Tweede Blad. BUITENLAND. De Gulden sporenslag. Gemeenteraad. NUMMER 61 ZATERDAG- «31 -JUL-I 42e -Jaargang cbo van het Zuiden. CAPBLLE. OpeDbare vergadering: van den raad dezer gemeente op Woensdag 28 Juli des avonds ten 7 uur. Voorzitter Edelachtb. heer Valter. Ongeveer 7-15 uur opent de Voo'zitter de vergadering; aanwezig de heeren Sneep, Treffers, Middelkoop en De Roon afwez'g de heeren Michael, v. d. Hoeven en Kerst. De twee laatsten met kennis geving. De notulen der vorige vergadering worden na voorlezing onveranderd goed gekeurd en vastgesteld. AAN DE ORDE 1. Ingekomen stukken. a. Proces-verbaal van kasopname. Uit het onderzoek is gebleken dat in kas aanwezig was f1791.93, terwijl de boeken regelraadg bleken te zijn bijge houden. Wordt voor kennisgeving aangenomen. Schrijven van de Gezondheidscommis sie waarbij wordt aangeboden het jaar verslag. Wordt voor de leden ter visie ncder- gelegd. Schrijven van Burg. en Weth. van Termonier, houdende het verzoek aan een door haar aan de Regeering gezonden adres betreftendevaststellicg noodzakelijk levensonderhoud bij vaststelling H. O., adhaesie te willen betuigen. Wordt voor kennisgeving aangenomen. Schrijven van Ged. Staten waarin deze er op wijzen, dat door verschillende ge meenten bij de Regeering wordt aan gedrongen cm steun indien een uitge schreven geldleeuing niet woidt voltte- kend. Ged. Staten wijzen er op dat de Regeering slechts in geringe mate kan helpen en dat gemeentebesturen,alvorens eene leenlog aan te gaan, zich moeteD overtuigen of deze zal worden geplaatst. Wordt voor kennisgeving aangenomen. Schrijven van de vereenlglng Water leiding- Maatschappij Westbrabant. De Voorzitter acht het 'i best dit schrij ven onder de leden te laten clrculeeren wijl het te lijvig Is om het voor te lezen. In eene volgende vergadering kao dan deze zaak worden besproken. Aldus wordt beslo'.en. 2. Aanbieding gemeente-rekening dienst 1919. De ontvangsten hebben bedragen f76304.36 en de uitgaven f77187.35, zoodat er een nadeellg slot is van f 882 99. Rtkeoiog levensmlddelenbedrijf 1919. De ui'gaven hebben bedragen f7087.99. Rekening Burgerlijk Armbestuur 1919. De ontvangsten hebben bedragen f 10669.95 en de uitgaven f 807055, zoo dat er een goed slot is van f 2095.40. Begrooting Burgerlijk Armbestuur 1921. De ontvangsten en uitgaven zijn ge raamd op een bedrag van f 8995.50. Tot leden van de Commissie van on derzoek worden benoemd de heeren J. v. d. Hoeven, Treffers en de Roon. 3. Vaststelling contract met de ge meente Loonopzand omtrent electrici- teltsleverlng aan den Loonschendijk. (De heer Michael komt ter vergadering.) De Voorzitter merkt op dat het con tract is samengesteld door de P.N.E.M- die voor beide gemeenten adviseur is. Burg. en Weth. van Loonopzand hebben reeds bericht gezonden, dat de raad besloten heeft het contract te ac cepteeren. Met algemeene stemmen wordtbesloten het contract met de gemeente Loonop zand aan te gaan. Op eén vraag van den heer Treffers of de bewoners daar aan denzelfden prijs stroom bekomen als de bewoners van Capelle, antwoord de Voorzitter beves tigend. Voorstel van de P. N. E. M. tot het aanbrengen van wijzigingen in het aan te leggen net voor electrlcltelts- voorziening. Door de P. N. E. M. wordt er op gewezen dat voor het afbouwen van het net nog extra-kosten komen voor aan schaffing van materiaal. De P. N. E M. wijst er op dat dit In het belang van het net is en dat deze meerdere kosten zijn geraamd op f 10.000. Ze dringt bij de gemeente aan de firma Mijnsma deze extra werkzaamheden" er bij te laten verrichten. De Voorzitter zegt dat nu reeds in strijd met de circulaire van den Minister, omtrent het aangaan van eene geldlee- ning, moet worden gehandeld. Echter twijfelt hij er niet aan of deze leening zal wel lukken. De heer Middelkoop acht deze hoo- gere uitgaven gewettigd vooral omdat er een goed net door komt waaraan men niet direct groote onkosten krijgt. Vooral het aanbrengen van" beveiliging verdient aanbeveling opdat bij onweer, zooals dat kort geleden in Almkerk is gebeurt, het net niet geheel wordt ver nield. Het Is een groot en voornaam punt een goed net te hebben. De Voorzitter merkt op dat 't moeilijk is legen een technisch advies in te gaan en vooral als men deze zelf heeft aan gewezen om advies te geven. Aldus wordt met algemeene stemmen besloten. 5. Voorstel van B. en W. tot over dracht van grond aan de P.M.E.M. voor de te bouwen transformatorstations. Wordt voorgesteld een perceeltje grond gelegen achter bet raadhuis en een in de Heistraat in eigendom over te dragen aan de P.N.E.M. om daarop transformatorhuisjes te bouwen. De heer Michael geeft in overweging om het geheele perceeltje grond, dat destijds door de gemeente in de Hei- straat is aangekocht, over te dragen. Met algemeene stemmen wordt daar toe besloten. 6. Wijziging bcgrooting dienst 1920. De Vooizltter zegt dat Ged. S aten schrijven bezwaar te hebben tegen het besluit, gedaan in een vorige vergade ring, om het geld, ontvangen van het Rijk van de Oorlogswlnstbelas'.ing te gebruiken tot dekking van de gewone uitgaven. Daarmede kan alleen ciisis- schuld worden afgelost. De Voorzitter merkt op dat er nu niets anders opzit dan de Hoofd- Omslag met f 1500 te verhoogen en te brengen op f 24000, alsmede om het vermenlg- vuldiglnescijfer te brengen op 3.42. Met algemeene stemmen wordt daartoe besloten. Bij de rondvraag zegt de heer Mid delkoop, dat het neerlaten van deboomen aan den overweg bij het station sinds eenlgen tijd op een andere wijze ge schiedt, 't Is spr. opgevallen, dat een boom, aan den kant van het station, wordt neergelaten als er wordt gebeld. Het neerla'en geschiedt echter gelijktijdig met het bellen. Aangezien er geen uit zicht bestaat op den weg, acht spr. het noodlg dat bevoegde autoriteiten op het gevaarlijke daarvan wordt gewezen. Spr. zelf heeft het reeds ondervonden, dat de boom op zijn tiibaiy neerviel. De heer Treffers geeft toe dat aan den Noordkant het uitzicht voor het bedienend personeel Is belemmerd en daarom laten deze. zooals bij heeft op gemerkt. steeds het eerst de boom aao den Zuidkant neer. Op die manier Is het publiek, komend van de Noordzijde toch gewaarschuwd. De heer Middelkoop zegt dat de boomea direct achter elkaar neervallen. De heer Treffers heeft het meermalen geconstateerd dat dit uiet zoo snel ge beurt. De Voorzitter zegt een en ander goed te zullen onderzoeken. Over de overweg aan den Hoogevaart heeft hij destijds wel 10 brieven geschreven en ieder malheur dat tijdens de mobilisatie voor viel gaf hij op. Tenslotte is er wel een wachthuisje gekomen. De heer Middelkoop acht het, wijl het hier vlak bij het perron is, een wachthuisje onnoodig. Voldoende is het indien het personeel er op wordt ge wezen. De heer Michael meent dat door het aanbrengen van een hek aan de boomen, een werkelijke verbetering is gekomen. Vroeger liep men er maar onder door en dat wordt nu voorkomen. De heer Sneep zegt dat het wel een goede verbetering is, doch als men een 15 of 20 mluuten voor een goederen trein moet wachten, wordt het minder aangenaam. De Voorzitter vreest dat aan dit laatste niets zal zijn te doen. Kijk men in steden, dan ziet men hier en daar overwegen waar steeds en aanhoudend lang moet worden gewacht. De heer Middelkoop wijst er verder op, dat, volgens de courant, in 's-Grave- moer iemand is benoemd die steeds de vergaderingen van de Waterleiding Mij. moet bijwonen. Met het oog op het groote belang ook voor deze gemeente, geeft hij in overweging ook hier tot een dergelijke maatregel over te gaan De Voorzitter zegt dat hij steeds de vergaderingen heeft bijgewoond, uitge nomen de laatste, wijl hij toen geen enkel mandaat had of wist wat de raad wenscht te doen. Hebben de leden het schrijven bestudeerd, dan zal spr. weer naar de vergadering gaan. Den heer Michael komt het ook ge wenscht voor dat de Voorzitter steeds die vergaderingen gaat bijwonen, ook al heeft de raad zich nog niet uitge sproken. Immers het zal meermalen gebeuren dat met voorstellen wordt gekomen waarover de raad van te voren niet is gehoord kunnen worden. De heer Middelkoop zegt dat men door steeds voeling te houden men 't meest opschiet. Verder vraagt spr. of er reeds op spoed is aangedrongen om spoedig licht te verkrijgen. Oe- Voorzhter zegt rceds TOO'dikwijls te hebben aangedrongen daarop dat een herhaling daarvan op eene onbe leefdheid zou gaan gelijken. Men heeft toegezegd dat we voor den winter van het licht gebruik kunnen maken. De heer Middelkoop geeft In over weging met de desbetreffende heeren er eens over te spreken. Door praten bereikt men veel meer dan met brieven te schrijven. Niets meer nao de orde zijnde en niemand meer het woord verlangende, sluit de Voorzitter de vergadering. Vlamingen, gedenkt den Sporenslag, zei koning Albert tot zijn soldaten in Augus tus 1914. De -slag der Gulden Sporen mag gevierd worden, zei burgemeester Max te Brussel in den Gemeenteraad, en hij zei er bij, dat de Sporenslag geen overwin ning was van de Vlamingen op de Fran- schen, maar van de democratie op de auto cratie. En daarmede waren allen tevre den. De Vlamingen waren er bijna uitge schakeld, en dat is alles wat de Brussel- sche franskiljons vragen. Men mag het nu keeren of draaien ge lijk men wil, toch was het het Vlaamsclie gemeente-leger, dat de democratie verte genwoordigde en het Fransche leger van Philips den Schoone der autocratie. Maar hij de Vlamingen, in Vlaanderen, waren er te dien' tijde Lelenaards, gelijk er nu Franskiljons zijn; en te Parijs en in gansch Frankrijk, waren er, die niets liever wilden, dan dat het leger van den Munteschrooder, die in Parijs op den troon zat, een kastijding zou krijgen. En het heeft die gekregen, en ze was van belang. Geheel Europa daverde mee. Tot in Italië was er vreugde en Dante zelf heeft ze voor eeuwig gehoekt in zijn Di- vina Commelia. Van de Vlaamsche ge meenten verwachtte hij, dat zij alle dwing landen, potentaten, zouden treffen, zoo groot was zijn haat tegen de Fransche ko ningen, de Lodewijken en Philipsen, op volgers van Hugo Capet, die de Italiaan- sche dichter in den XXen zang van Pur- gatorio erg toetakelt. Te Rome was er vreugde in het pause lijk paleis; waar paus Bonifacius het nieuws van den Sporenslag vernam. Do paus had niets van den Franschen koning te verwachten en hij had genegenheid voor de Vlamingen. Zoo schrijft de Door nijker monnik Li Muisis, die leefde ten tijde van den Sporenslag. In Zwitserland, het land der democratie, was er vreugde. In gansch Nederland was er veel vreugde cn zij die de partij vtm den koning van Frankrijk hadden gekozen tegen hun ei gen volk, zalen in hun kleine schoenen. 't Werd nu al democratie wat de klok sloeg. De vorsten deelden keuren uit aan hun onderdanen, in Brabant en Luik. In Frankrijk zelf moet de vreugde er zijn geweest, want Philips maakte het zijn volk lastig genoeg. Hij had geld noodig hij had droomen, die zich lieten voelen in de beurzen van de burgerij, die altijd he talen moest en die niets te zeggen had. Ze moeten er gejuicht hebben toen de over blijvende ridders van Robert d'Artois en Chattillon in Parijs van hun kale reis thuis kwamen. Zoo werd de autocratie door de Vlamingen geslagen. Het is de moeite waard te lezen, wat de Fransche geschiedenisboeken zoo al over Philips den Schoonen en zijn handlangers hebben te zeggen. Wij móeten niet altijd ons eigen oordeel inroepen, en zelf de za ken beoordeelen. Wij mogen al eens luis teren, wat ei- aan Fransche zijde gezegd wordt. Wij ontleenen een en ander aan Lecons complètes d'histoire do France, door pro- fesor Ducoudray, een hoek, dat in ontel bare scholen in Frankrijk wordt gebruikt. De schrijver, een „normalien" en „agréré d'histoire", dus een man op de hoogte, maakt een vergelijking tusschen Lodewijk IX, den beroemden Saint-Louis, en Philips den Schoonen. Ziehier zijn oordeel over den dwingeland, die 's lands penningen vervalscht had om zijn geldkisten te vul len en die van Vlaanderen wilde verove ren. „Philips regeerde door macht en list. Hij had groote plannen en verkreeg ern stige uitslagen; maar hij onteerde zich door zijn geweldenarijen tegen paus Bo nifacius VIII, zijn wreedheden tegen de Tempeliers, ridders-monniken, door de .verdrukking van 't volk. Lodewijk IX werd in den loop der eeuwen gezegend en Philips de Schoone zal vervloekt blijven' Dat is klaar en duidelijk niet waar. Zie daar de man met wie de Vlamingen te doen hadden. Philips de Schoone had lust zijn land te vergrooten ten koste van dat zijner nabu ren. Hij wilde naar den Rijn om het oude Gallië te herstellen, dat nooit een Staat is geweest; maar hij zou er een van maken. Doch om aan den Rijn te komen, moest hij door Vlaanderen, en de Nederlanden la gen in het gebied, dat de Rijn als grens had en dat Philips tot het zijne wilde ma ken. Men ziet het, zulke droomen zijn geen uitvinding der laatste jaren. Men is er in België sinds lang het slachtoffer van. Phi lips bediende zich ven Leliaards om on rust te stoken in de Vlaamsche steden. Hij lok|e den graaf van Vlaanderen naar Pa rijs en smeet hem in do gevangenis. Le- liaards en Klauwaarts werden tegen el kander opgejaagd. De Leliaards waren de „activisten" van dien tijd, actief voor Frankrijk. De koning zond een leger naar Vlaan deren, om zoogenaamd den vrede te her stellen, maar feitelijk om het in te palmen, wat dan ook gebeurde, na den slag hij Veurne in 1297. Vlaanderen werd direct aan de Fransche kroon gehecht. De trawanten van den dwingeland kwamen den meester spelen. Johanna, de koningin, was nijdig over de kleederdracht der Brusselsclie vrouwen. Voor de Fransche veroveraars was Vlaanderen te rijk; zij zouden er hun deel van nemen. On exploits sans mesure ce beau pays et ces riches bourgeois" zegt Ducoudray in zijn aangehaald werk. Belgenland werd dus bandeloos uitge buit, volgens de getuigenis van een Fran schen schrijver. De dwingelandij van een Chatillon lokte een vreeselijke slachting uit; de Brugsche Metten, waarbij meer dan drieduizend Franschen vermoord wer den. En toen zond Philips zijn uitgezocht leger, bestaande uit al de voornaamste ridders, om de Vlamingen te kastijden, om alles te verpletteren, wat hun weerstand bood. Alle evenredigheid daargelaten, was het leger van den dwingeland voor die da gen zoo goed ingericht als liet Duitsche van Wilhelm. Het werd ook met hetzelfde doeleinde in beweging gesteld. En al de genen, die Philips plannen kenden en goedkeurden, dachten, dat hij regelrecht naar de overwinning ging. - De Fransche ridders waren vertrok ken vol hoogmoed en vertrouwen. Zij to gen vooruit om die volders, die zij ver achtten, te kastijden. Doch de uitslag was gansch anders dan zij gemeend hadden. De Vlamingen wachtten kalm en vast beraden het koninklijk leger af. Ducoudray vertelt liet volgende daai over: Raoul De Nesle, een dapper en edelmoe dig ridder,, raadde Albert d'Artois, den aanvoerder, den aanval tegen de Vlamin gen af; want hij had geraden wat er zou kunnen gebeuren. D'Artois wilde niet naar hem luisteren; zinspeelde op liet huwelijk van een dei- dochters van De Nesle met een zoon van den graaf van Vlaanderen en wierp hem beleedigend tegen: - Zijt gij hang voor de wolven, of be hoort gij tot hun bende? Sire, antwoordde Raoul De, Nesle, in dien gij mij wilt volgen in liet midden der vijanden, zal ik u zoo ver leiden, dat gij niet meer zult wederkeeren. Zij vielen den vijand verwoed aan; doch geen van heiden keerde weder. Zij vielen onder de slagen der goedendags. De slag der Gulden Sporen heeft Vlaan deren gered, anders.waren de Belgen van dien dag af Franschen geworden. Philips zocht zich later te wreken. Op den Pevelenherg werd liet Vlaamsche le ger in 1304 door de Franschen weer aan gevallen, en liet scheelde weinig of de ko ning werd in zijn tent getroffen. Toen stelde hij zich aan liet hoofd van zijn le ger en de Vlamingen behaalden de over winning niet. Philips had een weinig de eer van zijn leger hersteld. Doch de Vlamingen keerden talrijker weer, toen Philips het beleg voor Rijsel begon. En het is daar dat de dwingeland uitriep: „Mais il plcut'donc des Flamands! „Maar het regent Vlamingen" en hij staakte den strijd. De koning kwam in onderhandeling. Vlaamsch Vlaanderen werd aan den zoon van Gwijde teruggeschonken en was ver lost van het Fransche juk. Fransch Vlaan deren, Rijsel Dowaai, Bethune hieven ech ter aan Frankrijk. Men vergeet, zoo wordt in een artikel van* de Temps gezegd, men vergeet vrij gauw het leed van anderen. Daarom is het nuttig aanhoudend het geheugen van de Duitschers, onze bondgenooten en zelfs dat van sommige Franschen op te fris- schen, die, daar ze zelf niet geleden heb-, hen, zelfs eenige winst gemaakt hebben in deze ongeluksjaren, vrijwel geneigd zou den zijn om de vergoedingen, die. slechts aan anderen verschuldigd zijn, op te of feren. Enkele officieele cijfers moeten voorgelegd worden aan hen, die van een verzachting van de bepalingen van het vredesverdrag voor Duitschland droomen. Uit een mededeeling van maarschalk Foch hij de betooging, die er op 19 Juni dooi den houd van groote Fransche vereenigin- gen voor de nationale opleving ten bate van het bevrijde gebied gehouden is, blijkt, dat Frankrijk om den aanval van Duitschland af te slaan 8.407.000 soldaten heeft moeten mobiliseeren. Daarvan zijn er 1.357.000 gedood en 377.000 verminkt, wat zonder de 370.000 afgedankte te reke nen, een verlies voor de natie heteekent van 1.760.000 man d.w.z. ongeveer 1 man per vijf gemohiliseerden. Ook omtrent de verwoestingen op het Fransche grondgebied deelt het artikel in de Temps cijfers mede. Weet men, zoo vraagt de schrijver, dat de Duitschers in 1 de tien gc huizen totaal verwoest hebben en -er 277.500 onbewoonbaar gemaakt hebben, in het geheel meer dan 570.000; dat zij 3508 fabrieken van allerlei soort vernietigd hebben; dat zij 3.950.000 hectaren Fran sche akkers voor langen tijd ongeschikt voor de bebouwing gemaakt hebben en dat er, toen de oorlog voorhij was, in de geteisterde of verbrande Fransche plaat sen 41 millioen kubieke meters puin, enz. opgeruimd moesten worden. Wij zullen thans zwijgen, zegt de schrijver in de Temps, over de spoorwegen, de bruggen, de wegen de bosschen, de wijngaarden, waarvan slechts wat ijzerwerk, stof, stee- nen of doode en verbrando stammen zijn overgebleven. Frankrijk heeft reeds 20 miliard uitgegeven om op zijn bodem de afschuwelijke sporen van den doortocht der Barbaren uit te wisschen en liet is nog nauwelijks begonnen met dat geweldige werk. Maar het heeft nog den eersten stui ver niet ontvangen van wat Duitschland naar eigen bekentenis aan Frankrijk ver schuldigd is. Een driehonderdduizend Fransche gezinnen kunnen nog niet te- rugkeeren in wat hun woningen waren en wat niet meer is dan een verzameling van bouwvallen. Millerand en Lloyd George hebben wederom te Bolcgne geconfereerd. Betreffende het verzoek om een interna tionale conferentie, dat door de sovjet-re geering was gedaan, zal de Engelsche re geering antwoorden aan Tscliitscherin, dat in overeenstemming m-J. de Fransche regeering, die conferentie niet kan plaats hebben, tenzij de bolschewistische autori teiten, in tegenstelling met liun tegenwoor dige wenschen, er in toestaan, dat het lot van Polen, erop zal worden besproken. Indien de regeering te Moskou deze voorwaarde aanvaardt, zal Millerand wor den geraadpleegd over het aan het bol- schewistische voorstel te geven gevolg, en zal hij de voorwaarden stellen, die hij noodig zal achten voor de erkenning van de sovjets. De aangrenzende landen zul len aan de onderhandelingen moeten deel nemen. De Engelsche premier heelt zich aange sloten bij de Fransche stelling, door iedere bespreking met de holschewiki in recht- streeksche onderhandelingen uit te stel len. Op voorstel van minister Marsal is een tweede belangrijk besluit genomen, be treffende de toepassing van liet. financi- eele gedeelte van de te Spa getroffen re geling nopens de kolenlevering door Duitschland. De commissie voor de scha deloossteling zal ermee worden belast om voor een onvoorwaardelijke uitvoering van de overeenkomst van Spa te zorgen, zoo wel wat betreft de door Duitschland te leveren kolen, als wat betreft het voor schot, dat aan dit land is toegestaan door ile daarbij betrokken mogendheden. Duitschland zal op 1 September 1920 aan de commissie voor de schadeloosstel ling, Duitsche schatkistbiljetten tot een bedrag van 60 millioen gouden marken, van 6 pot. per jaar overhandigen. Na 1 September 1920 zal Duitschland naarmate van de kolenlevering door Duitschland en lë overeenkomstige voorschotten der ge llieerden, dergelijke biljetten inleveren. De voorschotten zullen noodzakelijkerwijs moeten worden toegepast hij de leverin gen. De commissie voor de schadeloosstellin gen zal, om zich de benoodigde middelen te verschaffen, de bons kunnen verkoopen if ze overdragen, met of zonder het en dossement der betrokken geallieerde re geeringen. Ten slotte zal, om zoo spoedig mogelijk het bedrag van liet te geven voorschot te kunnen vaststellen, de commissie voor de schadeloosstelling, het bedrag van het maandelijks aan Duitschland te verleenen voorschot, voorloopig op 40 mark per ton kunnen bepalen, onder voorbehoud van een latere verbetering. Aldus zal de Fransche schatkist kunnen worden verlicht van de aan Duitschland uit te keeren voorschotten, ter uitvoering van het verdrag van Spa, door een een voudige bankzaak -van afrekening op de goederen. Uit Lloyd's scheepvaartlijst blijkt dat de ruimte aan stoomschepen, thuisbe- hoorende in de voornaamste zeevarende landen van de wereld in Juni 1920 in to taal 53.905.000 ton of 8.501.000 meer dan in Juni 1914 bedroeg. Duitschland is hier niet in begrepen. De Engelsche ruimte aan stoomschepen bedraagt 18.11.00 ton, vermindering tegen over 1914 van 781.000 ton; Britsche domi nions 2.032.000 ton, vermeerdering 400.000 ton; Amerika, de'stoomschepen op de me ren niet meegerekend, 2.406.000 ton, ver meerdering 10.379.000 ton; Frankrijk 2.963.000 ton, vermeerdering 1.041.000, Ne derland 1.773.000 ton, vermeerdering dus 301.000 ton; Italië 2.118.000 ton, vermeerde ring 688.000 ton; Japan 2.996.000, vermeer dering 1.288.0O0; Noorwegen 1.980.000 ton, vermeerdering 23.000 ton; Zweden 996.000 ton, vermindering 19.000 ton; Griekenland heeft een vermindering van 324.000 ton. In de getallen voor Engeland, Frank rijk en Italië is een groote vijandelijke tonnenmaat begrepen, die voorloopig aan die landen is toegewezen. Voor Lloyd George zich gisteren met zijn collega's en deskundigen te Folkesto- ïteisterde departementen 297.271 gne naar Boulogne inscheepte, waren de

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1920 | | pagina 5