DE ECHO VAN HET ZUIDEN
Derde Blad.
Gemeenteraad van Waalwi|k
EEN EDEL HART.
Hevige gevechten in de Kamer
FEUILLETON.
België.
NUMMER 61
ZATERDAG 31 JULI
42e Jaargang.
Openbare vergadering van den rood
dezer gemeente op Donderdag 29 Juli des
avonds ten kwart voor zeven uur.
Voorzitter Edelachtb. heer Surmcnt de
Bas Smeele.
Ongeveer 7 uur opent de voorzitter de
vergadering; afwezig de heer I'mimer-
mans-Verschure.
De voorzitter opent de vergadering, heet
allen welkom in het bijzonder den heer
Gragtmans die na eene ernstige ongesteld
heid weer tegenwoordig is. Spr. v.e.isent
hem geluk met zijn herstel en spreekt den
wensch uit dat hij nog vele jaren in de
beste gezondheid zijn gewaardeerde dien
sten aan de gemeente kan bewijzen
De heer -Gragtmans dankt voor de ge
sproken woorden en kan niet anders wen-
schen dan dat ze in vervulling mogen
gaan.
De notulen der vorige vergadering wor
den na voorlezing onveranderd goedge
keurd en vastgesteld. f
Aan de orde:
1. Ingekomen stukken.
Schrijven van Ged. Staten, houdende
het bericht dat zijn goedgekeurd: de ver
ordening tot wijziging der algemeene pl
politieverordening, de verordening op de
winkelsluiting en de verordening ter be
teugeling van het gebruik van tabak door
kinderen.
De Voorzitter merkt op dat al deze ver
ordeningen Zaterdag zijn afgekondigd en
derhalve Woensdag reeds van kracht zijn
geworden.
Aankoop sproeiwagen.
De Voorzitter:
Reeds jaren lang is van verschillende
zijden de wenschelijkheid te kennen ge
geven, van gemeentewege een sproeiwa
gen aan te koopen om daarmede de stot-
plaag in onze straten te bestrijden. Een
besluit tot aankoop werd echter niet ge
nomen, omdat men terugschrikte voor de
kosten. Niet alleen de kosten van aankoop
waren daarop van invloed doch ook die
van bediening en waterverbruik.
Nu de gemeente echter sedert eenigeiv
tijd zelf twee paarden houdt en de water
leiding in gemeentebeheer is overgegaan
is tenaanzien van de kosten van bediening
en waterverbruik een geheel andere toe
stand ontstaan.
Voor eenige weken werd ons door een
Duitsche firma een aanbieding gedaan
voor een sproeiwagen op belangrijk voor-
deeliger conditie's dan de Nederlandsche
fabrikaten kunnen worden geleverd. De
fabrikant was bereid de machine die te 's-
Hertogenbosch was opgeslagen, op proef
te leveren onder conditie, dat een beslis
sing tot aankoop terstond zou volgen.
De aanbieding (f 2.200.—) kwam ons zoo
aantrekkelijk voor, dat wij de machine op
proef lieten komen en nadat hare uitste
kende werking kon worden geconstateerd,
tot aankoop besloten. Weliswaar werd
door Uwen Raad daartoe nog geen erediet
gegeven, doch wij hebben gemeend met al
dus te besluiten te hebben gehandeld in
den geest Uwer vergadering.
Wij vertrouwen dan ook dat U aan ons
besluit Uwe goedkeuring zal willen hecli-
Veto »DE ECHO VAN HET ZUIDEN".
ten.
Met algemeene stemmen wordt de aan
koop goedgevonden.
Vaststelling van een besluit tot wijzi
ging der Algemeene Plaatselijke politie
verordening.
Naar aanleiding der bespreking in de
vorige vergadering stellen Burg. en Weth.
voor de maximum snelheid aan het Hoek-
einde en Nieuwstraat vast te stellen op 15
K. M. en overigens op 20 K. M.
Brekelmans. Dus overal 20 K.M. behalve
aan het Hoekeinde.
Voorzitter. Alleen aan het Hoekeinde en
Nieuwstraat 15 K.M. Dat was vroeger 10
K. M. Ik deel de heeren verder nog mede
dat ik de processen-verbaal die er zijn ge
maakt, en dat zijn er vele, eens heb nage-
134)
Omgewerkt uit het Fransch.
VIERDE DEEL.
Maar welke angst vervulde zijn vader
hart!Waagde hij, inderdaad, niet te
veel?Wat ramp, indien hij niet mocht
slagen in zijne poging om Diane op hee-
terdaad te betrappen, zonder dat Souri-
quette gevaar liep!
En die arme Souriquette, nog zoo zwak,
schier nog worstelende tegen den dood, 't
is te zeggen, beroofd van haar gewone
kracht en vastberadenheid, wat ijselijken
angst moest zij niet uitstaan!.... Onder
hare half gesloten oogleden zag het arme
kind hare onverbiddelijke doodsvijandin
op eenige stappen van hare sponde geze
ten; zij raakte bijna het voeteneinde
ZU zag#haar hardvochtig, ijzingwekkend
gelaat, thans niet verborgen achter een
masker van schijnheiligheid, want de mar
kiezin meende dat haar slachtoffer slui
merde.
In de angstwekkende nachtelijke stilte,
in de eenzaamheid welke haar omringde,
terwijl haar hart onstuimig klopte, vroeg
Souriquette zich af, evenals Laure, even
als Maurice, of Jacques wel de macht zou
hebben haar te redden. Bij iedere bewe
ging van Diane, bij 't krassen van een
meubel, werd het arme meisje koud van 't
hoofd tot de voeten, rilde zij van koorts en
zien. Er is echter nooit een verbaal ge
maakt dan wanneer meer dan 19 K. M.
werd gereden. Van J5 of 10 was er geen
sprake van. De conclusie laat ik dus aan de
heeren over, die trek ik liever niet.
Brekelmans. Daar blijkt uit dat 't moei
lijk is om 15 K.M. te rijden.
Voorzitter. In de vorige vergadering is
door de leden geconstateerd dat men ge
makkelijk 15 K. M. kan rijden.
De hr. Schambergen zegt dat het hem is
opgevallen, dat zooveel jongens, kinderen
van 14, 15 en 10 jaar, voor voerlui spelen.
Aanbeveling verdient het dat daar eens
het oog op wordt gevestigd, want indien
een paard schichtig wordt, dan kunnen
die kinderen het absoluut niet regeeren.
Groote menschen hebben dan hun handen
vol om het in toom te houden. Spr. geeft
in overweging in de verordening eene be
paling te doen opnemen, dat jongens on
der de 17 of 16 jaar niet voor voerman
mogen spelen. Hij ziet jongens dikwijls
met vrachten van 3 a 4000 K. G. van Don
gen komen rijden. Als 'n paard, voor zoo'n
wagen gespannen schichtig wordt, wat zal
zoo'n kind dan doen?
De heer Klijberg geeft in overweging
nog niet meerdere verordeningen in het
leven te roepen. Ze zijn zoo moeilijk te
controleeren en daarom vreest hij dat men
er niet veel mee zal opschieten.
De heer Schambergen zegt dat zoo'n
verordening al voldoende werkt omdat het
de menschen aanzet geen kinderen voor
voerman te laten spelen. De politie heeft
er geen last mee en wat mijnheer Klijberg
zegt, heeft dan ook geen doel, zegt spr.
Voorziter. Het gaat er niet om of de
agenten wat meer werk krijgen, dat is ook
de bedoeling niet van den heer Klijberg,
geloof ik.
Brekelmans. Ik geloof dat de heer
Schambergen nog weinig met paarden
heeft gereden anders zou hij zoo niet spre
ken. Een mak paard kan een jongen even
goed rijden als iemand van jaren en zit
er in een paard temperament, dan zal dat
niemand door een jongen laten rijden.
Voorzitter. Wat denkt u ervan, mijnheer
van den Broek.
Van den Broek. Een paard van een
voerman ot" boer weet zelf wel den weg en
is een paard lastig, dan heeft zelfs de
knapste voerman er veel last mede en dik
wijls gaat zoo'n jongen, omdat hij vrijpos
tiger is, er nog gemakktflijker mee om.
Jongens zijn niet zenuwachtig en gaan
er meer te goedertrouw mee om en krij
gen daarom zelden of nooit ongelukken.
Verwiel. Ik geloof dat dit bij Rijkswet
is geregeld.
Voorziter. Dat geloof ik niet, wel bij
arbeidswet, dat zou kunnen.
Schambergen. Als de raad zegt dat het
geen doel heeft dan is het mij goed, en
legt het niet aan mij als er vroeg of laat
een ongeluk gebeurt.
Voorzitter. Ik. zou de macht aan de ou
ders laten. Deze moeten niet toestaan dat
hun kinderen voor voerman spelen maar
om het kind door allerlei verordeningen te
dwingen, durf ik ontraden.
Roggeveen. In de vorige raadsvergade
ring is gezegd dat per nacht 80 Kubieke
meter water wordt vermorst. Ik heb daar
eens over nagedacht, en ben tot de con
clusie gekomen dat dit verlies ontzettend
is. Dat is meer dan 5000 emmers water per
nacht. Zou het niet kunnen zijn dat er
ergens een lek is.
Voorziter. Voor dat het bedrijf in han
den der gemeente was, was dit verlies nog
erger. Men heeft toen eens nauwkeurig
nagegaan en gezegd werd-dat er geen lek
was dus dat het groote verlies daardoor
niet kan ontstaan. Men schreef het toen
ook toe aan vermorsing of slordigheid.
Feit is het dat er nu, zij het niet meer in
die mate, 's nachts dat verlies plaats heeft.
De Waterleiding Maatschappij heeft er
vroeger reeds op laten letten. Hoorde men
's nachts de kraan loopen, dan werden de
menschen gewekt en aangezegd de kraan
toe te draaien.
Roggeveen. Vindt de directeur dat ver
lies normaal.
Voorzitter. Neen, die vindt het heel erg.
Schambergen. Is het reeds geconsta
teerd in welke maanden het t ergste is, s
winters of, zomers. Ik heb wel eens gezien,
toen ik na bezetten tijd over straat ging,
dat ej- uit de straat water spoot, zooveel of
er een zware regenbui hing. Dan zal er
wel tweemaal 80 kubieke meter water wor
den vermorst. Dat heb ik 's nachts zeil wol
eens gezien. Ik vraag daarom ol s win
ters zooveel vermorsing plaats heeft als
zomers.
Voorzitter. Zomers heeft er meer ver-
morfcing plaats dan 's winters, dat is ge
constateerd door de directie van vroeger.
Wij hebben dit echter nog niet kunnen
constateeren.
Roggeveen. Ik zou er de directie er toch
op willen wijzen dat 5000 emmers water
van 15 liter zooveel is.
Voorzitter. Er is vroeger een moment
geweest dat de vermorsing nog veel groo-
ter was. Toen was het ongelooflijk.
Roggeveen. Ik heb in de courant gele
zen dat door het gemeentebestuur van Ca-
pelle en Vrijhoeve-Cappelle gevraagd is
om voorwaarden van aansluiting op te ge
ven en dat ze niet eens antwoord hebben
gekregen. Is dat antwoord al gezonden.
Nu het Rijk groote subsidie gaat geven
daarvoor, hebben wij ons juist tot de re
geering gewend.
Brekelmans. Ik durf het dagelijksch be
stuur in overweging te geven de straat
tussehen de St. Antoniusstraat en St
Chrispijnstraat nog voor de winter wat
te laten verharden. Deze winter is het er
niet begaanbaar geweest.
Voorzitter. Weet u wel dat het daar een
polderweg is.
Brekelmans. Alle wegen zijn verhard
en nu durf ik het dagelijksch bestuur in
overweging geven daar ook verbetering
te laten aanbrengen.
Klijberg. Dat is een polderweg welke
dient voor de landbouwers naar de daar
gelegen landerijen. Dat het in de le Zeine
wat is verhard komt omdat in overleg met
het polderbestuur dit is gedaan omdat
daar zooveel woningen staan en het er
steeds een modderpoel is. Hier is het ech
ter een geheel andere toestand, hier is een
goed en tamelijk breed trottoir waarvan
men gehruik kan maken. Het verharden
van dien weg is voor den polder en daar
hebben wij niets mee te maken. Ik heb wel
eens van een polderlid hooren zeggen dat
voor hun doen die weg daar goed is.
Voorzitter. Beter zal het zijn dat de heer
Brekelmans, die zelf lid is van de bouw
commissie die zaak eerst daar eens be
spreekt en dan met een afgerond voorstel
komt,- Gevraagd kan dan worden of het
polderbestuur genegen is eene bijdrage
te verleenen.
Brekelmans. Dat zal ik doen. Mijn opzet
is maar, dat ook een groentenwagen in de
Chrispijnstraat kan komen in de winter
dagen. Met genoegen zal ik het in de
bouwcommissie waarvan de heer Klij
berg voorzitter is, ter sprake brengen.
Aange'zien niemand meer het woord ver
langt, sluit ,de Voorzitter (1e openbare ver
gadering en gaat de raad over in geheim
comité ter bespreking en vaststelling van:
a. Het kohier van de straatbelasting
1919;
b. het kohier van den Hoofdelijken
omslag 1919;
c. Reclames Hoofd. Omslag.
kwam er als het ware een waas voor hare
oogen.
Reeds lang had het geluid der trams op
gehouden, geen rijtuig kwam meer dooi
de straat gerold; de laatste geruchten van
Parijs dat zich vermaakt of arbeidt, waren
verzwonden, zonder dat, evenwel het hot
sen en rossen der groentekarren, welke
ter vroegmarkt reden, het hernemen van
leven en beweging aankondigde.
Het sloeg twee uur op de groote klok
der fabriek.
Diane, zonder zich op hare plaats te ver
roeren, zag scherp naar Henriette. Het
meisje hield zich alsof ze sliep.
Dan stond de markiezin recht, zich stil
bewegende gelijk eene schaduw, en met
denzelfden zachten stap dien men bij spo
ken veronderstelt, sloop zij naar een ta
feltje op welk een nachtlamp met zachten
schijn brandde. Daar ook stond de tas,
welke den verfrisschenden en opwekken-
den drank bevatte waar de zieke zich tel
kens mede laafde bij haar ontwaken.
Diane tastte in haren zak; maar alvo
rens het fleschje dat de doodelijke likeur
bevatte, te voorschijn te halen, keek zij
eerst goed rond, als had zij een voorge
voel dat zij bespied werd.
De kamer, half verlicht door den schijn
der nachtlampen, was als een zinnebeeld
van rust, kalmte en vrede. Juffrouw Val-
lauris scheen dieper dan ooit te zijn inge
sluimerd. Haar beziende, voelde Diane
haar hart branden van haat.
Met een snelle, vastberaden beweging
haalde zij het platte, half gevulde flesch
je uit haren zakhet hield de groene
vloeistof in, welke zij te Argelles had ge
trokken uit giftige kruidenZij deed
den stop van het fleschje, en, zonder dat
hare hand beefde, zonder dat hare donke-
Regeeringsmaatregelen.
De Belgische Kamer heeft heden een
somberen dag beleefd, zooals er nog geen
in Ifare historie werd aangeschreven.
Betoogende oud-strijders hebben met
geweld het parlementsgebouw veroverd
en er een kleine revolutie gemaakt.
Gelijk men weet, zou de Kamer heden
middag beslissen over de houding tegen-
over de eischen der oud-strijders. De
minister van oorlog, Janson, heeft twee
dagen geleden een wetsontwerp inge
diend, waarbij een fonds wordt gesticht,
dat 20 jaar zou duren en waarin de
regeering voor het eerste 50 millioen
zou storten.
De oud-strijders eischen echter een
dotatie ineens en waren geenszins met
het voorstel-Janson tevreden. Om dit aan
de Kamer duidelijk te maken, hadden
de organisaties der oud-strijders heden
een betooging voor het parlement op
touw gezet.
Ofschoon de tijd tot organisatie der
betooging slechts zeer kort was, waren
duizenden oud-strijders uit alle deelen
van België, vooral uit Vlaanderen, naar
Brussel gekomen Hun stoet reikte van
de Rue de Brabant tot aan de Place
Madou.
Toen de betoogers naar de Kamer
wilden trekken, werd hun bij de Rue
de la Loi den weg door de politie af
gesneden. Zij mochten niet voor het
gebouw der Kamer komen. De Rue de
la Loi is een neutrale zóne, waar vol
gens de wet geen enkele betooging mag
plaats hebben.
Dit prikkelde de manifestanten ten
zeerste. Hier en daar hadden reeds bot
singen plaats met depolitie. Eendeputatie
der oud-strijders werd door den voorzitter
der Kamer ontvangen en deze werd toen
uitgenoodigd. op de presidentstribune
de kamerzitting bij te wonen.
Onder groote spanning begon eindelijk
te half 4 de behandeling der oud-strij
ders-kwestie. Brunet, de voorzitter hield
een geestdriftige rede. waarin hij mede-
deeling deed van zijn onderhoud met
de deputatie der oud-strijders.
Zij hebben gesproken, zoo zeide hij,
in militaire taal, maar beloofd, dat de
orde niet zal verstoord worden.
Ik heb hun gezegd, dat heel het land
hun erkentelijk is.
(Langdurige toejuichingen).
Ik stel voor, de kwestie te verdagen,
wijl men niet den indruk mag krijgen,
dat de kamer zal handelen onder de
pressie der betooging.
(Langdurige toejuichingen).
De kamer staat recht. Ik zeg dit, om
dat er kamerleden zijn, die een onmid
dellijke beslissing wilden.
De katholiek Pirmez, een der voor
vechters der oud-strijders, vraagt daarop
de kwestie tot morgen te verdagen, wijl
er dan geen betooging zal zijn.
(Afkeurend gemompel).
Een afgevaardigde der oud-strijdersI
van Remortelle wil het woord voeren,
maar de heele kamer overschreeuwt j
hem. Hij heeft plaats genomen in een'
bank der liberale zijde, maar Mechelinckj
jaagt hem er uit onder toejuichingen
der kamer.
Remortelle verklaart, dat de betooging
niet als pressie bedoeld is. Daarna komt
De Klerk van de frontpartij aan het
woord. „Onze jongens zijn gekomen",!
zoo zegt hij, „om te vernemen wat de
kamer wil en nu wilt gij hun niet eens!
een boodschap geven en hun alleen i
zeggen; „gij kunt gaan en wij zullen
u antwoorden als het ons belieft." De
kamer onderbreekt den spreker, maar hij
wijst de socialisten en de anderen op
hun houding, welke niet democratisch is.
Maes heeft een geweldige scheldpartij
met den liberaal Crik. Tenslotte waar
schuwt De Klerk de kamer voor dc|
gevolgen.
De socialist Mathieu verklaart daarop,
dat hij en zijn vrienden een motiej
hadden ingediend, om den oud-strijders
een dotatie te geven, maar gezien de]
betooging trekt hij zijn motie in (Al
gemeene toejuichingen.)
Nauwelijks zijn deze toejuichingen tot
bedaren gekomen, of in de kamer ont
staat een onbeschrijfelijke opwinding3
De kamerbedienden snellen naar den uit'
gang, vanwaar men rumoerige stemmen]
hoort. De betoogers hebben het cordor,
der politie met geweld doorbroken, allesf
neerslaande wat er op hun weg kwamj
De Kamer bestormd
Onder oorverdoovend lawaai bereikei I
de benden eindelijk de zittingszaal. Du
kamerknechten worden omver geloopen
Eenige der dapperste kamerleden, zooak
Hubin, verscheidene anderen trekker
weg willen de zaal verdedigen, maaij
worden tegen den grond geslagen.
De betoogers bestormen de sprekers
tribune en zetten hun vlaggenstok vooij
den neus van Brunet, den voorzitter.
De heele zaal stroomt vol. Het ge
schreeuw der bende, waarvan sommigerj
op de tafel der stenografen klimmerj
en anderen echte „sjappies" met petten!
plaats nemen op de ministerieele banken j
overstemt alles.
De meeste kamerleden hebben he
lokaal verlaten, zoo o.a. de ministe;
van oorlog Janson, om wien de bel
toogers onophoudelijk schreeuwen. Dt
anderen staan met gekruiste armen ei
bleeke gezichten dit helsche lawaa'
gade te slaan en te luisteren naar d<
overweldigende kreten der compactij
massa. De bende huilt als bezeten
re, ijselijke oogen, eenige aarzeling lie
ten blijken, goot zij den inhoud uit in de
tas welke lauw gehouden werd boven een
lampje.
Maar nog was het fleschje niet geheel
geledigd, of een kreet van smart en razer
nij ontsnapte hare lippen, terwijl haar
geest, met schrik geslagen, als krankzin
nig werd.
Jacques de Rhodes was als uit den
grond opgerezen en had hare hand ge
vat, die misdadige hand welke nog het ver
gif vastklemde, maar verplet werd tus
sehen zijn stalen vingers.
Ha! ellendige giftmengsteiy moorde
nares, die al de mijnen van 't leven beroof
de, eindelijk snap ik u!
Er viel niet meer te protesteeren, niet
meer te loochenen, niet meer te liegen!..
Nochtans, niet lang bleef de markiezin
onder den indruk van den schrik, waarme
de het verschijnen van den graaf haar ge
slagen had; met een heftig gebaar poogde
zij het lampje en den vergiftigden drank
ten gronde te werpen. Jacques raadde
haar inzicht en zijn armen rond Diane's
lenden slaande, trok hij haar te midden
der kamer.
Veroer u niet, of ik vermorzel u,
mompelde hij, haar onbeweeglijk en
machteloos houdende.
Terzelfder tijd verschenen Laure en
Maurice.
Komt! zei de graaf, komt de misdaad
vaststellen dier elendelinge; help mij,
mijnheer Vallaux-is, haar stevig binden,
opdat zij wel gevoele dat ze in onze macht
is. Gij, mevrouw, vervolgde hij, neem die
tas met haren inhoud, daar, op 't nachtta
feltje uwer dochter en sluit ze zorgvuldig
weg. Dat is het bewijs van de misdadige
poging van dit afschuwelijke schepsel, dat
we, zoodra het volop dag is, aan het parket
zullen overleveren.
Het parket!Bij die woorden viel
Diane, wier trotsch gelaat tot dan toe
strak gebleven was, op hare knieën.
Genade! murmelde zij. Ik zal me doo-
den, zoo ge wilt, maar stort me niet in 't
verderf, onteert me niet!
En met weergalooze onbeschaamdheid
voegde zij er bij:
Peter, ik vraag het u in den naam
uwer kleindochter, die ik groot gebracht
heb!
Hij duwde haar zoo geweldig van zich
af, dat Diane eenige stappen verrolde.
Ellendige, stiet hij uit, bijna stikken
de van verontwaardiging, durft gij nog
liegen en bedriegen, en spreken van het
kind dat gij, duivel weet waar, opgeraapt
of voor eenige zilverlingen gekocht heb en
dat ge zoo bedorven hebt éls gezelf zijt!
Maar gij weet wel dat mijn kleindochter,
het kind van Marguerite, de eenige echte
en wettige, de jonkvrouw is die daar op 't
bed uitgestrekt ligt, en die bijna stierf
door uw vergif.En daar twijfelt gij
zoo weinig aan, dat ge daareven poogdet
uw werk te voltrekken.. Ha! ge zult nu
niet meer loochenen, nu gij overtuigd zijt
dat ik alles ontdekt heb.
Zij richtte zich op.
't Is niet waar, sprak zij, Inès is uw
wettige kleindochter, het kind van Margu-
rite en Fabien. Al wat ge daar zegt be
rust enkel op inbeelding, kunt gij niet be
wijzen, en diensvolgens zal niemand u ge-
looven.
Niet bewijzen?Zijt gij daar zoo
zeker van giftmengster?.
De kalme en vastberaden oogslag van
Jacques ontstelde mevrouw d'Argelles ge
heel.
Mijnheer de Rhodes ging voort:
Mad. Duvigneau is niet dood.. Wijl
hebben haar weergevonden en zij heeft
gesproken.
Zij heeft gelogen.
Zij deed meer dan spreken, zij over-l
handigde ons eenen brief,'geteekend: I>.
de Surgères, welks geschrift niet kan ge-|
loochend worden.
Vele geschriften gelijken op andere.
Er is wat anders. En om u te toonenl
dat ik u thans niet meer vrees, lever ik u|
al mijne bewijzen af!
De spottende toon welke Jacques aan-1
sloeg, deed het gelaat der markiezin groen
worden van machtelooze razernij.
Clémence Foulon heeft papieren na-I
gelaten vervolgde de graaf, duidelijk en
zeer omstandig verhalende wat er over een
goede twintig jaar gebeurd is. We zullen1
ons van die stukken bedienen..
Clémence was een oude zottin, ver
slaafd aan den drank. Dat zal ieder getui
gen die haar gekend heeft. Zij heeft ijl-1
hoofdigheden neergeschreven, wanneer]
haar brein door den drank verhit was.
En de omstandige belijdenis van]
markies d'Argelles, geschreven nadat gij1
de misdaad der rue Fontaine-au-Roi pleeg-1
det, toen hij gekweld werd door gewetens
wroeging; denkt gij dat ook dit bewijs
niet tellen zal?.. Ik denk er anders over.
en ik ben'zeker dat dit enkele stuk vol
staat om aan de wpttige dochter van Mar
guerite de Rhodes en Fabien d'Argelles]
den burgerlijken stand weer te schenken
dien gij haar ontstolen hebt.
Die laatste slag deed Diane wankelen.
Het kon haar niet in 't gedacht komen Jac
ques niet te gelooven, wanneer hij sprak
en bevestigde.
(Wordt vervolgd.)
Voor/.itter. Wij hadden gemeend daar
omtrent ons eerst tot de Regeering te moe
ten wenden. Toen we van de regeering
antwoord hebbeil ontvangen, hebben wij
de bedoelde gemeentebesturen aanstonds
antwoord gegeven.