzen, is er rekening mede gehouden, dat alle voor looiing geschikte deelen van de huid in bewerking worden genomen. Bovendien kan niet worden toegelaten, dat er geschikte grondstoffen voor de lederproductie verloren gaan en in verhouding der totale productie te weinig leder wordt gefabriceerd, ge schikt voor binnenzolen, contreforts, enz. Ten opzichte van de looiers, die zich onverhoopt niet aan onze voorschriften mochten houden, zullen dan ook nadere maatregelen moeten worden overwogen. In verband hiermede verwijzen wij naar sub g der beschikking van den Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel, van 1 October 1917, No. 750c, Neder landsche Staatscourant d.d. 2 October 1917, No. 230, luidende: „Het R. D. H. L. kan bij het vast stellen van vorenstaande verplichtin gen in stede van als maatstaf aan te nemen 100 K.G. looimateriaal, daar voor in de plaats stellen 100 K.G. huiden versch gewicht". Van deze gelegenheid maken wij tevens gebruik om mede te deelen, dat ons ernstige klachten bereiken over ont duiking van de voor leder vastgestelde maximumprijzen. Zoo worden daartoe ongeschikte huiden gesnoeid, met het doel door afzonderlijken verkoop van croupons en afvaldeelen de totale op brengst der geheele huiden te verhoogen. Overwegende, dat deze handelwijze, welke meer en meer dreigt ingang te vinden, tot gevolg heeft, dat van de toch reeds zeer onvoldoende lederproductie een minder economisch gebruik kan worden gemaakt dan dringend geboden is, dienen wij vast te stellen, dat in het algemeen huiden en helften lichter dan resp. 10 en 5 K.G. niet voor snoeiing in aanmerking behooren te komen. Ten einde misbruiken tegen te gaan, zal in het vervolg bij de beoordeeling der aanvragen voor toestemming tot ver koop, aflevering of vervoer van leder met het bovenstaande rekening worden gehouden. Ter voorkoming van schade gelieve U dus van een en ander goede nota te nemen. Voorts deelen wij U mede, dat door ons voorloopig de aflevering van crou pons van buffelhuiden aan het R. C. L. M. te 's-Hertogenbosch niet noodig wordt geoordeeld, zoodat het nakomen der verplichtingen, voortvloeiende uit de Distributie-regeling voor Huiden en Leder 1, tot ons nader bericht, niet door de aflevering van buffelcroupons is te voldoen. Wij wijzen er echter met nadruk op, dat de looiers, die als zoodanig bij ons Kantoor zijn ingeschreven, verplicht zijn, om bij het inwerken der huiden daarvoor zoodanig materiaal te verwerken, dat het vereischte distributieleder kan worden afgeleverd, zoodat, indien te zijner tijd eventueel niet aan de verplichtingen voortvloeiende uit de Distributieregeling voor Huiden en Leder I kan worden voldaan, de betreffende looier daarvoor verantwoordelijk zal worden gesteld. De directie van het R. D. H. L. and, dat de vijand niet zoover is ge komen als hij van plan was, daar de tegenmaatregelen nog niet zijn ontwik keld. enz. Het Dultsche bericht vao hedenmor gen zegt, dat de successen zijn uitge breid en tot dusver 16.000 man en 200 stukken geschut zijn genomen. BERLIJN, 21 Maart. (D. N. D.) Vol gens een telegram van de Zwitscherscbe grens aa» de »BerJ. Lokal Anzeiger» meldt de >Ecbo de Paris», dat door de geassocieerde regeeringeQ aan Spanje dezelfde elschen zijn gesreld ten opzichte van het afstaan der schrepsruimte als aan Nederland. Een bericht ia het >HambiJ'gcf F.'em- deublatt» maakt meldiDg van een trie- aedeeliog ia de >Daily Mali» volgens welke tegen alle andere neu'rale staven dezelfde maatregelen zullen worden ge nomen als tegen Holland. Een Regcerivgsverklaring en Protest. In de Tweede Kamei-zittlog van gis teren las de voorzitter 2 bileven voor van en namens den minister van Buitenland- sche zaken, waarin niededeellog wordt gedaan van het In beslag nemen onzer schepen. Hierop vraagt minister Coi! v. d. Lin den het woord, die als volgt spreekt De mededeclingen hier gedaan, mogen niet voorbiigaan zonder et-D woord van de zijde der regeering Bij de onderhandelingen waren we misschien niet geheel In overeenstem ming met het Nederlacdsche volk. Wc zijn toen tc raden gegaan met de vitale belangen van het Ncd. volk, we stonden niet voor een ultimatum, maar voor een verzoek om antwoord op de voorstellen welke ons waren gedaan. We hebben niet gehandeld onder eenige pressie vaD Duitscbland we hebben niet willen af wijken van O'ize neutraliteit, we hebben geen partij willen kiezen maar we heb ben gehandeld onder den ban van den nood, doch in het vertrouweo, dat het behoud van een groot deel onzer vloot door de macht der geassocieerden zou worden gewaarborgd. Dat alles is thans voorbij. Er zijn oogenblikker, ook in het leven van den staatsman, dat hij uiting wil geven aan hetgeen er leeft in zijn ge moed. Regeeriog en volksvertegenwoor diging en volk zijn thans één doch nim mer zijn ze zoo eendrachtig geweest zonder onderscheid van partij, van stand, van godsdienst. Ik hoop, dat mijn woorden ver over de grenzen zullen worden gehóórd, in dien ik van deze plaats een vlammend protest uitspreek tegen het onrecht, deo dwang en den smaad, die ons worden aangedaan. Meer dan onze vloot en ons brood zijn ons lief onze zelfstandigheid en ons recht. Daaraan zullen we vasthouden en trouw zijn, trouw tot aan den bedelstaf. (Algemeene bijvalbravo's enhaodgeklap). De voorzitter der Kamer sluit zich namens de',Kamer, na gehouden overleg met de leiders van alle partijen en Da- mens het geheele Ncderlandsche volk van harte aan bij het protesr, aan de regeering de verzekering gevend van den steun der Kamer en des volks. (Luide bijvalsbetuigingen). Da geheele pers is nog zeer gegriefd door de schijnheilige vriendelijkheid v»n Wilson. Dat Eogelü'd het zoo nauw uiec neemt met de rechten van kleine nslier, dat wist meu. Niemand ver>r»uwt de mooie beloften van schepen leiug, en ook het'halen ven Kraan zal niet mogelijk zyn, want is een schip in Amn/ik», dan houdt men het natuurlijk weer. Alleen d«- Telegiaaf zei;t KÏ'teravond. We hebben het wooid van Wilson en van C-cil en daarop vertn uwen we, want het i» niet het woord van een Daitscher De „Geraianu* verlangt reeds van ons tegenprestaties, voor onze bnlp van de ge allieerden en de Fransche pers is gewoon schandelijk in hare beoordeelig, daarvan zullen we niet uaeer zeggen. 'l is onkunde of de grofste beleediging. Iu de Amerikaansche havens liggen 83 Nederlandsche schepen met 349641 ton. Tal van schepen zijn daarenboven in den Stillen Oceaan, Ned. Indlë of Eng. Indië, dat zal toiaal zijn 54 sche pen met 302.381 toD. Behalve deze zullen vermoedelijk ook een groot aantal schepen in de Indische vaart o.a. van de Koninklijke Paketvaart Mij. welke in Engelsch-Indlsche havens liggen in beslag zijn genomen door de Engelsche Regeering, welke zeker een zelfde besluit heeft genomen als de Amerikaansche. Wanneer wij daar bijvoegen de Ne derlandsche schepen, welke zich in En gelsche havens bevindeD, dan mogen we zeker rckeneD, dat miostens 700.000 a 800.000 tODs scheeDsrulmte van onze han delsvloot in beslag zijn genomen. De Tweede Kamer heeft, gisteren het ontwerp tot herkeuring van afge- keurden met 41 tegen 14 stemmen aangenomen. Eenige belangrijke wijzigingen zijn in het ontwerp aangebracht. Allereerst is door de aanneming van het amendement van de commissie van rapporteurs beslist, dat 't ontwerp slechts betrekking zal hebben op die personen, welke jonger zijn dan -5 jaar. Degenen, die den leeftijd van 25 jaar bereikt hebbeD, zullen Diet alleen olet opgeroepen, maar zelfs niet aan een herkeuring worden onderworpen. Voorts werd het gewijzigde amende ment-Ter Laan aangenomen met 44 te gen 13 stemmen, waarbij bepaald is, dat zij, die in dienst zijn afgekeurd en langer dan zes maanden hebben gediend, niet onder deze wet vallen. Ook werd een amendement-Ter Laan aangenomen, waardoor degenen, die in en door den dienst ongeschikt zijn ge worden, zich niet meer aan een herkeu ring behoeven te onderwerpen. Ten slotte wordt de aandacht gevestigd op de mededeelng van den Minister, dat hij geen overwegend bezwaar heeft om de militie-lichting 1919 op te roepen voor de herkeurden. Het is gisteravond iu en bulten de Kamer een mooi oogenbllk geweest toen het wetsontwerp tot afsluiting en droog making der Zuiderzee was aangenomen. In 's lands vergaderzaal ging luide een hoera-geroep op. Alle aanwezige Ka merleden snelden naar den Minister van Waterstraal, dr. Lely, zich verdringende om hem de hand te drukken. Zichtbaar aangedaan, ontving de man, die het besluit tot het geven van uitvoering aan zijn levenswerk had zien valleu, deze hulde. Ook de Min'sters Cort van der Lin den en De Jong werden geluk gewenscht. Op het Binnenhof waren een groot aantal mcnschen samengeloope... die 'n luid gejuicht aanhieven, toen het be richt van de aanneming van het ontwerp zich verspreidde. Het was een historisch moment, in en buiten de Kamer. (Msb.) Van betrouwbare zijde bericht men aau den »Veehandel», dat een rantsoeneering van vleesch wordt voor bereid. In de heden srahouden Algemeene Ledenvergadering der Vereeniging tot het bouden van Jaarbeu'zen in Nederland i. aan den Raad van Beheer machtiging ver leend tot het voorbereiden van een 3de Nederlmdacbe Jaarbeurs welke ta Utrecht zal gehouden worden in het voorjaar va-i 1919. De beperking van de gangbaarheid der schoenenbons tot de gemeente van uitgifte is nog niet ingegaan. Op 'c oo genbllk is het nog geoorloofd, ook bons uit andere gemeente in ontvangst te nemen bij aflevering van distributie schoenen. Het is de bedoeling, zoo spoe dig mogelijk na 1 April de nieuwe re geling te doen ingaan.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1918 | | pagina 6