BINNENLAND Provinciaal Nwuws. Zelfs om dit op ordelijke wijze te be werkstelligen, zullen de Duitschers ten minste moeten verhinderen, dat de Brit ten op het tegenwoordige aanvalsfront snel vooruitkomen en het is dan ook niet te verwonderen, dat de Britten on der het voortrukken steeds krachtiger tegenstand ondervinden. Niettemin heb ben zij, sedert hun aanval begon, iede- ren dag op breede vakken vijf kilome ter kunnen boeken. Dc mlalstcr van landbeuw, over wegende dat uit billijkheidsoverwegingen ten opzichte van het zandbtdrijf het verbod om haver aan varkens te voe deren moet worden ingetrokken, dat het uit dezen hoofde, en verder ook wegens de door overmatige regens der laatste maanden verslechterde vee voederpositie ooodzakelfk is het gebruik van veevoeder door landbouwers te be perken, ten einde in de meest dringende behoeften van het overige deel der be volking te kunnen voorzien, heeft be paald lo. dat de beschikking van 21 Au gustus 1918, Staatscourant no. 1915, no. 17590/43, Rijksbureau voor de Distri buMe van Graan en Meel. als volgt moet worden gelezen De minister van landbouw heeft be paald dat den landbouwers, die de zooge naamde invorderingsbiljeiten hebben in gevuld en ingeleverd, per stuk vee voor het tijdvak van 15 Augustus 1918 tot en met 15 Augustus 1919 ten hoogste de volgende hoeveelheden zullen worden gelaten van de door hen verbouwde granen en peulvruchten, welke hoeveel heden uitsluitend mogen worden gebruikt voor de voeding van eigen vee lo. voor officieel erkende en bij de provinciale kantoren voor veevoeder be kende dekhengsten, 900 K.G. 2o. voor laedbouwpaarden boven de drie jaar en voer werkossen, 800 K.G. 3o. voor paarden beneden der drie jaar 400 K.G. 4o. voor officieele erkende en bij de provinciale kantoren voor veevoeder be kende dekstieren 400 K.G. 5o. voor koelen 400 K.G. 6®. voor jong hoornvee 100 K.G. 7o. voor varkens beven 50 K.G. 300 K.G. 8o. voor varkens beneden de 50KG. 150 K.G. 9o. voor biggen beneden dc twee maanden niets lOo. van geiten niets llo. voor pluimvee niets 12®. voor schapen, behalve de wad- kweldcrschapen en Texelsche schapen, niets 13o. voor da wadkwelcierschapen en de Tcxolsche schapen 50 K.G. Voor de nummers 1, 2, 3 en 13 zuilen haver en veldboonen worden gelaten en, zoo deze niet In voldeande hoeveelheid door de landbouwers zijn verbouwd, zal het ontbrekende kunnen worden aan gevuld met door die landbouwers ver bouwde gerst. Voor de nummers 4, 5 en 6 zal gerst worden gelaten en zoo deze niet in vol doende hoeveelheid door do landbouwers is verbouwd, zal het ontbrekende kunnen worden aangevuld met veldboonen en haver, door deze landbouwers verbouwd. Voor de nummers 7 cn 8 wordt geen haver, doch worden uitsluitend veld boonen en gerst gelaten. Indien de landbouwers niet voldoende hoeveelheden haver, gerst of veldboonen hebben geteeld om hun. vee de boven genoemde hoeveelheden te geven, kan een gedeelte van het ontbrekende worden aangevuld «!t de distributie van vee voeder, wanneer daarvoor veevoeder be schikbaar is. De provinciale kantoren voer vee voeder of de regeerlsgscoHimissarissen zullen, zoo spoedig mogelijk kaarten uit reiken, waarop, met inachtneming van de Bovengenoemde maxims, de hoeveel heden en soorten veevoeder worden vermeld, welke den landbouwers zullen worden gelaten, alsmede de datum, waarna door de landbouwers weder aan- vraagblljetten mogen worden ingediend voor de verkrSgiog van veevoeder uit de distributie, De regeeriagscommlss&rissen voor de rijksgraaninzamcling hebben het recht ons, indien een landbouwer hlet vol doende medewerkt hfl de naleving van de voorschriften van den minister van landbouw, nijverheid en handel betref fende de landbouwproducten, of indien een landbouwer deze voorschriften tracht te ontduiken, de aau hem gelaten hoe veelheden geheel of gedeeltelijk op te vorderen. Moeht een landbouwer, doordat hij door den aard van zija bedrijf beschikt over veel bijvoeder als hooi, voeder bieten enz. de hooger genoemde hoe veelheden voor .de voedering van zijn vee niet geheel noodig hebben, dan is hij verplicht het gedeelte dat hy niet noodig heeft bij de regeerlngscommissa- rissen in te leveren. In April 1919 zal worden vastgesteld, in hoeverre de alsdan nog aanwezige voorraden gelaten veevoeder geheel of ten deele óf voor het geheele land óf voor de bepaalde streken of bedrijven zullen worden opgevorderd. (Stct.) Zooals men zich herinnert, stelde Amerika in Maart 100.000 ton graan te onzer beschikking, en wel 50.00 ton in Noord-Amerikaansche en 50.000 ton in Argentijnsche havens. Het graan uit Noord-Amerika is ge leidelijk door de „Nieuw-Amsterdam overgebracht, doch het Argentijnsche graan ligt nog steeds op afhalen te wach ten. Hiervoor schijnen, volgens de Tel. thans de „Kennemerland" en „Delfland van den Kon. Hollandschen Lloyd te zijn aangewezen. De aanvoer van dit graan staat dus buiten het jongste aanbod van Amerika waarover te Londen nadere onderhan delingen zullen worden gevoerd. Naar wij vernemen, bestaat bij de Mij. „Nederland" te Amsterdam, het plan zoodra het Duitsche duikbotenge- vaar geweken is. weer booten op Ned Indië in de vaart te brengen. Het stoomschip* „Prins der Nederlan den" zal het eerst in aanmerking komen om uit te stomen. Het ligt in het voornemen de „Jan Pzn. Coen" te laten volgen. Er wordt voor beide schepenreedsaangemonsterd. De Spaansche griep breidt zich overal ontzettend uit. Vele sterfgevallen. Scholen worden overal gesloten. Mr. Plato heeft aan zijn geboorte stad Leiden f400.000 geschonken voor een stedelijk museum. In Maastricht zijn twee Amster- damsche handelaars beroofd van dia manten ter waarde van f 100.000. In Stratem is een inbrekersbende gearresteerd, die vooral sigarenfabrieken bezochten. Tal van personen stonden in hunnen dienst. De militaire verleven zijn over 'r geheel* land Ingetrokken, met b&t oog op den vluchtelingenstroom, die in Bra bant en Limburg zeer toeneemt. Over al ziet men deze oerlogswee, ea Heliand verleent weer alle hulp. Vanaf de grens maakt men ia Zeeland den oorlog mee, fn E*clo, Maldeghem enz. wordt gevochten en vele projectie len en kogels vallen op ons gebied. Hier wordt groote waakzaamheid der militaire macht vereischt. In de Tweede Kamer heeft min. van IJsselstein medegedeeld, dat hij den prijs van 't wittebrood zal brengen op het vroeger cijfer, dat ook die van vat- groenten zal worden verlaagd. De prijs voor volle melk verhoogd tot 20 cent voor zieken kinderen van 10 op 11 cent gebracht en deze krijgen een Va Eter per dag, taptemelk op 7'/2 cent. Per hoofd der bevolking mag 2/,0 liter melk verstrekt, waaronder begrepen is de melk voor zieken en kinderen, dus over het algemeen zal het rantsoen '/lO liter zijn, dat aangevuld moet worden met tapte melk en gecondenseerde melk. Verhooging van het broodrantsoen komt zoodra eenigszins mogelijk en aan personen tusschen 13 en 18 jaar wordt een toeslagkaart verstrekt. Waalwijk, 26 Oct. 1918, Ook onze gemeente heeft zijn Mili taire Katholiekendag gehad En laten wij er aanstonds bijvoegen dat deze dag in alle opzichten schitterend is ge slaagd en bij de deelnemers lang in aangename herinnering zal blijven. Het Eere-comité bestond uit Mgr. J. H. Selten, Deken en pastoor te Drunen, ZEerw. heer W. H. Völker, pastoor te Kaatsheuvel, Th. L. D. de Surmont de Bas Smeele, burgemeester van Waalwijk, B. Timmermans, E. Klijberg en P. H. L. Wijten allen uit Waalwijk terwijl het uitvoerend comité bestond uit 2e Luitenant J. van Waelsden, Voorzitter, Adj. J. Morbeek, Vice-Voorzitter, Sergr. Geelen, penningmeester en milicien J. L. Veen, secretaris. De dag werd geopend met een Ge nerale H. Communie in Drunen, Baard wijk, Waalwijk, Besoijen, Kaatsheuvel en Waspik. Om lO'/a werd in de kerk van St. Jan Baptist eene plechtige H. Mis op gedragen door den ZEerw. Majoor Aal moezenier B. H. Som met assistentie van den WelEerw. Heer P. Kluijtmans, Kapelaan alhier, als diaken en den Wel Eerw. heer M. Smits, kapelaan te Kaats heuvel als subdiaken. Indrukwekkend en iets nog nooit door de meesten onzer inwoners bijgewoond, was de militaire eerewacht die binnen het priesterkoor geschaard stond, aan weerszijden van het altaar vier soldaten, met 2 hoorblazers en een tamboer, onder commando van den le Luit Adj. M. Lohmeijer. Vooral bij de consecratie was het aangrijpend. De militairen presen teerden voor den Koning der Koningen, onzen God, de geweren, de hoornblazers bliezen een jubelgroet en de tamboer roffelde, terwijl de officier met zijn sabel het saluut bracht. En daarbij die groote schare militairen te zien, de kepi op het hoofd, de militaire houding aanne mend, brengend het militair saluut. Dat alles was aangrijpend en pakte den aanwezigen tot in het diepste der ziel. Onder de H. Mis hield Majoor Som, in zijn officiers-uniform, een korte toe spraak. Over half een werd in de groote zaal van den Gildenbond, die voor deze ge legenheid door den WelEerw. heer Kluijtmans prachtig was versierd, eene feestvergadering gehouden. Behalve het Dag-bestuur van onze gemeente merkten wij op den heer bur gemeester van Baardwijk, de brigade commandant kolonel Schönstedt, de overste van het 7 Reg. Inf. met zijne echtgenoote, jhr. Storm van 's Graven- zande en vele priesters benevens eenige genoodigden. Door den Voorzitter, Luit. van Waels den, werd de vergadering geopend met den Chr.-groet. Daarna riep hij de aan wezigen een hartelijk welkom toe en sprak zijn vreugde uit over de groote opkomst hedenmorgen in de kerk; niet tevergeefs was zijn oproep geweest. Tot zijn spijt moest hij mededeelen dat Kapitein Schaepman door stilstand van het verlof, verhinderd was als spreker op te te treden. Daarom verleende hij het woord aan den tweeden spreker, den WelEerw. Heer P. v. Dorp, Kapelaan te Amsterdam. Wanneer, aldus begon spreker, de Zaligmaker rechtstreeks tot vele katho lieken zou spreken, dan zou Hij hetzelfde moeten zeggen wat Hij eenmaal tot tot Paulus zei„Waarom vervolgt gij mij Dit woord is op tal van Katholieken van toepassing, nl. op hen die katholiek heeten maar in waarheid leven als een heiden, want zij zijn de kerkvervolgers van het gevaarlijkste soort. Ze zijn erger en meer te vreezen dan de open lijke vijanden. Lafaards zijn het want ze komen tot ons in schaapskleederen en in werkelijk heid zijn het niets anders dan wolven, zoekende wien zij zullen verslinden. Naam-Katholieken zijn zij die niet katho liek leven doch integendeel zich schamen katholiek te zijn of er voor uit te komen als ze in café's of in werkplaatsen worden aangevallen. En hoe komt het veelal dat dezulken aanstonds zich ge wonnen geven Omdat ze hun geloof niet begrijpen, er niets van weten en dan de tegenpartij maar direct gelijk *even. Het zijn de criticasters die edere handeling, elk voorschrift der <erk bevitten. Het zijn mannen die sieeds liberale en neutrale bladen lezen, want die brengen alleen beschouwingen, die zij niet begrijpen. Het zijn mannen die rood stemmen, lid zijn van neutrale vereenigingen en bioscope en voorstel ingen bezoeken van verdacht allooi. Deze menschen zijn den census catho- licus kwijt geraakt, zij zijn de roomsche voelhoorns verloren zegt spreker. Die auwe katholieken, zij begrijpen niet welke groote plichten, vooral in onze dagen op ons rusten, zij hebben geen idealen, men weet niet wat men aan ïen heeft, ze zijn geen vleesch of visch. Spreker vergelijkt ze met een ketting- handelaar, met een politie-agent die han del drijft in manufacturen Maar dan de echte katholiek. Hij weet dat hij ontwijfelbaar de waarheid bezit en voor die waarheid wil hij strijden en sterven. Hij is als een rots in zee, de golven bestormen en teisteren hem maar hij blijft onwankelbaar, terwijl zijn aanvallers links en rechts in den afgrond tuimelen. En laat ook maar nooit iemand zich de illussie scheppen, dat bij die rots, de kerk zal verslaan want immers Christus zelf heeft gezegd„Op deze rots zult gij mijn kerk bouwen en deze zal nooit vergaan. Vervolgens wees de redenaar den catholieken soldaten op hun plichten, ilichten jegens God, plichten tegenover ïun inedemenschen, plichten tegenover de gemeenschap, plichten tegenover den staat. Wij katholieken moeten onze beginselen hoog houden te midden der verwarring en verwildering der geesten. Alles om ons heen verandert, verdwijnt, doch Christus leer blijft onveranderlijk en die leer moeten wij naleven onver anderlijk te midden der veranderlijke ijdsomstandigheden. In boeiende taal wees spreker op den verschrikkelijken tijd dien wij doormaken en dien de wereld tegemoet gaat. Onze Paus Benedictus XV heeft in zijn encycliek zoo juist de verwijderde oorzaken van dezen oorlog aangegeven le de verwaarloozing der christelijke wijsheid en liefde. Menschen en volkeren lieten zich niet meer leiden door die liefde. Onze groote, nooit te vergeten Schaepman profeteerdeOnze eeuw sterft bij gebrek aan liefde want menschen en volkeren lieten zich niet meer leiden door de liefde van Christus." Daarvoor kwam in de plaats de haat, koud egoisme. Het eene volk benijdt en haat het andere. Als tweede oorzaak gaf Paus Benedic tus aan het niet gehoorzamen aan het wettig gezag, het verzet daartegen en als derde oorzaak het hartstochtelijk najagen van de vergankelijke en ijdele goederen. Spreker vondt hierbij gelegenheid de mooie leuzen van president Wilson na te gaan over het zelfbestemmingsrecht en de vrijheid der volkeren. Spreker vreesde, dat van al die mooie begin selen niet veel terecht zal komen want de Entente zal hier een brok en daar en stuk eischen. Trouwens iedere tijc heeft zoo zijn leus, Ook de Fransche revolutie had zulke prachtige, mooi- klinkende leuzen. Hoort maarvrijheid, gelijkheid en broederschap. En wat is er van geworden De vrijheid werd de grootste onvrij heid, de gelijkheid is: aan den eenen kant de kapitalisten en aan den anderen kant een afgrond van ellende, het pro letariaat De broederschap, deze heeft den eenen mensch den ander doen vermoorden. En zoo zal het ook gaan met de mooie leuzen van Wilson. Nu niet, nooit zullen we een rechtvaardigen en duurzamen vrede krijgen, indien de be ginselen niet steunen op de christelijke rechtvaardigheid. Het verlaten van Christus leer, de eenige goede, is de oorzaak van den ellendigen oorlog, die dood en verderf heeft gezaaid. Wil Wilson de zaak klaar spelen zonder Christus, hij zal daarin niet slagen. Hij zal dan alleen bereiken een machtsvrede en we weten hoelang zoo'n vrede duurt. Na nog gewezen te hebben dat zoo'n wreede oorlog ook zijn weerslag zou hebben op den geest der menschen, hield spreker een oogenblik rust. In het tweede gedeelte van zijn betoog wees spr. op de plichten van den Katholiek in den grooten strijd in de toekomst op politiek, maatschappelijk en religieus gebied. Vooral tegen het socialisme zal die strijd gevoerd moeten worden. Daarom moeten wij onze be ginselen hooghouden en belangstelling toonen in alles desbetreffend. Met het nieuwe kiesstelsel heeft iedere stem zijn waarde en daarvan moet gebruikgemaakt worden. Nogmaals herdacht spreker hier dr. Schaepman die de lauwe en te lang ingedompelde Katholieken met zijn kope ren stem heeft wakker geroepen. Men moet lid worden van alle Katholieke sociale vereenigingen en daaraan een werkzaam aandeel nemen. De rede die aandachtig was gevolgd, werd krachtig toegejuigd. De Voorzitter dankte spr. en sprak den wensch uit dat als vrucht van deze vergadering, de Katholieke militairen, eenmaal weer naar hun haardsteden teruggekeerd, ijverige leden zouden worden van Kath. sociale vereenigingen. Dank bracht hij ook aan den brigade commandant, die de Katholieken vrij van dienst heeft gegeven, dank ook aan de geestelijke en burgerlijke autoriteiten en aan allen die het hunne hebben bij gedragen om dezen dag te maken tot een echt Roomschen dag, tot een on- vergetelijken. Staande werd nu uit volle borst het „Aan U o Koning der eeuwen" gezongen. Daarna nam de ZeerEerw. Majoor Som nog het woord om dank te brengen aan allen die tot het welslagen van dezen dag hebben medegewerkt vooral aan Generaal Dufour. De gene raal had hem voorgesteld zoo'n dag te organiseeren voor een geheele divisie. Hartelijk dank bracht spr. ook aan Luit. Van Waelsden en zijne trouwe staf van medehelpers, want aan de voorbereiding van zoo'n dag zit heel wat vast. Nog deelde hij mede, dat na afloop van de H. Mis telegrammen waren ge zonden aan H. M. de Koningin en aan den Bisschop van Haarlem, daar de meeste deelnemers aan dezen Katholie kendag uit dit bisdom komen en een aan den bisschop van 's Bosch, wijl in diens diocees deze katholiekendag ge houden wordt. Nadat de aalmoezenier nog even had gewezen op de plichten van iederen militair, daarbij de verzekering gevend dat de Katholieken goede soldaten van H.M. waren, sloot spr. zijn rede met allen te verzoeken het Wilhelmus te zingen. Alsdan trokken de talrijke aanwezigen weer naar de Kerk alwaar door Mgr. Selten een plechtig lof werd opgedragen met processie. Een militaire eerewacht bewees weer de militaire eerbewijzen aan het Allerheiligste. De troonhemel, waaronder het H. Sacrament werd rond geleid, werd gedragen door 4 officieren terwijl officieren en minderen met bran dende kaarsen het Allerheiligste vooraf gingen en volgden. Het was een plechtigheid, die niet naliet diepen indruk te maken. Nog eenmaal sprak de aalmoezenier vanaf den kansel zijn jongens toe, want, zoo zei hij, zijn hart was vervuld met gevoelens van vreugde en dankbaarheid. En dat was zoo bij alle deelnemers. Want moeten wij God niet dankbaar zijn Meer dan vier jaar reeds duurt de mobilisatie en al heeft de verschrik kelijke oorlog ook zijn schaduw over ons land geworpen en minder prettige toestanden geschapen, toch moeten wij dankbaar zijn jegens Hem, dat wij van het ergste, den oorlog gaspaard zijn gebleven. Maar denkt er wel aan estote parati weest bereid, iederen dag kan men ons leven nog vragen. Daarom, smeekt Jezus zijn onmisbaren zegen af. Blijft getrouw aan de voornemens die gij heden hebt gemaakt en schuwt den vijand, die steeds onder ons is, n.l. het zedenbederf. Tegen dien vijand roep ik u allen op ten strijde. Want dat is de grootste ellende, de kanker, die aan het volks- welzijn knaagt. Na nog te hebben medegedeeld, dat van den Bisschop van 's Bosch een tele gram van dank was ingekomen, eindigde spr. zijne toespraak. Een Te Deum sloot de plechtigheid. Wij vernemen dat de heer Ir. van Veen, architect van den gemeentelijken woningbouw, zich thans onledig houdt met het ontwerpen van een volledig uitbreidingsplan van onze gemeente. Met het bouwen der woningen in de St. Antoniusstraat wordt goede voort- gang gemaakt. De huizenrij die parallel loopt met deze straat nadert hare vol- tooiing en langs de straat is men met een aantal andere weer aan de kap. Men nadert zoo langzaam aan het terrein tegenover de kerk en het plan is nu hier een plein te maken aan weers zijden waarvan een flink winkelhuis. Van hier af komt dan een mooie dwars- straat beplant met boomen die de St. Antoniusstraat met de parallel Ioopende achterstraat verbindtalsdan is het com plex voltooid en zal zulks een zeer mooi geheel vormen. Een twintigtal woningen zullen dus daar nog bij de thans in aanbouw zijnde' komen, dan is dit plan af. In de Putstraat zullen ongeveer een 30-iaI woningen gebouwd worden be ginnende vanaf de Loint;ook hier een mooie uitbreiding dus. Nu we toch over woningbouw schrijven durven we nog eens met klem aandrin- gen op den voortgang met den bouw van zg. ambtenaars- of grootere wonin gen. We kunnen toch tal van voor beelden aanhalen, dat deze menschen niet aan een woning kunnen komen. Dc een moet pogingen doen om zijn benoeming ingetrokken te krijgen, een ander moet zijn huishouden elders laten een derde moet naar den Bosch of elders gaan wonen, dat is toch geen toestand en men bedenke het wel, nu staan we op het keerpunt, nu moeten we en kunnen we vooruit. Hulde brengende aan 't initiatief van B. en W. en de bouwcommissie, aan de voortvarendheid van den raad meenen we niet genoeg deze dringende aange legenheid onder de ernstige aandacht van allen die er bij betrokken zijn, te kunnen breugen. In verband hiermede mogen we ook wel vertellen, dat wij bij geruchte en met zeer veel genoegen vernamen dat er ook vage plannen in behandeling zijn om aan de Mr. van Coothstraat een ander aanzien te geven, een bewijs dat men niet alleen practisch maar ook met smaak hoopt uit te breidenmen wil nl. middenin de Mr. van Coothstraat deze straat rondbuigen en op het aldus middenin te vormen plein een paar mooie perken aanleggen. Zonder twijfel zou dit de sierlijkheid der straat zeer verhoogen en getuigen van goeden smaak, want ook bij de uitbreiding moet met de eischen der aesthetica rekening gehouden worden, dat bevordert het mooie, maar ook het aangename en aantrekkelijke eener plaats. De R. K. Werkliedenvereeniging zal na d«s morgens eene generale H. Communie des avonds ten 6 uur in de Gildenbond eene feestvergadering houden op Zondag 27 October a.s. Vrijdagmorgen ten omstreeks 9 uur brak brand uit in de bekende hooi- perserij der firma Oerlemans Zonen te Vrijhoeven-Cappel. Door het warm- loopen van een as is de brand vermoe delijk ontstaan, het vuur deelde zich direct aan 't opgestapelde hooi mede en toen men van uit 't kantoor met snelblusschers toesnelde, was het reeds te laat. De groote massa's hooi hadden vuur gevat en in minder dan geen tijd stond alles in lichte laaie; de hooiper- serij, annex hooibergplaatsen met een voorraad van pl m. naar schatting een miliioen K.G. waren een gretig voedsel voor de zengende vlammen en weldra lagen al de gebouwen, gedeeltelijk van hout, tegen den grond en bleven de groote hooitassen als vuurbergen gloeien en branden. Met alle macht werd ge werkt om het kantoor, machinekamer en aangrenzend woonhuis te redden, wat met vereende krachten ook is gelukt, alsook het hooipakhuis en stallen, die op eenige meters van 't verbrande per ceel staan wonder dat dit niet verloren ging, wat in hoofdzaak is te danken aan het stille weer. De brandspruiten van Vrijhoeven waren spoedig ter plaatse, alsook die van de gemeente Capelle, de Burgemeester en Wethouders van Capelle en Vrijhoeven leidden met de brandweer het blusschings- en reddings werk en 't waren vooral hier wederom de militairen die uitnemend werk ver richtten onder leiding van een paar offi cieren. bij pompen, bij .water aandragen enz. Zoo zagen we een korporaal en sol daat van de veld, die al den tijd in de ver schrikkelijkste hitte op het dak van 't woonhuis zaten en het maar voortdurend nat hielden en zoo wisten te behouden. De aanblik is die van een droevige verwoestingeen groot, betrekkelijk

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1918 | | pagina 6