Eerste Blad. Markode Bandiet 1 „NOORD-BE ABAND"! WAALWIJK Dit nummer bestaat uit TWEE bladen Gemeenteraad. FEUILLETON Maatschappij van Verzekering op het Leven. NUMMER 94 DONDERDAG 24 NOVEMBER 1920 48e JAARGANG. Dit blad verschijnt WOENSDAG- EN ZATERDAGAVOND. Abonnementsprijs per i'» maanden f 1.25. Franco P- post door het geheele rijk 1.40. Brjsven, Ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan "den Uitgever. Telef. 38, WAALWIJKSCHE EN LANGSTRAATSCHE COURANT. Uitgave: Waalwijkache Stoomdrukkerij Antoon Tielen Telegr.-AdresECHO. Prijs der Advertentiën; 20 cent per regel; minimum f 1.50. Reclame-, 30 cent por regel. GEERTRUIDENBERG. Openbare vergadering van den raad deïer gemeente op Vrijdag 19 Novem ber des avonds ten 7.30 uur. Voorzitter Edelachtb. heer Mr, Allard. Ongeveer kwart voor acht uur open» de Voorzitter de vergadering aanwezig alle leden terwijl er een vacature is ont staan door het bedanken van den heer Sprong. Na voorlezing der notulen zegt dhr. Timmermans dat, in verband met wal lo eene vorige vergadering is besloten, nog een punt op de weliswaar reeds overladen agenda ontbreekt. Besloten was de commissie belast met de rege ling van den Hoofd. Omslag met een lid aan te vuiien en tevens dat gezegd zou worden waarom niet tot progressieve heffing kon worden overgegaan. Gaarne zou spr, zien dat tot aanvulling van een lid wordt overgegaan aangezien de werk zaamheden veelvuldig zijn en het een zeer zware taak is die su op enkele leden rust. Dc Voorzitter erkent dat wel in een vorige vergadering voorgesteld Is een lid in de commissie te benoemen, doch dat tevens later gezegd is dat daarop niet gewacht kon worden aangezien het voor de commissie tijd werd met de werkzaamheden te beginnen waarop be sloten werd het dan ook maar met een onvoltallige commissie te doen. De heer Timmermans merkt op dat de Commissie nu nog niet geheel met ha>e werkzaamheden is gereed gekomen wijl de meeste reclames nog zullen in komen. Bovendien, woidt zoo doorge gaan, dan zal mea voor hetzelfde euvel komen te staan en men weer niet op tijd gereed komen waardoor progressieve heffing uog langer achterwege zal blijven. Dat nu alles zoo is gedaan heeft de commissie zoo noodgedwongen moeten doen, maar met hare Instemming is het niet gegaan. Spreker dringt daarom aan spoedig tot benoeming van een commissie over te gaan opdat deze dan met de werk zaamheden kan beginner. Voorzitter. Een volgende maal Is de raad voltallig, dan zullen wij tot be noeming daarvan overgaan. Timmermans. Als u daD maar tiet zoolang wachï met het uitschrijven van een vergadering want de werkzaamheden die zijn te verrichten zijn groot. Voorzitter. Binnen een dag of veertien hebben we weer vergadering voor de begrootlog. Timmermans. Hoeveel t«:d zou men noodlg hebben om kinderaftrek enz. in een verordening te regelen. van „De Echo van het Zuiden door Louis Boussenard. EERSTE DEEL. Te vuur en te zwaard. 24) Het geleide schijnt de kleine groep nog verre te willen vergezellen. En dit eere- betoon wordt een echte foltering voor (le jonge vrouw en de drie mannen. Nikea wil er een einde aan maken. Met heftig gebaar trekt zij eene ingebeelde streep over den grond en doet iedereen stilstaan. Zij overschrijdt de lijn en met gebiedend gebaar beveelt zij de Albanee- zen terug te keeren naar hunne bergen. De bandieten, overtuigd de gebruiken in eere te hebben gehouden, gehoorzamen met zonderlingen en aandoenlijken eer bied, voortgesproten uit een bijgeloof dat zoo oud is als hun geslacht. Zij verwijde ren zich langzaam, als met spijt. Marko is de laatste. Tot weerziens! zegt hij aanmatigend tot Joannes. Tot" weerziens! antwoordt kalm en vastberaden de jonge- Sloveen. Zij keeren elkaar den rug toe en elk gaat zijns weegs met vlammende oogen het hart vol' haat.- Eindelijk.'alleen! murmelt Nikea. Ja, alleen!op weg naar het ver woeste nest! Voorzitter. Ik heb aau verscheidene andere gemeenten verordeningen aan gevraagd en bij inrichtingen, daarvoor aangewezen, modellen en daarmede is mfla taak vervuld. Timmermans. Ia Mei is al gevraagd het noodzakelijk levensonderhoud te ver- hoogen alsmede de kinderaftrek te re gelen. Hoe lang zal dat duren eer Ged. Staten zoo'n verordening goedkeuren. Voorzitter. Io December moet deze worden Ingediend, Als de Commissie met een lid is aangevuld, kan direct daarmede worden begonnen. Smolders. Waar het heen moet, mijn heer de Voorzitter, weet ik niet. Wij zitten nu al een tijd te praten en de notulen zijn nog niet eens goedgekeurd. Als over ieder punt vau de agenda, die zoo vol gels den ts als ik nog nooit van m'c leven heb gezien, zoo lang wordt gesproken als nu over het goedkeuren van de notuleD, dan komen we nog In geen drie dagen gereed. De zaken moeten behandeld worden, dat is zeker en met recht, maar ik geef toch ia overweging om de vergadering niet langer dan tot 11 uur te laten duren. Voorzitter. Uwe opmerking is zeer juist. De heeren beginnen na het voor leren van de notulen besprekingen te houden, die bij de rondvraag thuis be- hooreu. Zija de notulen goedgekeurd, daa zullen we tot behandeling van de agenda overgaan. Alvorens echter daartoe over te gaan, wensch Ik de heeren mededeeling te doen vao een droevig avontuur dat zich in het college van Burg. en Weth. heeft Smolders, ik verzoek U eerst mijn voorstel in omvraag te brengen, n.l. dat we riet langer zullen vergaderen dan 11 uur. Segeren. En als we dan nog niet ge reed zija. Smolders. Dan moetea we maar terug komen. Voorzitter. Met uw voorstel kan in de toekomst geen rekening worden gehou den. li het Uwe bedoeling dat het alleen voor deze vergadering Is, dan is het goed, want in het andere geval zou het in eene verordening moeten worden vastgelegd. Smolders. Mijne bedoeling Is alleen maar voor heden. Segeren. Dan kunnen wij morgenavond de vergadering voortzetten als we niet klaar komen. Timmermans. Ik kan me wel met het voorstel vereenigen, mits echter niet al te nauwkeurig wordt gekeken, dat wil zeggeo, dat als de punten van de agenda juist om 11 uur zijn afgehandeld, er dan bij de rondvraag nog gelegenheid tot spreken wordt gegeven. Voorzitter E' bestaat dan nog gele genheid de vergadering een volgend© dag voort te zetten, Wij hebben ee avontuur Smolders. Mijnheer de Voorzitter, ik wil mijn voorstel nog In omvraag ge bracht zien. Het voorstel in omvraag gebrach*, wo'dt met algemeen© stemmen aanve- Vlug!Vlug!vooruit! beveelt Michel met liefderijk gezag. Gij hebt gelijk; die schurken moes ten eens van gedachte veranderen en weerkeeren En dan, dit Tuksche uniform brandt aan ons lichaam!Eerst als wij onze werkkleederen weer aangetrokken heb ben, zullen wij in veiligheid zijn. En wij hebben zelfs niet eens den tijd u te bedanken, lieve zuster, die ons gered hebt! Ja! 't was tijd., een seconde later.. En ik, zegt Nikea, moet mijn gedach ten weer verzamelenik weet niei meer't is alsof ik. de prooi geweest ben van een verschrikkelijke nachtmerrie. Helaas! de nachtmerrie van het wer kelijk leven. Ja, alles houdt op voor mij bij het oogenblik toen ik u ginder op den boord der rivier, in den vloed verdwijnen zag. Niets! ik herinner me niets meer.ik heb een geweldigen schok gevoeld, toen is alles duister geworden in mijnen geest., ik was niet dood en toch leefde ik niet meer. Ten overvloede ik leed niet, maar was van niets bewust. Dit duurde tot het oogenblik dat ik u herkende"voor de linie der geweren welke den dood gingen spuwenbij den afgrond die uwe lijken ging verzwelgen. Plotseling gevoelde -ik een nieuwen schok. O! hij was zoo mogelijk nog ver schrikkelijker dan de andere, die mijn verstand in duisternis had gedompeld. En eensklaps in 't gezicht van den dood, kon ik weer denkenHet was als was ik verrezen een gil ontsnapte me. •Die gil was het sein tot onze bevrijding en ons heil! Zij die de eerste soldaten gaan worden nomen. Voorzitter. Ik acht me verplicht de heeren mededeeliet; te doen dat we lo het college vau Burg. en Weth. eeo avontuur hebben beleefd. Zooals te ver wachten was, heeft onze werkverschaf fing velen onder de werklieden niet bevredigd. Uit den aard der zaak is dit Te verwachten en kon men er dikwijls niets aan doen en ook niet voorkomen wijl men gehouden is aan de Regeeilogs- voorschrlften. Men meet het loon zoo stellen dat er steeds een prikkel blijft bestaan om naar p iticuliereo te gaan werken- De onvoldaanheid die bij de werk lieden heerschte ging al spoedig over tot ontevredenheid ec_mompelde men dat, als wethouder Segeren maar alleen baas was, het wel beier zou gaan. Toen nu de 8-urlge' werkdag is in gevoerd, meenden wij betreffende de loonregeling eene afwachtende houding te moeten aannemen vooraleer eene wijziging in de loonregeling te brengen. Spoedig echter kregen wij een schrij ven van het Hoofdbestuur vao de R K. Arbeldersvereenlgiog waarin werd ver zocht een onderhoud te mogeu hebben. Onmiddellijk stelde ik voor daarop in te gaan, waarmede men accoord ging en wat ten gevolge had dat reedt eenlge dagen daarna het onderhoud plaats bad, Dat onderhoud had plaats lo de bur gemeesterskamer, Wat nu het mooiste is zal ik U nu zeggen. Voor wij en de twee heeren van het Hoofdbestuur waren gezeten, zei wathouder Segeren alIk "ben er voor het verzoek van de men- schen in te willigen en stel voor daar toe over te gaan. Aanstonds heb ik wethouder Segeren gewezen op deze groote voorbarigheid alsook dat er van Barg. en Weth. nog geen voorstel kan uitgaan omdat wij de noodlge gegevens nog niet hadden. Ik wees er hem ook nog op dat op die maoier toch de belangen van de ge meente niet werden verdedigd en hij wel erg van meening was veranderd omdat hij 3 weken geleden nog klaagde, dat hij juist door de werkverscba/fiog zoo veel geld moest geven voor het btften steken en hij bat toen weasche- lijker achtte de wfereverschaffiag op te doen houden. Wij hebben ons daar toen tegen ver zet, omdat wij van meening waren dat er onder de menschen die bij de werk verschaffing werkten, er weinig zullen worden gevonden, die geschikt ztjn om bleten te rooien en om nu voor die enkele zooveel andere te laten lijden, daar waren wij toen niet voor te vloden. Wij hebben den heer Segeren er ook nog op gewezen dat bij ook zelf weer heeft gezegd dat hij maar f 15 betaalde aan arbeiders en nu vindt bij, nu de gemeente moet betalen f22 nog niet genoeg. Wij hebben hem echter gevraagd oi hij genegen Is wat hij dan aan ziln arbeiders te weinig heeft betaald, bi] te geven, maar zooals altijd, bij draalde om de kwestie heen. Ik geloof dan ook, mijneheereo, dat eenieder er van overtuigd zal zijn, da- die opruiende beweging andere drijf- veeren heeft dan de liefde tot den werkman en zijn ijver om deze veel loon te laten verdienen. Wat nu het onderhoud betreft, Ik heb me aanstonds bereid verklaard alle klachten en wenscben aan te booreo, te overwegen en ik zal naar het Depar tement van Arbeid gaan spreken om te zien wat er is te regelen en zoo mogelijk te verbeteren. Alle mogelijke gegevens zijn reeds verzameld om naar Den Haag te worden gezonden. Intusscben moeten wij dat onderzoek afwachten. De heer Segeren echter heef- zich in dien lijd weer geuit op eene wijze die niet vrij is te pleiten vat» oprulerij. Toen ik hem vroeg wat hem toch in het hoofd speelde om zoo op te ruien, zei hi) Ik heb dat gedaan, omdat ik anders bang ben dat ze allebei mijn ooren zullen afsnijden. Ik vraag U, heeren, is het nog langer mogelijk om met zulke personen samen in het College van Burg. en We»h. te zitten en de werkelijke belangen aan de gemeente te behartigen. Het is niet mogelijk met hem buis te houden. Een volgende keer is hij weer op het werk gekomen en toen heeft hij de werklieden weer met onzinnige dingen staan te paaien. Hij heeft daar gaan zeggen dat, als het maar aan de Wet houders lag, ze wel aanstonds veihooglop zouden krijgen, maar dat ik de baas speelde en het aan mij lag, dat ze geen verhooglog nog hebben gekregen. Hij beeft de werklieden gezegu dat wij het loon kunnen regelen. Ik heb daarop de werklieden afge vraagd of ze willen getuigen of bei werkelijk waar Is, dat wethouder Segeren dat alles heeft gezegd. Na heel lang Opgericht 1843. Verzekerd Kapitaal Reserve 21.456.813.- 2.913.587- der Macedonische onafhankelijkheid, ont snappen aan een onvermijdelijken dood, versnellen hunnen pas en bereiken einde lijk de Sitnitza. Aan de doorwaadbare plaats gekomen, laden Joannes en Michel Nikea op hunne schouders; dan, voorafgegaan door Pa- nitza die verkenner speelt, stappen zij on beschroomd in 't water. Langzaam komen zij vooruit en berei ken den anderen oever. Maar wat nu ver der gedaan? Terwijl zij zooveel mogelijk hun kleederen uitwringen, beraadslagen zij. Moeten we nu rechtdoor naar Salco gaan? vraagt Joannes aarzelende. 't Is gevaarlijk met die verwenschte uniformen, antwoordt Michel. Ja, voegt Panitza er bij vooral na 't uitroeien van het escadron moet de streek overhoop staan. Patrouilles moeten op weg zijn. Wat dan gedaan?Den nacht af wachten om aan burgerlijke kleederen te komen? Laat mij begaan, onderbrak Nikea vastberaden. Ik begeef me alleen naar Salco.. ik zal zien hoe de zaken staan en terugkeeren met juiste inlichtingen. Maar er is gevaar en ik kan niet ris- keeren dat gij gevaar loopt zonder dat ik mij aan uwe zijde bevind. Wees gerust!dit alles is niets.. ik vrees niets ter wereld, na de schriktoo- neelen die we beleefd hebben Inderdaad grooter gevaren kunnen we niet loopen, noch erger lijden door staan. Ga! lief kind en doe wat ge noodig acht tot ons aller heil. Tot weerziens en vrees niets! Zij zien haar heengaan, dapper als een sol daat die twintig oorlogen heeft medege maakt. En de uren gaan voorbij. Het wachten vermoeit -de drie vrienden, de honger foltert hen, zij worden zenuwach tig van angst en schrik. De nacht daalt, neer en Nikea is nog niet terug. Eindelijk vernemen zij een aarzelenden stap als van iemand die zijnen weg zoekt in de duisternis. Wie?., vriend? vijand? De drie mannen stellen zich in positie. Een bewonderenswaardig zuivere stem neuriet den „Zang van Kossovo" het vuri ge lied welk als de veriameizang is van alle verdrukte Slovenen. Zij is 't't is Nikea! De wapens vallen in 't gras. Vrienden handen drukken die der jonge vrouw, be- geerige monden ondervragen. Zij antwoordt met de vreeselijke kalmte welke volgt op vlijmende droefheid.: 't Is een ramp!Wij hebben geen dak meergeen schuilplaatsniets meer Salco is verwoestgeplunderd.ver delgd!.... Er bleef geen steen meer op den anderen.... het vuur heeft alles ver slonden, wat de soldaten niet konden me de dragen of vernielen - Wie?maar wie?.. De bandieten uit het gebergte? Na den Albaneeschen bey is de Tnrksohe pacha gekomen! Marko was pas vertrokken, toen men, namens den pacha, het overige kwam op- eischen voor de belasting aan den Sultan. Marko was begeerlijk en woest., de Tur ken waren ergerGeen geld meer vin- <l£nde, hebben zij alles vernield, hen ver moordende die niet snel genoeg vluchten konden. O! maar dat is afschuwelijk! snikt Michel. Mijn God!.... mijn God!zijn we draaien bekenden ze dat het waar is. Wat zegt de raad daarvan. Ik wil alleen dit zeggeo, dat hij zeer vermoedelijk heeft gespeculeerd op zijne bekende onwetendheid en hardleersheid en mear zal zeggenik meende dat het zoo was. Vijf en twintig keer is het behandeld hier In d n raad en in het college van Burg. en Weth. en als men dan nog verklaart er niets van te weten, dan weet ik het niet meer. Het is met geen mogelijkheid aan te oemen. Van de heer Segeren echter wel, daar kan men alles van verwachten,zooals men ziet, zelfs opruien onder de ge meente-werklieden. Op deze wijze wil hij zeker zich opwerpen als te ztjn de man voor den arbeider, op die manier denkt hij zeker later weer den raad te kannen binnen komen. Segeren. Is U onderhand klaar met Uwe mooie redevoeting, anders is het 11 uur en we hebben nog heel wat te oeredevoeren. Voorzitter. Wat ik nog te zeggen heb Dat is, dat tk me beklaag over Uw op treden en den raad wil Ik vragen hoe we in deze met U moeten handelen. Ik wil de heeren vragen of iemand als U langer waardig Is den naam van wethouder te drageo. Op eene gewelddadige wijze, op eene minder eerlijke manier tracht ge Uw doel re bereiken, maar of bet U lukken zal i Nog nooit heb ik gehoord dat een wet houder getracht heeft het gezag zoo te ondermijnen, en dat op zulk een onedele, oneerlijke wijze. Ik geloof dat heel Nederland, heel de wereld verbaasd zal staan over de wijze 'an Uw opt eden. De heer Segeren vraagt of de rede voering nu uit Is, want als ledereen zoo het woord neemt Is er veel gepraat en alets gedaan. Toen mijnheer Spronk. aldus de heer Segeren, Is gaan vertrek ken viel het me zwaar dat deze men schen geen vertegenwoordiger hadden en achtte Ik me het een plicht een deel van hetgeen den heer Spronk zich had voorgesteld, over te nemen. Het speet me dat ik dat niet van meetaf aan had gedaan dan zou het anders hebben gestaan-?; Nu beb ik al dikwijls genoeg verschil van meening met U gehad als het ging over het geven van loon. Ik heb gezegd dat een loon van f 20 niet voldoende is en dat is zoo, want bet leven Is hier zeker zoo duur als In Rotterdam. Alle groenten moeten eerst van Rotterdam komen en dan hier veikocht dus men begrijpt, dat het hier dan nog niet eens zoo goedkoop kan zijn. Als men nu nagaat dat ze in Rotterdam 30 of 35 gulden verdienen en bier maar f 20, dan kan men begrijpen dat Ik zeg dat het te weinig is. U zegt wel dat ik nog minder betaalde, maar ik zeg u, dat ik getuigen hier kan laten komen, die met hulp van een klein meisje bij mij zeker f 50 ver dienden. Is bet wonder dat ik zeg dat ze beter niets kunnen doen en 16 of 17 gulden uit het fonds trekken. Over het proodbedriif heb ik ook dan vervloekt? Ja antwoordt Nikea, we worden wel vreeselijk beproefd om ons ras en ons ge loof. Omdat, zegt Joannes, de Slovenen sedert eeuwen jammeren, smeeken, wee- nen en hun ruggeraat plooien voor hunne beulen. Inplaats hun te antwoorden met geweerschoten De volkeren en de personen bezitten maar de vrijheid die zij waardig zijn die vrijheid verwerft men door het lijden, en wanneer de maat vol is.. Voor de eer en de onafhankelijkheid van ons ras, hef uur is gekomen en aan ons lijden dient een einde gemaakt. Wij zijn hier met vier strijders, waar onder eene vrouwalle vier dapper en tot alles bereid! Dat zij die 't lijden moede zijndat zij die vrijheid verlangen, tot ons komen en morgen vormen wij een le ger. Ja, roept Nikea uit met trillende stem, het leger van het vrije Macedonië en uHt strijden zal tot den rtuou. TWEEDE DEEL. IN 'T LAND DER MOORDERIJEN. I. BEY EN PACHA. Twee weken zijn voorbij. Op de bloe dige uren, verlicht door brandende woon steden en erven is, een soort van loom heid gevolgd, veroorzaakt door angst en schrik, 't Is niet de kalmte welke volgt op groote beroeringen, noch de volledige rust welke 't naspel is van stuiptrekkingen in de natuur. Men voelt dat onder die stilte een on weer smeult. Een onweer verschrikkelij ker dan het eerste, dat beperkt bleef bij de vlakte van Kossovo. (Wordt ver" M ECHO VAM IET ZlllDEN.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1920 | | pagina 1