BINNENLAND
Provinciaal Nwuws.
Zelfs om dit op ordelijke wijze te be
werkstelligen, zullen de Duitschers ten
minste moeten verhinderen, dat de Brit
ten op het tegenwoordige aanvalsfront
snel vooruitkomen en het is dan ook
niet te verwonderen, dat de Britten on
der het voortrukken steeds krachtiger
tegenstand ondervinden. Niettemin heb
ben zij, sedert hun aanval begon, iede-
ren dag op breede vakken vijf kilome
ter kunnen boeken.
Dc mlalstcr van landbeuw, over
wegende dat uit billijkheidsoverwegingen
ten opzichte van het zandbtdrijf het
verbod om haver aan varkens te voe
deren moet worden ingetrokken,
dat het uit dezen hoofde, en verder
ook wegens de door overmatige regens
der laatste maanden verslechterde vee
voederpositie ooodzakelfk is het gebruik
van veevoeder door landbouwers te be
perken, ten einde in de meest dringende
behoeften van het overige deel der be
volking te kunnen voorzien, heeft be
paald
lo. dat de beschikking van 21 Au
gustus 1918, Staatscourant no. 1915,
no. 17590/43, Rijksbureau voor de Distri
buMe van Graan en Meel. als volgt moet
worden gelezen
De minister van landbouw heeft be
paald
dat den landbouwers, die de zooge
naamde invorderingsbiljeiten hebben in
gevuld en ingeleverd, per stuk vee voor
het tijdvak van 15 Augustus 1918 tot
en met 15 Augustus 1919 ten hoogste
de volgende hoeveelheden zullen worden
gelaten van de door hen verbouwde
granen en peulvruchten, welke hoeveel
heden uitsluitend mogen worden gebruikt
voor de voeding van eigen vee
lo. voor officieel erkende en bij de
provinciale kantoren voor veevoeder be
kende dekhengsten, 900 K.G.
2o. voor laedbouwpaarden boven de
drie jaar en voer werkossen, 800 K.G.
3o. voor paarden beneden der drie
jaar 400 K.G.
4o. voor officieele erkende en bij de
provinciale kantoren voor veevoeder be
kende dekstieren 400 K.G.
5o. voor koelen 400 K.G.
6®. voor jong hoornvee 100 K.G.
7o. voor varkens beven 50 K.G.
300 K.G.
8o. voor varkens beneden de 50KG.
150 K.G.
9o. voor biggen beneden dc twee
maanden niets
lOo. van geiten niets
llo. voor pluimvee niets
12®. voor schapen, behalve de wad-
kweldcrschapen en Texelsche schapen,
niets
13o. voor da wadkwelcierschapen en
de Tcxolsche schapen 50 K.G.
Voor de nummers 1, 2, 3 en 13 zuilen
haver en veldboonen worden gelaten en,
zoo deze niet In voldeande hoeveelheid
door de landbouwers zijn verbouwd, zal
het ontbrekende kunnen worden aan
gevuld met door die landbouwers ver
bouwde gerst.
Voor de nummers 4, 5 en 6 zal gerst
worden gelaten en zoo deze niet in vol
doende hoeveelheid door do landbouwers
is verbouwd, zal het ontbrekende kunnen
worden aangevuld met veldboonen en
haver, door deze landbouwers verbouwd.
Voor de nummers 7 cn 8 wordt geen
haver, doch worden uitsluitend veld
boonen en gerst gelaten.
Indien de landbouwers niet voldoende
hoeveelheden haver, gerst of veldboonen
hebben geteeld om hun. vee de boven
genoemde hoeveelheden te geven, kan
een gedeelte van het ontbrekende worden
aangevuld «!t de distributie van vee
voeder, wanneer daarvoor veevoeder be
schikbaar is.
De provinciale kantoren voer vee
voeder of de regeerlsgscoHimissarissen
zullen, zoo spoedig mogelijk kaarten uit
reiken, waarop, met inachtneming van
de Bovengenoemde maxims, de hoeveel
heden en soorten veevoeder worden
vermeld, welke den landbouwers zullen
worden gelaten, alsmede de datum,
waarna door de landbouwers weder aan-
vraagblljetten mogen worden ingediend
voor de verkrSgiog van veevoeder uit
de distributie,
De regeeriagscommlss&rissen voor de
rijksgraaninzamcling hebben het recht
ons, indien een landbouwer hlet vol
doende medewerkt hfl de naleving van
de voorschriften van den minister van
landbouw, nijverheid en handel betref
fende de landbouwproducten, of indien
een landbouwer deze voorschriften tracht
te ontduiken, de aau hem gelaten hoe
veelheden geheel of gedeeltelijk op te
vorderen.
Moeht een landbouwer, doordat hij
door den aard van zija bedrijf beschikt
over veel bijvoeder als hooi, voeder
bieten enz. de hooger genoemde hoe
veelheden voor .de voedering van zijn
vee niet geheel noodig hebben, dan is
hij verplicht het gedeelte dat hy niet
noodig heeft bij de regeerlngscommissa-
rissen in te leveren.
In April 1919 zal worden vastgesteld,
in hoeverre de alsdan nog aanwezige
voorraden gelaten veevoeder geheel of
ten deele óf voor het geheele land óf
voor de bepaalde streken of bedrijven
zullen worden opgevorderd.
(Stct.)
Zooals men zich herinnert, stelde
Amerika in Maart 100.000 ton graan
te onzer beschikking, en wel 50.00
ton in Noord-Amerikaansche en 50.000
ton in Argentijnsche havens.
Het graan uit Noord-Amerika is ge
leidelijk door de „Nieuw-Amsterdam
overgebracht, doch het Argentijnsche
graan ligt nog steeds op afhalen te wach
ten.
Hiervoor schijnen, volgens de Tel.
thans de „Kennemerland" en „Delfland
van den Kon. Hollandschen Lloyd te
zijn aangewezen.
De aanvoer van dit graan staat dus
buiten het jongste aanbod van Amerika
waarover te Londen nadere onderhan
delingen zullen worden gevoerd.
Naar wij vernemen, bestaat bij de
Mij. „Nederland" te Amsterdam, het
plan zoodra het Duitsche duikbotenge-
vaar geweken is. weer booten op Ned
Indië in de vaart te brengen.
Het stoomschip* „Prins der Nederlan
den" zal het eerst in aanmerking komen
om uit te stomen.
Het ligt in het voornemen de „Jan
Pzn. Coen" te laten volgen. Er wordt
voor beide schepenreedsaangemonsterd.
De Spaansche griep breidt zich
overal ontzettend uit. Vele sterfgevallen.
Scholen worden overal gesloten.
Mr. Plato heeft aan zijn geboorte
stad Leiden f400.000 geschonken voor
een stedelijk museum.
In Maastricht zijn twee Amster-
damsche handelaars beroofd van dia
manten ter waarde van f 100.000.
In Stratem is een inbrekersbende
gearresteerd, die vooral sigarenfabrieken
bezochten. Tal van personen stonden
in hunnen dienst.
De militaire verleven zijn over 'r
geheel* land Ingetrokken, met b&t oog
op den vluchtelingenstroom, die in Bra
bant en Limburg zeer toeneemt. Over
al ziet men deze oerlogswee, ea Heliand
verleent weer alle hulp.
Vanaf de grens maakt men ia Zeeland
den oorlog mee, fn E*clo, Maldeghem
enz. wordt gevochten en vele projectie
len en kogels vallen op ons gebied.
Hier wordt groote waakzaamheid der
militaire macht vereischt.
In de Tweede Kamer heeft min.
van IJsselstein medegedeeld, dat hij den
prijs van 't wittebrood zal brengen op
het vroeger cijfer, dat ook die van vat-
groenten zal worden verlaagd. De prijs
voor volle melk verhoogd tot 20 cent
voor zieken kinderen van 10 op 11 cent
gebracht en deze krijgen een Va Eter
per dag, taptemelk op 7'/2 cent. Per
hoofd der bevolking mag 2/,0 liter melk
verstrekt, waaronder begrepen is de melk
voor zieken en kinderen, dus over het
algemeen zal het rantsoen '/lO liter zijn,
dat aangevuld moet worden met tapte
melk en gecondenseerde melk.
Verhooging van het broodrantsoen
komt zoodra eenigszins mogelijk en aan
personen tusschen 13 en 18 jaar wordt
een toeslagkaart verstrekt.
Waalwijk, 26 Oct. 1918,
Ook onze gemeente heeft zijn Mili
taire Katholiekendag gehad En laten
wij er aanstonds bijvoegen dat deze
dag in alle opzichten schitterend is ge
slaagd en bij de deelnemers lang in
aangename herinnering zal blijven.
Het Eere-comité bestond uit Mgr. J.
H. Selten, Deken en pastoor te Drunen,
ZEerw. heer W. H. Völker, pastoor te
Kaatsheuvel, Th. L. D. de Surmont de Bas
Smeele, burgemeester van Waalwijk,
B. Timmermans, E. Klijberg en P.
H. L. Wijten allen uit Waalwijk terwijl
het uitvoerend comité bestond uit 2e
Luitenant J. van Waelsden, Voorzitter,
Adj. J. Morbeek, Vice-Voorzitter, Sergr.
Geelen, penningmeester en milicien J.
L. Veen, secretaris.
De dag werd geopend met een Ge
nerale H. Communie in Drunen, Baard
wijk, Waalwijk, Besoijen, Kaatsheuvel
en Waspik.
Om lO'/a werd in de kerk van St.
Jan Baptist eene plechtige H. Mis op
gedragen door den ZEerw. Majoor Aal
moezenier B. H. Som met assistentie
van den WelEerw. Heer P. Kluijtmans,
Kapelaan alhier, als diaken en den Wel
Eerw. heer M. Smits, kapelaan te Kaats
heuvel als subdiaken.
Indrukwekkend en iets nog nooit door
de meesten onzer inwoners bijgewoond,
was de militaire eerewacht die binnen
het priesterkoor geschaard stond, aan
weerszijden van het altaar vier soldaten,
met 2 hoorblazers en een tamboer, onder
commando van den le Luit Adj. M.
Lohmeijer. Vooral bij de consecratie was
het aangrijpend. De militairen presen
teerden voor den Koning der Koningen,
onzen God, de geweren, de hoornblazers
bliezen een jubelgroet en de tamboer
roffelde, terwijl de officier met zijn sabel
het saluut bracht. En daarbij die groote
schare militairen te zien, de kepi op
het hoofd, de militaire houding aanne
mend, brengend het militair saluut.
Dat alles was aangrijpend en pakte den
aanwezigen tot in het diepste der ziel.
Onder de H. Mis hield Majoor Som,
in zijn officiers-uniform, een korte toe
spraak.
Over half een werd in de groote zaal
van den Gildenbond, die voor deze ge
legenheid door den WelEerw. heer
Kluijtmans prachtig was versierd, eene
feestvergadering gehouden.
Behalve het Dag-bestuur van onze
gemeente merkten wij op den heer bur
gemeester van Baardwijk, de brigade
commandant kolonel Schönstedt, de
overste van het 7 Reg. Inf. met zijne
echtgenoote, jhr. Storm van 's Graven-
zande en vele priesters benevens eenige
genoodigden.
Door den Voorzitter, Luit. van Waels
den, werd de vergadering geopend met
den Chr.-groet. Daarna riep hij de aan
wezigen een hartelijk welkom toe en
sprak zijn vreugde uit over de groote
opkomst hedenmorgen in de kerk; niet
tevergeefs was zijn oproep geweest.
Tot zijn spijt moest hij mededeelen
dat Kapitein Schaepman door stilstand
van het verlof, verhinderd was als
spreker op te te treden.
Daarom verleende hij het woord aan
den tweeden spreker, den WelEerw.
Heer P. v. Dorp, Kapelaan te Amsterdam.
Wanneer, aldus begon spreker, de
Zaligmaker rechtstreeks tot vele katho
lieken zou spreken, dan zou Hij hetzelfde
moeten zeggen wat Hij eenmaal tot
tot Paulus zei„Waarom vervolgt gij
mij
Dit woord is op tal van Katholieken
van toepassing, nl. op hen die katholiek
heeten maar in waarheid leven als een
heiden, want zij zijn de kerkvervolgers
van het gevaarlijkste soort. Ze zijn
erger en meer te vreezen dan de open
lijke vijanden.
Lafaards zijn het want ze komen tot
ons in schaapskleederen en in werkelijk
heid zijn het niets anders dan wolven,
zoekende wien zij zullen verslinden.
Naam-Katholieken zijn zij die niet katho
liek leven doch integendeel zich schamen
katholiek te zijn of er voor uit te komen
als ze in café's of in werkplaatsen
worden aangevallen. En hoe komt het
veelal dat dezulken aanstonds zich ge
wonnen geven Omdat ze hun geloof
niet begrijpen, er niets van weten en
dan de tegenpartij maar direct gelijk
*even. Het zijn de criticasters die
edere handeling, elk voorschrift der
<erk bevitten. Het zijn mannen die
sieeds liberale en neutrale bladen lezen,
want die brengen alleen beschouwingen,
die zij niet begrijpen. Het zijn mannen
die rood stemmen, lid zijn van neutrale
vereenigingen en bioscope en voorstel
ingen bezoeken van verdacht allooi.
Deze menschen zijn den census catho-
licus kwijt geraakt, zij zijn de roomsche
voelhoorns verloren zegt spreker. Die
auwe katholieken, zij begrijpen niet
welke groote plichten, vooral in onze
dagen op ons rusten, zij hebben geen
idealen, men weet niet wat men aan
ïen heeft, ze zijn geen vleesch of visch.
Spreker vergelijkt ze met een ketting-
handelaar, met een politie-agent die han
del drijft in manufacturen
Maar dan de echte katholiek. Hij weet
dat hij ontwijfelbaar de waarheid bezit
en voor die waarheid wil hij strijden
en sterven. Hij is als een rots in zee,
de golven bestormen en teisteren hem
maar hij blijft onwankelbaar, terwijl zijn
aanvallers links en rechts in den afgrond
tuimelen. En laat ook maar nooit iemand
zich de illussie scheppen, dat bij die
rots, de kerk zal verslaan want immers
Christus zelf heeft gezegd„Op deze
rots zult gij mijn kerk bouwen en deze
zal nooit vergaan.
Vervolgens wees de redenaar den
catholieken soldaten op hun plichten,
ilichten jegens God, plichten tegenover
ïun inedemenschen, plichten tegenover
de gemeenschap, plichten tegenover den
staat. Wij katholieken moeten onze
beginselen hoog houden te midden der
verwarring en verwildering der geesten.
Alles om ons heen verandert, verdwijnt,
doch Christus leer blijft onveranderlijk
en die leer moeten wij naleven onver
anderlijk te midden der veranderlijke
ijdsomstandigheden.
In boeiende taal wees spreker op den
verschrikkelijken tijd dien wij doormaken
en dien de wereld tegemoet gaat.
Onze Paus Benedictus XV heeft in
zijn encycliek zoo juist de verwijderde
oorzaken van dezen oorlog aangegeven
le de verwaarloozing der christelijke
wijsheid en liefde. Menschen en volkeren
lieten zich niet meer leiden door die
liefde. Onze groote, nooit te vergeten
Schaepman profeteerdeOnze eeuw sterft
bij gebrek aan liefde want menschen en
volkeren lieten zich niet meer leiden
door de liefde van Christus." Daarvoor
kwam in de plaats de haat, koud egoisme.
Het eene volk benijdt en haat het andere.
Als tweede oorzaak gaf Paus Benedic
tus aan het niet gehoorzamen aan het
wettig gezag, het verzet daartegen en
als derde oorzaak het hartstochtelijk
najagen van de vergankelijke en ijdele
goederen.
Spreker vondt hierbij gelegenheid de
mooie leuzen van president Wilson na
te gaan over het zelfbestemmingsrecht
en de vrijheid der volkeren. Spreker
vreesde, dat van al die mooie begin
selen niet veel terecht zal komen want
de Entente zal hier een brok en daar
en stuk eischen. Trouwens iedere tijc
heeft zoo zijn leus, Ook de Fransche
revolutie had zulke prachtige, mooi-
klinkende leuzen. Hoort maarvrijheid,
gelijkheid en broederschap.
En wat is er van geworden
De vrijheid werd de grootste onvrij
heid, de gelijkheid is: aan den eenen
kant de kapitalisten en aan den anderen
kant een afgrond van ellende, het pro
letariaat
De broederschap, deze heeft den eenen
mensch den ander doen vermoorden.
En zoo zal het ook gaan met de
mooie leuzen van Wilson. Nu niet, nooit
zullen we een rechtvaardigen en
duurzamen vrede krijgen, indien de be
ginselen niet steunen op de christelijke
rechtvaardigheid.
Het verlaten van Christus leer, de
eenige goede, is de oorzaak van den
ellendigen oorlog, die dood en verderf
heeft gezaaid.
Wil Wilson de zaak klaar spelen
zonder Christus, hij zal daarin niet
slagen. Hij zal dan alleen bereiken een
machtsvrede en we weten hoelang zoo'n
vrede duurt.
Na nog gewezen te hebben dat zoo'n
wreede oorlog ook zijn weerslag zou
hebben op den geest der menschen,
hield spreker een oogenblik rust.
In het tweede gedeelte van zijn betoog
wees spr. op de plichten van den
Katholiek in den grooten strijd in de
toekomst op politiek, maatschappelijk
en religieus gebied. Vooral tegen het
socialisme zal die strijd gevoerd moeten
worden. Daarom moeten wij onze be
ginselen hooghouden en belangstelling
toonen in alles desbetreffend. Met het
nieuwe kiesstelsel heeft iedere stem zijn
waarde en daarvan moet gebruikgemaakt
worden. Nogmaals herdacht spreker hier
dr. Schaepman die de lauwe en te lang
ingedompelde Katholieken met zijn kope
ren stem heeft wakker geroepen. Men
moet lid worden van alle Katholieke
sociale vereenigingen en daaraan een
werkzaam aandeel nemen.
De rede die aandachtig was gevolgd,
werd krachtig toegejuigd.
De Voorzitter dankte spr. en sprak
den wensch uit dat als vrucht van deze
vergadering, de Katholieke militairen,
eenmaal weer naar hun haardsteden
teruggekeerd, ijverige leden zouden
worden van Kath. sociale vereenigingen.
Dank bracht hij ook aan den brigade
commandant, die de Katholieken vrij
van dienst heeft gegeven, dank ook aan
de geestelijke en burgerlijke autoriteiten
en aan allen die het hunne hebben bij
gedragen om dezen dag te maken tot
een echt Roomschen dag, tot een on-
vergetelijken.
Staande werd nu uit volle borst het
„Aan U o Koning der eeuwen" gezongen.
Daarna nam de ZeerEerw. Majoor
Som nog het woord om dank te
brengen aan allen die tot het welslagen
van dezen dag hebben medegewerkt
vooral aan Generaal Dufour. De gene
raal had hem voorgesteld zoo'n dag te
organiseeren voor een geheele divisie.
Hartelijk dank bracht spr. ook aan Luit.
Van Waelsden en zijne trouwe staf van
medehelpers, want aan de voorbereiding
van zoo'n dag zit heel wat vast.
Nog deelde hij mede, dat na afloop
van de H. Mis telegrammen waren ge
zonden aan H. M. de Koningin en aan
den Bisschop van Haarlem, daar de
meeste deelnemers aan dezen Katholie
kendag uit dit bisdom komen en een
aan den bisschop van 's Bosch, wijl in
diens diocees deze katholiekendag ge
houden wordt.
Nadat de aalmoezenier nog even had
gewezen op de plichten van iederen
militair, daarbij de verzekering gevend
dat de Katholieken goede soldaten van
H.M. waren, sloot spr. zijn rede met
allen te verzoeken het Wilhelmus te
zingen.
Alsdan trokken de talrijke aanwezigen
weer naar de Kerk alwaar door Mgr.
Selten een plechtig lof werd opgedragen
met processie. Een militaire eerewacht
bewees weer de militaire eerbewijzen
aan het Allerheiligste. De troonhemel,
waaronder het H. Sacrament werd rond
geleid, werd gedragen door 4 officieren
terwijl officieren en minderen met bran
dende kaarsen het Allerheiligste vooraf
gingen en volgden.
Het was een plechtigheid, die niet
naliet diepen indruk te maken.
Nog eenmaal sprak de aalmoezenier
vanaf den kansel zijn jongens toe, want,
zoo zei hij, zijn hart was vervuld met
gevoelens van vreugde en dankbaarheid.
En dat was zoo bij alle deelnemers.
Want moeten wij God niet dankbaar
zijn Meer dan vier jaar reeds duurt
de mobilisatie en al heeft de verschrik
kelijke oorlog ook zijn schaduw over
ons land geworpen en minder prettige
toestanden geschapen, toch moeten wij
dankbaar zijn jegens Hem, dat wij van
het ergste, den oorlog gaspaard zijn
gebleven.
Maar denkt er wel aan estote parati
weest bereid, iederen dag kan men ons
leven nog vragen. Daarom, smeekt Jezus
zijn onmisbaren zegen af. Blijft getrouw
aan de voornemens die gij heden hebt
gemaakt en schuwt den vijand, die steeds
onder ons is, n.l. het zedenbederf.
Tegen dien vijand roep ik u allen op
ten strijde. Want dat is de grootste
ellende, de kanker, die aan het volks-
welzijn knaagt.
Na nog te hebben medegedeeld, dat
van den Bisschop van 's Bosch een tele
gram van dank was ingekomen, eindigde
spr. zijne toespraak.
Een Te Deum sloot de plechtigheid.
Wij vernemen dat de heer Ir. van
Veen, architect van den gemeentelijken
woningbouw, zich thans onledig houdt
met het ontwerpen van een volledig
uitbreidingsplan van onze gemeente.
Met het bouwen der woningen in
de St. Antoniusstraat wordt goede voort-
gang gemaakt. De huizenrij die parallel
loopt met deze straat nadert hare vol-
tooiing en langs de straat is men met
een aantal andere weer aan de kap.
Men nadert zoo langzaam aan het
terrein tegenover de kerk en het plan
is nu hier een plein te maken aan weers
zijden waarvan een flink winkelhuis.
Van hier af komt dan een mooie dwars-
straat beplant met boomen die de St.
Antoniusstraat met de parallel Ioopende
achterstraat verbindtalsdan is het com
plex voltooid en zal zulks een zeer
mooi geheel vormen. Een twintigtal
woningen zullen dus daar nog bij de
thans in aanbouw zijnde' komen, dan
is dit plan af.
In de Putstraat zullen ongeveer een
30-iaI woningen gebouwd worden be
ginnende vanaf de Loint;ook hier een
mooie uitbreiding dus.
Nu we toch over woningbouw schrijven
durven we nog eens met klem aandrin-
gen op den voortgang met den bouw
van zg. ambtenaars- of grootere wonin
gen. We kunnen toch tal van voor
beelden aanhalen, dat deze menschen
niet aan een woning kunnen komen.
Dc een moet pogingen doen om zijn
benoeming ingetrokken te krijgen, een
ander moet zijn huishouden elders laten
een derde moet naar den Bosch of
elders gaan wonen, dat is toch geen
toestand en men bedenke het wel, nu
staan we op het keerpunt, nu moeten
we en kunnen we vooruit.
Hulde brengende aan 't initiatief van
B. en W. en de bouwcommissie, aan
de voortvarendheid van den raad meenen
we niet genoeg deze dringende aange
legenheid onder de ernstige aandacht
van allen die er bij betrokken zijn, te
kunnen breugen.
In verband hiermede mogen we ook
wel vertellen, dat wij bij geruchte en
met zeer veel genoegen vernamen
dat er ook vage plannen in behandeling
zijn om aan de Mr. van Coothstraat een
ander aanzien te geven, een bewijs dat
men niet alleen practisch maar ook met
smaak hoopt uit te breidenmen wil
nl. middenin de Mr. van Coothstraat
deze straat rondbuigen en op het aldus
middenin te vormen plein een paar mooie
perken aanleggen. Zonder twijfel zou dit
de sierlijkheid der straat zeer verhoogen
en getuigen van goeden smaak, want
ook bij de uitbreiding moet met de
eischen der aesthetica rekening gehouden
worden, dat bevordert het mooie, maar
ook het aangename en aantrekkelijke
eener plaats.
De R. K. Werkliedenvereeniging
zal na d«s morgens eene generale H.
Communie des avonds ten 6 uur in de
Gildenbond eene feestvergadering houden
op Zondag 27 October a.s.
Vrijdagmorgen ten omstreeks 9 uur
brak brand uit in de bekende hooi-
perserij der firma Oerlemans Zonen
te Vrijhoeven-Cappel. Door het warm-
loopen van een as is de brand vermoe
delijk ontstaan, het vuur deelde zich
direct aan 't opgestapelde hooi mede
en toen men van uit 't kantoor met
snelblusschers toesnelde, was het reeds
te laat. De groote massa's hooi hadden
vuur gevat en in minder dan geen tijd
stond alles in lichte laaie; de hooiper-
serij, annex hooibergplaatsen met een
voorraad van pl m. naar schatting een
miliioen K.G. waren een gretig voedsel
voor de zengende vlammen en weldra
lagen al de gebouwen, gedeeltelijk van
hout, tegen den grond en bleven de
groote hooitassen als vuurbergen gloeien
en branden. Met alle macht werd ge
werkt om het kantoor, machinekamer
en aangrenzend woonhuis te redden, wat
met vereende krachten ook is gelukt,
alsook het hooipakhuis en stallen, die
op eenige meters van 't verbrande per
ceel staan wonder dat dit niet verloren
ging, wat in hoofdzaak is te danken aan
het stille weer. De brandspruiten van
Vrijhoeven waren spoedig ter plaatse,
alsook die van de gemeente Capelle,
de Burgemeester en Wethouders van
Capelle en Vrijhoeven leidden met de
brandweer het blusschings- en reddings
werk en 't waren vooral hier wederom
de militairen die uitnemend werk ver
richtten onder leiding van een paar offi
cieren. bij pompen, bij .water aandragen
enz. Zoo zagen we een korporaal en sol
daat van de veld, die al den tijd in de ver
schrikkelijkste hitte op het dak van 't
woonhuis zaten en het maar voortdurend
nat hielden en zoo wisten te behouden.
De aanblik is die van een droevige
verwoestingeen groot, betrekkelijk