Tweede Blad.
BUITENLAND.
De Gulden sporenslag.
Gemeenteraad.
NUMMER 61
ZATERDAG- «31 -JUL-I
42e -Jaargang
cbo van het Zuiden.
CAPBLLE.
OpeDbare vergadering: van den raad
dezer gemeente op Woensdag 28 Juli
des avonds ten 7 uur.
Voorzitter Edelachtb. heer Valter.
Ongeveer 7-15 uur opent de Voo'zitter
de vergadering; aanwezig de heeren
Sneep, Treffers, Middelkoop en De Roon
afwez'g de heeren Michael, v. d. Hoeven
en Kerst. De twee laatsten met kennis
geving.
De notulen der vorige vergadering
worden na voorlezing onveranderd goed
gekeurd en vastgesteld.
AAN DE ORDE
1. Ingekomen stukken.
a. Proces-verbaal van kasopname.
Uit het onderzoek is gebleken dat in
kas aanwezig was f1791.93, terwijl de
boeken regelraadg bleken te zijn bijge
houden.
Wordt voor kennisgeving aangenomen.
Schrijven van de Gezondheidscommis
sie waarbij wordt aangeboden het jaar
verslag.
Wordt voor de leden ter visie ncder-
gelegd.
Schrijven van Burg. en Weth. van
Termonier, houdende het verzoek aan
een door haar aan de Regeering gezonden
adres betreftendevaststellicg noodzakelijk
levensonderhoud bij vaststelling H. O.,
adhaesie te willen betuigen.
Wordt voor kennisgeving aangenomen.
Schrijven van Ged. Staten waarin deze
er op wijzen, dat door verschillende ge
meenten bij de Regeering wordt aan
gedrongen cm steun indien een uitge
schreven geldleeuing niet woidt voltte-
kend. Ged. Staten wijzen er op dat de
Regeering slechts in geringe mate kan
helpen en dat gemeentebesturen,alvorens
eene leenlog aan te gaan, zich moeteD
overtuigen of deze zal worden geplaatst.
Wordt voor kennisgeving aangenomen.
Schrijven van de vereenlglng Water
leiding- Maatschappij Westbrabant.
De Voorzitter acht het 'i best dit schrij
ven onder de leden te laten clrculeeren
wijl het te lijvig Is om het voor te lezen.
In eene volgende vergadering kao dan
deze zaak worden besproken.
Aldus wordt beslo'.en.
2. Aanbieding gemeente-rekening dienst
1919.
De ontvangsten hebben bedragen
f76304.36 en de uitgaven f77187.35,
zoodat er een nadeellg slot is van f 882 99.
Rtkeoiog levensmlddelenbedrijf 1919.
De ui'gaven hebben bedragen f7087.99.
Rekening Burgerlijk Armbestuur 1919.
De ontvangsten hebben bedragen
f 10669.95 en de uitgaven f 807055, zoo
dat er een goed slot is van f 2095.40.
Begrooting Burgerlijk Armbestuur 1921.
De ontvangsten en uitgaven zijn ge
raamd op een bedrag van f 8995.50.
Tot leden van de Commissie van on
derzoek worden benoemd de heeren J.
v. d. Hoeven, Treffers en de Roon.
3. Vaststelling contract met de ge
meente Loonopzand omtrent electrici-
teltsleverlng aan den Loonschendijk.
(De heer Michael komt ter vergadering.)
De Voorzitter merkt op dat het con
tract is samengesteld door de P.N.E.M-
die voor beide gemeenten adviseur is.
Burg. en Weth. van Loonopzand
hebben reeds bericht gezonden, dat de
raad besloten heeft het contract te ac
cepteeren.
Met algemeene stemmen wordtbesloten
het contract met de gemeente Loonop
zand aan te gaan.
Op eén vraag van den heer Treffers
of de bewoners daar aan denzelfden prijs
stroom bekomen als de bewoners van
Capelle, antwoord de Voorzitter beves
tigend.
Voorstel van de P. N. E. M. tot
het aanbrengen van wijzigingen in het
aan te leggen net voor electrlcltelts-
voorziening.
Door de P. N. E. M. wordt er op
gewezen dat voor het afbouwen van het
net nog extra-kosten komen voor aan
schaffing van materiaal. De P. N. E M.
wijst er op dat dit In het belang van
het net is en dat deze meerdere kosten
zijn geraamd op f 10.000. Ze dringt bij
de gemeente aan de firma Mijnsma deze
extra werkzaamheden" er bij te laten
verrichten.
De Voorzitter zegt dat nu reeds in
strijd met de circulaire van den Minister,
omtrent het aangaan van eene geldlee-
ning, moet worden gehandeld. Echter
twijfelt hij er niet aan of deze leening
zal wel lukken.
De heer Middelkoop acht deze hoo-
gere uitgaven gewettigd vooral omdat
er een goed net door komt waaraan
men niet direct groote onkosten krijgt.
Vooral het aanbrengen van" beveiliging
verdient aanbeveling opdat bij onweer,
zooals dat kort geleden in Almkerk is
gebeurt, het net niet geheel wordt ver
nield. Het Is een groot en voornaam
punt een goed net te hebben.
De Voorzitter merkt op dat 't moeilijk
is legen een technisch advies in te gaan
en vooral als men deze zelf heeft aan
gewezen om advies te geven.
Aldus wordt met algemeene stemmen
besloten.
5. Voorstel van B. en W. tot over
dracht van grond aan de P.M.E.M. voor
de te bouwen transformatorstations.
Wordt voorgesteld een perceeltje
grond gelegen achter bet raadhuis en
een in de Heistraat in eigendom over
te dragen aan de P.N.E.M. om daarop
transformatorhuisjes te bouwen.
De heer Michael geeft in overweging
om het geheele perceeltje grond, dat
destijds door de gemeente in de Hei-
straat is aangekocht, over te dragen.
Met algemeene stemmen wordt daar
toe besloten.
6. Wijziging bcgrooting dienst 1920.
De Vooizltter zegt dat Ged. S aten
schrijven bezwaar te hebben tegen het
besluit, gedaan in een vorige vergade
ring, om het geld, ontvangen van het
Rijk van de Oorlogswlnstbelas'.ing te
gebruiken tot dekking van de gewone
uitgaven. Daarmede kan alleen ciisis-
schuld worden afgelost.
De Voorzitter merkt op dat er nu
niets anders opzit dan de Hoofd- Omslag
met f 1500 te verhoogen en te brengen
op f 24000, alsmede om het vermenlg-
vuldiglnescijfer te brengen op 3.42.
Met algemeene stemmen wordt daartoe
besloten.
Bij de rondvraag zegt de heer Mid
delkoop, dat het neerlaten van deboomen
aan den overweg bij het station sinds
eenlgen tijd op een andere wijze ge
schiedt, 't Is spr. opgevallen, dat een
boom, aan den kant van het station,
wordt neergelaten als er wordt gebeld.
Het neerla'en geschiedt echter gelijktijdig
met het bellen. Aangezien er geen uit
zicht bestaat op den weg, acht spr. het
noodlg dat bevoegde autoriteiten op het
gevaarlijke daarvan wordt gewezen. Spr.
zelf heeft het reeds ondervonden, dat
de boom op zijn tiibaiy neerviel.
De heer Treffers geeft toe dat aan
den Noordkant het uitzicht voor het
bedienend personeel Is belemmerd en
daarom laten deze. zooals bij heeft op
gemerkt. steeds het eerst de boom aao
den Zuidkant neer. Op die manier Is
het publiek, komend van de Noordzijde
toch gewaarschuwd.
De heer Middelkoop zegt dat de
boomea direct achter elkaar neervallen.
De heer Treffers heeft het meermalen
geconstateerd dat dit uiet zoo snel ge
beurt.
De Voorzitter zegt een en ander goed
te zullen onderzoeken. Over de overweg
aan den Hoogevaart heeft hij destijds
wel 10 brieven geschreven en ieder
malheur dat tijdens de mobilisatie voor
viel gaf hij op. Tenslotte is er wel een
wachthuisje gekomen.
De heer Middelkoop acht het, wijl
het hier vlak bij het perron is, een
wachthuisje onnoodig. Voldoende is het
indien het personeel er op wordt ge
wezen.
De heer Michael meent dat door
het aanbrengen van een hek aan de
boomen, een werkelijke verbetering is
gekomen. Vroeger liep men er maar
onder door en dat wordt nu voorkomen.
De heer Sneep zegt dat het wel een
goede verbetering is, doch als men een
15 of 20 mluuten voor een goederen
trein moet wachten, wordt het minder
aangenaam.
De Voorzitter vreest dat aan dit
laatste niets zal zijn te doen. Kijk men
in steden, dan ziet men hier en daar
overwegen waar steeds en aanhoudend
lang moet worden gewacht.
De heer Middelkoop wijst er verder
op, dat, volgens de courant, in 's-Grave-
moer iemand is benoemd die steeds de
vergaderingen van de Waterleiding Mij.
moet bijwonen. Met het oog op het
groote belang ook voor deze gemeente,
geeft hij in overweging ook hier tot
een dergelijke maatregel over te gaan
De Voorzitter zegt dat hij steeds de
vergaderingen heeft bijgewoond, uitge
nomen de laatste, wijl hij toen geen
enkel mandaat had of wist wat de raad
wenscht te doen. Hebben de leden het
schrijven bestudeerd, dan zal spr. weer
naar de vergadering gaan.
Den heer Michael komt het ook ge
wenscht voor dat de Voorzitter steeds
die vergaderingen gaat bijwonen, ook
al heeft de raad zich nog niet uitge
sproken. Immers het zal meermalen
gebeuren dat met voorstellen wordt
gekomen waarover de raad van te voren
niet is gehoord kunnen worden.
De heer Middelkoop zegt dat men
door steeds voeling te houden men
't meest opschiet.
Verder vraagt spr. of er reeds op
spoed is aangedrongen om spoedig licht
te verkrijgen.
Oe- Voorzhter zegt rceds TOO'dikwijls
te hebben aangedrongen daarop dat
een herhaling daarvan op eene onbe
leefdheid zou gaan gelijken. Men heeft
toegezegd dat we voor den winter van
het licht gebruik kunnen maken.
De heer Middelkoop geeft In over
weging met de desbetreffende heeren
er eens over te spreken. Door praten
bereikt men veel meer dan met brieven
te schrijven.
Niets meer nao de orde zijnde en
niemand meer het woord verlangende,
sluit de Voorzitter de vergadering.
Vlamingen, gedenkt den Sporenslag, zei
koning Albert tot zijn soldaten in Augus
tus 1914. De -slag der Gulden Sporen mag
gevierd worden, zei burgemeester Max te
Brussel in den Gemeenteraad, en hij zei
er bij, dat de Sporenslag geen overwin
ning was van de Vlamingen op de Fran-
schen, maar van de democratie op de auto
cratie. En daarmede waren allen tevre
den. De Vlamingen waren er bijna uitge
schakeld, en dat is alles wat de Brussel-
sche franskiljons vragen.
Men mag het nu keeren of draaien ge
lijk men wil, toch was het het Vlaamsclie
gemeente-leger, dat de democratie verte
genwoordigde en het Fransche leger van
Philips den Schoone der autocratie.
Maar hij de Vlamingen, in Vlaanderen,
waren er te dien' tijde Lelenaards, gelijk
er nu Franskiljons zijn; en te Parijs en
in gansch Frankrijk, waren er, die niets
liever wilden, dan dat het leger van den
Munteschrooder, die in Parijs op den
troon zat, een kastijding zou krijgen.
En het heeft die gekregen, en ze was
van belang. Geheel Europa daverde mee.
Tot in Italië was er vreugde en Dante zelf
heeft ze voor eeuwig gehoekt in zijn Di-
vina Commelia. Van de Vlaamsche ge
meenten verwachtte hij, dat zij alle dwing
landen, potentaten, zouden treffen, zoo
groot was zijn haat tegen de Fransche ko
ningen, de Lodewijken en Philipsen, op
volgers van Hugo Capet, die de Italiaan-
sche dichter in den XXen zang van Pur-
gatorio erg toetakelt.
Te Rome was er vreugde in het pause
lijk paleis; waar paus Bonifacius het
nieuws van den Sporenslag vernam. Do
paus had niets van den Franschen koning
te verwachten en hij had genegenheid
voor de Vlamingen. Zoo schrijft de Door
nijker monnik Li Muisis, die leefde ten
tijde van den Sporenslag. In Zwitserland,
het land der democratie, was er vreugde.
In gansch Nederland was er veel vreugde
cn zij die de partij vtm den koning van
Frankrijk hadden gekozen tegen hun ei
gen volk, zalen in hun kleine schoenen.
't Werd nu al democratie wat de klok
sloeg. De vorsten deelden keuren uit aan
hun onderdanen, in Brabant en Luik.
In Frankrijk zelf moet de vreugde er
zijn geweest, want Philips maakte het zijn
volk lastig genoeg. Hij had geld noodig
hij had droomen, die zich lieten voelen in
de beurzen van de burgerij, die altijd he
talen moest en die niets te zeggen had. Ze
moeten er gejuicht hebben toen de over
blijvende ridders van Robert d'Artois en
Chattillon in Parijs van hun kale reis
thuis kwamen. Zoo werd de autocratie
door de Vlamingen geslagen.
Het is de moeite waard te lezen, wat de
Fransche geschiedenisboeken zoo al over
Philips den Schoonen en zijn handlangers
hebben te zeggen. Wij móeten niet altijd
ons eigen oordeel inroepen, en zelf de za
ken beoordeelen. Wij mogen al eens luis
teren, wat ei- aan Fransche zijde gezegd
wordt.
Wij ontleenen een en ander aan Lecons
complètes d'histoire do France, door pro-
fesor Ducoudray, een hoek, dat in ontel
bare scholen in Frankrijk wordt gebruikt.
De schrijver, een „normalien" en „agréré
d'histoire", dus een man op de hoogte,
maakt een vergelijking tusschen Lodewijk
IX, den beroemden Saint-Louis, en Philips
den Schoonen. Ziehier zijn oordeel over
den dwingeland, die 's lands penningen
vervalscht had om zijn geldkisten te vul
len en die van Vlaanderen wilde verove
ren.
„Philips regeerde door macht en list.
Hij had groote plannen en verkreeg ern
stige uitslagen; maar hij onteerde zich
door zijn geweldenarijen tegen paus Bo
nifacius VIII, zijn wreedheden tegen de
Tempeliers, ridders-monniken, door de
.verdrukking van 't volk. Lodewijk IX
werd in den loop der eeuwen gezegend en
Philips de Schoone zal vervloekt blijven'
Dat is klaar en duidelijk niet waar. Zie
daar de man met wie de Vlamingen te
doen hadden.
Philips de Schoone had lust zijn land te
vergrooten ten koste van dat zijner nabu
ren. Hij wilde naar den Rijn om het oude
Gallië te herstellen, dat nooit een Staat is
geweest; maar hij zou er een van maken.
Doch om aan den Rijn te komen, moest hij
door Vlaanderen, en de Nederlanden la
gen in het gebied, dat de Rijn als grens
had en dat Philips tot het zijne wilde ma
ken.
Men ziet het, zulke droomen zijn geen
uitvinding der laatste jaren. Men is er in
België sinds lang het slachtoffer van. Phi
lips bediende zich ven Leliaards om on
rust te stoken in de Vlaamsche steden. Hij
lok|e den graaf van Vlaanderen naar Pa
rijs en smeet hem in do gevangenis. Le-
liaards en Klauwaarts werden tegen el
kander opgejaagd. De Leliaards waren de
„activisten" van dien tijd, actief voor
Frankrijk.
De koning zond een leger naar Vlaan
deren, om zoogenaamd den vrede te her
stellen, maar feitelijk om het in te palmen,
wat dan ook gebeurde, na den slag hij
Veurne in 1297.
Vlaanderen werd direct aan de Fransche
kroon gehecht. De trawanten van den
dwingeland kwamen den meester spelen.
Johanna, de koningin, was nijdig over de
kleederdracht der Brusselsclie vrouwen.
Voor de Fransche veroveraars was
Vlaanderen te rijk; zij zouden er hun deel
van nemen.
On exploits sans mesure ce beau pays
et ces riches bourgeois" zegt Ducoudray
in zijn aangehaald werk.
Belgenland werd dus bandeloos uitge
buit, volgens de getuigenis van een Fran
schen schrijver. De dwingelandij van een
Chatillon lokte een vreeselijke slachting
uit; de Brugsche Metten, waarbij meer
dan drieduizend Franschen vermoord wer
den. En toen zond Philips zijn uitgezocht
leger, bestaande uit al de voornaamste
ridders, om de Vlamingen te kastijden, om
alles te verpletteren, wat hun weerstand
bood. Alle evenredigheid daargelaten, was
het leger van den dwingeland voor die da
gen zoo goed ingericht als liet Duitsche
van Wilhelm. Het werd ook met hetzelfde
doeleinde in beweging gesteld. En al de
genen, die Philips plannen kenden en
goedkeurden, dachten, dat hij regelrecht
naar de overwinning ging.
- De Fransche ridders waren vertrok
ken vol hoogmoed en vertrouwen. Zij to
gen vooruit om die volders, die zij ver
achtten, te kastijden.
Doch de uitslag was gansch anders dan
zij gemeend hadden.
De Vlamingen wachtten kalm en vast
beraden het koninklijk leger af.
Ducoudray vertelt liet volgende daai
over:
Raoul De Nesle, een dapper en edelmoe
dig ridder,, raadde Albert d'Artois, den
aanvoerder, den aanval tegen de Vlamin
gen af; want hij had geraden wat er zou
kunnen gebeuren.
D'Artois wilde niet naar hem luisteren;
zinspeelde op liet huwelijk van een dei-
dochters van De Nesle met een zoon van
den graaf van Vlaanderen en wierp hem
beleedigend tegen:
- Zijt gij hang voor de wolven, of be
hoort gij tot hun bende?
Sire, antwoordde Raoul De, Nesle, in
dien gij mij wilt volgen in liet midden der
vijanden, zal ik u zoo ver leiden, dat gij
niet meer zult wederkeeren.
Zij vielen den vijand verwoed aan; doch
geen van heiden keerde weder. Zij vielen
onder de slagen der goedendags.
De slag der Gulden Sporen heeft Vlaan
deren gered, anders.waren de Belgen van
dien dag af Franschen geworden.
Philips zocht zich later te wreken. Op
den Pevelenherg werd liet Vlaamsche le
ger in 1304 door de Franschen weer aan
gevallen, en liet scheelde weinig of de ko
ning werd in zijn tent getroffen. Toen
stelde hij zich aan liet hoofd van zijn le
ger en de Vlamingen behaalden de over
winning niet. Philips had een weinig de
eer van zijn leger hersteld.
Doch de Vlamingen keerden talrijker
weer, toen Philips het beleg voor Rijsel
begon. En het is daar dat de dwingeland
uitriep: „Mais il plcut'donc des Flamands!
„Maar het regent Vlamingen" en hij
staakte den strijd.
De koning kwam in onderhandeling.
Vlaamsch Vlaanderen werd aan den zoon
van Gwijde teruggeschonken en was ver
lost van het Fransche juk. Fransch Vlaan
deren, Rijsel Dowaai, Bethune hieven ech
ter aan Frankrijk.
Men vergeet, zoo wordt in een artikel
van* de Temps gezegd, men vergeet vrij
gauw het leed van anderen. Daarom is het
nuttig aanhoudend het geheugen van de
Duitschers, onze bondgenooten en zelfs
dat van sommige Franschen op te fris-
schen, die, daar ze zelf niet geleden heb-,
hen, zelfs eenige winst gemaakt hebben in
deze ongeluksjaren, vrijwel geneigd zou
den zijn om de vergoedingen, die. slechts
aan anderen verschuldigd zijn, op te of
feren. Enkele officieele cijfers moeten
voorgelegd worden aan hen, die van een
verzachting van de bepalingen van het
vredesverdrag voor Duitschland droomen.
Uit een mededeeling van maarschalk Foch
hij de betooging, die er op 19 Juni dooi
den houd van groote Fransche vereenigin-
gen voor de nationale opleving ten bate
van het bevrijde gebied gehouden is,
blijkt, dat Frankrijk om den aanval van
Duitschland af te slaan 8.407.000 soldaten
heeft moeten mobiliseeren. Daarvan zijn
er 1.357.000 gedood en 377.000 verminkt,
wat zonder de 370.000 afgedankte te reke
nen, een verlies voor de natie heteekent
van 1.760.000 man d.w.z. ongeveer 1 man
per vijf gemohiliseerden.
Ook omtrent de verwoestingen op het
Fransche grondgebied deelt het artikel in
de Temps cijfers mede. Weet men, zoo
vraagt de schrijver, dat de Duitschers in
1 de tien gc
huizen totaal verwoest hebben en -er
277.500 onbewoonbaar gemaakt hebben, in
het geheel meer dan 570.000; dat zij 3508
fabrieken van allerlei soort vernietigd
hebben; dat zij 3.950.000 hectaren Fran
sche akkers voor langen tijd ongeschikt
voor de bebouwing gemaakt hebben en
dat er, toen de oorlog voorhij was, in de
geteisterde of verbrande Fransche plaat
sen 41 millioen kubieke meters puin, enz.
opgeruimd moesten worden. Wij zullen
thans zwijgen, zegt de schrijver in de
Temps, over de spoorwegen, de bruggen,
de wegen de bosschen, de wijngaarden,
waarvan slechts wat ijzerwerk, stof, stee-
nen of doode en verbrando stammen zijn
overgebleven. Frankrijk heeft reeds 20
miliard uitgegeven om op zijn bodem de
afschuwelijke sporen van den doortocht
der Barbaren uit te wisschen en liet is nog
nauwelijks begonnen met dat geweldige
werk. Maar het heeft nog den eersten stui
ver niet ontvangen van wat Duitschland
naar eigen bekentenis aan Frankrijk ver
schuldigd is. Een driehonderdduizend
Fransche gezinnen kunnen nog niet te-
rugkeeren in wat hun woningen waren en
wat niet meer is dan een verzameling van
bouwvallen.
Millerand en Lloyd George hebben
wederom te Bolcgne geconfereerd.
Betreffende het verzoek om een interna
tionale conferentie, dat door de sovjet-re
geering was gedaan, zal de Engelsche re
geering antwoorden aan Tscliitscherin,
dat in overeenstemming m-J. de Fransche
regeering, die conferentie niet kan plaats
hebben, tenzij de bolschewistische autori
teiten, in tegenstelling met liun tegenwoor
dige wenschen, er in toestaan, dat het lot
van Polen, erop zal worden besproken.
Indien de regeering te Moskou deze
voorwaarde aanvaardt, zal Millerand wor
den geraadpleegd over het aan het bol-
schewistische voorstel te geven gevolg, en
zal hij de voorwaarden stellen, die hij
noodig zal achten voor de erkenning van
de sovjets. De aangrenzende landen zul
len aan de onderhandelingen moeten deel
nemen.
De Engelsche premier heelt zich aange
sloten bij de Fransche stelling, door iedere
bespreking met de holschewiki in recht-
streeksche onderhandelingen uit te stel
len.
Op voorstel van minister Marsal is een
tweede belangrijk besluit genomen, be
treffende de toepassing van liet. financi-
eele gedeelte van de te Spa getroffen re
geling nopens de kolenlevering door
Duitschland. De commissie voor de scha
deloossteling zal ermee worden belast om
voor een onvoorwaardelijke uitvoering
van de overeenkomst van Spa te zorgen,
zoo wel wat betreft de door Duitschland
te leveren kolen, als wat betreft het voor
schot, dat aan dit land is toegestaan door
ile daarbij betrokken mogendheden.
Duitschland zal op 1 September 1920
aan de commissie voor de schadeloosstel
ling, Duitsche schatkistbiljetten tot een
bedrag van 60 millioen gouden marken,
van 6 pot. per jaar overhandigen. Na 1
September 1920 zal Duitschland naarmate
van de kolenlevering door Duitschland en
lë overeenkomstige voorschotten der ge
llieerden, dergelijke biljetten inleveren.
De voorschotten zullen noodzakelijkerwijs
moeten worden toegepast hij de leverin
gen.
De commissie voor de schadeloosstellin
gen zal, om zich de benoodigde middelen
te verschaffen, de bons kunnen verkoopen
if ze overdragen, met of zonder het en
dossement der betrokken geallieerde re
geeringen.
Ten slotte zal, om zoo spoedig mogelijk
het bedrag van liet te geven voorschot te
kunnen vaststellen, de commissie voor de
schadeloosstelling, het bedrag van het
maandelijks aan Duitschland te verleenen
voorschot, voorloopig op 40 mark per ton
kunnen bepalen, onder voorbehoud van
een latere verbetering.
Aldus zal de Fransche schatkist kunnen
worden verlicht van de aan Duitschland
uit te keeren voorschotten, ter uitvoering
van het verdrag van Spa, door een een
voudige bankzaak -van afrekening op de
goederen.
Uit Lloyd's scheepvaartlijst blijkt
dat de ruimte aan stoomschepen, thuisbe-
hoorende in de voornaamste zeevarende
landen van de wereld in Juni 1920 in to
taal 53.905.000 ton of 8.501.000 meer dan
in Juni 1914 bedroeg. Duitschland is hier
niet in begrepen.
De Engelsche ruimte aan stoomschepen
bedraagt 18.11.00 ton, vermindering tegen
over 1914 van 781.000 ton; Britsche domi
nions 2.032.000 ton, vermeerdering 400.000
ton; Amerika, de'stoomschepen op de me
ren niet meegerekend, 2.406.000 ton, ver
meerdering 10.379.000 ton; Frankrijk
2.963.000 ton, vermeerdering 1.041.000, Ne
derland 1.773.000 ton, vermeerdering dus
301.000 ton; Italië 2.118.000 ton, vermeerde
ring 688.000 ton; Japan 2.996.000, vermeer
dering 1.288.0O0; Noorwegen 1.980.000 ton,
vermeerdering 23.000 ton; Zweden 996.000
ton, vermindering 19.000 ton; Griekenland
heeft een vermindering van 324.000 ton.
In de getallen voor Engeland, Frank
rijk en Italië is een groote vijandelijke
tonnenmaat begrepen, die voorloopig aan
die landen is toegewezen.
Voor Lloyd George zich gisteren met
zijn collega's en deskundigen te Folkesto-
ïteisterde departementen 297.271 gne naar Boulogne inscheepte, waren de