Eerste Blad. Markode Bandiet „NOORD-B RAB AND"! muurou sTusm. Dit nummer bestaat nit TWEE bladen. FE (Tl LL ETON Maatschappij van Verzekering op het Leven. JUMMER 3 ZATERDAG 8 JANUARI 1921 44e JAARGANG. Dit blad verschijnt WOENSDAG- EN ZATERDAGAVOND. Abonnementsprijs per 3 maanden f 1.25. Franco p. post door het geheele rijk f 1.40. Brieven, Ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. Telef. 38. WAALWIJKSCHE EN LANGSTRAATSCHK COURANT. Uitgave: Waalwljkschc Stoomdrukkerij Antoon Tielen. Telegr.-AdresECHO. DRUNEN. Spoedelschende openbare raadsverga dering op Donderdag 30 December des avonds ten 6 uur. Voorzitter Edelachtb. heer van Halten. Ongeveer é.15 uur opent de Voor zitter de vergadering afwezig de heer Maskens. De lezing der notulen van de vorige vergaderingen worden aangehouden. De Voorzitter zegt dat de reden, dat hij andermaal de leden in eene spoed- eischende vergadering heeft bijeenge roepen, is de werkeloosheid. Daarin moet worden voorzien en op welke wijze dat dit het best zal zijn te regelen, móet thans worden uitgemaakt. Door ons is intusschen reeds, eens geïnformeerd en overal zal het nu gaan of er een wachtgeldregeling of steun regeling zal komen. Door den secretaris is een vergadering bijgewoond te Waal wijk en nu zal deze wel eens uiteen zetten wat men daar heeft besproken. De Secretaris zegt dat men óp die vergadering het meest voelde voor een wachtgeldregeling, omdat daardoor het verband tusschen werkgevers en werk nemers bleef bestaan en op slot van rekening ook het best zou zijn voor de gemeente. De werklieden krijgen dan 70 pCt. van hun loon en dit bedrag wordt betaald door het Rijk met 50 pCt., de gemeente met 20 pCt. en den patroon met 30 pCt. De heer Bergmans vraagt of dit een besluit Is, gevallen in de afdeeling en of dit nu bindend is voor Baardwijk en Besomen ook. De Secretaris zegt dat het een ver gadering was van patroons van verschil lende plaatsen uit de Leer- en Schoen industrie en Burg. en Weth. Er waren zeker wel 30 personen bijeen. De heer Bergmans zegt gaarne goed te willen weten hoe daar alles Is ge regeld, wijl men zich hiernaar zooveel mogelijk naar wil richten. Spreker tw^felt er echter aan of men in Waalwijk, Baardwijk en Besoijen algemeen voor een wachtgeldregeling Is. Er zullen er voor zijn, zeker, maar een groot deel toch er tegen, dat zal de tijd wel leeren. Hier in Drunen is men er niet tegen, maar gewoon onmachtig er voor. De Voorzitter zegt in Waalwijk te zijn geweest doch niemand te hebben aan getroffen waarbij hij eenig licht kon opsteken. Met iemand had hy echter afgesproken zoo tot steunregeling werd besloten, hij dit zou laten weten, was daarentegen tot een wachtgeldregeling besloten, dan zou hij geen bericht ont vangen, dus mag worden besloten dat tot een wachtgeldregeling is overgegaan, j, De heer Bergmans zegt dat hier ter plaatse de patroons over het geheel genomen onmachtig zijn om daaraan mee van „De Echo van het Zuiden". door Louis Boussenard. TWEEDE DEEL. te betalen. De reden daarvan is dat ze al zoolang geld hebben bijgelegd. Echter wil hij er zijn uiterste best voor doen om te zien wat er valt te regelen. Vooizltter. Zou 't zoo geweldig druk kend zijn voor de fabrikanten zoo'n regeling. Als het nu maanden moest duren. Bergmans. Dat is 't 'm juist, daar zal juist alles van afhangen. Voorzitter, 't Zou jammer zijn als 't anders zou moeten gaan. Zoo, komt 't mij voor, is het in 't belang van de patroons als knechts en bovendien blijft de band tusschen beiden bestaan. Ik geloof wel dat die lasten door de patroons zijn te dragen. Bergmans. Ik hoop dat ik me vergis, maar ik ben bang dat het juist'lang zal duren. Als het nu maar voor enkele weken was zou het nog zijn te doen. De heer v. d. Wiel wijst er op dat het voor beide partijen in elk opzicht veel beter is, dat de band blijft. De patroons hebben allemaal heel veel geld verdleDd en nu hebben er enkele mis schien wel wat toegegeven, maar met een beetje goede wil kunnen ze nog wel wat bijdragen. De heer Bergmans wijst den heer v. d Wiel er op dat hij de patroons niet moet gaan verwarren met die kapitaalkrachtige van Waalwijk. Misschien een heel enkele uitzondering zou hier zijn te maken, een heel enkele patroon zal er zijn die kan betalen. Men moet niet vergeten dat de patroons al zoo lang nu geld hebben toegegeven. De heer v. d. Wiel is het niet eens met den heer Bergmans en is van meening dat hier, op een heel enkele uitzondering na, alle patroons nog wel kunnen bijdragen, De Voorzitter gelooft ook dat, als het van korten duur is, de patroons dat kleinigheidje nog wel kunnen bijdragen. De heer Van Son stelt voor te be' palen dat deze regeling een of ander halve maand van kracht zal blijven.' De heer v. d. Wiel wijst er op dat er vroeger om dezen tijd altjjd een slapte heerschte. Alleen gedurende de mobili satie is dit niet zoo geweest. Weliswaar kan men nu, met het oog op de schommelende prijzen, niet zooveel vooruit maken en boven hangen. De heer Bergmans zegt dat de zaak niet zoo eenvoudig is als de heer v. d. Wiel zich voorstelt. Het gaat niet aan eene vergelijking te maken met den toe stand van vroeger. De oorzaak van de geweldige malaise zit dieper, die zit in de valuta-kwestie en zoolang die zoo laag blijft, zal de toestand hier niet beter worden. Spreker geeft gaarne toe dat het in het voorjaar in Holland in de winkels een beetje drukker zal wor den, maar dan worden niet de schoenen uit de Langstraat of Holland verkocht, maar die van het buitenland, van België, Oostenrijk, Duitschland enz. Hier de fabrikanten kannen daar onmogelijk tegen concurreeren, dat bestaat door de lage valuta niet. Daarbij komt nog dat hier zoovele fabrieken op export zijn aangewezen en dit nu niet kunnen, Prijs der Advertentiftn. 20 cent per regel; minimum f 1.50. Reclames 40 cent per regel. IV. ALLEEN TEGEN VIJFHONDERD! 37) Het getal der aanvallers is nog toege nomen. De schuilplaats der patriotten wordt bestormd door een menigte die waarlijk krankzinnig is van razernij. De Mohamedaansche bevolking heeft ziöh ge voegd bij de doodslagers, op last van Marko aangeworven. Bugers, zaptiees, sopadjis builen, woe len, dreigen, zwaaien wapens, braken be- leedigingen uit. Ter dood! de Christen honden., ter dood!.... ter dood!.... Zij bitsen zioh onderling aan tot den kamp welke bet uiterste bloedbad moet voorafgaan, bet monsterachtig-dolzinnig der folteringen. Voor die lieden, is het niet enkel een zaak van eigenliefde, maar 't geldt vooral de monsterachtige driften te voldoen der Mohamedaansöhe woestheid. Marko ijlt van de eene groep naar de andere en bij den schijn van den vlam mengloed vuurt bij de woede aan der dwepers en booswichten. Inwendig is bij zeer ongerust. Ha! dat onverwachte en ijselijke antwoord van Joannes! Hij peinst Dat is geen buskruit!neen, nooit kon.de buskruit zulke verwoestingen aan richten! Wat dan?bommen met dynamiet geladen?ja, ongetwijfeld!Hebben zij daar wat voorraad van, dan breng ik hen nooit ten onder. Nog enkel het kanon kan ben onschade lijk maken! Welnu, bet zij zooi.dat bet kanon spreke! Ik zal dadelijk naar Prichtina seinen dat men dadelijk twee stukken geschut zende. Met een bijzonderen trein kunnen ze tegen den morgen hier zijn. Terwijl hij aldus tot ziohzelven spreekt, waagt de verblinde menigte een nieuwen aanval. Er zijn meer dan vijfhonderd bloeddorstige kerels, in bedwang gehou den door vier mannen en twee vrouwen, en ze willen er een einde aan maken. Opnieuw knallen de martinis en de ko gels maken in den hoop eenige bloedige bressen. Doch de waanzin beeft al die hoofden, anders zoo koelbloedig, in vuur en vlamg ezet. Niemand let op zijn neer geschoten buurman. Men springt over den gevallene, en de menschenschaar klotst woedend en overweldigend tegen de rots der belegerde woning. Somigen zwaaien houweelen en ijzeren staven. Ondanks den kogelregen, tasten zij de muren aan. Zij pogen er eenige steenen uit los te rukken, een bres te maken, in de zijde der citadel een doodelijke wonde te slaan. Een goeden slag, Michel I schreeuwt Joannes; 't is tijd. Ja overste! slaan we in den vollen hoop daar gaat bet! Zij nemen elk een bom op, doen den waardoor ze de geheele produc'ie hier op de markt moeten werpen, wat ten gevolge heeft eene doocPSnde concur rentie. Van de Wiel. Tijdens de mobilisatie zijn de schoenen altijd in ons land ge bleven en toch Is het altijd druk geweest. De heer Bergmans zegt dat het den heer van de Wiel toch bekend kan zijn dat men toch maar aldoor, kocht In de meenirg als men was, dat spoedig geen schoenen waren te krijgen. Toen werden er zooveel schoenen gekocht en opge slagen, dat men bijna weer aan geen leer kon komen. Deze groote voorraden bij de winkeliers doet aan de thans heerschende slapte ook veel af. 4 De heer v. d. Wiel zegt dezer dagen nog een winkelier te hebbin gesproken en deze verwacht ook een flinke drukte in het voorjaar. Overigenu is spreker van meenlng dat de patroons geld ge noeg hebben verdiend om voor de knechts dat weinige bij te dragen. De heer Bergmans wijst er op dat de heer v. d. Wiel veel te lang uit zaken is om er lets van te begrijpen en het dan ook maar niet aangaat om er over te zitten praten en te zeggen, dat kunnen ze gemakkelijk doen. Als hij zich zoo positief uitdrukt moet hij zorgdragen beter te zijn Irgelieht, want zoo geeft hij naar baiter den indruk, dat de patroons onwillig zijn. Van de Wiel. Mijn meenlng Is ook en nog, dat er verschillende genoeg zijn die het wel kunnen. De heer van Halder is, als 't eenlgs- slnds kan, voor eene wachtgeldregeling. De heer van Son vraagt of ze geheele weken werkloos zijn. De heer Bergmans zert dat er wel eens een enkele dag wordt gewerkt, wat dan in mindering van het wacht geld wordt gebracht. De heer van Son acht het uit den booze als het volk leeg tnoet loopen. Liever zou hij zien dat ze eenige werk zaamheden konden verrichten. Hij zou nu willen voorstellen, dat de patroons voorloopig voor de eerste maand bij betalen en kunnen ze dat later niet meer, dat dan de gemeen e alles maar overneemt. De Voorzitter merkt op 'dat de heer van Son liever zou zien dat de menschen moeten werken. Ook hij zou dit het liefst zien, doch hij vraagt zich af of er wel passend werk is voor deze men schen. Dat zou wel het geval zijn als er losse boeren arbeiders werkeloos komen. De heer van Halderen merkt op dat dan de 50 pCt. toeslag van het Rijk komt te vervallen. De Voorzitter zegt dat een werk verschaffing hier niet goed werkt, wijl de schoenmakers nu eenmaal niet ge schikt zijn om werkzaamheden op het land te laten verrichten. De heer van Son weet wel grond, welke door eenige bewerking in betere conditie kan worden gebracht. De heer v d. Wiel Is het met de vorige sprekers geheel eens, dat het beter zou zijn dat de menschen werk konden verrichten dan leegloopen, doch bij vreest, of beter gezegd, spr. is er van overtuigd, dat het niets zal uithalen. De heer van Halderen zou willen wachten met het nemen van een besluit totdat de patroons vergadering gehad hebben, dan weet men ineens of ze kun nen ja of neen. De Voorzitter zou het wat strijdig vinden indien in Waalwijk, Baardwijk en Besoijen een wachtgeldregeling is tot stand gekomen en bier een steunregeling. De heer v. d. Wiel geeft in overwe ging de cijfers een beetje anders te zetten hier, dan komt men daarmede de pa troons wat tegemoet. In Waalwijk geven de patroons 30 pCt. en de gemeente 20 pCt., laat men hier nu 20 pCt. door de patroons geven en 30 pCt. door de ge meente. De patroons zal dat heel wat schelen. De heer Bergmans wil trachten de patroons er toe te bewegen doch hij Is overtuigd daarin niet gemakkelijk te zullen slagen. Al meer dan een half jaar lang hebben de meeste patroons met verlies gewerkt. De heer v. d. Wiel Is het niet eens dat de patroons reeds een half jaar met verlies hebben gewerkt. De heer Bergmans vraagt hoe de heer v. d. Wiel zoo iets nu positief kan zeggen. Hij wil het hem nog eens duidelijk maken waarom de patroons niets meer hebben verdiend in 't laatste half jaar. Daar is eerst eene groote slapte geweest en toch is al het personeel aan het werk geble ven. De productie die men in een fabriek moest behalen, behaalde men nooit en zoo kwam het dat men niets verdiende. De beer Elshout geeft in overweging eerst eens met de patroons te spreken. Deze komen Maandag reeds bijeen en dan kan men Ineens zien welke patroons Opgericht WAALWIJK. 1843; Verzekerd Kapitaal Reserve 25.586.757— 3.113.7o7— strik om hunnen pols en strekken hunnen anm uit. De twee bommen komen, tegelij kertijd in dichtste der menigte terecht. Maar ternauwernood heeft men beneden hte gebaar bemerkt, het neerslingeren der helsche tuigen vermoed, Ach! de verlossende ontploffing blijft achterwege! Mislukt! huilt Michl, terwijl hij zijn hart ineen voelt krimpen. De schietpijlen waren slecht gere geld, zei koelweg JoannesZe zijn te snel gefabriceerdmisschien ook is de verwerkte grondstof niet van goede hoe danigheid Geweren ter hand!., en de revolvers., vuur!vuur overal! Vijf carabijnschoten, vijf en twintig re volverschoten knallen achtereenvolgens. Men hoort elkander niet meer in 't gerucht der losbrandingen, men ziet elkaar niet meer in den kruitdamp. Laat ons herbeginnen! schreeuwt Jo annes, een andere bom vattende. Beneden verdubbelt het rumoer, 't Is vermengd met vreugde kreten. Eenige steenen zijn losgeraakt aan den gevel. De bres is begonnen. De bom vliegt te midden dier vertrok ken gezichten, afschuwelijk bij den Moe digen schijn der vlammen. O geluk! de ontploffing is gebeurd; heel het stadje davert er van. Aardig, een tweede ontploffing volgt, dan een derde, drie witte rookzuilen schieten te midden van een onbeschrijfelijke verwarring om hoog. Dat is de weerwraak! brult Michei. Allah mocht dit wei voor ons doen! zei Murad plechtstatig, terwijl de twee vrouwen diep aangedaan de afgrijselijke verwoesting der springtuigen aanzien. De derde bom heeft de twee andere doen springen! zegt Joannes met stralen de oogen.. Beneden is 't een verdelging zonder weerga. Lichamen zijn in de lucht ge slingerd door een onweerstaanbare kracht en verschijnen stuiptrekkende te midden van den rook. Er liggen gansche. hoopen dooden en gekwetsten, <en te midden der menigte val len lieden als neergebliksemd, dood, zon der een zichtbare wonde te vertoonen. Een ontzaglijk angstgeschreeuw stijgt op, gevolgd door een doodsche stilte. Dan slaat heel die massa op de vlucht; een schrikkelijke paniek grijpt de doodsla gers aan. De omtrek van 't belegerde huis, geheel rood in den schijn van den brandgloed, is nu geheel verlaten. De vier mannen wisselen een flinken handdruk en Michel de gedachte van allen vertolkende, roept uit: Bij den levenden God die ons be schermd heeft, 't was hooge tijd! Ha! kapitein, voegt Murad er hij, gij zijt geen kat om zonder handschoenen aan te pakken! Helena en Nikea weenen en vallen in el- kaars armen. Gered!.... wij zijn gered!.... Alleen het kindje verroert niet. Onder een deken uitgestrekt, sluimert het een engelenslaap, naast den korf met dyna- mietbommen. V. HOE DE STRIJD EINDIGT. De sterren verbleeken. De gezichteinder klaart op hoven de zwartgeblakerde mu ren der kerk. Binnen een half uur is het volop dag. De opkomende zon zal den wegstervenden gloed van den brand be schijnen. genegen zijn bij te dragen en dat deze er zijn, daar is hij van overtuigd. De heer Bergmans zegt hier te hebben gezegd wat in de patroonsvergadering is gezegd. Eenparig is daar gezegd dat men niet kon, doch wil men nog eens probeeren, spr. voor zich zal dan de eerste zijn die ook al het mogelijke zal doen. Na nog eenige discussie werd besloten de wachtgeldregeling voorloopig voor 4 weken aan te nemen, met dien verstande dat de patroons 20 pCt., de gemeente 30 pCt. en het Rijk 50 pCt. bijdraagt. Vervolgens vraagt de Voorzitter of de raad aan Burg. en Weth. machtiging kan verieenen om de gewone verpachtingen en verhuringen in overleg met den notaris kan houden. De beer van Son kan zich daar wel mede vereeoigen, mits de leden maar tijdig worden ingelicht wanneer deze verkooplngen zullen plaats hebben. De Voorzitter zegt dat dit regel is en zal zorgen dat steeds leder lid alles op tijd weet. Daarna sluit de Voorzitter de verga dering. (Buiieu veisntwoordelijkbeid dei Redactie.) Mijnheer de Redacteur l Beleefd verzoeken wij U onderstaande stukje even te willen opnemen in Uw veelgelezen blad, bij voorbaat onzen dank. Met belangstelling snuffelden wij de >Echo van het Zuiden* door, zoekende naar het raadsverslag der gemeente Vlij men doch tevergeefs. En hoewel Zon dag werd bekend gemaakt dat het uitvoerig verslag Donderdag zou volgen vinden wij ook dat niet. Velen met ons zijn nieuwsgierig eens jaist te vernemen wat daar zooal Is ver handeld, omdat ons zoo terloops ter oore Is gekomen datjhet'er nogal gespan nen heeft over schorsing van een raads lid, ja weet ik wat al meer. En aan gezien toch elke gemeentenaar gerust mag weten wat er door onze Vroede Vaderen zooal wordt behandeld en be sproken en juist de Echo er op uit is zijne lezers te vergasten op een zeer corect verslag, begrijpen wij dit dood zwijgen thans niet. Wil daarom genoemd blad zijn goede reputatie behouden, dan zien we een breedvoerig verslag in een volgend nummer alsnog tegemoet. Enkele nieuwsgierigen. Toen onze verslaggever ten omstreeks half tien de vergadering verliet, was een zaak als hier bedoeld niet behandeld of aan de orde geweest, wij konden dus hieromtrent in ons verslag niets op nemen. Of 't later of in geheime vergadering nog is besproken, weten wij niet. Wat het opnemen in ons blad van Woensdag betreft, ja, door het groot aantal verslagen moeten wij ze zoo wat over verschillende nummers verdeelen en kwam het Zaterdag. RED. De patriotten, neergehurkt op het ter ras, houden immer de wadht. De doodsla gers durven dit handjevol helden niet meer aan te vallen. Doch men vermoedt dat ze niet verre verscholen zitten buiten het hereik van carabijnen en bommen. Het uur verbeidende dat het laatste woord aan hen zal blijven. In de statie van Kumanova ronkt een locomotief, zucht en fluit gewonnen verlo ren. Marko trilt en mompelt boosaardig glim lachende: Eindelijk! Joannes en zijn gezellen luisteren naar de verschillende geruchten welke uit de verwoeste stad opstijgen, trachtende voor al iets op te vangen dat komen moet van gindsohe eenzame wegen. Mogen wij hen verwachten? zegt met ingehouden stem de jonge aanvoerder. In de buurt van den spoorweg verne men zij het regelmatig rollen van iets dat snel rijdt. Dit geucht neemt toe, nadert; de patriotten hooren duidelijk het klette ren van metalen raderen en rumoer van een legertrein die op weg is. De hemel neemt een roze tint aan. In de verte wordt het landschap helder. Van op hun hoogen wachtpost bemerken de pa triotten een tamelijke troep ruiterij, welke van heft station komt gereden. Dan ge spannen, ieder van zes paarden, dan le gerwagens. Kijkt! kanonnen roept Murad uit ik zie er twee. Joannes verbleekt en gromt: O! de ellendelingende lafaards! Ik.vrees dat het uit is met lachen, meent Panitza, die anders niet veel van zeggen is. (Wordt vervolgd.) DC MO VAM HET ZUIDEN,

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1921 | | pagina 1