ÊdTÊDÊT HART.
laNOORD-BBABAND"!
WAALWIJK.
1
ï)it buibiiibi' bestaat
uit TWEE bladen.
Serste Blad.
FEUILLETON,
tm mtmmm ft
BINNEHLANDr"
BUITEN LA NO.
Maatschappij van Verzekering op het Leven.
Bet Klooster Nazareth te
Waa'wijk.
1450—1750)
Naar uit Essen wordt gemeld heb
ben sedert dat de fabriek van Krupp
vo en vredesarbeid is ingericht, de
diefstallen een ongehoorde omvang aan
genomen.
Opgericht
1843.
Waar de lezerskring vau ons
blad zich mot den dag uitbreidt,
krijgen advertenties in ons blad
voortdurend meer waarde
NU»M&K 59
ZATERDAG 24 JULI 1920
Dit blsd verschijnt
W o e u s d a g- ea^ a t c r d a g a v o a d-
Abocnemcntsprijs per 3 aiaticden f 1,25
Franco p. pöst door het geheeie rijk 1,40.
Brieven, Ingesocdea stukken, gelden enz.,
franco te eenden aan de» Uitgeve*-
m iio v vv iet mm,
Tele!. 38.
WAALWIJKSCHE EN LANGSTRAATSCHE COURANT.
Uitgave: Waalwijksche Stoomdrukker!] Antoon Tielen.
Teleer.-Adre» ECHO.
VI.
Tot mijn leedwezen heb ik in de Waal
wij ksc.he schepen- en notarisprotocollen,
zelfs na geruimen tijd zoekens, de in de
acte van 21 Juli 1717 aangeroerde inven
tarisatie en verkooping van liet meubilair
enz. van Nazareth niet kunnen vinden.
Ook blijkt uit bovenaangehaalde act'en
(dd. 12 en 21 Juli 1717), dat niet alle zus
tors naar Desscner.de wijk namen en dat
er minstens één zuster met pater Michiel-
van den Bürch achterbleef, om den deso-
laten toestand van het convent te regelen
en de allernoodigste zaken af te werken.
Nog in 1720 of 1721 schijnen die zaken
niet te zijn afgewerkt. Want nog altijd
drukte er op Nazareth o.a. een schuld van
800 gulden, die Hubertus van der Linden
of zijn erfgenamen van de nonnen te vor
deren had. In April 1720 werd Barbara v.
Itixtel, „opsiendersse" van N., door Alida
van Blausonneveldt, weduwe van genoem
den van der Linden, dienaangaande ge
dagvaard, om voor den Raad van Brabant
te 's Gravenhage te verschijnen. Zij ver
scheen zelf niet, maar gaf den 3 Juni 1720
volmacht aan pater Michiel van der Burcli,
die naar Den Haag moest reizen en al
daar een advocaat raadplegen, om de zaak'
der zusters, welke den 12 Juni moest voor
komen, te behandelen. Ik vond echter niet,
hoe dat geval afliep.
In 1721 had pater Michiel van der
Buroh Waalwijk reeds voor goed verlaten.
Dat blijkt uit een acte van 3 November
1721, waarin Barbara van Rixtel procura
tie geeft aan genoemden heer van der
Burch, toen pastoor te Holiënberg, om ze
kere twee jaarlijk'sche renten van 24 gul
den en 32 gulden ten laste van de stad
Brussel op te beuren en te ontvangen.
Meer nog dan uit de aete van 21 Juli
1717 wordt het ons duidelijk uit een acte
van 4 Augustus 1722, dat onderscheidene
zusters te Waalwijk waren achtergeble
ven. Daarbij toch, voorkomende in het
Waalwijksche register 99 (1720—1725), blz.
220, geven „de eerw. zusters Laurentia Co-
Jen, mater, en Barbara van Rixtel, procu-
„ratersse van het soo-genaamde klooster
„van onse L. Vrouw tot Nazereth, als re-
„presenteerende de gesamenlycke conven-
„tualen van 't selve klooster", volmacht
aan juffrouw Syken van der Meuten, we
duwe van den heer Cornelis van der
Valck, met last zich te hegeven ten kan
tore van Cornelis van Aerssen van Hoo-
gerheyde, ontvanger-generaal v. Holland
en West-Friesland,, en aldaar op te beu
ren „den achterstel" van een jaarlijksche
rente van 29 ponden 16 schellingen, die
net klooster, volgens den constitutie-brief
van 12 Mei 1558, op de zes hoofdsteden
van Holland te vorderen heeft.
«UK *XJEO v A?4 0ET SÜIDKI?'
131» -
Omgewerkt uit het Fransch.
VIERDE DEEL.
IX. DE BELIJDENIS VAN CLEMENCE.
Zij maakt het hoe langer hoe heter, ver
klaarde doctor Isnard tijdens zijn morgen-
bezoek; maar neem u wel in acht
Waarom?., vroeg Laure verschrikt.
Waarom!Als dit vingerhoed-
kruid niet vrijwillig, en ook niet toevallig
door mej. Vallauris ingenomen werd
dan kon de persoon, die het haar toedien
de wel eens opnieuw beginnen, zou ik den-
En mijn geweten als genees
heer
Mevr. Roselin onderbrak hem.
- O, doctor! zei ze, gij zijt* sedert lang
onze vriend; indien ik u vroeg te zwijgen,
zoudt ge dat doen?Ja, gehebt goed
geraden, er is hier een misdaad gepleegd,
een afgrijselijke misdaad.... Maar, wees
gerust, die misdaad zal gestraft worden,
ik zweer het u, en gij zult het weten!
Zij sprak zoo oprecht en zoo krachtdadig
dat de doctor tot in het diepste zijner ziel
getroffen was.
Ik zal doen wat gij verlangt, sp'-ak
hij; doch waak goed over uwe dochter!
Nogeens, wees gerust, ik sta er voor
in. Van uwen kant, verzoek ik u een gunst
Spreek.
Ondervraagt u iemand omtrent de
Meer dan waarschijnlijk is het dus, dat
de Waalwijksche kloosterzusters zich in
1717 gescheiden hebben: een vijftiental
zijn naar België gegaan, waar zij, volgons
Schutjes, te Pont-a Mousson in Lorrcinon
een nieuw klooster slichtten, wat ik niet
I.-oooVrieelen. Ik verwijs dienaangaan
de naar de acte van 12 Juli 1717. De ove
rige nonnen, onder de mater Laurentia
Colen, hieven zeker nog heel wat jaren
hot meer en meer in verval gerakende
convent bewonen, zeer waarschijnlijk ook
nog nadat het door den rentmeester dor
geestelijke goederen in bet kwartier van
Oisterwijk in 1728 was verkocht. Die ver
kooping geschiedde voor schepenen van
Den Bosch. Den 19n Mei 1728 werd het
klooster cum annexis door Johgn van
Proyen, in den naam van den rentmeester
Tinco Lyclama u Nyhoff en ten bate van
het gemeene land, getransporteerd aan
Mr. Johan Baptist de With Gijsbertusz.,
advocaat te Waalwijk. Het jjvordt in de
Iransportaete, voorkomende in het Bosche
register no. 543 (1727—1729), 1)1. 205, aldus
aangeduid:
het clocster tot Waelwijck, genaemt het
clooster van Nazareth met sijn -hoven en
werf en 46 hond ackerlands over de
Loinckte daeraen gelegen, mitsgaders een
brouwhuys (op andere plaatsen staat:
bouwhuys), schuere, hof, boomgaerd ende
54 honden ackerlands over de eerste en
tweede seyne aldaer, als mede ontrent 100
hond hoy en weylanden, gelegen over de
winterdyck, hoy graaf en dwarssloot, soo
ende in dier voegen, als allen deselve bin
nen de voorschreven heerlijkheyt Wael
wijck gelegen sijn en aent voorschreven
clooster en brouwhuys geboren
De kooper moest.blijven vergelden „den
grond- en gewinchijns", een jaarlijksche
rente van 10 stuivers en 6 penningen aan
den armé van Waalwijk en een van 2 gul
dens 3 stuivers aan de kerk. Al die eigen
dommen van de kloosterkerk is geen
sprake, maar zal er toch wel bijbehoord
hebben werden verkocht voor eenen
eeuwigen jaarlijkschen erfpacht van 280
gulden of in kapitaal voor de som van
7009 gulden, plus een last van 56 gulden
14 stuivers 6 penningen. Bovendien kocht
Johan Babtist de With de volgende, aan
liet klooster toebehoorende waningen:
1. Drie huisjes onder één dak, be-
wooud door Daniel Mulders, Jan ran
Wijk en Jan de Vet, staande en gelegen te
Waalwijk, ex uno den ingang van 't
clooster door een klein poortjen, ex alio
de brouwhuysinge vant voorschreven
clooster, strekkende van de gemeene
straat tot op de „werf van 't klooster.
Jaarlijksche erfpacht 59 gulden 4 stui
vers; in kapitaal 1480 gulden.
2. Een huis en hof, bewoond door Dirk
van Mievlo en Hendrick Pelgrom, ex uho
den ingang van 't voorschreven clooster
door de groote poort, ex alio de ledige,
plaetse, strekkende als hij 1. Jaarlijksche
erfpacht 25 gulden, in kapitaal 625 gulden.
3. Drie huisjes met hunne hofjes, be
woond door Henrick inden Reep, Jan Ver-
wiel en Wouter Nieuwkuyk, ex uno den
ingang van 't voorschreven clooster door
de groote poort, ex alio de Huissloof,
strekkende als voor. Jaarlijksche erfpacht
26 guldens 12 8-10 penningen, in kapitaal
ziekte van Henriette of over de personen
die gij hier ontmoet hebt, blijf stom
Ik heb het begrepen.
En zij heeft een slechte spijsverte
ring gehad
Ja, die bijna tot slijmkoorts ontaard
de.
En ik alleen heb haar verzorgd.
Zonder haren broeder?
Zonder haren broeder, zonder haren
peter.
Laure had den doctor gezegd dat Jac
ques de peter was van Henriette. En, in
derdaad was dat de zuivere waarheid:
mijnheer de Rhodes had het dochtertje
van Marguqrite over het doopvont gehou
den, te Bordeaux.
Ik zweer het u zeide de geneesheer
plechtig, begrijpende dat er erge zaken
voorvielen in dit schijnbaar rustige en
gelukkige huis.
Maurice was reeds naar zijne kamer
gaan rusten; ook Jacques had zich in zijn
eigen woning teruggetrokken, wetende
dat Roselin naar zijn dochter zou komen
zien vooraleer voor zijn zaken uit te gaan.
Zoodra Mathieu Puyloo de gemeen-
schapsdeur hoorde sluiten, betrad hij de,
kamer van zijn meester.
Er is nieuws, zeide hij.
Jacques werd koud.
Wat is er? vroeg hij gejaagd.
Michel Castarède is dezen morgen
aangekomen met den sneltrein van vijf
uur vijf en twintig, en 't schijnt dat hij
hijzonder nieuws medebrengt. Hij heeft
niet gewild dat ik u kwam storen, maar
hij deed me beloven hem-aanstonds te
waarschuwen, zoodra gij hier terug zoudt
wezen.
Waar is hij?
In een van de kamers van het huis.
651 gulden.
4. Een huis en hof, bewoond door Pie-
ter van Wel, met een ledige plaats bezij
den 't voornoemde huis, dc eene syde den
ingang vant clooster door een klijn poort
je, de andere syde de huyslnge vant cloos
ter bewoond werdende Lp Dirok van
Mierlo, strekkende als voor. Jaarlijksche
erfpacht 49 gulden, in kapitaal 1225 gul
den.
De geheeie verkoopsom bedroeg derhal
ve 10990 gulden. Zoodra het convent met
de kloosterpanden het eigendom van de
With geworden waren, zullen de klooster
zusters voor (le korte jaren dat zij het
nog mochten en konden bewonen wel
huur aan hem hebben moeten betalen,
denk ik. Volgens Schutjes „rekten de
„overgebleven nonnen haar bestaan tot
„1733, wanneer zij te Antwerpen, ter plaat
je Vuybruije, een convent stichtten, dat
„onder den naam van klooster der Spin
sters bleef bestaan, todat Keizer Joseph
„11 hetzelve in 1783 vernietigde".
Wat Schutjes beweert, zal in hoofdzaak
v/el waar zijn, al kan ik niet gelooven,
dat alle nonnen Waalwijhfverlieten en te
Antwerpen gingen wonen. Hel kloosterge
bouw was echter in 1742 fondanks de
doelmatige herstellingen, die er volgens
de attestation van 4 Januari 1736 en 2 Juli
1737 aan geschied waren zoo bouwval
lig geworden, dat het niet meer bewoon
baar was. Dit blijkt uit dr volgende acte,
zonder datum, maar tussefcen 19 Februari
en 24 Maart 1742, voorkomende in het
Waalwijksche schepenregister no. 105
(1741—1745), bl. 17:
Wij, Johan Cool hags en Christinus
Hoekwater, schepenen der stede ende
vryheydt Waelwijk, met ad junctie van den
secretaris alhier, demn te weten, dat wy
op heden ter req'rffsitie van de heer en
meester Johan Baptist de Witt, advocaat
alhier, ons vervoegt hebben in het gewee-
sene klooster alhier: dat wy aldaar gesien
hebben een gebouw hetwelk voortijdts
voor de sóogenaamde nonnen of geeste
lijke gedient heeft tot haare cellen of
slaapplaatsen welk gebouw wij bevon
den hebben vande westzeyde byna geheel
te weesen dac-kloos en ingevallen, gelijk
ook l\et gebint en stylev soodanig sijn
ver sack t ende uyt nmlkundrcn geweken
en den oostensc muur aUèsintB van een
peschcurt ende uyt gesac'-:L< soodanig h dot
het selve gebouw ons genogsaam als irre-
parabel is voorgekomen en dienstig is, om
derselver totale nedérstorting voor te ko
men, dat ten eersten wierde afgebroken:
so als voornoemde heer requirant ons dan
och verklaert heeft zulks voorneinens to
weesen, met intentie om met de daar van
af komende materialen de overige gebou
wen, aan voornoemde geweesene klooster
behoorende, te repareren en tot bequaame
woningen te maken.
Besoijen.
J. VAN DER HAMMEN Niczn.
Op een Fransch-Belglsch banket
van de »L'gae des Patriates» te Biussel
hield de minister van oorlog Jansen een
rede, waarin hij o.m. sprak over de ver
dediging op den Rijn.
>Deze "kan», zoo zeide hij, >alleen
verwezenlijkt worden indien een militaire
overeenkomst tusschen België en Frank
rijk wordt gesloten. Deze overeenkomst
beschouw ik als noodzakelijk. Zij moet
er komen en ik hoop, dat zij er spoedig
zal zijn. Ik wed, dat het zeer wcnscheclijk
zou zijn, indien Engeland zich bij deze
entente zou aansluiten, maar van die
zijde ondervinden wij zeker aarzelingen.
Ik weet echter ook, dat wanneer wij
Engelaud om hulp zouden vragen, het
dadelijk zich bij ons zou aansluiten. Er
besiaat op het oogeoblik wel een zekere
oppositie tegen deze overeenkomst, maar
deze zal weldra geheel verdwijnen».
Woensdag zijn in geheel België
de nationale feesten begonnen. Overal
werden ztj geopend met een »Te Deum»,
Te Brussel waren de koning, koningin,
prins Leopold en prinses Marle José lo
de St. Gudule bij de plechtigheid tegen
woordig.
De Minister van Landbouw, Rlcard
heefteen commissie van Fransche Land-
bouwkoudigen aangewezen, welke heden
naar Nederland Is vertrokken om zich
op de hoogte te stellen van dc selectie
en controle-methoden, welke in Holland
in gebruik ztjn voor het verbouwen van
graangewassen en aardappellen.
Deze commissie bestaat uit de heeren
Leroux, inspecteur-generaal van land
bouw, Brussard, onder-directeur van het
z?ad-proefstatlon. Jourdaio, directeur der
landbouwaangelegcDheden In bel depar
tement Somme, en Bakhelier, lid der
landbouw- academie en Grand, afgevaar
digde van de Fransche maatschappij van
Landbouw.
Verzekerd Kapitaal
Reserve
21.456.813.—
2.913.587.-
43e JAARGANG
Prijs der Advertentiën
20 cent per regelminimum f 1.50
Reclames 30 cent per regel.
Er is voor verscheidene millioenen
mark aan materialen gestolen, die na
afloop van de fabricage voor den oorlog
overbodig waren geworden, en in de
magazijnen waren opgeslagen. Niettegen
staande dat de firma Krupp ter bestrij
ding van deze diefstallen een eigen
bewakingspolitie heeft georganiseerd, is
men er tot dusver niet in geslaagd, de
diefstallen te voorkomen.
De rechtbanken te Essen moeten zich
telkens weer bezig houden met nieuwe
groote diefstallen in de fabrieken van
Krupp, waarbij dikwijls de waardevolle
werktuigen bij wagons tegelijk worden
ontvoerd. Vandaag hebben enkele per
sonen, die in dienst van de firma zijn
tegelijk 10 tot 30.000 drilboren gestolen.
De diefstallen worden aangemoedigd,
doordat verscheiden buitenlandsche fir
ma's zaken doen door het aankoopen
van gestolen werktuigen, en in de bladen
tot dat doel adverteeren, zoodat de afzet
van de gestolen voorwerpen voor de
dieven zeer vergemakkelijkt wordt.
Door de rechtbank te Essen zijn nu
weer een heele bende dieven, die allen
in dienst van de fabriek van Krupp waren
en drilboren hadden gestolen, veroordeeld
tot straffen van ten hoogste l'/2 jaar
gevangenis. Elk van hen had tot een
bedrag van 10 tot 40.000 mark aan dril
boren gestolen.
De Correspondent van de N. R. Crt.
te Parijs meldt
Aan een feestmaal te Brussel, aange
richt door de Ligue de Pariotes, waarbij
600 gasten aanzaten, onder leiding van
minister Hennebicq, heeft het Fransche
Kamerlid Taittinger gezegd: Gij hebt
een wond in de zijde, namelijk de door
gang van Maastricht. Daar zullen wij
schouder aan schouder waken.
Naar de Msb. verneemt, is het
grensstation Esschen weer voor den
invoer van Nederlandsch vee geopend.
Dit quarantaine-station was sinds eenigen
tijd gesloten. Ook de andere grensstati
ons die gelijk men weet, dienden voor
de berging van ziek Duitsch vee, zullen
heropend worden.
De Minister van Arbeid heeft zich
gewend tot de nationale commissie tegen
het alcoholisme en de vijf vakcentrales,
met het verzoek te willen onderzoeken,
in hoe ver door de verkorting van den
arbeidsduur en de invoering van den
vrijen Zaterdag-middag het drankgebruik
bij de arbeiders is toegenomen en hem
te adviseeren, welke maatregelen even
tueel zouden zijn te nemen.
Hij is doodvermoeid en slaapt.
Ga hem zeggen, Mathieu dat ik hem
verwacht.
Voorzichtig opende de graaf de deur
welke toegang verleende tot de vertrek
ken zijner kleindochter; in de kamer bleef
hij een oogenblik stil luisteren. Roselin
omhelsde Henriette en, gerustgesteld over
haren toestand, nam hij afscheid van haar.
Zoodra hij was heengegaan, trad'Rhodes
binnen.
- Ik heb gezworen voortaan geen ge
heimen meer te hebben voor u, sprak hij
tot Laure; de zoon van Annette Castarède
brengt me aanduidingen over de geboorte
onzer dochter, en waarschijnlijk ook de
bewijzen van onderschuiving, waar wij
slechts zedelijke stelligheid van bezitten..
Kom, gij moet het zoowel als ik vernemen.
Mevr. Vallauris schoof de grendels op
de deuren, opdat niemand tijdens hare af
wezigheid binnen kwam en volgde dan
mijnheer de Rhodes.
Toen zij beiden in de kamer van Jac
ques traden stond Michel Castarède op
den graaf te wachten. Mijnheer de Rhodes
drukte hem hartelijk de hand.
Dat is de moeder mijner dochter, zei
de hij, naar Mevr. Vallauris wijzende; ik
wil dat gij in haar bijzijn spreekt Michel,
als waren wij onder vier oogen.
Castarède hoog.
Gij zijt mijn weldoener, heer graaf,
sprak hij. En om u te beloonen voor uw
eindelooze edelmoedigheid te mijnen op
zichte, heeft mijne moeder aan uw onge
luk medegewerkt. Toen ik dat vernam,
maakte het mij wanhopig; gij weet dat,
trouwens. Maar toen nam ik het vast voor
nemen dit kwaad te herstellen dit maar
bij manier van spreken, want om dat te
kunnen, moest ik dooden tot het leven op
wekken, wat onmogelijk is. In ieder geval,
breng ik u die waarheid die gij zoekt.
Gij hebt dan de waarheid achter
haald? vroeg Jacques, meer en meer ont
roerd.
Daartoe heeft God mij hulp verleend.
Gedurende hare ijlkoortsen heeft mijne
moeder gesproken. Zij sprak de naam uit
van eene dame, te Agen wonende, zekere
madame Duvigneau. Wie kon die dame an
ders wezen dan de tuschcnpersoon die
wetens of onwetens geholpen heeft aan
het verwisselen der kinderen.
En hebt gij haar gevonden, Michel?
Ja, na lang zoeken. Tienmaal vernam
ik dat zij dood was en tienmaal was ik op-
het punt dat te'gelooven; maar een onbe-
- kende macht dreef mij steeds voorwaarts.
Na steden en dorpen te hebben doorloo-
pen, ontdekte ik haar eindelijk in een klei
ne gemeente van Auvergne. Ik heb haar
vertrouwen ingeboezemd voor geld is
alles te verkrijgen en zij heeft gespro
ken.
En wat heeft zij u gezegd?
Zekeren dag 't is vele jaren gele
den, mad. Duvigneau woonde toen te Agen
ontving zij bezoek eener jonge vrouw,
buitengewoon schoon en behoorende tot
een voorname familie. Die vrouw was ver
gezeld van mijne moeder, die een oude
kennis was van mad. Duvigneau.
Welke naam gaf die jonge vrouw op?
Jonkvrouw de Surgères.
Den naam van Diane's moeder! Ga
voort, Michel.
Mijn moeder heeft zich overigens
meermalen den naam „Diane" laten ont
vallen dat herinnerde mad. Duvigneau
zich nog heel goed.
Er is geen twijfel mogelijk. Wat
kwam Diane hij die dame verrichten?
Zij bracht eenen zuigeling, vragende
er een voedster voor te vinden. Zij dischte
mad. Divigneau een heele historie op,
welke hierop neerkwam; het kindje liep in
den schoot zijner familie groot gevaar
zijn moeder was dood, en 't was een hin
derpaal voor zekere liedeneene erfe
niskwestie. In het begin was mad. Du
vigneau nogal wantrouwend; maar Annete
Castarède, mijn moeder wist haar te over
reden. Zij had mijne moeder altijd ge
kend als een eerlijke, deftige vrouw, on
bekwaam om een slechte daad te helpen
plegen
Ilet kind was pas eenige dagen bij de
voedster besteed, toen jonkvrouw de Sur
gères en mijne moeder zich opnieuw aan
boden bij mad. Duvigneau. Het kind was
in die streek niet meer veilig; 't moest ver
der weg. naar Parijs toe. Zij vroeg of de
voedster zich met het wichtje voor tijd en
wijl te Parijs wilde vestigen; ze zou er
rijkelijk voor beloond worden. De voed
ster kon of wilde dat voorstel niet aann *-
men. Maar mad. Duvigneau kende een
vrouw, die vroeger te Agen had gewoond
en met wie ze nog altijd vriendschapsbe
trekkingen onderhield. Die vrouw heette
Clémence Foulon.
Jonkvrouw de Surgères ging Clémence
Foulon opzoeken, bezocht haar meer dan
eens te Castelnau d'Auzan, en eindelijk
troffen beiden een aceoord. Intuschen had
Clémence raad gevraagd aan haar gewe
zen biechtvader, Pater Théotime. Deze
ontbood Diane. Zij wist den heiligen
kloosterling te bepraten, want Pater Théo
time had er vrede mede dat juffrouw Fou
lon het kind aanvaardde; hij drong er
echter op aan dat zij een oorkonde, door
hem opgesteld, onderteekende en veilig
bewaarde. Wordt vervolgd.