Gem«entera®d. De Oorlog. vtfilMfiE 85. ZONDAG 2? OCTOBER 1918. 41e Jaargaag. DRUNEN. Bergmans. Maar, Mijnbeer «ie Voor ster, ik kan maar Diet begrijpen hoe Ijt men toen genoegen heeft genomen, het overgeven der gelden, dit or ,.cet beeken aanwezig waren. Dat kan jccb niet bestaan en bad mm er dus loco aanstonds op moeten wijzen. Voorzitter. Ik kan niet zeggen, dat jt{ jjeeken gezien heb, ook nier, dat !k H oist g**i«i heb, wei het geld. BargtHnas. Burg. «a Wtlh, zijn toch jeraütwoaïdiiltfk dat allee good gaat. Voorzitter. Neee, daar was cem- assle voor aangewezen, aan welke bet ucïicht op het Itvcnsmiddelenbureau wa» opgedragen. Bergmans. Goed, dat wil ik aaeaemep, doch dan mag ea moet ik birr ceosta- eereo, dat d« commissie in haar taak jS tc kort geschoten. Hoe kan men nu coostateeren als men bet geld «verdraagt co de Inveatarls dat het klept, als er een b«*kec aanwezig zïu. Dat bestaat iet. En heeft de commissie dat ondanks loch gedaan, dan heeft xi$ goovel|k ;{{«uteerd, wat ie© aa&r niet is goed e praten. Voorzitter. Het was aai de «©araistie opgedragen. Bergmans. U als b««fd'der genaeeate had oek toezicht moeten henden bij itti'o gewichtige zaak. Voorzitter. Ik mecht in de commissie alls vertrouwen steile*. Bergmans. Het gaat niet «ver bet ver bouwen stellen ln iemand, de zaken sosten goedgekeurd worden en dat gaat slet op die maaier. Voorzitter. De acceuntast beeft hier gezegd dit alles asawkcurig was b^g«- boaden cn dan geloof ik dat wig er ge rust op in kunnen gaas. staan dan aebter hem. Bergmans. Hij zet l«ch direct geen zwart op wit Ik wil aisiaaad betichten, doek Ik «mg er bier op wf*cn dat het gesa kunst is cm zoo de zaak te laten kleppen. Van de Witl. Ik heb den ccceuatant oek gehoord en vat b«m hsorea zeggen dat nog csn pozt heeft reraotwoord ud 7k 800 gulder, die hl) keel girr.ak kel$k ervan had ku&aeu afhoueve omdat het ?.og iets van vroeger betrof. H$ had die heel goed ie zijü eigen zak kunaen staken, zender dat daar ooit iets vaa zou zija uitgekemes. Maar het is hier een vraemd geval. De secretaris zegt dat hl| ter. eed wil doet dat hij dc bockea keqfr overgegeven cm Elshout zegt car» eed te willen doen dat hij ze niet heeft gehad. Bergmans. Kr z$n particulieren die gok een eed af willen leggen dat Elshout wil de boeken heeft over gekregen. Ik zsa meer kunnen zeggen, maar ik be waar het liever ln mijn boezem. Van Sen. Wat schieten wi* daar nu mtde op. De een zegt een eed te doen ran niet en de ander van wel. Dan weet je neg niets. Bergmans. Het is niet direct raije be deeling en dit den rechter te laten uit- nakoa, doch wel dat wtj dat bier zelf deen. Die man, die een eed wil doen dat Elsheut wel boeken beeft gehad, daar beeft Elshout bij de overname tegen gezegd ziet nu eens hier, dat zijn nou de boeken die hg dat is de secre taris na ij heeft overgegeven, htl zijn iiertboekcn. Mijnbeer de Voorzitter, ligt ia dit giiagde al niet voldoend# opgesloten dat bij die beeken wel beeft ontvangen. Van de Wiel. De zaak is na aange pakt en nu zou ik er voer z|n de zaak aa&r tot klaarbsid te brengen. Secretaris. Ik wil gaarne een eed doen dat ik de boeken beb overgegeven. Er li een getnige die ze zelfs op bet distributie-bureau beeft gezien. Van der Geld. Ik weet niet beel zeker nier hoe de zaak zich teen heeft toe gedragen. Ik meende dat n gezegd had dat u geen boeken had, maar ik weet hit niet zeker. Ik kan me daarin ver gissen. Muskeos. Ik dacht d&t toen alies nog deer de gemeente-rekening liep. Voorzitter. Toen niet aaeer. Secretaris. De boeken bob ik beslist overgegeven. Dat de heerea zich daar nltcs aaeer van kunstna berianeien, daar kaa ik niets aan doen. Dat de zaak klop te kon toch nergens anders uit gecoa- itateeiel worden dan uit ds boeken. Bcrgmaas. Het is mij onbegrtjpel^k l'oe dat zooiets kon bestaan. Burg. en Weth. zijn toch verantwoordelijk, daar gaat toch niets vanaf. Van Son. Laat dan de secretaris de aotttlen voorlezen van wat toen is gezegd en gedaan. Daar zal dan wel in vermeld s'aan, dat hij ze heeft overgegeven. Secretaris. Daar beb ik nlcta va» ia «J» notulen gezet wijl Ik dat vergeten ben omdat ik toen zoo overspannen was. Bergmans. Er is toea nogal wat van den Secretaris gezegd en dat bij toen Ie een overspannen toestand is geraakt k mij begrijpelijk. Maar daar gaat het na uiet «ver. Wtj meeton weten wie de schuldig* is en deze had men toen reeds metten straffen. Mee mag ie snik® ztkes »aar geen personen zien Volgens pllcbt va geweten moeten vrij de zaken tot klas'held teren^eo. Maar het is hier een vreemde geschie denis geweest. De secretaris werd na gegaan en befit en moest zondebok worden, omdat hij zelf misschien het baantje begeerde. Van der Geld. Bergmans vergist zich daarin, want toen wij op eene vergade ring eens tegen Elshout zeiden, dat was wel een baantje voor jou, zei hijneen, ik wil niet, omdat ik als wethouder dat niet zal kunnen doen. Van Son. Bergmans zegt daar, dat de raadsleden van toen direct de straf aan den schuldige hadden moeten op leggen, maar dat gaat niet altijd. De secretaris was toen overspannen en hoe kon die zich van iets goeds herinneren. Neen, ik zeg u, in het belang is het dat daarover niet meer wordt gesproken. Ik waarschuw nu nog. Bergmans. Ik zou ook geen oude koeien uit de sloot ophalen, maar hoe kan men nu van mij vergen, dat ik mijne goedkeuring aan zoo'n rapport geef. Ik durf de verantwoording niet op me nemen en als gezegd wordt dat ze zijn overgegeven, de boeken, dan is het onze plicht zorg te dragen, dat deze terecht komen. Van Son. De secretaris leed aan overspanning en kan je van iemand, daaraan lijdend, iets goeds verwachten. Bergmans. Als u overtuigd bent dat iemand overspannen is, zooveel te meer plicht is het dan van B. en W. geweest om alles goed na te gaan. En uit alles blijkt, dat dit niet is gebeurd. Voorzitter. Van boeken herinner ik me niets, wel van geld. Secretaris. Met Elshout heb ik aan de hand van de boeken alles nagegaan. Hoe zou men anders hebben kunnen constateeren dat het geld klopte. Van Son. Onthoudt zoo iets maar eens anderhalf jaar. Voorzitter. Ik geef dadelijk toe dat de secretaris overspannen was, hij had ook veel te veel werk. Van de Wiel. Ik heb Bergmans hooren zeggen, dat den secretaris destijds heel wat ten laste is gelegd, maar waarom is toen niet onderzocht of dat waar of niet waar was. Men mag toch zoo maar niet gaan beschuldigen. Nu komt het me ook wel eigenaardig voor dat men kan constateeren, zonder dat er boeken aanwezig zijn. Bergmans. Uit alles valt te denken dat ze er wel zijn geweest. Van de Wiel. Laat Mimpen en van de Leur konren, die zijn er bij geweest en hebben de boel hier weggehaald en daarheen gesjouwd, toen de secretaris ziek was. Secretaris. Mijnheer van der Geld en Brok hebben 2 maal gecontroleerd. Van der Geld. Best mogelijk, maar ik weet er niets meer van. Brok. Ik herinner mij na l'/2 jaar ook zoo iets niet meer. Als je alles van te voren wist zou je het gaan onthouden. Bergmans. Wie waren toen leden van de commissie. Voorzitter. Van der Geld, Brok en Elshout zelf. \bn Spijk. Ik ben er later pas bijge komen in de plaats van Elshout. Bergmans. Dan hebben die heeren al heel slecht de zaak behandeld. Van der Geld. Het is alles meer te goedertrouw gedaan. Van de Wiel. Laat Mimpen en de Leur komen. Secretaris. En van der Westen ook. Van der Geld. Misschien dat die het zich nog herinneren. Bergmans. Ik zeg nog eens dat het mijn bedoeling niet is het den rechter uit te laten maken maar hier zelf. Doen wij dat niet, dan blijft de blaam op ons rusten. Van Son. Op Burg. en Weth. kan geen blaam rusten. Bergmans. Ik werp ook geen blaam op Burg. en Weth Van de Wiel. Laat die menschen ook komen, die kunnen wel even hier wor den geroepen. Bergmans. Kan die persoon nu ge tuigen dat de boeken er zijn geweest of kan dat later gebeuren. Van de Wiel. Ik zou zeggen als die hier, is kan alles gebeuren. Van Son. Ik waarschuw nog eens keur het rapport nu maargoed. Voorzitter. Ik geloof ook dat het de beste weg zal zijn. Van Son. Ik zeg het om erger te voor komen. Voorzitter. Ik zal er een eind aan maken. Die onverkwikkelijke zaak heeft al stof genoeg opgejaagd. Ik zal het in stemming brengen en die er zich niet mede kan vereenigen, kan dan bij Ged. Staten in beroep gaan. Van de Wiel. Maar je kan nu niets goedkeuren. Voor aanneming van het rapport stem den de heeren Van Spijk, van Son, v. d. Geld, Musken» en Brok; tegen de hee ren Bergmans en van de Wiel. Goedkeuring rekening vakschool. Na eenige discussie wordt deze goed gekeurd. Voorloopige goedkeuring gemeente rekening. Wordt goedgevonden. Aanbieding begrooting 1919. Voorzitter. Aan den wensch meerma len uitgesproken, om alle leden een af schrift te geven, zal worden voldaan. Aanbieding begrooting Burgerlijk Arm bestuur. Voorzitter. Ik kan de heeren mede- deelen, dat f 2000 meer op de begroo ting is gebracht als subsidie van de gemeente ze kunnen er anders onmo gelijk meekomen. Voorzitter. De veldwachters hebben een salaris van f 750. Daar kunnen ze op 't oogenblik niet mede zoude knmen. Zoo heeft de nieuwe veldwachter per week f 13 en moet daar nog f 2 voor huishuur van betalen. Wordt besloten f 10 duurte toeslag te verleenen. Nog wordt besloten een gedeelte van den Kuiksche weg op de hei te ver harden. Bij de rondvraag drong de heer Brok aan op verbetering van den fietspad langs den weg naar het station. De heer v. d. Wiel vroeg om beplan ting van de Sticht en Papesteeg. De Voorzitter zei toe een en ander in het Dag. bestuur te zullen bespreken. Daarna gfng de raad over in geheim comité. SPRANG. Openbare vergaderisg van den raad dezer gemeente «p Donderdag 24 Oc tober 1918, voormiddag 101/* uur. Voorzitter Edelachtbare heer Burge meester. Afwezig met kennisgeving de heeren Verhoeven, Rijken en Vos. De notulen worden na voorlezing on veranderd goedgekeurd en vastgesteld AAN DE ORDE: 1. Vaststelling staat oninbare posten 1917. Wordt onveranderd vastgesteld. 2. Aanbieding reketfng 1917. De voorzitter biedt de rekening aan en benoemt de beeren de Jong en Vos tot leden der commissie van onderzoek 3. Salarisregeling onderwijzers. Voorzitter. We hebben van Ged. Sta ten een schrijven ontvangen, houdende verzoek om art. 10 van de verordening tc latea vervallen, daar die er niet is thuis hoort. Het betreft de bepaling om aan een onderwijzeres, wanneer ze iu het huwelijk treedt, eervol ontslag te ver leenen. Ik stel daarom voor deze bepa ling tc latea vervallen verder blijft de verordening dezelfde. Wordt met algecneene stemmen goed gevonden. 4. Brief van Ged. Staten betrifttnde duurtetoeslag Burgemeester, Secretaris cn Ontvanger. Ged. Staten zijn van meening, dat de bestaande salarisregeling tiet in over eenstemming is met de tegenwoordige dure tijdsomsta&dlghf den. Zij stellen daarom veor bedoelde ambtenaren een duurteteeslag toe te kennen veor 20°/0 voer hen wier salarissen minder zijn dan f 3000 en van 15°/o voor ken c#n hooger salaris genieten, ingaande 1 Juli 1918. Na voorlezing vaa dit schrijven vraagt de Voorzitter of hieromtrent iemand het woord verlangt. Maijers. Ia aanmerking geaomea dat huoae salarissen dit jaar al eens aan merkelijk verhoogd zijn, en de ftnantieeie lasten voor de gemeente steeds zwaarder worden, meen ik hiertegen te moeten stemmen. de Jong. 't Is zoeals Maijers zegt, de salarissen zijn dit jaar al eea9 ver hoogd, doch er wordt tegenwoordig cok veel van Burgemeester cn Secretaris ge vergd. Ik veel er daarom wel wat v««r. 't U v«orl«opig ook maar voor 1 jaar, daarva kunnen we weer zien. Het v««rstel van Ged. Staten in stem ming gebracht werdt aangenomen met 2 tegen. Vóór stemden de heeren de jong en Haverhals, tegen de beer Maijers de voorzitter bieef buiten stemming. 5. Af- en «verschrijving begrooting 1918. Conform het voorstel van B, en W. wordt Besloten. Niets meer aan de orde zijnde en nie mand meer het woord verlangende, sluit de voorzitter do vergadering. De Amerikaansche minister van bui- tenlandsche zaken maakt bet volgende bekend Van den minister van bultenlaadsche zaken aan den zaakgelastigde van Zwit serland, ad interim belast met de Dult- sche belangen in de Vereenigde Staten. Ministerie van buitenlaadscbe zaken, 23 October 1918. Mijnheer, Ik heb de eer u kennis te geven van de ontvangst van uw nota van 22 dezer, waarbij wordt overhandigd een mede- deelieg, gedateerd 10 October, van de Duitsche regeerlag ea mede te dee- leo, dat de president mij heeft opge dragen, daarop als volgt te antwoorden N*. ontvangst vaa de plechtige en na drukkelijke verzekering van dn Dultsebe regiering, dat zij zonder voorbehoud de vredesvoorwaarden aanneemt,neergelegd zijn toespraak tot bet Congres der Vereenigde Staten op 8 Januari 1918, alsmede de beginselen voor een regeling kenbaar gemaakt ia zijn latere teespra ceu, ia het bijzender in de toespraak van 27 September, ea dat zij van ge dachten wenscht te wisselen over de bij- «onderhoden van de toepassing ervan, en dat die voornemens ea bedoelingen uitgaan, aiet van degenen, welke tot dusver de Duttsche pelitiek voorp«schre ven en den tegenwoordlgen oorlog na- ens Dultichland geleid hebben, maar Van minister», die spreken voor de meerderheid van den Riksdag en voor •ea overweldigende meerderheid van het Dnltsche volk en na eveneens te hebben ontvangen dn duidelijke belofte van de tegenwoordige Duitsche regee- ting, dat de menscblievende regeling v&i de bemhaafdn oorlogvoering zoowel te land als ter zee in acht zullen worden genomen door de Duitsche gewapende acht, is de president van de Vereeoig- de Staten van meening, dat hij niet kan weigeren, om niet de regeeHngee, waar mede de regterlng der Vereealgde Sfi- ten is verhoeden, de vraag van een wapenstilstand te behandelen. Hij acht h«i evenwel zijn plicht, op nieuw te verklaren, dat de eenige wa penstilstand welke hij zich gerechtigd zou achten, in overweging te geven, er eoa moet zijn, die de Vereenigde Staten es de mogendheden, waarmede zij zijn verbondeo, in een positie zou laten, om alle regeliagea af te dwingen, waarin getreden zou kuisen worden, en her vatting van de vijandelijkheden van de 2i]de van Duitschland onmogelijk te maken. De president heeft daarom zijn cor respondentie met de tegenwoordige Duitsche autoriteiten in haadeo gesteld van de regeerlngea, waarmede de re geering der Vereenigde Staten is ver- j bondea als oorlogvoerende, met het voorstel, dat, als deze rcgceringen ge neigd zija eeo vrede tot stand te bres gen overeenkomstig de aangegeven voorwaarden en beginselen, aas bun militaire raadgevers en de militaire raadgevers der Vereenigde Staten zal worden verzocht, aan de regeeriogen, die tegen Duitschland ziju verbonden, de noodzakelijks voorwaarden voor to leg gen voor een wapenstilstand die volko men de belangen zal beschermen van de betrokken volken en die den ver bonden regceriagen de onbeperkte macht zal verzekeren, om de bijzoaderhedco van dea vrede, waarin de Duitsche re gearing heeft toegestemd, te waarborgen ea af te dwingeo, vooropgesteld, dat zij zulk een wapenstilstand mogelijk achten van militair standpuat. Moch'on dergelijk* voorwaarden voor een wapenstilstand worden voorgesteld, dan zal de aanneming er van doorDaitsch- land het beste tastbare bewij9 leveren van des zelfs ondubbelzinnige aanneming van de vredesvoorwaarden en begin seleo, waarvan de geheele actie uitgaat. De president meent, dat hij In op rechtheid tekerrt zou schieten, als hij niet in zoo rpmhartig mogelijke be- woordiagen de reden aangaf, waarom buitengewone waarborgen moeten wor den geëischC. Hoe vcelbeteekenend en belangrijk de grondwettige veranderingen ook schij nen te zij», waarover wordt gesproken door den Duitschen staatssecretatls van buitealaadsehe zaken in zijn nota van 20 October, toch blijkt niet, dat het beginsel vaa een regeerlng, die verant woordelijk is aan het Duitsche volk, tot dasver ten volle is uitgewerkt, of dat er waarborgen, hetzij bestaan, hetdij in overweging zi?3, dat de verandering van beginsel en van practqk, waarin thans gedeeltelijk is toegestemd, blijvend zal zijn. Bovendien bl$kt er niet uit, dat de keru van dc tegenwoordige moeilijkheid is bereikt. Het is best mogelijk, dat teekomstlge oorlogen ziju gesteld ender de contióle vaa het Duitsche volk, maar dat is met den tegenwoordlgen oorlog niet het geval is geweesten over den tegenwoordlgen oorlog hebben wij het ep bet oogonbllk. Blijkbaar bezit het Duitsche volk «iet de middelen om de militaire autoritei ten des rijks te dwingen, zich t® voegen naar den wil des volks blijkbaar is de macht van den koniag van Pruisen, om de politiek van het rijk te beheerschen, onaangetastblijkbaar blijft het beslis send initiatief bij hen, die tot dusver in Duitschland de baas zijn geweest. De president, die gevoslt, dat de ge heele wereldvrede thans afhangt van duidelijke woo den en een actie op den man af, acht het zijn plicht, te verklaren, zonder de miaste poging om, wat harde woorden mogra schijnen te verzachten, dat de natie «an de wereld het woord niet willen en kunnen vertrouwen va» degenen, die tot dusver do meesters van de Duitsche politiek zijn geweest, en nog eens op te meiken, dat de re geering dr»r Vcrrrricdf Staten bij het •lniten van den vrrrfv het p«<e», •u bèt onmetelifc? it*c: t, d r nmete- Ifke ««gerechtigheden f?-. erlog ongedaan te makrf, «lieer k <-, der- handelen mert were vflMegc s woo>d:gcrs van het Duitsche volk, die verzrkerd zijn vaa een grondwettige peshie .sis de werkelijke regeerders van DulUeb'aad. Iadien zij thans morst ondcrbnudelee met de militaire mresters cn de monar chale antocraten van Dultseh'and, of In dien bet waarschijnlijk is, dat er later met hea oaderhandcld zon moeten wor- den met betrekking tot de iniei oa'tooale verplichtingen van het Dultsebe rfik, moet zij gesn vrsdesokderhandslingen, maar overgave eiscbcs. Er kaa niets bij worden gewonnen, door ever dit punt, waar bet op aae- komt, niet te sprekea. Aanvaard, mijnheer, opnieuw de be- tuigiag van mijn hoogachting. (w.g.) ROBERT LANSING. De berichten over de ODtrangst van Wilson'* nota schijnen ons tot dusver orer het algemeen guastlg. Zooals wij hebben opgemerkt gaat het voorleopig tuischen de Vereenigde Stat*u en de geallieerden- Allereerst moet worden uitgemaakt, of de geassocieerden het «edcrling eens zijn, dat zij een vrsdc willeo op grondslag van bet program van WtUoo, of, beter gezegd, op grond slag van een of andere bepaalde uit legging en toepassing van dat program. Op dit punt openen de Reuter-telegram- men de perscommentaren goede vooruitzichten.Daarnazalleaaan Duitsch land de voorwaarden van een wapen stilstand worden bekend gemaakt. Van deze voorwaarden weten we al, dat ze gelijk zullen staan met een volkomen militaire overgave, zoodat Duitschland de uitlegging, die de geaDice'dcn aan Wilson's program zullen geven, iletzal kunnen weerstreven. Hctls duidelijk, dat veorloopigDuttsch- land aan Wllion geenerlei antwoord be hoeft te geven, als het dat niet wil. Desniettemin geeft Wilson ln zija nota den DuUschers in overweging, om terwijl dan de geassocieerden onderling ©ver die voorwaarden van den aleuwer- wetschiu wapenstilstand aan het gedach teewisselen zijn niet stil te zitten. Dat d«et Wilson terwijl hij ia zijn uota de redenen opsomt, waarom hij zulke krachtige wa;rborgen meet stellen. Daarin schuilt een wenk, dat de Duit- schers, als zij die redenen wegnamen, aiet zulke strenge waarborgen zouden hoeveu te stellen. Maar dan moeten zij toch haast maken. De Frazkf. Zeitung gevoelt er blikbaar alles voor, ©tn in deze richting werkzaam te zijn en geeft den Keizer in overweging >speedlg*en verstandig besluit te nemen». Verdere Duitsebe uitlegen zijn op het oogenblik, dat wij schrijven, nog niet bekend. De beurs van Frankfort heeft op de nota van Wilson gunstig gereageerd Presi dent Wilson heeft de Duitsehers do ge legenheid geopend om te capitcleeren op zoodanige wijze, dat men de zaak goed praten kanja, als men maar lang praat ban men in abstract© aan—- tooneo, dat het geen capitulatie is. Wil son w«et, dat de Duitsehers liefhebbers zijn van abstactles, en geeft hun een capitulatie in overweging, die er in abstracto Z6Ca te- De berichten, die uit Oostenrijk-Hou- garije konten, zija gesehikt, om de Duit sehers te animeert», ep dan weg vaa concessies voort te gaan. Te Berlijn heefl reeds een gerucht geloopen, dat Oostenrijk-Hongarije een afzonderlijken wapenstilstand had gesloten. Dat gerucht is onjuist Maar het is wel waar, dat Kroatische soldaten zich van Fiume heb ben meester gemaakt, dat Burian als Ooiteurijksch-Hengaarseh miuister van bultenlandsche zaken is vervangen -roer Andrassy, dat het heelö Hongaarsche kabinet is afgetreden, dat de Ooston- rijks-Honga&rsche troepen bezig zijn zicb uit Servië en Montenegro terug te trekknc, dat men de Hongaarsche troe pen afzonderlijk wil terugroepen en dat de Italianen 2lch gereedmaken om de Oostenrijkers bij bet verlaten van de vlakte vso Venetië tet spoed te nopen. Op het gevechtsterrein is op het oogenblik feitelijk niets anders van be lang aan den gang dan de groote aan val der Britsche troepen tusschen Schel de en Sambre (ten Zuiden van Valen ciennes.) Deze aanval geschiedt in de richting van Mons (Bergen) enMaubcuge. Bij volledig en snel succes zou deze opmarsch van veel beteekenis kunnen zijn voor het heele front verder naar het Noorden. De moeilijke strook van het kanaal van Condé zou kunnen wor den omgetrokken, en dit zou de Duit sehers dwingen, hun terugtocht in het Noordelijk deel van België dadelijk veel verder naar het Oosten.door te zetten, dan de streek waarin zij zich nu op houden. Brussel zouden zij waarschijn lijk moeten ontruimen. Ook naar het Zuiden toe. zou de doorbreking van de linie tusschen Hirson en Bovën-Schelde nog ver strekkende gevolgen kunnen hebben, en in het algemeen gespro ken de Duitsehers kunnen dwingen dadel^k op de Maaslinie uit te wijken.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1918 | | pagina 5