Gem«entera®d.
De Oorlog.
vtfilMfiE 85.
ZONDAG 2? OCTOBER 1918.
41e Jaargaag.
DRUNEN.
Bergmans. Maar, Mijnbeer «ie Voor
ster, ik kan maar Diet begrijpen hoe
Ijt men toen genoegen heeft genomen,
het overgeven der gelden, dit or
,.cet beeken aanwezig waren. Dat kan
jccb niet bestaan en bad mm er dus
loco aanstonds op moeten wijzen.
Voorzitter. Ik kan niet zeggen, dat
jt{ jjeeken gezien heb, ook nier, dat !k
H oist g**i«i heb, wei het geld.
BargtHnas. Burg. «a Wtlh, zijn toch
jeraütwoaïdiiltfk dat allee good gaat.
Voorzitter. Neee, daar was cem-
assle voor aangewezen, aan welke bet
ucïicht op het Itvcnsmiddelenbureau
wa» opgedragen.
Bergmans. Goed, dat wil ik aaeaemep,
doch dan mag ea moet ik birr ceosta-
eereo, dat d« commissie in haar taak
jS tc kort geschoten. Hoe kan men nu
coostateeren als men bet geld «verdraagt
co de Inveatarls dat het klept, als er
een b«*kec aanwezig zïu. Dat bestaat
iet. En heeft de commissie dat ondanks
loch gedaan, dan heeft xi$ goovel|k
;{{«uteerd, wat ie© aa&r niet is goed
e praten.
Voorzitter. Het was aai de «©araistie
opgedragen.
Bergmans. U als b««fd'der genaeeate
had oek toezicht moeten henden bij
itti'o gewichtige zaak.
Voorzitter. Ik mecht in de commissie
alls vertrouwen steile*.
Bergmans. Het gaat niet «ver bet ver
bouwen stellen ln iemand, de zaken
sosten goedgekeurd worden en dat gaat
slet op die maaier.
Voorzitter. De acceuntast beeft hier
gezegd dit alles asawkcurig was b^g«-
boaden cn dan geloof ik dat wig er ge
rust op in kunnen gaas. staan dan
aebter hem.
Bergmans. Hij zet l«ch direct geen
zwart op wit Ik wil aisiaaad betichten,
doek Ik «mg er bier op wf*cn dat het
gesa kunst is cm zoo de zaak te laten
kleppen.
Van de Witl. Ik heb den ccceuatant
oek gehoord en vat b«m hsorea zeggen
dat nog csn pozt heeft reraotwoord
ud 7k 800 gulder, die hl) keel girr.ak
kel$k ervan had ku&aeu afhoueve omdat
het ?.og iets van vroeger betrof. H$ had
die heel goed ie zijü eigen zak kunaen
staken, zender dat daar ooit iets vaa zou
zija uitgekemes. Maar het is hier een
vraemd geval. De secretaris zegt dat hl|
ter. eed wil doet dat hij dc bockea keqfr
overgegeven cm Elshout zegt car» eed
te willen doen dat hij ze niet heeft gehad.
Bergmans. Kr z$n particulieren die
gok een eed af willen leggen dat Elshout
wil de boeken heeft over gekregen. Ik
zsa meer kunnen zeggen, maar ik be
waar het liever ln mijn boezem.
Van Sen. Wat schieten wi* daar nu
mtde op. De een zegt een eed te doen
ran niet en de ander van wel. Dan weet
je neg niets.
Bergmans. Het is niet direct raije be
deeling en dit den rechter te laten uit-
nakoa, doch wel dat wtj dat bier zelf
deen. Die man, die een eed wil doen
dat Elsheut wel boeken beeft gehad,
daar beeft Elshout bij de overname tegen
gezegd ziet nu eens hier, dat zijn nou
de boeken die hg dat is de secre
taris na ij heeft overgegeven, htl zijn
iiertboekcn.
Mijnbeer de Voorzitter, ligt ia dit
giiagde al niet voldoend# opgesloten
dat bij die beeken wel beeft ontvangen.
Van de Wiel. De zaak is na aange
pakt en nu zou ik er voer z|n de zaak
aa&r tot klaarbsid te brengen.
Secretaris. Ik wil gaarne een eed doen
dat ik de boeken beb overgegeven. Er
li een getnige die ze zelfs op bet
distributie-bureau beeft gezien.
Van der Geld. Ik weet niet beel zeker
nier hoe de zaak zich teen heeft toe
gedragen. Ik meende dat n gezegd had
dat u geen boeken had, maar ik weet
hit niet zeker. Ik kan me daarin ver
gissen.
Muskeos. Ik dacht d&t toen alies nog
deer de gemeente-rekening liep.
Voorzitter. Toen niet aaeer.
Secretaris. De boeken bob ik beslist
overgegeven. Dat de heerea zich daar
nltcs aaeer van kunstna berianeien, daar
kaa ik niets aan doen. Dat de zaak klop
te kon toch nergens anders uit gecoa-
itateeiel worden dan uit ds boeken.
Bcrgmaas. Het is mij onbegrtjpel^k
l'oe dat zooiets kon bestaan. Burg. en
Weth. zijn toch verantwoordelijk, daar
gaat toch niets vanaf.
Van Son. Laat dan de secretaris de
aotttlen voorlezen van wat toen is gezegd
en gedaan. Daar zal dan wel in vermeld
s'aan, dat hij ze heeft overgegeven.
Secretaris. Daar beb ik nlcta va» ia
«J» notulen gezet wijl Ik dat vergeten
ben omdat ik toen zoo overspannen was.
Bergmans. Er is toea nogal wat van
den Secretaris gezegd en dat bij toen
Ie een overspannen toestand is geraakt
k mij begrijpelijk. Maar daar gaat het
na uiet «ver. Wtj meeton weten wie de
schuldig* is en deze had men toen reeds
metten straffen. Mee mag ie snik® ztkes
»aar geen personen zien Volgens pllcbt
va geweten moeten vrij de zaken tot
klas'held teren^eo.
Maar het is hier een vreemde geschie
denis geweest. De secretaris werd na
gegaan en befit en moest zondebok
worden, omdat hij zelf misschien het
baantje begeerde.
Van der Geld. Bergmans vergist zich
daarin, want toen wij op eene vergade
ring eens tegen Elshout zeiden, dat was
wel een baantje voor jou, zei hijneen,
ik wil niet, omdat ik als wethouder dat
niet zal kunnen doen.
Van Son. Bergmans zegt daar, dat
de raadsleden van toen direct de straf
aan den schuldige hadden moeten op
leggen, maar dat gaat niet altijd. De
secretaris was toen overspannen en hoe
kon die zich van iets goeds herinneren.
Neen, ik zeg u, in het belang is het
dat daarover niet meer wordt gesproken.
Ik waarschuw nu nog.
Bergmans. Ik zou ook geen oude
koeien uit de sloot ophalen, maar hoe
kan men nu van mij vergen, dat ik
mijne goedkeuring aan zoo'n rapport
geef. Ik durf de verantwoording niet op
me nemen en als gezegd wordt dat ze
zijn overgegeven, de boeken, dan is het
onze plicht zorg te dragen, dat deze
terecht komen.
Van Son. De secretaris leed aan
overspanning en kan je van iemand,
daaraan lijdend, iets goeds verwachten.
Bergmans. Als u overtuigd bent dat
iemand overspannen is, zooveel te meer
plicht is het dan van B. en W. geweest
om alles goed na te gaan. En uit alles
blijkt, dat dit niet is gebeurd.
Voorzitter. Van boeken herinner ik
me niets, wel van geld.
Secretaris. Met Elshout heb ik aan
de hand van de boeken alles nagegaan.
Hoe zou men anders hebben kunnen
constateeren dat het geld klopte.
Van Son. Onthoudt zoo iets maar
eens anderhalf jaar.
Voorzitter. Ik geef dadelijk toe dat
de secretaris overspannen was, hij had
ook veel te veel werk.
Van de Wiel. Ik heb Bergmans hooren
zeggen, dat den secretaris destijds heel
wat ten laste is gelegd, maar waarom
is toen niet onderzocht of dat waar of
niet waar was. Men mag toch zoo maar
niet gaan beschuldigen. Nu komt het
me ook wel eigenaardig voor dat men
kan constateeren, zonder dat er boeken
aanwezig zijn.
Bergmans. Uit alles valt te denken
dat ze er wel zijn geweest.
Van de Wiel. Laat Mimpen en van
de Leur konren, die zijn er bij geweest
en hebben de boel hier weggehaald en
daarheen gesjouwd, toen de secretaris
ziek was.
Secretaris. Mijnheer van der Geld
en Brok hebben 2 maal gecontroleerd.
Van der Geld. Best mogelijk, maar
ik weet er niets meer van.
Brok. Ik herinner mij na l'/2 jaar ook
zoo iets niet meer. Als je alles van te
voren wist zou je het gaan onthouden.
Bergmans. Wie waren toen leden van
de commissie.
Voorzitter. Van der Geld, Brok en
Elshout zelf.
\bn Spijk. Ik ben er later pas bijge
komen in de plaats van Elshout.
Bergmans. Dan hebben die heeren al
heel slecht de zaak behandeld.
Van der Geld. Het is alles meer te
goedertrouw gedaan.
Van de Wiel. Laat Mimpen en de
Leur komen.
Secretaris. En van der Westen ook.
Van der Geld. Misschien dat die het
zich nog herinneren.
Bergmans. Ik zeg nog eens dat het
mijn bedoeling niet is het den rechter
uit te laten maken maar hier zelf. Doen
wij dat niet, dan blijft de blaam op ons
rusten.
Van Son. Op Burg. en Weth. kan
geen blaam rusten.
Bergmans. Ik werp ook geen blaam
op Burg. en Weth
Van de Wiel. Laat die menschen ook
komen, die kunnen wel even hier wor
den geroepen.
Bergmans. Kan die persoon nu ge
tuigen dat de boeken er zijn geweest
of kan dat later gebeuren.
Van de Wiel. Ik zou zeggen als die
hier, is kan alles gebeuren.
Van Son. Ik waarschuw nog eens keur
het rapport nu maargoed.
Voorzitter. Ik geloof ook dat het de
beste weg zal zijn.
Van Son. Ik zeg het om erger te voor
komen.
Voorzitter. Ik zal er een eind aan
maken. Die onverkwikkelijke zaak heeft
al stof genoeg opgejaagd. Ik zal het in
stemming brengen en die er zich niet
mede kan vereenigen, kan dan bij Ged.
Staten in beroep gaan.
Van de Wiel. Maar je kan nu niets
goedkeuren.
Voor aanneming van het rapport stem
den de heeren Van Spijk, van Son, v. d.
Geld, Musken» en Brok; tegen de hee
ren Bergmans en van de Wiel.
Goedkeuring rekening vakschool.
Na eenige discussie wordt deze goed
gekeurd.
Voorloopige goedkeuring gemeente
rekening.
Wordt goedgevonden.
Aanbieding begrooting 1919.
Voorzitter. Aan den wensch meerma
len uitgesproken, om alle leden een af
schrift te geven, zal worden voldaan.
Aanbieding begrooting Burgerlijk Arm
bestuur.
Voorzitter. Ik kan de heeren mede-
deelen, dat f 2000 meer op de begroo
ting is gebracht als subsidie van de
gemeente ze kunnen er anders onmo
gelijk meekomen.
Voorzitter. De veldwachters hebben
een salaris van f 750. Daar kunnen ze
op 't oogenblik niet mede zoude knmen.
Zoo heeft de nieuwe veldwachter per
week f 13 en moet daar nog f 2 voor
huishuur van betalen.
Wordt besloten f 10 duurte toeslag
te verleenen.
Nog wordt besloten een gedeelte van
den Kuiksche weg op de hei te ver
harden.
Bij de rondvraag drong de heer Brok
aan op verbetering van den fietspad
langs den weg naar het station.
De heer v. d. Wiel vroeg om beplan
ting van de Sticht en Papesteeg.
De Voorzitter zei toe een en ander in
het Dag. bestuur te zullen bespreken.
Daarna gfng de raad over in geheim
comité.
SPRANG.
Openbare vergaderisg van den raad
dezer gemeente «p Donderdag 24 Oc
tober 1918, voormiddag 101/* uur.
Voorzitter Edelachtbare heer Burge
meester.
Afwezig met kennisgeving de heeren
Verhoeven, Rijken en Vos.
De notulen worden na voorlezing on
veranderd goedgekeurd en vastgesteld
AAN DE ORDE:
1. Vaststelling staat oninbare posten
1917.
Wordt onveranderd vastgesteld.
2. Aanbieding reketfng 1917.
De voorzitter biedt de rekening aan
en benoemt de beeren de Jong en Vos
tot leden der commissie van onderzoek
3. Salarisregeling onderwijzers.
Voorzitter. We hebben van Ged. Sta
ten een schrijven ontvangen, houdende
verzoek om art. 10 van de verordening
tc latea vervallen, daar die er niet is
thuis hoort. Het betreft de bepaling om
aan een onderwijzeres, wanneer ze iu het
huwelijk treedt, eervol ontslag te ver
leenen. Ik stel daarom voor deze bepa
ling tc latea vervallen verder blijft de
verordening dezelfde.
Wordt met algecneene stemmen goed
gevonden.
4. Brief van Ged. Staten betrifttnde
duurtetoeslag Burgemeester, Secretaris
cn Ontvanger.
Ged. Staten zijn van meening, dat de
bestaande salarisregeling tiet in over
eenstemming is met de tegenwoordige
dure tijdsomsta&dlghf den. Zij stellen
daarom veor bedoelde ambtenaren een
duurteteeslag toe te kennen veor 20°/0
voer hen wier salarissen minder zijn dan
f 3000 en van 15°/o voor ken c#n
hooger salaris genieten, ingaande 1 Juli
1918.
Na voorlezing vaa dit schrijven vraagt
de Voorzitter of hieromtrent iemand het
woord verlangt.
Maijers. Ia aanmerking geaomea dat
huoae salarissen dit jaar al eens aan
merkelijk verhoogd zijn, en de ftnantieeie
lasten voor de gemeente steeds zwaarder
worden, meen ik hiertegen te moeten
stemmen.
de Jong. 't Is zoeals Maijers zegt,
de salarissen zijn dit jaar al eea9 ver
hoogd, doch er wordt tegenwoordig cok
veel van Burgemeester cn Secretaris ge
vergd. Ik veel er daarom wel wat v««r.
't U v«orl«opig ook maar voor 1 jaar,
daarva kunnen we weer zien.
Het v««rstel van Ged. Staten in stem
ming gebracht werdt aangenomen met
2 tegen. Vóór stemden de heeren de
jong en Haverhals, tegen de beer Maijers
de voorzitter bieef buiten stemming.
5. Af- en «verschrijving begrooting
1918.
Conform het voorstel van B, en W.
wordt Besloten.
Niets meer aan de orde zijnde en nie
mand meer het woord verlangende, sluit
de voorzitter do vergadering.
De Amerikaansche minister van bui-
tenlandsche zaken maakt bet volgende
bekend
Van den minister van bultenlaadsche
zaken aan den zaakgelastigde van Zwit
serland, ad interim belast met de Dult-
sche belangen in de Vereenigde Staten.
Ministerie van buitenlaadscbe
zaken, 23 October 1918.
Mijnheer,
Ik heb de eer u kennis te geven van
de ontvangst van uw nota van 22 dezer,
waarbij wordt overhandigd een mede-
deelieg, gedateerd 10 October, van de
Duitsche regeerlag ea mede te dee-
leo, dat de president mij heeft opge
dragen, daarop als volgt te antwoorden
N*. ontvangst vaa de plechtige en na
drukkelijke verzekering van dn Dultsebe
regiering, dat zij zonder voorbehoud de
vredesvoorwaarden aanneemt,neergelegd
zijn toespraak tot bet Congres der
Vereenigde Staten op 8 Januari 1918,
alsmede de beginselen voor een regeling
kenbaar gemaakt ia zijn latere teespra
ceu, ia het bijzender in de toespraak
van 27 September, ea dat zij van ge
dachten wenscht te wisselen over de bij-
«onderhoden van de toepassing ervan,
en dat die voornemens ea bedoelingen
uitgaan, aiet van degenen, welke tot
dusver de Duttsche pelitiek voorp«schre
ven en den tegenwoordlgen oorlog na-
ens Dultichland geleid hebben, maar
Van minister», die spreken voor de
meerderheid van den Riksdag en voor
•ea overweldigende meerderheid van
het Dnltsche volk en na eveneens te
hebben ontvangen dn duidelijke belofte
van de tegenwoordige Duitsche regee-
ting, dat de menscblievende regeling
v&i de bemhaafdn oorlogvoering zoowel
te land als ter zee in acht zullen worden
genomen door de Duitsche gewapende
acht, is de president van de Vereeoig-
de Staten van meening, dat hij niet kan
weigeren, om niet de regeeHngee, waar
mede de regterlng der Vereealgde Sfi-
ten is verhoeden, de vraag van een
wapenstilstand te behandelen.
Hij acht h«i evenwel zijn plicht, op
nieuw te verklaren, dat de eenige wa
penstilstand welke hij zich gerechtigd
zou achten, in overweging te geven, er
eoa moet zijn, die de Vereenigde Staten
es de mogendheden, waarmede zij zijn
verbondeo, in een positie zou laten, om
alle regeliagea af te dwingen, waarin
getreden zou kuisen worden, en her
vatting van de vijandelijkheden van de
2i]de van Duitschland onmogelijk te
maken.
De president heeft daarom zijn cor
respondentie met de tegenwoordige
Duitsche autoriteiten in haadeo gesteld
van de regeerlngea, waarmede de re
geering der Vereenigde Staten is ver-
j bondea als oorlogvoerende, met het
voorstel, dat, als deze rcgceringen ge
neigd zija eeo vrede tot stand te bres
gen overeenkomstig de aangegeven
voorwaarden en beginselen, aas bun
militaire raadgevers en de militaire
raadgevers der Vereenigde Staten zal
worden verzocht, aan de regeeriogen,
die tegen Duitschland ziju verbonden, de
noodzakelijks voorwaarden voor to leg
gen voor een wapenstilstand die volko
men de belangen zal beschermen van
de betrokken volken en die den ver
bonden regceriagen de onbeperkte macht
zal verzekeren, om de bijzoaderhedco
van dea vrede, waarin de Duitsche re
gearing heeft toegestemd, te waarborgen
ea af te dwingeo, vooropgesteld, dat
zij zulk een wapenstilstand mogelijk
achten van militair standpuat.
Moch'on dergelijk* voorwaarden voor
een wapenstilstand worden voorgesteld,
dan zal de aanneming er van doorDaitsch-
land het beste tastbare bewij9 leveren
van des zelfs ondubbelzinnige aanneming
van de vredesvoorwaarden en begin
seleo, waarvan de geheele actie uitgaat.
De president meent, dat hij In op
rechtheid tekerrt zou schieten, als hij
niet in zoo rpmhartig mogelijke be-
woordiagen de reden aangaf, waarom
buitengewone waarborgen moeten wor
den geëischC.
Hoe vcelbeteekenend en belangrijk
de grondwettige veranderingen ook schij
nen te zij», waarover wordt gesproken
door den Duitschen staatssecretatls van
buitealaadsehe zaken in zijn nota van
20 October, toch blijkt niet, dat het
beginsel vaa een regeerlng, die verant
woordelijk is aan het Duitsche volk, tot
dasver ten volle is uitgewerkt, of dat
er waarborgen, hetzij bestaan, hetdij in
overweging zi?3, dat de verandering van
beginsel en van practqk, waarin thans
gedeeltelijk is toegestemd, blijvend zal
zijn. Bovendien bl$kt er niet uit, dat de
keru van dc tegenwoordige moeilijkheid
is bereikt. Het is best mogelijk, dat
teekomstlge oorlogen ziju gesteld ender
de contióle vaa het Duitsche volk, maar
dat is met den tegenwoordlgen oorlog
niet het geval is geweesten over den
tegenwoordlgen oorlog hebben wij het
ep bet oogonbllk.
Blijkbaar bezit het Duitsche volk «iet
de middelen om de militaire autoritei
ten des rijks te dwingen, zich t® voegen
naar den wil des volks blijkbaar is de
macht van den koniag van Pruisen, om
de politiek van het rijk te beheerschen,
onaangetastblijkbaar blijft het beslis
send initiatief bij hen, die tot dusver in
Duitschland de baas zijn geweest.
De president, die gevoslt, dat de ge
heele wereldvrede thans afhangt van
duidelijke woo den en een actie op den
man af, acht het zijn plicht, te verklaren,
zonder de miaste poging om, wat harde
woorden mogra schijnen te verzachten,
dat de natie «an de wereld het woord
niet willen en kunnen vertrouwen va»
degenen, die tot dusver do meesters
van de Duitsche politiek zijn geweest,
en nog eens op te meiken, dat de re
geering dr»r Vcrrrricdf Staten bij het
•lniten van den vrrrfv het p«<e»,
•u bèt onmetelifc? it*c: t, d r nmete-
Ifke ««gerechtigheden f?-. erlog
ongedaan te makrf, «lieer k <-, der-
handelen mert were vflMegc s woo>d:gcrs
van het Duitsche volk, die verzrkerd
zijn vaa een grondwettige peshie .sis de
werkelijke regeerders van DulUeb'aad.
Iadien zij thans morst ondcrbnudelee
met de militaire mresters cn de monar
chale antocraten van Dultseh'and, of In
dien bet waarschijnlijk is, dat er later
met hea oaderhandcld zon moeten wor-
den met betrekking tot de iniei oa'tooale
verplichtingen van het Dultsebe rfik,
moet zij gesn vrsdesokderhandslingen,
maar overgave eiscbcs.
Er kaa niets bij worden gewonnen,
door ever dit punt, waar bet op aae-
komt, niet te sprekea.
Aanvaard, mijnheer, opnieuw de be-
tuigiag van mijn hoogachting.
(w.g.) ROBERT LANSING.
De berichten over de ODtrangst van
Wilson'* nota schijnen ons tot dusver
orer het algemeen guastlg. Zooals wij
hebben opgemerkt gaat het voorleopig
tuischen de Vereenigde Stat*u en de
geallieerden- Allereerst moet worden
uitgemaakt, of de geassocieerden het
«edcrling eens zijn, dat zij een vrsdc
willeo op grondslag van bet program
van WtUoo, of, beter gezegd, op grond
slag van een of andere bepaalde uit
legging en toepassing van dat program.
Op dit punt openen de Reuter-telegram-
men de perscommentaren goede
vooruitzichten.Daarnazalleaaan Duitsch
land de voorwaarden van een wapen
stilstand worden bekend gemaakt. Van
deze voorwaarden weten we al, dat ze
gelijk zullen staan met een volkomen
militaire overgave, zoodat Duitschland
de uitlegging, die de geaDice'dcn aan
Wilson's program zullen geven, iletzal
kunnen weerstreven.
Hctls duidelijk, dat veorloopigDuttsch-
land aan Wllion geenerlei antwoord be
hoeft te geven, als het dat niet wil.
Desniettemin geeft Wilson ln zija nota
den DuUschers in overweging, om
terwijl dan de geassocieerden onderling
©ver die voorwaarden van den aleuwer-
wetschiu wapenstilstand aan het gedach
teewisselen zijn niet stil te zitten.
Dat d«et Wilson terwijl hij ia zijn uota
de redenen opsomt, waarom hij zulke
krachtige wa;rborgen meet stellen.
Daarin schuilt een wenk, dat de Duit-
schers, als zij die redenen wegnamen,
aiet zulke strenge waarborgen zouden
hoeveu te stellen. Maar dan moeten zij
toch haast maken. De Frazkf. Zeitung
gevoelt er blikbaar alles voor, ©tn in
deze richting werkzaam te zijn en geeft
den Keizer in overweging >speedlg*en
verstandig besluit te nemen». Verdere
Duitsebe uitlegen zijn op het oogenblik,
dat wij schrijven, nog niet bekend. De
beurs van Frankfort heeft op de nota
van Wilson gunstig gereageerd Presi
dent Wilson heeft de Duitsehers do ge
legenheid geopend om te capitcleeren
op zoodanige wijze, dat men de zaak
goed praten kanja, als men maar
lang praat ban men in abstract© aan—-
tooneo, dat het geen capitulatie is. Wil
son w«et, dat de Duitsehers liefhebbers
zijn van abstactles, en geeft hun een
capitulatie in overweging, die er in
abstracto Z6Ca te-
De berichten, die uit Oostenrijk-Hou-
garije konten, zija gesehikt, om de Duit
sehers te animeert», ep dan weg vaa
concessies voort te gaan. Te Berlijn
heefl reeds een gerucht geloopen, dat
Oostenrijk-Hongarije een afzonderlijken
wapenstilstand had gesloten. Dat gerucht
is onjuist Maar het is wel waar, dat
Kroatische soldaten zich van Fiume heb
ben meester gemaakt, dat Burian als
Ooiteurijksch-Hengaarseh miuister van
bultenlandsche zaken is vervangen -roer
Andrassy, dat het heelö Hongaarsche
kabinet is afgetreden, dat de Ooston-
rijks-Honga&rsche troepen bezig zijn
zicb uit Servië en Montenegro terug te
trekknc, dat men de Hongaarsche troe
pen afzonderlijk wil terugroepen en dat
de Italianen 2lch gereedmaken om de
Oostenrijkers bij bet verlaten van de
vlakte vso Venetië tet spoed te nopen.
Op het gevechtsterrein is op het
oogenblik feitelijk niets anders van be
lang aan den gang dan de groote aan
val der Britsche troepen tusschen Schel
de en Sambre (ten Zuiden van Valen
ciennes.) Deze aanval geschiedt in de
richting van Mons (Bergen) enMaubcuge.
Bij volledig en snel succes zou deze
opmarsch van veel beteekenis kunnen
zijn voor het heele front verder naar
het Noorden. De moeilijke strook van
het kanaal van Condé zou kunnen wor
den omgetrokken, en dit zou de Duit
sehers dwingen, hun terugtocht in het
Noordelijk deel van België dadelijk veel
verder naar het Oosten.door te zetten,
dan de streek waarin zij zich nu op
houden. Brussel zouden zij waarschijn
lijk moeten ontruimen. Ook naar het
Zuiden toe. zou de doorbreking van de
linie tusschen Hirson en Bovën-Schelde
nog ver strekkende gevolgen kunnen
hebben, en in het algemeen gespro
ken de Duitsehers kunnen dwingen
dadel^k op de Maaslinie uit te wijken.