Eerste Blad.
Marko de Bandiet
|„N00RD-BRABAND"l
WAALWIJK
Dit nummer bestaat
uit DRIE bladen.
Binnenland,
RCHT UUR.
FEUILLETON
SM A. 4 K. VOLLE
MODELLEN.
Maatschappij van Verzekering op het Leven
Abonneert U op dit blad
NUMMER 87
ZATERDAG 30 OCTOBER 1920
43e JAARGANG.
Dit blad verschijnt
WOENSDAG- EN ZATERDAGAVOND.
Abonnementsprijs per 3 maanden f 1.25.
Franco p- P°st door het geheele rijk f 1.40.
Brieven, Ingezonden stukken, gelden enz.,
franco te zenden aan den Uitgever.
Telef. 38.
WAALWIJKSCHE EN LANGSTRAATSCHE COURANT.
Uitgave: Waalwljksche Stoomdrukkerij Antooo Tielen Teleer.-Adre»ECHO
Prijs der Advertentiën:
20 cent per regel; minimum f 1.50.
Reclames 30 cent per regel.
Mantels
Costumes
Pels-
Garnituren
Kinder-
Mantels.
GEBR JANZ1NG
TILBURG. BREDA.
Wij ontleenen aan „de Maasbode":
Bij het naderen van het barre seizoen
pleegt liet volksmoreel te dalen.
Wij leven nu weer in dien tijd en voelen
het om ons heen. Met minder durf en op
gewektlieid staat men tegenover het leven.
Moeilijkheden worden niet moedig in het
oog gevat. Zwart is de bril, waarmee men
de toekomst inkijkt. Daar is geen tijd van
het jaar, dat men natuurlijkerwijs zoo
zeer vooruit moet zien, geen tijd, waarin
men meer vertrouwen op de komepde da
gen noodig heeft dan bij de nadering van
den winter.
Doch het moreel is sinds jaren zwak, en
in den tijd, waarin liet liard op de proef
gesteld wordt, mag men het volksmoreel
hier en daar wel eens peilen.
Als leelijk erfstuk van den afschuwe
lij kon oorlog draagt elke samenleving
thans in zich een ontzaglijke som van on
zekerheden.
Wie zich in het leven beweegt, stuit
naar allen kant op verandering. Wat vei
lig in de kluis ligt, is van dag op dag aan
groote waardeschommeling, vaak aan
waardevermindering onderhevig. Bereke
ningen laten zich daarop niet bouwen.
Wat winst belooft te zijn, kan goed als
verlies uitvallen; wat te veel loon of vol
doende schijnt, kan ook weldra te laag
zijn; wat een juiste prijs belooft te zijn,
kan ook zeer goed op een dure vergissing
neerkomen.
Voor het economisch leven is een zeke
re vaste basis onontbeerlijk, maar ons za
kenleven, onze nijverheid staat op een
schommelenden bodem.
van „De Echo van het Zuiden".
door
Louis Boussenard.
EERSTE DEEL.
Te vuur en te zwaard.
16)
V. JOANNES.
Gedwee volbrengen zij dit bevel en stot
teren:
Doodt ons niet!., doodt ons niet!..
Genoeg gezanik! Ontkleedt u thans.
Komaan, rap!., nog rapper!
Zonder te gissen waar die jongeman
heenwil die zich zoo goed doet gehoorza
men, schieten zij hunnen dolman uit, hun
laarzen, hun broek.
Zeg eens, Panitza, gaat Joannes ern
stig voort, zou het u aanstaan u te ver-
kleeden in Turkschen gendarm?
Toch wel!
En u, Michel?
O! t was altijd mijn aangenaamste
droom eens in uniform gehuld te zijn.
Welnu! schiet dan maar die mannen
hun plunje aan. Vlug!wij hebben
geen tijd over.
De gedaanteverandering der twee Slo-
venen is na een paar minuten afgeloopen.
e voldoen flink jn hun krijgsgewaad. De
"'tan zelf ware fier geweest op zulke
gendarmen.
Plechtstatig brengen zij de hand aan
rooden tarbuoh, maken den militain
Geen grooter weldoener dan hij, die op
ons economisch geheel regulariseerend
inwerkt.
Ieder die den moed bezit de onzekerhe
den te trotseeren en een stuk regelmatig
bedrijfsleven gaande houdt, is een weldoe
ner, omdat hij tegen den stroom der onze
kerheden inwerkt om mee te helpen hem
te dwingen
Wie den moed niet bezit en te angstval
lig aan dezen tijd den eisch stelt, dat hij
zich wat regelmatiger moet gedragen,
vóór dat er risico kan gewaagd worden
hij vermeert de malaise.
Roep maar allerlei spookbeelden op van
instorting der industrie en gij zijt het
tegendeel van een weldoener. Werkge
vers, in vergadering bijeen, dienen elkan
der niet den moed te benemen, maar een
bezieling van krachtigen ondernemers-
durf over elkander helpen vaardig wor
den.
Alles behalve een weldoener is ieder,
die dreiging van staking veroorzaakt. Be
ter is menigmaal de staking zelve hoe
zeer zij een ramp is beter is zij menig
maal dan het dreigen van staking, het
hangen als Damocles-zwaard boven het
bedrijf. Want de staking is zekerheid en
de bedreiging van de staking is een deel
van (lien ellendigsten factor in onze hui
dige economie: de onzekerheid.
Er" wordt aan het volksmoreel op aller
hande manier schade toegebracht. Tot het
volksmoreel dragen de industrieelen en
de arbeiders gezapienlijk bij.
Verbrassing nu van oorlogswinst of
zelfs maar goede sier met bijzondere con-
junctuur-voordeelen verbitteren de arbei
dersziel en verminderen het moreel der
arbeiders. Geldsmijterij door jonggezel
len ergert de werkgevers doodelijk, die
neiging gevoelen de hooge loonen zoo
maar in 'het algemeen af te keuren.
Ergerlijk op zichzelf kosten de beide
soorten van brassen ons volk een belang
rijk stuk moreel.
Hooge loonen en korte arbeidsduur
Zullen zij de hooge loonen zijn niet
algemeen den stand der arbeiders op
heffen?
Wij bidden ieder te werken uit alle
kracht, opdat beide factoren een maxi
mum van invloed ten goede oefenen. Veel
goed, dat beide factoren zou kunnen doen
groeien tot sociale weldaden van den eer
sten rang ontbreekt bij velen.
En over de geheele linie doet de onge
rustheid van het economische leven groote
schade aan de waardeering van elk sociaal
goed.
Door de wisseling der waarden verleert
men het waardeeren.
Anderzijds staat de industrie allerminst
in gunstige conjunctuur. In het buiten
land evenmin. In Engeland moet menig
fabrikant de mijnwerkersstaking met bei
de handen aangegrepen hebben om tot
sluiting der fabriek over te gaan. Zoo
valt de invoering van den achturen-dag
in een tijdsgewricht, waarin het moreel
van den fabrikant reeds op zware proef
wordt gesteld.
Wij hopen, dat de verzwakking van on-
dernemersmoed, dien wij als feit dezer
dagen uit velerlei waarneming constatee-
ren, van voorbijgaanden aard zij.
groet en vragen:
Kijk, overste, ook gij moet in uni
form gekleed gaan.
Ja, in dit van den eerst verslagene
Ik zal dat heel gauw klaarspelen! Maar
houdt, intussohen, beiden goed in de
vacht: verliest die twee kerels niet uit het
oog.
Terwijl dit tooneel zich afspeelt, zijn de
paarden stil blijven staan. Zij zijn lang
durig wachten gewoon; geduldig grazen
zij zonder van plaats te veranderen. Het
rijdier van den onderofficier, door Michel
neergeschoten, is verschrikt op de vlucht
gegaan, 't Is niet teruggekeerd. Maar dat
van den man dien Joannes neervelde, is
bij de twee andere gekomen.
Op zijne beurt in gendarm verkleed,
neemt Joannes de drie paarden bij den
toom en zegt tot de twee gevangenen, die
daar deemoedig staan, in hun hemd en
op bloote voeten:
Als gij er lust toe gevoelt, kunt gij
onze burgerlijke kleederen aantrekken;
doch maakt spoed.
Een der twee' antwoordt met tranen in
de stem:
Nooit durven wij zonder wapens,
zonder paarden en aldus toegetakeld te
rug in onze kazerne verschijnen!
We -worden stellig opgeknoopt be
vestigt de andere.
Spoedt u, herneemt Joannes op bij
tenden toon die geen tegenspraak duldt,
of we binden u zoo naakt als ge zijt.
Achoverste, zei een der gendarmen,
zoo gij ons in uwe bende wildet opnemen,
we volgden u tot het einde der wereld.
Onmoglijk! riep Joannes die zijn
ooren niet gelooven kon.
Vermits we toch geen gendarm meer
zijn kunnen, kan het ons weinig schelen
Ongetwijfeld zullen vele ondergeschik
te verschijnselen, welke nu in den critic-
ken tijd van overgang en aanpassing nog
de aandacht afleiden, binnen niet te lan
gen tijd worden overwonnen. Bijvoor
beeld: concurreerende clandestiene pro
ductie door de arbeiders, zal door de or
ganisaties van werkgevers, grossiers en
arbeiders onschadelijk gemaakt kunnen
worden.
Maar reeds nu moet de volle aandacht
op de hoofdvraag vallen: Waar blijven
de vrijkomende uren? Worden ze per
soonlijk- geestelijk en algemeen-econo
misch aangewend? Of dienen zij tot zede
lijke verlaging en leeglooperij?
Arbeidersorganisaties, zietdaar uw
zware taak aangewezen. Vat ze aan met
geestdrift, met kracht, met moed ook
tegen de loome en gemelijke elementen
der arbeiders in.
En zou ziedaar een andere hoofd
vraag in de arbeiders, in de ordelijke,
georganiseerde menigte der arbeiders,
niet een deel huizen van dat algemeen-
maatschappelijk besef, dat hen zal doen
meewerken bij de pogingen tot onderzoek
van de stelling door menigeen in den
strijd voor den arbeidsdag van acht uur
gebezigd: dat acht uur kan leveren wat
negen ja tien uur deed?
Beleidvolle en moedige voorlichting en
aansporing der eigen besturen kan in den
geest der arbeiders een omzetting bren
gen, welke wonderen wrocht in productief
opzicht. Niet maar: acht uur verblijf in
de fabriek, maar acht uur arbeid. Allen
moesten de hand opsteken en dieir eed
zweren ten bate van de gemeenschap.
Eenerzijds geen Taylor-sche uitwassen;
anderzijds ook weg met de lijntrekkerij.
Op die conditie roepen wij: leve de ar
beidsdag van acht uur.
Verschenen is het Voorloopig Ver
slag (Tweede Kamer) betreffende Hoofd
stuk I der Staatsbegrooting voor 1921.
Het Kabinet.
Vele leden wenschten als hun oordeel
te kennen te geven, dat het Kabinet in
zijn geheel, redenen e -eft tot tevreden
heid, al wilden al deze leden daarom nog
geen instemming betuigen met alle voor
stellen en maatregelen der Regeering.
Verscheidene leden achtten de leiding
van de departementen van Financiën en
van Defensie te zwak.
Van verschillende zijden, waar men wel
waardeering gevoelde voor de werkkracht
van sommige ministers, werd betoogd, dat
sedert geruimen tijd het regeeringsbeleid
blijk geeft van reactionaire neigingen.
De hier aan het woord zijnde leden be
treurden ook de sceptische uitlating in de
Troonrede over den Volkenhond, die
blijkbaar bestemd was om de noodzake
lijkheid van de verhooging der militaire
uitgaven goed te praten.
Vele leden wezen er op, dat er in de par
lementaire geschiedenis geen Kabinet is
aan te wijzen, dat in zoo korten tijd zoo-
velen en zoo belangrijke hervormingen
tot stand heeft gebraoht. Het buiten-
landsch beleid heeft zich onder zeer moei
lijke omstandigheden gekenmerkt niet al
leen door voorzichtigheid, maar ook door
kracht en vastheid en het is aan den mi
nister van Buitenlandsche Zaken te dan
ken, dat de internationale positie van Ne
derland op het oogenblik gunstig kan
worden beoordeeld. Dat de christelijke be
ginselen niet door de Regeering in toe
pasing worden gebracht, werd door de
hier aan het woord zijnde leden ontkend.
De duurte.
Eenige leden waren weinig ingenomen
met hetgeen door het Kabinet ter bestrij
ding van de duurte wordt gedaan.
Tegen toenemende trustvorming werd
de socialisatie aanbevolen, beginnende met
enkele voorname takken van bedrijf. In
tussohen werd ook om een duurtewet ge
vraagd. Niet alle duurte kan daarmede
worden bestreden, doch wel kunnen, vol
gens bedoelde leden, de excessen worden
weggenomen.
Door vele andere leden werden hoven-
staande opmerkingen bestreden. Het door
de Regeering ingediende ontwerp-Duurte-
wet is verworpen met de hulp van hen,
die thans de Regeering verwijten, dat zij
geen maatregelen tegen de duurte treft.
Deze leden merkten op, dat tegen de in
ternationale duurte hier te lande weinig
kan worden gedaan, daar zij een gevolg
is van internationale éohaarschte. Bezuini
ging in het verbruik zou veelal het beste
middel tegen de duurte zijn.
De Minister van Financiën.
Door vele leden werd critiek geoefend
op net beleid van den minister van Finan
ciën. Naar hun meening is thans voldoen
de gebleken, dat deze bewindsman voor de
taak, die hij in buitengewoon moeilijke
omstandigheden op zich heeft genomen,
niet berekend is.
Versterking der middelen tot dekking
van een eventueel tekort moet reeds thans
onder de oogen worden gezien. Men vroeg
waarom een belasting van conjunctuur-
Opgericht
1843.
Verzekerd Kapitaal
Reserve
in elk geval werken voor ons dagelijksoh
brood
Maar wij zijn geen baanstroópersl
't Is jammer, want gij zijt geen kat
die zonder handschoenen aan te vatten is,
zoo waar ik Murat heet, en ik heb onder
vinding van menschen
En, daarenboven, edelmoedigGij
mocht ons dooden, en gij schenkt ons 't
leven.
De andere voegt er met overtuiging bij:
Beproef het maarneem ons tot
ugij zult tevreden zijn. We zijn oude
soldaten die alle knepen kennen en ver
hard zijn tegen alle ellenden
Bij den baard van den Profeet, we
zullen u trouw dienenzoo waar mijn
naam Soliman is....
Neen, uwe bekeering is al te vlug..
later, dan kan ik nog zienals gij uwe
proeven geleverd hebt.
Voor 't oogenblik, begeeft ge u naar het
dorp Salco, en zegt tot de inwoners:
Wij komen vanwege Joannes.. Wij
wachten zijnen terugkeer af
Men zal u niet verstooten, en later zal
ik zien wat er met u aan te vangen is.
Zoo wil ik het.
Het zal geschieden zooals gij be
veelt; gij zijt onze meester.
Gedwee kleeden de twee zonderlinge
vrijwilligers zich met de plunje der Slo-
venen. Joannes, Michel en Panitza verga
ren al de wapens met het doel, die geen
nut hebben ergens veilig te bergen.
Dan, met den sabel aan de zijde, den re
volver in het daartoe bestemde zakje, de
carabijn aan den schouderriem, den gor
del opgepropt met patronen, stijgen zij te
paard. Ze zijn alle drie ervaren ruiters:
de paarden zelf zijn kloek, gedwee en ge
makkelijk te behandelen.
21.456.813
2.913587.-
al dravende loopen zij den klimmendcn
bergweg op en verdwijnen ten slotte uit
het gezicht.
VI. IN HET HOL VAN DEN
BANDIET.
Met de gezwindheid van volmaakte
ruiters, jagen de drie gezellen hun paar
den voort. Op het draven volgt een galop
Ze naderen de hergen al dichter en dich
ter. De gezichteinder is afgesneden dooi
de 1 ruine spitsen der bergtoppen.
Zouden wij er_vandaag nog komen?
vraagt Joannes half in gedachten ver
zonken.
Waar?bij Marko?voegt
Michel er bij.
Ja, bij dien verwensehte; ik wist niet
dat het zoo ver was.
Kent gij den weg?
Half en half, wij moeten vanaf de
doorwaadbare plaats der Sinitza, altijd do
Westelijke richting volgen.
Maar al zoekende vindt men hein.
't Zal niet moeilijk gaan, zegt Panit
za, want deze weg is mij al te goed bekend
helaas!., veel to goed. Ik heb hem ver-
- scheidene malen gevolgd, toen ik met
karren de opbrengst der belasting hielp
vervoeren.
Goed, dan zult gij ons naar 't ge
bergte geleiden.
Ja, overste! Zie, 't is ginder ver
heel verkijk, op den derden top, die
witte, vierkante blokken't schijnen
brokken muur.
Ik zie een ware vesting
Die een gansch legerkorps kan te
genhouden! Men moet over duizelingwek
kende paden om er te komensteile
geitenwegenWe moesten afstijgen
winst voor ons land niet wordt voorge
steld. Men achtte het nu het geschikte
oogenblik om tot verhooging der grond
belasting over te gaan, daar de grondprij
zen zoo sterk gestegen zijn.
Tegenover bovenstaande opmerkingen
werd het beleid van den minister van Fi
nanciën slechts door weinig leden in be
scherming genomen. De leden, die overi
gens het Kabinet verdedigden, wilden niet
verklaren, dat zij geen vertrouwen in dit
beleid hadden, maar hoopten, toch in de
toekomst daarin eenige meerdere vastheid
te mogen constateeren.
De buitenlandsche politiek.
Uit de desbetreffende zinsnede in de
Troonrede maakte men op, dat de Regee
ring de verhouding met België niet van
hartelijken aard beschouwt. Met de dooi
de Regeering tegenover België gevoerde
politiek kon men zich zeer goed vereeni
gen, doch men zou gaarne daaromtrent
iets naders vernemen.
Terwijl eenige leden de opmerking in
de Troonrede aan den Volkenbond gewijd
weinig gelukkig achtten en meenden, dat
daarin te veel twijfel aan de mogelijkheid
van het weisalgen van dit instituut tot
uiting komt, warén andere leden van oor
deel, dat de juistheid van de nuchtere me-
dedeeling in de Troonrede voor betwisting
niet vatbaar is.
De weermacht.
Sommige leden konden het niet goed
keuren, dat de Regeering bedacht is op
sterking der weermacht, zij het ook met
vermindering van den persoonlijken en
militairen druk. Zij waren van meening
dat ons land zich kan bepalen tot het in
stand houden van een politieleger.
Nederlandsche industrieelen klagen,
dat bun bedrijf ernstig benadeeld wordt
doordat men uit den vreemde hier de
stoffen goedkooper kan invoeren, daar
de buitenlanders de grondstoffen goed
koop kunnen koopen tegen den markt-
orils in hun land en dus bii verkoop
hier te lande het voordeel hebben van
den hoogen stand van het Nederland
sche geld, waarin hun product wordt
betaald. Nu doet zich echter het merk
waardig feit voor, dat Belgische firma's
ondanks het verschil ln de valuta
hier vlas koopen en daar te lande laten
verwerken en tot linnen bereiden om
hei Wfder naar Nederland uit te voeren.
Volgens de berekening komt dus èn de
valuta-prijs van de groodstof èo bet
dubbel vervoer, zoowel van de ruwe
groodstof als van het bewerkte product
in hun nadeel en toch leveren nu de
Belgen linnen van fijner kwaliteit tegen
goedkooper prijs, dan de Twentsche
fabrikanten, die mindere kwaliteit kunnen
leveren, ook du, al wordt het vlas In
Friesland zoo goedkoop afgeleverd dat
het om zoo te zeggen geen waarde meer
beeft.
De Nederl. fabrikanten hebben allengs
de werktijden in hun fabrieken moeten
stellen in overeenstemming met de nieuwe
Arbeidswet 1 Te verwachten Is, dat eer
lang de groot-lndustiie de werkplaatsen
zal moeten sluiten.
den last op onzen rug dragen!
En dan voetstompen, kolfslagen, wan
neer we, gansch afgemat en gebroken,
niet snel genoeg vooruit kwamen! 't Was
voor ons lieden der vlakte een echte mar
teling.
Wat doen ze dan met hun paarden?
Die klauteren op de hergen gelijk
geiten, loopen over rollende keien, naast
vervaarlijke afgronden, waar men indon-
dert bij den eersten misstap!
Op dit oogenblik vernemen zij trompet
geschal. 't Komt van verre, maar 't dreunt
over berg en dal.
De valsche gendarmen houden hunne
paarden staande en zien achterom.
Op ongeveer een kilometer bemerken
zij een vrij talrijke ruiterbende, zeker 25
man sterk.
Een tweede maal schettert de trompet,
-- Maar dat is een sein tot ons gericht!
merkt Michel verbaasd aan. Waarom?
Omdat zij ons voor echte gendarmen
aanzien antwoordt Joannes, en de aan
voerder der bende beveelt ons terug te
keeren.
Welnu hij zal er aan moeten voor
zijne moeite.
Daar!wat nog?.. Ja maar, dat
wordt bedenkelijk.
-— Wat is er eigenlijk aan de hand?
Een ander detachement rechts
En een derde links, zegt Panitza.
En ik zie nog een vierde bende, meer
achteruit, vervolgt Joannes, niets van zijn
koelbloedigheid verliezende.
Wat heeft dat te beduiden?
Er is daar een heel escadron moge
lijk wel twee.
Zijn het ruiterij-oefeningen?Is
het een verkenning?Of maakt men
jacht on oi
HE ECHO VAN HUT MM,