f EEN EDËThART, I„N00RD-BRABAND"I WAALWIJK. Dit nummer bestaat uit DRIE bladen. FEUILLETON, IME2QHBM STTOKEH. Eerste Biad Maatschappij van Verzekering op het Leven. Het Klooster Nazareth te Waalwijk. 1450—1750.) VII. 138) VIERDE DEEL. Opgericht 1843; 21.456.813 2.913.587.- RUMMER 61 ZATERDAG 31 JULI 1920 43c JAARGANG. Dit blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond- Abonnementsprijs per 3 maanden f 1,25 Franco p. post door het geheele rijk f 1,40. Brieven, Ingezonden stukken, gelden ent., franco te renden aan den Uitgever. dë rao vam iiët hiikk Telef. 38. WAALWIJKSCHE EN LANGSTRAATSCHE COURANT. Uitgave: Waalwyksche Stoomdrukkerij Antoou Tielen. Prijs der Advertentlen 20 cent per regelminimum f 1.50 Reclames 30 cent per regel. Telegr.- AdresECHO. Boven is gebleken, dat mijne meening langen tijd geweest is, dat viel alle zusters "van Nazareth Waalwijk verlieten en zich te Antwerpen vestigden, maar dat er eelti ge te W. zouden gebleven zijn, die waar schijnlijk haren intrek namen bij Wnnl- wijksche particulieren. Ik grondd" die meening op de begrafenisboeken, loop en- de over 1(590 tot ongeveer 1810 en berus tende in het archief der Hervormde ge meente aldaar, waaruit blijkt, dat nog na 1733 of 1742 toen de Waalwijksche Au- gustinessen het klooster zeker reeds had den verlaten geestelijke zusters te W. benraven zijn. Ik verkeerde in de vaste overtuiging, dat zij de laatst overgeble\ e- nen van Nazareth geweest zijn. Dr. Goos- sens meldde mij echter en ik deel thans geheel die meening dat die „geestelijke zusters" geen religieuzen of kloosterzus ters zullen zijn geweest, maar slechts klopjes of kwezelsdie de religieuzen ver vingen. Behalve een groot aantal leeken en geestelijken, die tusschen 1690 en 1734 in het klooster, in de kloosterkerk of op de kloosterbegraafplaats zijn ter aarde be steld, werden aldaar nog nè 1734 o.a. de volgende personen hegraven: 9 Januari 1737. In 't kloosterhof Catha rine Iiams, geestelijke jongedochter. 4 Januari 1738. Op het kloosterehoor Catarina Bugs, bejaarde geestelijke doch ter. 24 October 1738. In 't klooster Maria, we duwe N. van der Burg: 8 Februari 1740. In 't kloosterhof Jan van Wijk. 23 Januari 1742. In t kloosterhof Hen- drina Hessels, geestelijke dochter. 30 Mei 1747. In 't kloosterehoor de heer Gillis van Helmond. 7 Juli 1747. In 't kloosterehoor Juffrouw van Helmond, huisvrouw van den Heer Chrispinianus Hoekwater 11 Mei 1750. Tn 't kloosterhof Maria van den Hout. bejaarde geestelijke jongedoch ter. 28Januari 1751. Tn 't kloosterehoor de heer Wilhelmus Clivo. 15 Januari 1752. In 't kloosterehoor Ma ria, dochter v. d. heer Johannus Nicols. 26 Januari 1759. Overleden doch hegra ven in 't klooster de heer Lambertus Boer akker, pastoor. 29 Juli 1762. In de kloosterkerk There- sia van Lange(n), geestelijke dochter. 25 December 1762. Overleden en in 't klooster begraven de heer Johannes van Badaffkapelaan. 12 Mei 1766. In 't kloosterhof Adriana de Swart, geestelijke dochter. 31 Januari 1785. Is overleden doch be graven in t klooster de heer landdeken Ij. Voet, Roomsch pastoor. fan «DF «OHO van HET ZUIDEN". Omgewerkt uit fut Fransch. Helaas! de voorgevoelens der ongeluk kige hadden haar niet bedrogen!.. Eeni- ge dagen na het neerschrijven van dit verhaal zoo oprecht als kinderlijk, stak Diane den winkel in brand, onder welks puin zij het vastgebonden slachtoffertje hoopte te begravenEen wonder red de het kind. Een wonder, ja, maar ook de moed van Roselin. En toen Fabien, vol angst omdat Diane zonder eenige reden van Argelles naar Parjis vertrokken was, op zijne beurt in de hoofdstad verscheen, tot elkên prijs willende weten of zij niets kwaads in het schild voerde; toen hij in het Orleans-sta tion, waar zij hem kwam afhalen, de aan doeningen, welke zij dien nacht doorstaan had, op haar gelaat las, zij was zeer ze nuwachtig, ondanks hare wilskracht dan besloot hij Clémencè Foulon te gaan opzoeken. Ioen hij in de straat der Koningsfon tein kwam, men zal het zicli herinneren, vond hij den winkel door brand vernield, en Clémence Foulon dood, verkoold. Dan had hij de concierge duizend francs ter hand gesteld voor hen die het kind op genomen hadden, die de kleine Marie ver pleegden. Hij had beloofd weer te keeren, Wat springt hierbij vooral in 't oog? Dat nog meer dan 50 jaren, nadat de zus ters liet convent hadden verlaten en meer dan 75 jaren, nadat het convent met bijbe- hoorende gebouwen en erven het eigen dom van Mr. Johari Babtist de Witt was geworden, er nog dooden geestelijken en leeken in begraven zijn. Dus schijnt het klooster, ondanks de toezegging van den eigenaar in de acte van 1742, nog niet tot woningen te zijn verbouwd geweest, en nog in denzelfden desolaten toestand te hebben verkeerd, als 43 jaren vroeger. En - zoo vraag ik mij af - hoe kon het mogelijk zijn, dat in een gebouw, aan particulieren toebehoorende, nog zooveel dooden hegra ven werden? Ik zie geen kans, dit raadsel op te lossen. Ten slotte dient nog vermeld te worden, dat Nazareth c.a. den 3 October 1746, bij testamentaire beschikking van Mr. Johan Babtist de Witt, overging in handen van diens broeder, den heer Jacobus de Witt, gehuwd met Anna Hoorn, en dat het in den staat en inventaris van de goederen van Jacobus de Witt's weduwe, d.d. 20 April 1756, aldus wordt aangeduid: „De „goederen van het clooster van Nazereth, „besittende in een erfpacht van 400 gul- „den jaarlijks". Wanneer wij thans (1918) de overblijf selen van Nazareth bezoeken en beschou wen, en in de diepe ruime kelders afdalen, zien wij nog duidelijk, waar het klooster gebouw en waar de kloosterkerk eenmaal gestaan hebben. De muren en fondamen ten, ongeveer 40 cM. dik of dikker, zijn nog nagenoeg dezelfde als voorheen, maar van binnen is alles veranderd en ver bouwd. Waar in vervlogen eéuwen de stille gebeden der religieuzen hemel waarts stegen, drinkt thans fle herberg bezoeker zijn glaasje bier of voedert de landbouwer zijn runderen. De klooster panden worden tegenwoordig o.a. bewoond door de weduwe Kotste ren, herbergierster en door den landman Walterus van den Broek. Vóór 1874 diende het pand van den laatstgenoemde tot openbare school. Dat was dus het einde van het aloude nonnen-convent van Nazareth. Ik heb liet altijd betreurd, men moge dan om mijne sympathie glimlachen of niet, dat zulk een vermaard en eerbiedwaardig klooster waarin honderden geestelijke zusters uit de aanzienlijkste kringen haar kloosterge loften afgelegd en zich tot den dienst des Heeren gewijd hebben, en dat ongetwij feld meer dan 250 jaren een sieraad van Waalwijk is geweest, waarop iedere Waalwijker trotsch was bet slachtoffer is moeten worden van de veeltijds harde wetten der Staten-Generaal, die in iedere Katholieke instelling maar niets anders dan het spook der „papisten" en ,apaus- gezinden" schijnen te hebben kunnen ont waren! BIJLAGEN. 1. Wy broder Gerit van Remund, con- fessoer ende pater, ende suster Marg van Nassouwen, priorinne, suster Zween van Ouwen, onderpriorinne, ende suster Ang- nes Myllinx, procuraters des convents van onsser liever vrouwen geheiten Na zareth, inder vriheyt van Waelwick gele gen,'kennen ende liden dat wy van ons convents wegen, myt consent des gemei- hij was zijn woord gestand gebleven! Dit alles was waar. Trouwens, de herinneringen van Laure kwamen te veel overeen met de belijdenis van Clémence, dat er in den geest van mevr. Vallauris niet de minste twijfel overblijven kon omtrent hetgeen de onge lukkige winkelierster zeide betreffende Fabien. Jacques de Rhodes twijfelde even min. Wat meer is, Laure bezat nog den brief, welken markies d'Argelles geschre ven had in de woonkamer der concierge, waarin hij de familie Vallauris vroeg hem te willen antwoorden „poste restante" on der de letters M. F. A. markies Fabien d'ArgelIes, dat sprong in het oog. Het ge schrift van dien brief, hoewel in potlood, was geheel Fabien's hand. En terwijl Laure al die omstandigheden ophaalde, weende zij overvloedig. De markies heeft berouw getoond, sprak zij, wil hem vergiffenis schenken! Hij gaf reeds blijken van berouw, wan neer hij van verre over het kind waakte. De oogen van den graaf glinsterden. Hij heeft zich in ieder geval als een ellendeling gedragen, zeide hij, spreek mij niet van hem. Indien de belijdenis yan mijnheer d'ArgelIes zoo afdoende is, zal ik eindelijk het stoffelijk bewijs bezitten, dat me zal toelaten onze dochter haar burgerlijken stand weder te schenken. Maar ik zal moe ten wachten, nog wachten, altijd wachten, want zoolang Henriette in dien staat is, durf ik mij niet van haar te verwijderen. Neen, zeide Michel, gij zult niet lan ger wachten. Argelles is op dit oogenblik onbewoond. Dat mevr. Vallauris mij maar een bewijs medegeve voor het volk dat het kasteel bewaakt, en ik zal in uwe plaats de opsporingen doen, meester. nen convents, geconsentert ende gegon- nen hebben ende myts desen breiff con senteren ende gonnen, dat Lambrecht Millinx, heer tot Waelwick, ende sijn nae- comelingen sellen mogen setten die ros molen op een stuck lants dair die rosmo len nu ter tijt op staet, toe behorende ons- sen convent voirschreven, ende ons con vent voirschreven tot Lambrecht Millinx ende sinder naecomelingen behoeff van vrintscliapen gernc gedaen ende gegon- nen hebben. Ende oeok zal iMmbreclit MV'.inx ende sijn naecomelingen mogen houden eenen weck tusschen den werf vanden wintmolen ende des moleners lniysken, om te comen aen die rosmolen, beboudelickx dat Lambrecht voerschreven ende zijn naecomelingen alle tijt sellent voerscreven lant vander hoelen westwaert totter gemeinder steghen toe sal doen be- heymen, Jat den convent voerscreven daer in geinder tijt hinder off schade aff co- men sail. Ende off die molener, die nu is off naemals comen sail, meer houder (is hoenderen) dan eenen haen ende twee hennen heylde op die molen, nae inthout van onssen schepen breiff, dat als dan sel len die deyners off knechten ons convents voerscreven die houder mogen verjagen off doet (is-dood) slaen, sonder daer yet in-te verboren teghen den heer die nu is off naemals comen zeil. In orconden der wauheyt hebbe lek broder Gerit voerscre ven myt consent des gemeynen convents tsignet van onss officien heneden den de sen breyff gehannen anno XVG ende vif- fen'.wintich des sevenden daechs decem- bris. (Kloosterzegel geschonden. Op de bui tenzijde staat: „Aengaende de. pluetse „daer de rosmolen der vryheyt van Wael- „wijc op staet, anno 1525"). 2 Zeer waarschijnlijk 5s Maria Ver- jugs afkomstig van Antwerpen. Althans in de Bredasche schepenprotocollen over de 16de eeuw (1524) vond ik meermalen van die familie gewag, gemaakt. In 1524 woon de o.a. »e Antwerpen Margriet Willems dochter van Bugten, wettige huisvrouw van Claes Ver jugs, „weerd in den Molen" te Antwerpen. (Schepenreg. Breda n. 741, anno 1424). NASCHRIFT. Ruim 2 jaar nadat bovenstaand opstel door mij was geschreven, publiceerde Jhr. Mr. A. F. O. van Sasse vTm Ysselt, de ken ner van NoordrBrabant's verleden bij uit nemendheid, in „Bossche Bijdragen" (Deel HI, afl. 3, 1920) een zeer belangwek kend artikeltje, waaruit duidelijk blijkt, dat Nazareth niet in 1450, maar 20 jaar later, in 1471 is ontstaan. Voor wie niet op „Bossche Bijdragen" zijn geabonneerd, schrijf ik diens opstelletje geheel af. „Het ontstaan van het Klooster Nazareth te Waalwijk, door JJw. Mr. A. F. O. van Sasse van Ysselt". „De heer J. van der Hammen Nicz. „schreef in zijn belangrijke bijdrage, „welke hij in den tweeden jaargang van „dit tijdschrift p. 204 en vlgd. over dit „voormalige klooster gaf: „zelfs het stich- „tingsjaar van dit klooster) is' en blijf „onbekend!" „Ik was zoo gelukkig het te vinden in „de verzameling handschriften van Phi- „lips baron van Leefdael, heer van Waal dijk, die in 1645 leefde en wiens gezegde „verzameling thans berust in het Pro vinciaal Rijksarchief te 's Bosch. „Daarin komt toch het volgende verhaal „daarover voor van Zuster Anneken Wou- „ters, procuratesse van dat klooster in „1650 en welk verhaal fr. Aug. Wichmans „blijkt te hebben gekend, vermits hij een „goed deel van hetgeen daarin vermeld „staat, mededeelt in zijne Brabantia „Mariana p. 851. liet luidt aldus: „Aldus is het clooster van Nazareth be- gost binnen Waalwijck. In nomine Do- „mini amen. In die jaeren ons Heeren „m i i i i G ende LXXI soo sijn hier gekom- „men van Amsterdam ugten clooster, ge- „heeten Magdaleenen van den derden re- gel van sinte Franciscus orden, 6 suste nen om hier een clooster te beginnen. AI- „dus sijn sg op sinte Gregorius avont hier „tegen ons over in een kamer gecomen en- ,,de mende (meende) hier een fondateur te „hebben soo huen toegesegdt was, eer sg „van Amsterdam dachten te trecken. Nae- „demaal dat sg dan hier sijn geweest heeft „die fondaturix haer hant daer van get „trocken ende en heeft huen geen hijstunt „gedaen. Aldus en hebben wij genen fon- „dateur gehadt ende die susteren mosten „oock daer toe den heer van Waelwijck „honderd croonen geven, dat sg in sijn „heerlijckheydt mochten wonen ende deze „6" susteren sijn een wegnich tijts bij een geweestDaer nae sijn die vier wederom „nae Amsterdam sonder hoeren scaeg ge- „regst ende die ander twee metten genen, „die sg aengenomen hadden, hebben vrin- „den toegemaeckt ende hebben 't verkre- gendat sg haer orden mochten verande- „ren ende sijn regularissen 'worden. Al- „dus is be gost en de gewijt in.die eer van „on.se lieve Vrouwe annunciacio ende is „geheeten te Nazareth, binnen die vrg- „hegt van Waelwijck gelegen ende heb- „ben tot onsen pateroon onsen heglichen „vader sinte Augustinus. Dus en heeft dit „clooster geen fondascy gehadt dan dat „elck suster gebrocht heeft, die één mgn „die ander meer, nae dat hem Godt ver- „leent heeft, ende voort niet haeren zueren „aerbegdt, die zg dach ende nacht vol- bracht hebben, mede gestorven sijn, en- „de dat geen, dat die susteren herst hier „hebben gebrocht, is tot lant ende sant „voordoen aen timmcrascie gedaen ende „aen onse kerek, die begost is te timme ren int jaer ons heeren mV G ende tien opden negenden dach van den April. „Doen heeft ons pater Gerardus van Ru- „remonden den iersten steen helpen leg- gen ende daer naer int jaer van 18 (is „11)18) op sinte Philips ende sint Jacobs „dach is die ierste misse daer in geson- gen ende int jaer ons Heeren mV G ende „XXXVII op sinte Laurencius avont soo „is onsen kerekhotf gemerdert en gewljdt „ende op den dach is die kerek gewijdt „niette drie outers. Den hooghen autaer is „gewijt in die eer van de heglighe Drievul- „dighegt ende onser lieve Vrouwe annun- „ciacio, ende den autaer, die in die oestsg „staedt, is gewijt in die eer van onzen hei ligen vuijer sinte Augustinus ende sinte „Laurensg ende sinte Maria Magdaleene. „en den autaer indie sugtsg is gewgt in der „eere van sinte Anna ende sinte Katerina „ende sinte Barbera ende sinte Elisabeth, „en de wghischop heeft die kerekwging „geordoneert altijt te houden Sondachs „voor sinte Lucasdagh. Dtt is een wegn- „nich van den beginsel van ons clooster, „wie dat ierst begonnen is*om een enige „memory te hebben nae gewoonte van an- der cl oosters ende opdat die naekomelin- gen souden hebben een gedenckcnisse „ende een weete van onse susteren ende „weldoeners ende is geëgnt int jaar ons „Heeren mV G ende XXXVIII op sinte „Ambrosius avont. Deo gracias. „Accordeert met het genen dat onse voor baten ons achter gelaten hebben. „Sr. Anneken Wouters, procuratesse „van het selve clooster. Actum den 5 Meg „1650". Besoijen. J. VAN DER HAMMEN Niczn. Verzekerd Kapitaal Reserve Laure begon te beven en aarzelde. Is daar zoo'n haast hij? vroeg ze. Om de genezing mijner dochter te doen voor uitgaan, vertrekken wij naar ons buiten, zoodra het weder het toelaat; kunnen wij niet tot zoolang wachten? Michel, die haar begreep, hoog zeer aan gedaan. Maar Jacques dacht enkel aan zijn va derliefde, aan de zoolang gewenschte ne derlaag van 't kwade en de zegepral van het goede. -- Den dag der gerechtigheid uitstellen, sprak hij, nog geduld oefenen, nadat ik zulks twintig jaar deedHa! de duivel moest mevr. d'ArgelIes eens ingeven dat haar man een vreeselijk wapen tegen haar had nagelaten, en dat dit wapen verhor- gen was in 't kasteelik acht ze in staat het te ontdekken en te stelen! Neen, neen, vermits Michel bereid is ons ook dien dienst, te bewijzen, dat hij zoo spoedig mogelijk vertrekke. Ik smeek u, waarde vriendin, geef hem het bewijs dat hij vraagt, om op Argelles te doen wat hij het best oordeelt. Mevr. Vallauris zat aan een tafeltje en hield haar gelaat met hare handen bedekt; heete tranen drongen door hare vingers. Gij weent!hernam Jacques op uiterst zachten toon, zich vergissende om trent de oorzaak harer smart. Hebt gij dan geen vertrouwen meer in mij, en vreest gij soms dat ik, geheel de vader van ons teergeliefd kind wordende, de banden ga losmaken welke haar aan u hechten? Neen, neen, beste vriendin, gij kent mij niet, als ge mij tot zulke dingen in staat achtNooit was ik u zoo erkentelijk, zoo genogen; nooit droeg ik u zulke diepe achting toe. O! dat is het niet, stotterde Laure, dat is het niet! Wat dan?.... Ik hen moeder, Jacques, moeder van twee kinderen, die ik beiden even lief heb. Wanneer 't geluk mijner dochter gaat be zegeld worden, mag ik er dan in toestem men dat mijn zoon, die reeds zoo ongeluk kig is, geheel gebroken worde door de er gernis en het lawaai tot welke de onthul lingen aanleiding zullen geven? Ca sta réde trad nader, terwijl mijnheer de Rhodes met opgetrokken wenkbrau wen en sombere oogen nadacht hoe hij zijn doel bereiken kon zonder die brave lieden, welke zijne dochter zoo lief hadden gehad te doen lijden. Hun was hij toch al les verschuldigd. Wees niet bevreesd, mevrouw, sprak de zoon van Annette tot Laure Vallauris. Stel vertrouwen in mijnen meester; gij weet toch wel dat hij vóór alles een recht vaardig en oprecht man is? Hij zal u geen leed berokkenen, ik sta u borg voor hem. Laat mij dit bewijs gaan zoeken waar hij zoo vurig naar verlangt. Hij zal er geen gebruik van maken, indien gij er door ge krenkt zoudt wortlen in uwe belangen of in uwe genegenheid. Wees gerust, dit krenken zal hij nooit gedoogen al moest zijn hart er nog zoo door bloeden. Met een plotselinge beweging sterker dan eene redeneering dan alle wilsuiting opende Jacques zijne armen voor zijn ge wezen bediende. Ach! heb dank, mijn zoon, mompelde hij, wit als een lijkdoek, maar met oogen die straalden van edelmoedigheid en ziele- adel; heb dank dewijl ge mij zoo goed kent! Buiten verantwoordelijkheid der Redactie, Capkllb, 29 Jali 1920. Geachte Redactie Verzoeke beleefd het onders taande in nw giëird blad op te nemen. By voorbaat dtnk voor de te verleeuen plaatsruimte. Aan den Heer X te Vrij hoeve-Cape Ue. Naar aanleiding vau u» iugszondeo stak voorkomende ia No. 60 van dit blad, heb ik de eer U mede te ceeleD, dat de gift, welke door Jh». M r, De ltooij v&d Zuidewiju op de lijst voor het kinderfeest te Capelle is ingetetkeud, bereids is overgedragen san de ftestcommiseie tea uwent. Onder deukaegging voor ave attentie, luudt ik mij teu zeerste aanbevolen voor vetdere op- en aanmerkingen. Hoogachtend, UEd. onderdanige dienaar. W. J. VAN N IE WEN HU IJ ZEN Qnderwyzer. X. EEN IJSELIJKE NACHT. Nog denzelfden avond, zonder te willen rusten noch wachten, vertrok Michel Cas- tarède naar 't kasteel d'ArgelIes. En tor- wijl de sneltrein hem naar Bordeaux voer de, zette Diane zich neder aan het ziekbed van Henriette. Jacques de Rhodes had het zoo gewild. Hij kon niet langer blijven in den angsti- gen toestand waar hij in was, met dit ver schrikkelijk damocles-zwaard welke hoven zijn hoofd hing. Maar 't had hem moeite gekost om den weerstand te overwinnen eerst van Laure, vervolgens van Maurice, zelfs van Souriquette. Er mocht haar eens een onherstel baar ongeluk overkomen, zeiden moeder en zoon, het hart vol doodsangst. Ik zal haar gadeslaan, van achter de half neergelaten draperie; ik zal geen van beiden een seconde uit het oog verliezen, antwoordde mijnheer de *Rhodes. En indien dit helsche schepsel, door eene duivelsche ingeving uwe nabijheid vermoedde, en onze Souriquette doodde met eenen dolksteek voordat gij de en kele stappen zoudt kunnen afleggen wel ke u van haar scheiden zullen? zei Mau rice, wien 't koude zweet uitbrak. Jacques wees naar den hemel. God zal ons beschermen, zeide hij, vertrouw op Hem. Laure en haar zoon moesten zich onder werpen aan zijn onwrikbaren wil. Beiden nochtans, wilden verscholen blijven in de kamer van Jacques, om zoo dicht moge lijk bij Souriquette te zijn. Mijnheer de Rhodes, den revolver in de vuist gekneld, stond verborgen achter de draperie, gereed om Diane neer te vellen zoo zij aanstalten maakte om het vergif met den dolk te verwisselen. (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1920 | | pagina 1