DE ECHO VAN HET ZUIDEN Derde Blad. Gemeenteraad van Waalwi|k EEN EDEL HART. Hevige gevechten in de Kamer FEUILLETON. België. NUMMER 61 ZATERDAG 31 JULI 42e Jaargang. Openbare vergadering van den rood dezer gemeente op Donderdag 29 Juli des avonds ten kwart voor zeven uur. Voorzitter Edelachtb. heer Surmcnt de Bas Smeele. Ongeveer 7 uur opent de voorzitter de vergadering; afwezig de heer I'mimer- mans-Verschure. De voorzitter opent de vergadering, heet allen welkom in het bijzonder den heer Gragtmans die na eene ernstige ongesteld heid weer tegenwoordig is. Spr. v.e.isent hem geluk met zijn herstel en spreekt den wensch uit dat hij nog vele jaren in de beste gezondheid zijn gewaardeerde dien sten aan de gemeente kan bewijzen De heer -Gragtmans dankt voor de ge sproken woorden en kan niet anders wen- schen dan dat ze in vervulling mogen gaan. De notulen der vorige vergadering wor den na voorlezing onveranderd goedge keurd en vastgesteld. f Aan de orde: 1. Ingekomen stukken. Schrijven van Ged. Staten, houdende het bericht dat zijn goedgekeurd: de ver ordening tot wijziging der algemeene pl politieverordening, de verordening op de winkelsluiting en de verordening ter be teugeling van het gebruik van tabak door kinderen. De Voorzitter merkt op dat al deze ver ordeningen Zaterdag zijn afgekondigd en derhalve Woensdag reeds van kracht zijn geworden. Aankoop sproeiwagen. De Voorzitter: Reeds jaren lang is van verschillende zijden de wenschelijkheid te kennen ge geven, van gemeentewege een sproeiwa gen aan te koopen om daarmede de stot- plaag in onze straten te bestrijden. Een besluit tot aankoop werd echter niet ge nomen, omdat men terugschrikte voor de kosten. Niet alleen de kosten van aankoop waren daarop van invloed doch ook die van bediening en waterverbruik. Nu de gemeente echter sedert eenigeiv tijd zelf twee paarden houdt en de water leiding in gemeentebeheer is overgegaan is tenaanzien van de kosten van bediening en waterverbruik een geheel andere toe stand ontstaan. Voor eenige weken werd ons door een Duitsche firma een aanbieding gedaan voor een sproeiwagen op belangrijk voor- deeliger conditie's dan de Nederlandsche fabrikaten kunnen worden geleverd. De fabrikant was bereid de machine die te 's- Hertogenbosch was opgeslagen, op proef te leveren onder conditie, dat een beslis sing tot aankoop terstond zou volgen. De aanbieding (f 2.200.—) kwam ons zoo aantrekkelijk voor, dat wij de machine op proef lieten komen en nadat hare uitste kende werking kon worden geconstateerd, tot aankoop besloten. Weliswaar werd door Uwen Raad daartoe nog geen erediet gegeven, doch wij hebben gemeend met al dus te besluiten te hebben gehandeld in den geest Uwer vergadering. Wij vertrouwen dan ook dat U aan ons besluit Uwe goedkeuring zal willen hecli- Veto »DE ECHO VAN HET ZUIDEN". ten. Met algemeene stemmen wordt de aan koop goedgevonden. Vaststelling van een besluit tot wijzi ging der Algemeene Plaatselijke politie verordening. Naar aanleiding der bespreking in de vorige vergadering stellen Burg. en Weth. voor de maximum snelheid aan het Hoek- einde en Nieuwstraat vast te stellen op 15 K. M. en overigens op 20 K. M. Brekelmans. Dus overal 20 K.M. behalve aan het Hoekeinde. Voorzitter. Alleen aan het Hoekeinde en Nieuwstraat 15 K.M. Dat was vroeger 10 K. M. Ik deel de heeren verder nog mede dat ik de processen-verbaal die er zijn ge maakt, en dat zijn er vele, eens heb nage- 134) Omgewerkt uit het Fransch. VIERDE DEEL. Maar welke angst vervulde zijn vader hart!Waagde hij, inderdaad, niet te veel?Wat ramp, indien hij niet mocht slagen in zijne poging om Diane op hee- terdaad te betrappen, zonder dat Souri- quette gevaar liep! En die arme Souriquette, nog zoo zwak, schier nog worstelende tegen den dood, 't is te zeggen, beroofd van haar gewone kracht en vastberadenheid, wat ijselijken angst moest zij niet uitstaan!.... Onder hare half gesloten oogleden zag het arme kind hare onverbiddelijke doodsvijandin op eenige stappen van hare sponde geze ten; zij raakte bijna het voeteneinde ZU zag#haar hardvochtig, ijzingwekkend gelaat, thans niet verborgen achter een masker van schijnheiligheid, want de mar kiezin meende dat haar slachtoffer slui merde. In de angstwekkende nachtelijke stilte, in de eenzaamheid welke haar omringde, terwijl haar hart onstuimig klopte, vroeg Souriquette zich af, evenals Laure, even als Maurice, of Jacques wel de macht zou hebben haar te redden. Bij iedere bewe ging van Diane, bij 't krassen van een meubel, werd het arme meisje koud van 't hoofd tot de voeten, rilde zij van koorts en zien. Er is echter nooit een verbaal ge maakt dan wanneer meer dan 19 K. M. werd gereden. Van J5 of 10 was er geen sprake van. De conclusie laat ik dus aan de heeren over, die trek ik liever niet. Brekelmans. Daar blijkt uit dat 't moei lijk is om 15 K.M. te rijden. Voorzitter. In de vorige vergadering is door de leden geconstateerd dat men ge makkelijk 15 K. M. kan rijden. De hr. Schambergen zegt dat het hem is opgevallen, dat zooveel jongens, kinderen van 14, 15 en 10 jaar, voor voerlui spelen. Aanbeveling verdient het dat daar eens het oog op wordt gevestigd, want indien een paard schichtig wordt, dan kunnen die kinderen het absoluut niet regeeren. Groote menschen hebben dan hun handen vol om het in toom te houden. Spr. geeft in overweging in de verordening eene be paling te doen opnemen, dat jongens on der de 17 of 16 jaar niet voor voerman mogen spelen. Hij ziet jongens dikwijls met vrachten van 3 a 4000 K. G. van Don gen komen rijden. Als 'n paard, voor zoo'n wagen gespannen schichtig wordt, wat zal zoo'n kind dan doen? De heer Klijberg geeft in overweging nog niet meerdere verordeningen in het leven te roepen. Ze zijn zoo moeilijk te controleeren en daarom vreest hij dat men er niet veel mee zal opschieten. De heer Schambergen zegt dat zoo'n verordening al voldoende werkt omdat het de menschen aanzet geen kinderen voor voerman te laten spelen. De politie heeft er geen last mee en wat mijnheer Klijberg zegt, heeft dan ook geen doel, zegt spr. Voorziter. Het gaat er niet om of de agenten wat meer werk krijgen, dat is ook de bedoeling niet van den heer Klijberg, geloof ik. Brekelmans. Ik geloof dat de heer Schambergen nog weinig met paarden heeft gereden anders zou hij zoo niet spre ken. Een mak paard kan een jongen even goed rijden als iemand van jaren en zit er in een paard temperament, dan zal dat niemand door een jongen laten rijden. Voorzitter. Wat denkt u ervan, mijnheer van den Broek. Van den Broek. Een paard van een voerman ot" boer weet zelf wel den weg en is een paard lastig, dan heeft zelfs de knapste voerman er veel last mede en dik wijls gaat zoo'n jongen, omdat hij vrijpos tiger is, er nog gemakktflijker mee om. Jongens zijn niet zenuwachtig en gaan er meer te goedertrouw mee om en krij gen daarom zelden of nooit ongelukken. Verwiel. Ik geloof dat dit bij Rijkswet is geregeld. Voorziter. Dat geloof ik niet, wel bij arbeidswet, dat zou kunnen. Schambergen. Als de raad zegt dat het geen doel heeft dan is het mij goed, en legt het niet aan mij als er vroeg of laat een ongeluk gebeurt. Voorzitter. Ik. zou de macht aan de ou ders laten. Deze moeten niet toestaan dat hun kinderen voor voerman spelen maar om het kind door allerlei verordeningen te dwingen, durf ik ontraden. Roggeveen. In de vorige raadsvergade ring is gezegd dat per nacht 80 Kubieke meter water wordt vermorst. Ik heb daar eens over nagedacht, en ben tot de con clusie gekomen dat dit verlies ontzettend is. Dat is meer dan 5000 emmers water per nacht. Zou het niet kunnen zijn dat er ergens een lek is. Voorziter. Voor dat het bedrijf in han den der gemeente was, was dit verlies nog erger. Men heeft toen eens nauwkeurig nagegaan en gezegd werd-dat er geen lek was dus dat het groote verlies daardoor niet kan ontstaan. Men schreef het toen ook toe aan vermorsing of slordigheid. Feit is het dat er nu, zij het niet meer in die mate, 's nachts dat verlies plaats heeft. De Waterleiding Maatschappij heeft er vroeger reeds op laten letten. Hoorde men 's nachts de kraan loopen, dan werden de menschen gewekt en aangezegd de kraan toe te draaien. Roggeveen. Vindt de directeur dat ver lies normaal. Voorzitter. Neen, die vindt het heel erg. Schambergen. Is het reeds geconsta teerd in welke maanden het t ergste is, s winters of, zomers. Ik heb wel eens gezien, toen ik na bezetten tijd over straat ging, dat ej- uit de straat water spoot, zooveel of er een zware regenbui hing. Dan zal er wel tweemaal 80 kubieke meter water wor den vermorst. Dat heb ik 's nachts zeil wol eens gezien. Ik vraag daarom ol s win ters zooveel vermorsing plaats heeft als zomers. Voorzitter. Zomers heeft er meer ver- morfcing plaats dan 's winters, dat is ge constateerd door de directie van vroeger. Wij hebben dit echter nog niet kunnen constateeren. Roggeveen. Ik zou er de directie er toch op willen wijzen dat 5000 emmers water van 15 liter zooveel is. Voorzitter. Er is vroeger een moment geweest dat de vermorsing nog veel groo- ter was. Toen was het ongelooflijk. Roggeveen. Ik heb in de courant gele zen dat door het gemeentebestuur van Ca- pelle en Vrijhoeve-Cappelle gevraagd is om voorwaarden van aansluiting op te ge ven en dat ze niet eens antwoord hebben gekregen. Is dat antwoord al gezonden. Nu het Rijk groote subsidie gaat geven daarvoor, hebben wij ons juist tot de re geering gewend. Brekelmans. Ik durf het dagelijksch be stuur in overweging te geven de straat tussehen de St. Antoniusstraat en St Chrispijnstraat nog voor de winter wat te laten verharden. Deze winter is het er niet begaanbaar geweest. Voorzitter. Weet u wel dat het daar een polderweg is. Brekelmans. Alle wegen zijn verhard en nu durf ik het dagelijksch bestuur in overweging geven daar ook verbetering te laten aanbrengen. Klijberg. Dat is een polderweg welke dient voor de landbouwers naar de daar gelegen landerijen. Dat het in de le Zeine wat is verhard komt omdat in overleg met het polderbestuur dit is gedaan omdat daar zooveel woningen staan en het er steeds een modderpoel is. Hier is het ech ter een geheel andere toestand, hier is een goed en tamelijk breed trottoir waarvan men gehruik kan maken. Het verharden van dien weg is voor den polder en daar hebben wij niets mee te maken. Ik heb wel eens van een polderlid hooren zeggen dat voor hun doen die weg daar goed is. Voorzitter. Beter zal het zijn dat de heer Brekelmans, die zelf lid is van de bouw commissie die zaak eerst daar eens be spreekt en dan met een afgerond voorstel komt,- Gevraagd kan dan worden of het polderbestuur genegen is eene bijdrage te verleenen. Brekelmans. Dat zal ik doen. Mijn opzet is maar, dat ook een groentenwagen in de Chrispijnstraat kan komen in de winter dagen. Met genoegen zal ik het in de bouwcommissie waarvan de heer Klij berg voorzitter is, ter sprake brengen. Aange'zien niemand meer het woord ver langt, sluit ,de Voorzitter (1e openbare ver gadering en gaat de raad over in geheim comité ter bespreking en vaststelling van: a. Het kohier van de straatbelasting 1919; b. het kohier van den Hoofdelijken omslag 1919; c. Reclames Hoofd. Omslag. kwam er als het ware een waas voor hare oogen. Reeds lang had het geluid der trams op gehouden, geen rijtuig kwam meer dooi de straat gerold; de laatste geruchten van Parijs dat zich vermaakt of arbeidt, waren verzwonden, zonder dat, evenwel het hot sen en rossen der groentekarren, welke ter vroegmarkt reden, het hernemen van leven en beweging aankondigde. Het sloeg twee uur op de groote klok der fabriek. Diane, zonder zich op hare plaats te ver roeren, zag scherp naar Henriette. Het meisje hield zich alsof ze sliep. Dan stond de markiezin recht, zich stil bewegende gelijk eene schaduw, en met denzelfden zachten stap dien men bij spo ken veronderstelt, sloop zij naar een ta feltje op welk een nachtlamp met zachten schijn brandde. Daar ook stond de tas, welke den verfrisschenden en opwekken- den drank bevatte waar de zieke zich tel kens mede laafde bij haar ontwaken. Diane tastte in haren zak; maar alvo rens het fleschje dat de doodelijke likeur bevatte, te voorschijn te halen, keek zij eerst goed rond, als had zij een voorge voel dat zij bespied werd. De kamer, half verlicht door den schijn der nachtlampen, was als een zinnebeeld van rust, kalmte en vrede. Juffrouw Val- lauris scheen dieper dan ooit te zijn inge sluimerd. Haar beziende, voelde Diane haar hart branden van haat. Met een snelle, vastberaden beweging haalde zij het platte, half gevulde flesch je uit haren zakhet hield de groene vloeistof in, welke zij te Argelles had ge trokken uit giftige kruidenZij deed den stop van het fleschje, en, zonder dat hare hand beefde, zonder dat hare donke- Regeeringsmaatregelen. De Belgische Kamer heeft heden een somberen dag beleefd, zooals er nog geen in Ifare historie werd aangeschreven. Betoogende oud-strijders hebben met geweld het parlementsgebouw veroverd en er een kleine revolutie gemaakt. Gelijk men weet, zou de Kamer heden middag beslissen over de houding tegen- over de eischen der oud-strijders. De minister van oorlog, Janson, heeft twee dagen geleden een wetsontwerp inge diend, waarbij een fonds wordt gesticht, dat 20 jaar zou duren en waarin de regeering voor het eerste 50 millioen zou storten. De oud-strijders eischen echter een dotatie ineens en waren geenszins met het voorstel-Janson tevreden. Om dit aan de Kamer duidelijk te maken, hadden de organisaties der oud-strijders heden een betooging voor het parlement op touw gezet. Ofschoon de tijd tot organisatie der betooging slechts zeer kort was, waren duizenden oud-strijders uit alle deelen van België, vooral uit Vlaanderen, naar Brussel gekomen Hun stoet reikte van de Rue de Brabant tot aan de Place Madou. Toen de betoogers naar de Kamer wilden trekken, werd hun bij de Rue de la Loi den weg door de politie af gesneden. Zij mochten niet voor het gebouw der Kamer komen. De Rue de la Loi is een neutrale zóne, waar vol gens de wet geen enkele betooging mag plaats hebben. Dit prikkelde de manifestanten ten zeerste. Hier en daar hadden reeds bot singen plaats met depolitie. Eendeputatie der oud-strijders werd door den voorzitter der Kamer ontvangen en deze werd toen uitgenoodigd. op de presidentstribune de kamerzitting bij te wonen. Onder groote spanning begon eindelijk te half 4 de behandeling der oud-strij ders-kwestie. Brunet, de voorzitter hield een geestdriftige rede. waarin hij mede- deeling deed van zijn onderhoud met de deputatie der oud-strijders. Zij hebben gesproken, zoo zeide hij, in militaire taal, maar beloofd, dat de orde niet zal verstoord worden. Ik heb hun gezegd, dat heel het land hun erkentelijk is. (Langdurige toejuichingen). Ik stel voor, de kwestie te verdagen, wijl men niet den indruk mag krijgen, dat de kamer zal handelen onder de pressie der betooging. (Langdurige toejuichingen). De kamer staat recht. Ik zeg dit, om dat er kamerleden zijn, die een onmid dellijke beslissing wilden. De katholiek Pirmez, een der voor vechters der oud-strijders, vraagt daarop de kwestie tot morgen te verdagen, wijl er dan geen betooging zal zijn. (Afkeurend gemompel). Een afgevaardigde der oud-strijdersI van Remortelle wil het woord voeren, maar de heele kamer overschreeuwt j hem. Hij heeft plaats genomen in een' bank der liberale zijde, maar Mechelinckj jaagt hem er uit onder toejuichingen der kamer. Remortelle verklaart, dat de betooging niet als pressie bedoeld is. Daarna komt De Klerk van de frontpartij aan het woord. „Onze jongens zijn gekomen",! zoo zegt hij, „om te vernemen wat de kamer wil en nu wilt gij hun niet eens! een boodschap geven en hun alleen i zeggen; „gij kunt gaan en wij zullen u antwoorden als het ons belieft." De kamer onderbreekt den spreker, maar hij wijst de socialisten en de anderen op hun houding, welke niet democratisch is. Maes heeft een geweldige scheldpartij met den liberaal Crik. Tenslotte waar schuwt De Klerk de kamer voor dc| gevolgen. De socialist Mathieu verklaart daarop, dat hij en zijn vrienden een motiej hadden ingediend, om den oud-strijders een dotatie te geven, maar gezien de] betooging trekt hij zijn motie in (Al gemeene toejuichingen.) Nauwelijks zijn deze toejuichingen tot bedaren gekomen, of in de kamer ont staat een onbeschrijfelijke opwinding3 De kamerbedienden snellen naar den uit' gang, vanwaar men rumoerige stemmen] hoort. De betoogers hebben het cordor, der politie met geweld doorbroken, allesf neerslaande wat er op hun weg kwamj De Kamer bestormd Onder oorverdoovend lawaai bereikei I de benden eindelijk de zittingszaal. Du kamerknechten worden omver geloopen Eenige der dapperste kamerleden, zooak Hubin, verscheidene anderen trekker weg willen de zaal verdedigen, maaij worden tegen den grond geslagen. De betoogers bestormen de sprekers tribune en zetten hun vlaggenstok vooij den neus van Brunet, den voorzitter. De heele zaal stroomt vol. Het ge schreeuw der bende, waarvan sommigerj op de tafel der stenografen klimmerj en anderen echte „sjappies" met petten! plaats nemen op de ministerieele banken j overstemt alles. De meeste kamerleden hebben he lokaal verlaten, zoo o.a. de ministe; van oorlog Janson, om wien de bel toogers onophoudelijk schreeuwen. Dt anderen staan met gekruiste armen ei bleeke gezichten dit helsche lawaa' gade te slaan en te luisteren naar d< overweldigende kreten der compactij massa. De bende huilt als bezeten re, ijselijke oogen, eenige aarzeling lie ten blijken, goot zij den inhoud uit in de tas welke lauw gehouden werd boven een lampje. Maar nog was het fleschje niet geheel geledigd, of een kreet van smart en razer nij ontsnapte hare lippen, terwijl haar geest, met schrik geslagen, als krankzin nig werd. Jacques de Rhodes was als uit den grond opgerezen en had hare hand ge vat, die misdadige hand welke nog het ver gif vastklemde, maar verplet werd tus sehen zijn stalen vingers. Ha! ellendige giftmengsteiy moorde nares, die al de mijnen van 't leven beroof de, eindelijk snap ik u! Er viel niet meer te protesteeren, niet meer te loochenen, niet meer te liegen!.. Nochtans, niet lang bleef de markiezin onder den indruk van den schrik, waarme de het verschijnen van den graaf haar ge slagen had; met een heftig gebaar poogde zij het lampje en den vergiftigden drank ten gronde te werpen. Jacques raadde haar inzicht en zijn armen rond Diane's lenden slaande, trok hij haar te midden der kamer. Veroer u niet, of ik vermorzel u, mompelde hij, haar onbeweeglijk en machteloos houdende. Terzelfder tijd verschenen Laure en Maurice. Komt! zei de graaf, komt de misdaad vaststellen dier elendelinge; help mij, mijnheer Vallaux-is, haar stevig binden, opdat zij wel gevoele dat ze in onze macht is. Gij, mevrouw, vervolgde hij, neem die tas met haren inhoud, daar, op 't nachtta feltje uwer dochter en sluit ze zorgvuldig weg. Dat is het bewijs van de misdadige poging van dit afschuwelijke schepsel, dat we, zoodra het volop dag is, aan het parket zullen overleveren. Het parket!Bij die woorden viel Diane, wier trotsch gelaat tot dan toe strak gebleven was, op hare knieën. Genade! murmelde zij. Ik zal me doo- den, zoo ge wilt, maar stort me niet in 't verderf, onteert me niet! En met weergalooze onbeschaamdheid voegde zij er bij: Peter, ik vraag het u in den naam uwer kleindochter, die ik groot gebracht heb! Hij duwde haar zoo geweldig van zich af, dat Diane eenige stappen verrolde. Ellendige, stiet hij uit, bijna stikken de van verontwaardiging, durft gij nog liegen en bedriegen, en spreken van het kind dat gij, duivel weet waar, opgeraapt of voor eenige zilverlingen gekocht heb en dat ge zoo bedorven hebt éls gezelf zijt! Maar gij weet wel dat mijn kleindochter, het kind van Marguerite, de eenige echte en wettige, de jonkvrouw is die daar op 't bed uitgestrekt ligt, en die bijna stierf door uw vergif.En daar twijfelt gij zoo weinig aan, dat ge daareven poogdet uw werk te voltrekken.. Ha! ge zult nu niet meer loochenen, nu gij overtuigd zijt dat ik alles ontdekt heb. Zij richtte zich op. 't Is niet waar, sprak zij, Inès is uw wettige kleindochter, het kind van Margu- rite en Fabien. Al wat ge daar zegt be rust enkel op inbeelding, kunt gij niet be wijzen, en diensvolgens zal niemand u ge- looven. Niet bewijzen?Zijt gij daar zoo zeker van giftmengster?. De kalme en vastberaden oogslag van Jacques ontstelde mevrouw d'Argelles ge heel. Mijnheer de Rhodes ging voort: Mad. Duvigneau is niet dood.. Wijl hebben haar weergevonden en zij heeft gesproken. Zij heeft gelogen. Zij deed meer dan spreken, zij over-l handigde ons eenen brief,'geteekend: I>. de Surgères, welks geschrift niet kan ge-| loochend worden. Vele geschriften gelijken op andere. Er is wat anders. En om u te toonenl dat ik u thans niet meer vrees, lever ik u| al mijne bewijzen af! De spottende toon welke Jacques aan-1 sloeg, deed het gelaat der markiezin groen worden van machtelooze razernij. Clémence Foulon heeft papieren na-I gelaten vervolgde de graaf, duidelijk en zeer omstandig verhalende wat er over een goede twintig jaar gebeurd is. We zullen1 ons van die stukken bedienen.. Clémence was een oude zottin, ver slaafd aan den drank. Dat zal ieder getui gen die haar gekend heeft. Zij heeft ijl-1 hoofdigheden neergeschreven, wanneer] haar brein door den drank verhit was. En de omstandige belijdenis van] markies d'Argelles, geschreven nadat gij1 de misdaad der rue Fontaine-au-Roi pleeg-1 det, toen hij gekweld werd door gewetens wroeging; denkt gij dat ook dit bewijs niet tellen zal?.. Ik denk er anders over. en ik ben'zeker dat dit enkele stuk vol staat om aan de wpttige dochter van Mar guerite de Rhodes en Fabien d'Argelles] den burgerlijken stand weer te schenken dien gij haar ontstolen hebt. Die laatste slag deed Diane wankelen. Het kon haar niet in 't gedacht komen Jac ques niet te gelooven, wanneer hij sprak en bevestigde. (Wordt vervolgd.) Voor/.itter. Wij hadden gemeend daar omtrent ons eerst tot de Regeering te moe ten wenden. Toen we van de regeering antwoord hebbeil ontvangen, hebben wij de bedoelde gemeentebesturen aanstonds antwoord gegeven.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1920 | | pagina 9