Eerste Blad.
Markode Bandiet
|„N00RD-BRABAND"l
Dit nummer bestaat
uit TWEE bladen.
FEUILLETON
Gemeenteraad.
Maatschappij van Verzekering op het Leven.
NUMMER 78
DONDERDAG 80 SEPTEMBER 1920
43e JAARGANG.
Dit blad verschijnt
Woensdag-en Zaterdagavond-
Abonnementsprijs per 3 maanden f 1,2 5
Franco p. post door het geheele rijk f 1,40.
Brieven, Ingezonden stukken, gP^en en*.,
franco te zenden aan den Ultgeve..
Telef. 38.
WAALWIJKSCHE EN LANGSTRAATSCHB COURANT.
Uitgave: Waalwljksche Stoomdrukkerij Antoon Tielen
Telegr.-AdresECHO
Prijs der Advertentlën
20 cent per regelminimum f 1.50
Reclames 30 cent per regel.
WASPIK.
(Vervolg.)
Rijken. Om welke reden zou men de ha
ven dempen.
Voorzitter. Omdat de beschoeiing
20.000 zou kosten. Dempen wij de haven
voor. een deel, dan komt de gemeente in
het bezit van een mooi plekje grond en
in de kosten van het dempen wordt door
het Rijk hijgedragen.
Rijken. Waar zal men dan een loskade
krijgen.
Voorzitter. Volgens het ontwerp van
den heer Jansen komt er dan een dwars-
kade van 40 M. lengte.
De heer Rijken zegt dat dit vooral in de
peeëntijd veel te klein zal zijn. De Was-
piksche haven is wel niet veel, maar ge
durende het bietenvel-voer en het pulp
aanbrengen, kan het er toch wel eens druk
zijn en dan is 40 meter niets.
De Voorzitter meent dat 40 M. nogal
lang is en er nogal schepen kunnen aan
leggen.
De heer de Hond acht een lengte van 40
M. zeer gering. Als er een schip kolen
aankomt van 150 last kan er al geen enkel
schip meer bijkomen en dat kan dikwijls
zeer lastig zijn. Zoo'n schip van 150 last
is 30 Meter lang.
De hr. Rijken is van meening dat, wan
neer de haven op behoorlijke diepte was
gehouden, de schippers wel meer naar
voren zouden komen. Het achterste ge
deelte van de haven is zeer goed, het is
juist dat deel in de kom van de gemeente
dat zoo slecht is. Dat gedeelte is nu zoo
slecht dat een aak dezer dagen hij hoog
water er nog niet uit kon.
Spreker zegt dat door deskundigen wel
cijfers worden aangegeven, dodh hij be
twijfelde of deze wel uit zullen komen.
De voorzitter zegt, dat, als er wat aan de
haven moet worden gedaan, men buitenge
wone uitgaven gaat krijgen. Beter acht hij
liet eerst af te wachten wat het Rijk zal
antwoorden en dan kan nog altijd worden
besloten wat men wenscht te doen. Spr.
erkent gaarne dat de toestand hachelijk is
maar met gewone uitgaven is niets te be
reiken.
De heer Rijken geeft in overweging de
grond er uit te halen daar waar liet 't
meest noodig is. Bij laag water kunnen
deze plaatsen goed worden aangewezen.
De Voorzitter stelt voor den post dan tot
f 1000 te verhoogen.
Met algemeene stemmen wordt daartoe
besloten.
De heer v. d. Steen geeft in overweging
bij het baggeren heter toezicht te laten
houden, want gebeurt dit niet goed dan is
het geld nog weggegooid.
De heer Rijken zegt dat er een vorige
maal zeer slecht is gebaggerd. Waar het
niet noodig was is de grond weggehaald
en waar dit noodig was niet.
van „De Echo van het Yjiihien".
door
Louis Boussenard.
EERSTE DEEL.
Te vuur en te zwaard.
6)
II.
BLOED ROEPT BLOED.
De apostelen, woedend, bedronken, ont
redderd, huilen ondertusschen, gaan te
werk gelijk bezetenen en weten niet meer
naar welken kant hun slagen te richten.
Ha! wisten de anderen dit oogenblik
van verwarring te haat te nemen! Wilden
/•'.i maar! 't Duurt echter maar een minuut.
°°r de tweede maal komt de zeis van
o-uines lleer met het akeijg gerucht van
en \a jiji. j)p man ^ie met 2ijn carabijn
!m' akt den gil van een dier dat ge
a< wordt. Zijn rechterarm is letterlijk
doorgesneden aan den pols, terwijl zijn
n 'SfjJ er °Pen ligt tot op het been.
sloe^n ll kl8Üjk' het lemraer de, zeis
schnb °P dCn stalen geweerloop. De
vijptrf r /U(-, geweldig dat zij in stukken
yiin 'p bandiet ijse,Ük huilt en
Toannp trillende uitstrekt.
ziinpr 18 rtwapend- «ij laat d3,1 Bte»l
zijner zeis vallen en raapt vlug 1e geladen
carabijn op die den roover ontglipte.
Dit trotseeren van den dood/die held-
boerf v mak.6n di6Pen indpuk °P (,e
boeren. Een enkel man heeft de apdstekn
De Voorzitter zegt toe te zullen zorg
dragen dat er goed toezicht zal zijn.
De heer Rijken vraagt of de Voorzitter
een definitie wil geven van het woord ge
heim. Hem is gebleken dat er personen
zijn die uit de geheime vergadering klap
pen. Een laatste keer was dit voor hem
zeer onaangenaam. Het kan waarschijn
lijk gebeuren dat het klappep maar ter
goeder trouw gebeurd doch dit moet toch
niet voorkomen.
De Voorzitter zegt dat het hem spijt dat
er leden zijn die het geheim niet bewaren.
Hij hoopt dat dit in het vervolg zal ge
beuren en acht het van den heer Rijken
flink dat hij dit in openbare vergadering
ter sprake brengt.
De heer Teunen zou in het vervolg le
den die het geheim schenden, willen
schorsen.
De secretaris merkt op dat dit niet gaat
maar dat daar wel rechtszaken van ge
maakt kunnen worden.
Deh eer Rijken zegt er veel voor te heb
ben gedaan om te weten te komen wie ge
klapt heeft. Dit is hem echter niet gelukt.
Vervolgens vraagt de heer Rijken of de
vergadering niet 's avonds kan worden
gehouden.
De heer Nollen acht dit vooral voor een
werkman veel beter daar deze anders te
veel verlet heeft.
De Voorzitter zegt dat daarom het pre
sentiegeld op f 3.— is gebracht. Hij zal
echter in het vervolg de vergadering om
6 uur uitschrijven.
De heer Ruijtenberg wijst er op dat het
Dijkje vol kuilen en gaten zit.
De Voorzitter zegt dat de houten palen
worden vervangen door ijzeren masten en
daarna de weg geheel in orde wordt ge
maakt.
De heer Rijken zegt dat men voor de
huurcommissie naar Besoijen moet. Hij
heeft nu ondervonden dat dit moeilijk is.
•Eerst moet men er heen om formulieren te
halen en dan werkt het nog niet vlug.
Reeds 4 September heeft hij geschreven
en nog heeft hij geen antwoord.
De Voorzitter zegt dat altijd direct de
zaken worden afgewerkt. Het kan echter
zijn dat de burgemeester v. Besoijen, die
Voorzitter is, gedurende eenigen tijd
examen heeft moeten afnemen en mi waf
achter is. Hij zal echter over een en ander'
schrijven.
De heer Rijken zegt nooit dan met lof
te hebben hooren spreken over den burge
meester van Besoijen en hij gelooft dat
ook thans alles wel in orde zal komen.
Daarna wordt de vergadering gesloten.
GEERTRUIDENBERG.
Openbare vergadering van den raad de
zer gemeente op Vrijdag 24 September
1920 des voormiddags half tien.
Voorzitter Ec'elachtb. Heer Burgemees
ter. Afwezig de heer Segeren, terwijl er
een vacature is door het bedanken van den
heer Spronk.
De notulen der vorige vergadering wor
den voorgelezen en behoudens eene klehie
opmerking goedgekeurd.
Ingekomen is een schrijven van de wa
terleiding maatschappij West-Brabant
houdende mededeeling dat 28 September
van Marko durven aanvallendie ge
duchte bandieten wie niemand dorst weer
staan! Die man heeft er twee neergeveld
en hij is een der hunnen!een Slavoon
gelijk zij!
En Joannes die hunne gedachten raadt,
die voelt dat dapperheid hun zielen door
dringt, roept hun toe met zijn schetteren
de stem:
Verdedigt u!.. verdedigt uwe vrou
wen, uwe dochters., verdedigt uwe haard
stedenVooruit!vrienden, vooruit!
Hij heeft gelijk! antwoordt eene
StemHetgeen hij zegt, is waar, het
geen hij doet is schoon.
Een man verlaat de met angst bevangen
groep. Hij aarzelt nog. Een oogslag van
Joannes doet zijn laatste weifelen ver
vliegen, een woord stelt een einde aan zijn
besluiteloosheid::
Moed, Michel!moed.. ..kom!..
wij zullen de redders zijnhet is onze
plicht!
En terzelfder tijd, met bliksemende
s-nelheid, vuurt hij op een derden aanval
ler. De Albanees, in volle borst getroffen
stort morsdood ten gronde.
Ziet!maar ziet dan toch hoe ge
makkelijk dit gaat! huilt Joannes geest
driftig. De twaalf apostelen de schrik der
streek, zijn nog slechts met negen!.. Wa
pent u, vooruit! en ter dood met de Alba-
neezen!
Hij smijt zijn ledige carabijn weg. Mi
chel vangt ze op en overhandigt hem deze
van den onthoofden bandiet.
Vijf of zes gebronsde loopen worden
dreigende door de opening gericht, gereed
om kogels te braken. Joannes, zoo uitge
slapen als moedig, wordt gewaar dat hij
gaat neergeschoten worden.
Oogen open, Michel! roept hij, en
doe zooals ik.
a.s. de akte van oprichting passeeren zal
en dat ze met het oog daarop verzoeken
omgaand te mogen vernemen, of ook de
gemeente Geetruidenberg genegen is in
de Maatschappij deel te nemen.
Voorzitter. Deze kwestie is hier her
haaldelijk besproken, doch we waren voor
het meerendeel van oordeel dat hier alge
meen goed drinkwater was te krijgen.
Vooral is gebleken dat door diepboring
goed water verkregen wordt. Verder acht
ik den opzet van hun plan zoo vaag en de
voorstellingen bieden zoo weinig zeker
heid, dat ik het een gewaagde onderne
ming acht. Ook de tijd acht ik allerongun
stigst gekozen, de prijzen van alle mate
rialen zijn ontzagelijk hoog zoodat het be
drijf weinig rendeerend zal kunnen zijn.
Het lijkt ons verder dal voor onze ge
meente een eigen net veel voordeeliger
zou zijn, daarom vind ik het voorbeeld van
Gelderland beter. Daar wil men de water
voorziening ook op groote schaal doen ge
schieden, doch Jaar verdeelt men haar in
verschillende groepen die ieder voor zich
een kleiner bedrijf vormen. Het gevolg
daarvan is dat leidingen van minder
grooten omvang, ook voordeeliger water
kunnen leveren. Voor onze dicht in elkaar
gebouwde gemeente, die zoo weinig ver
spreide huizen heeft zou dat veel goed-
kooper uitkomen.
Scherp. De vergadering is nu niet vol
tallig, zou het niet tot een volgende verga
dering kunnen worden aangehouden.
Voorzitter. Dan kan moeilijk daar de
tijd te kort is, maar misschien zouden we
het van avond kunnen afhandelen, want
dan zal deze vergadering wel moeten wor
den voortgezet voor de behandeling van
den Hoofdei. Omslag.
Timmermans. Mij dunkt dat we dit on
derwerp niet behoeven te verdagen. De
zaak is hier nu reeds duidelijk genoeg
uiteengezet en ik geloof dat het meeren
deel er voor is om niet bij deze onderne
ming aan te sluiten. Daarvoor behoeven
we echter nog niet prijs te geven een
plan in studie te nemen hoe hier op de
goedkoopste manier een waterleiding is
in te richten. Het is thans wel geen goed-
koope tijd, maar vooral ook met het oog
op de vereeniging van g meenten acht ik
liet gewenscht liet plan Van een waterlei
ding eens nader onder het oog te zien.
Tak. Met liet oog op het passeeren dei-
akte, hetgeen over eenige dagen geschie
den zal, is het noodig dat we spoedig onze
houding bepalen. Nu zouden we kunnen
schrijven dat we op het oogenblik nog
niet tot deelname kunnen besluiten en
daarvoor als motief opgeven dat we over
goed drinkwater beschikken. Maar hoe er
op sommige plaatsen in dat drinkwater
voorzien moet worden is allergebrekkigst,
vooral waar den laatsten tijd die nieuwe
woningen zijn gebouwd. Ik vind het daar
om gewaagd om direct te zeggen dat we
niet bij deze waterleiding aansluiten. Wij
zijn altijd nogal sceptisch geweest tegen
over groote ondernemingen en later za
gen we hun bloei. Zooals het met de elec-
triciteit gaat zal het ook met de waterlei
ding gaan. Ik geef toe dat er groote som
men voor buizen noodig zijn en dat in de
groote afstanden tusschen de verschillen
de gemeenten veel materiaal verspild zal
moeten worden, maar ik acht het nog niet
uitgemaakt waar ons voor- of ons nadeel
zal liggen. We zullen toch niet te veel zeg-,
gen als we schrijven dat we voorloopig
nog een gereserveerde houding aannemen
en de zaak nog eens willen overwegen, we
behoeven dan daarbij nog niet als motief
aan te halen dat het drinkwater hier goed
is, maar laat ons zeggen dat we met hun
streven ten zeerste sympathiseeren doch
met het oog op de vereeniging van ge-i
meenten thans nog niet aan het compa-
reeren van die akte kunnen deelnemen.
Laat ons dan verder trachten nadere ge
gevens van deze maatschappij te verkrij
gen, maar we moeten nu niet direct als
een kleine gemeente iets van zoo groot be
lang gaan afkeuren.
Voorzitter. De vorige sprekers hebben
volstrekt niet beweerd dat een waterlei
ding voor onze gemeente niet noodig zou
zijn. Integendeel het zou een groot gemak
voor onze gemeente zijn en ook het wa
ter zou zeker heter zijn dan thans. Alleen
is er op gewezen dat de behoefte hier nog
niet zoo groot is als in vele andere ge
meenten, en dat het daarom vooralsnog
bezwaarlijk is toe te treden tot een maat
schappij di^ zoo weinig en daarbij nog
onzekere gegevens kan verschaffen. De
prijs van het water kan nog niet bij bena
dering worden opgegeven, alleen dat de
regeering alle risico's op zich zal nemen.
Doch dit is niet zoo, de regeering geeft
slechts een subsidie en de maatschappij
draagt dus de risico. Dit kan alleen op een
on vasten prijs van het water ultloopën en
hoe groot dan ook de voordeelen zouden
zijn, ik acht 't toch gewaagd de gemeente
dezen financieelen last op te leggen.
Na nog eenige discussie wordt besloten
te antwoorden dat de raad besloten heeft
voorloopig nog niet tot de maatschappij
Opgericht WAALWIJK. 1843.
Verzekerd Kapitaal 21.456.813.— m
Reserve 2.913.587.-
toe te treden.
Rekening Godshuizen: zal ter visie wor
den gelegd.
Voorzitter. Dan is nog onafgehandeld
het verzoek van den agent van politie om
een maand extra salaris. B. en W. hebben
deze zaak overwogen en stellen voor, daar
zijn salaris kort geleden nog aanmerke
lijk is verhoogd, op het verzoek afwijzend
te beschikken, doch hem eene gratificatie
toe te kennen van f 20.
Timmermans. Mij dunkt, de gemeente
heeft nu eenmaal den eersten stap op dit
pad gezet door aan de ambtenaren ter
secretarie een maand extra te geven, ze is
nu haast wel verplicht alle gemeenteamb
tenaren over denzelfden kam te scheren.
Wanneer men den eenen ambtenaar wel
geeft en den anderen niet wekt men na
tuurlijk ontstemming. Ik zou daarom wil
len voorstellen aan alle ambtenaren zon
der uitzondering een maand extra salaris
uit te keeren.
Voorzitter. Er is wel iets voor te zeggen,
maar B. en W. meendèn met het oog op
zijn verhoogd salaris er niet op in te gaan.
Tak. Het salaris van den agent van po
litie is gelijk verhoogd met dat van die
andere ambtenaren. Het moet dus afgunst
wekken wanneer men hun nu wel die
maand extra geeft en die anderen niet.
Wat voor den eenen geldt, geldt ook voor
den ander. Anders zou ik toch in ieder
geval een hoogere gratificatie geven bijv.
f 100.—.
Timmermans. Laten we nu aan een paar
guldens niet tornen. Laten we het stand
punt innemen; wat we den eenen geven
krijgt ook den ander, anders krijgen we
in een volgende vergadering toch weer 'n
verzoekschrift van een ander. Waarom
moeten ze het nu ook eerst vragen.
Voorzitter. De bedoeling is dus aan
werklieden in dienst der gemeente die nog
geen maand extra salaris ontvangen heb-
I ben, di-t alsnog te geven, dus aan den po-
litieagent, den nachtwacht, den gemeente
opzichter, den opzichter van de lichtbe-
drijven en den administrateur van de
lichtbedrijven.
Timmermans. En den secretaris, die
toch op de eerste plaats.
Voorzitter. Zijn salaris wordt door Ged.
Staten geregeld. Het gaat toch slecht om
verhoogingen in welken vorm ook te ge
ven buiten Ged. Staten om.
Timmermans. Zou er dan niet wat an
ders op te vinden zijn. We weten toch dat
hij geen belooning heeft gehad voor zijne
werkzaamheden met de distributie.
De voorzitter betwijfelt dit en na eenige
discussie wordt met algemeene stemmen
besloten een maand salaris uit te keeren
aan alle ambtenaren wier salaris door de
gemeente wordt vastgesteld en verder te
onderzoeken of de gemeente-secretaris
reeds eenigen toeslag heeft genoten.
Nog is ingekomen een schrijven van
den bond van politieagenten St. Michael
waarin wordt verzocht het politieperso
neel vrije geneeskundige behandeling en
geneesmiddelen te verstrekken.
Voorzitter. B. en W. hebben gemeend
dat die zaak zal moeten worden verscho
ven tot de vereeniging van gemeenten.
Heeft deze plaats gehad dan zal er toch
een geheel nieuwe regeling komen. We
Wees gerust! antwoordt Michel, een
dikke, rustige huisvader .krachtig en vier
kant gebouwd en die prachtig is voor zijn
eerste optreden.
Met eenen sprong bevindt Joannes zich
achter den romp van 'n paard, maakt zich'
klein, onzichtbaar en wacht af wat er ver
der gebeuren zal. Michel volgt zijn voor
beeld, doorsnuffelt de patroontasschen en
stelt hem den inhoud ter hand. Schielijk
worden nog anderen stouter. De dapper
heid van Joannes werkt aanstekelijk. En
dan, zij begrijpen eindelijk dat zij redde
loos verloren zijn indien zij langer de lijd
zaamheid van slachtvee aan den dag leg
gen. Een hunner vat in het kort hun ge
dachten samen:
Vermits wij toch veroordeeld zijn..
en niets ons meer redden kandan is
het 't zelfde hoe wij sterven.. Welnu! het
is nog beter dat we dan sterven al strij
dende.
Een ander voegt er bij:
Ach! waarom hebben wij zoolang ge
wacht!En allen roepen uit volle horst:
Leve Joannes!.... en vooruit!., ter
dood, de bandieten!ter dood
't Is een echt wraakgeliuil hij het her
denken der dwingelandij, der folteringen,
welke zij zoolang ondervonden! 't Is ook
een kreet van weerwraak, van hoop en
verlossing
Zij grijpen het eerste wat hun onder de
hand valt, vorken en zeisen. En zij die
er geen vinden, wapenen zich met hou-
weelen en stokken. Joannes moet hun roe
keloosheid intoomen, om te verhinderen
dat zij neergebliksemd worden door de
snelvurende geweren der Albaneezen. En
dan, met de bandieten zijn nog vete vrou
wen en meisjes opgesloten.
Na een eerste oogenblik van verschrik
kelijke woede, herwint Marko zijn
Koelweg overweegt hij den toestand en
acht hem zeer ernstig.
Vooreerst het verlies der paarden is
I zwaarder dan eene nederlaag, 't is in de
1 huidige omstandigheden een echte ramp.
Zij ontneemt hem die groote beweegbaar
heid welke zijn grootste kracht uitmaakt.
Bovendien hij heeft drie mannen verlo
ren! Eindelijk, en dit is nog erger, sedert
onheuglijke tijden durven voor de eerste
maal de boeren, die nederige vassalen der
bergbewoners, die sedert eeuwen uitge
buite en mishandelde lijfeigenen, zich te
gen hun meesters, hun heulen verzetten!
Dit verbazende feit brengt het gezag der
ontembare Albaneezen een harden slag
toe. Zelfs de Turken hadden het nooit ge
waagd iets te ondernemen tegen dit ge
zag. Voor de eerste maal werd hij verrast.
Maar wie drommels, had kunnen voorzien
dat de zaken zulke wending gingen ne
men! Zeer kalm in schijn, is hij niettemin
ter prooi aan vreeselijken toorn en zint op
ijselijke weerwraak.
Maar alles welbeschouwd, er was nog
een middel om een ramp te voorkomen.
Allen tegelijk moesten die zijner bende de
aanvallers op het lijf vallen en door hun
hoop heen boren. Maar dat ware eene
vlucht, de ondergang .van zijn gezag, het
einde van de eeuwenoude vrees die de
hoeren tot speelbal maakt van de lieden
uit het gebergte. Dus, Marko moet hier
heengaan als overwinnaar, met vliegende
banier, een voorbeeld achter hem latende
waar vijftig jaar nadien nog van gespro
ken zal worden.
't Komt er dan op aan te wachten, op te
genweer bereid te zijn, desnoods aanval
len af te slaan. En dan, wie lest lacht, best
lacht!
Marko's plan is opgemaakt. Een duivel-
terwijl hij tot zijn mannen zegt:
Wij gaan een beleg doorstaan! En 't
zal geene lachmarkt zijn. Maar wees ge
rust, makkers, onze dooden worden ge
wroken.... o! verschrikkelijk, en wij blij
ven immer de koningen uit het gebergte,
de meesters der vlakte.
Door gramschap verblind, zoo vermetel
als ze bang geweest zijn, loopen de boeren
storm tegen 't woonhuis. Zij slaken woes
te kreten en zwaaien hun primitieve wa
pens.
Ter dood, de Albaneezen!.. ter dood
de dieven!ter dood, de moordenaars!
wraak!wraak!ter dood!
Vuur! beveelt Marko, zelf zijn Mar
tini-geweer schouderende.
Tien carabijnschoten knallen. De zaal
is met dikken kruitdamp gevuld. De ban
dieten hebben van binneshuis geschoten
om zich niet bloot te stellen. De beangste
vrouwen jammeren en snikken. Op de bin
nenplaats, waar 't Joodorkaan is overge
gaan, ploffen lichamen in verwarde men
geling ten gronde.
Wie zou het gelooven? Instede de drift
der aanvallers te bekoelen, vuurt het blik
semende antwoord hen aan.
Bloed roept bloed, huilt Michel, die
kalm en koel blijft als een steenen beeld.
Zij gaan zich dwaasweg laten uitroeien,
zonder baat voor de heilige zaak welke zij
verdedigen. Joannes' koelbloedigheid en 't
vertrouwen dat hij inboezemt, zijn alleen
in staat hen tegen te houden.
Hij trekt hen mede naar de loods, waar
de kogels hen niet treffen kunnen. Daar
spreekt hij tot hen met stille stem. Ook hij
heeft een plan dat hij ontvouwt en zijn
woorden worden toegejuicht.
(Wordt vervolgd.)
DË ECHO VAM HET ZUIDEN,