De Portierster
van Alfortville,
I „1T00 RD-B R AB AND" I
WAALWUK
I
GEMEENTERAAD,
FEÜILLETOh
Maatschappij van Verzekering op het Leven*
2).
Opgericht
1843;
Verzekerd Kapitaal
Reserve
NUMMER 41
WOENSDAG 25 MEI 1921
tb ÏZXX9XH6.
Dit blad verschijnt
WOENSDAG- EN ZATERDAGAVOND.
bonnementspxijs per 8 maanden I 1.26.
Franco p. post door het geheele rijk f 1.40.
Brieven, Ingezonden stukken, gelden enz.,
franco te zenden aan den Uitgever.
KAATSHEUVEL.
Openbare vergadering van den raad
dezer gemeente op Zaterdag 21 Mei de*
middags ten 3 uur.
Voorzitter EdelAchtb. beer Van
Besouw.
Ongeveer 3.10 uur opent de Voor
zitter de vergadering, alle leden zijn
aanwezig terwijl er een vacature Is ont
staan door het overlijden van den heer
J. B. van den Heuvel.
Voorzitter. Alvorens met de werk
zaamheden te beginnen een enkel woord.
Met mij als Voorzitter zal u allen zeker
met leedwezen het overlijden van den
heer van den Heuvel hebben vernomen.
De heer van den Heuvel is gedurende
veertien jaar lid van den raad geweest,
eenlge jaren wethouder en armmeester
van Loon-op-Zand en ik mag gerust
verklaren dat hij deze functies steeds
naar beste weten heeft behartigd. Al
is het waar dat hier op deze wereld
spoedig alles wordt vergeten, hier twijfel
ik er niet aan of de beer van den Heu
vel zal bij U allen toch lang in aange
name herinnering blijven voortleven.
De notulen der vorige vergadering
worden na voorlezing onveranderd goed
gekeurd en vastgesteld.
Aan de orde:
1. Ingekomen stukken.
a. Schrijven van moj. Hiller, houdende
mededeeling dat zij hare benoeming als
onderwijzeres in de Moer aanneemt.
Wordt voor kennisgeving aangenomen,
b. Schrijven van Ged, Sraten, waarbij
aanmerking wordt gemaakt op art. 6
van de verordening tot heffing van den
Hoofd. Omslag.
Aangezien het slechts een admini
stratieve maatregel betreft, wordt con
form het voorstel van Ged. Staten be
sloten.
Schreven van Ged. Staten, houdende
mededeeling dat het percentage van het
heffingsctjfer voor den Hoofd. Omslag
moet worden vastgesteld.
Voorzitter. Burg. en Weth. stellen voor
het heffingscijfer te bepalen op 3, D t is
noodlg om aan het bedrag vaa f 120.000
te komen.
Van Amelsfoort een vorig jaar was
het toch minder.
Voorzitter. Ja, maar rekening moet
worden gehouden, dat het belastbaar
inkomen heel wat micder is geworden.
Die hooge aanslagen zullen nu aanmst-
keltjk minder zija, want er is een groot*-
malaise lo de schoeniadustde geweest,
gedurende welken tijd er door velen geld
is toegegeven. Daarbij komt nog dat e»
steeds afschrijvingen moeten plaats heb
ben zoodat we wei verplicht ztio om.
Willen we aan bet bedrag van f 20.000
komen, het cijfer op 3 te brengen.
Met algemeene stemmen wordt daar
toe besloten.
2. Voorstel van Borg. ets Weth. tot
het voeren van eene procedure.
Voorzitter. Zooals de heeren weten,
is een vorig jaar de locomobiel en be-
uoodigdheden van het provisoriuro van
L*>ot»-ot>-Z*nd «*erknchr. Bil inschrijving
van „De Echo van het Zuiden".
III! Ki ll# VIV HET MIS,
X. DE BRANDSTICHTING.
TWEEDE HOOFDSTUK.
De enkele woorden, tusschen de beide
vrouwen gewisseld, vatten op zeer duidelij
ke wijze den toestand saam, waarin Jeanne
Fortier verkeerde.
De jonge weduwe, wij weteu Het reeds,
was zesentwintig jaar oud. Zij was eene
goede werkster, eene zeer bekwame naaister
en had op twee en twintig jarigen leeftijd
I'ierre Fortier getrouwd, een braven jongen
machinist in de groote fabriek van den heer
i.nbroue.
Enkele maanden geleden was de machi
nist verongelukt ten gevolge van het sprin
gen eener machine. Het slachtoffer was
niet van eene zekére onvoorzichtigheid vrij
te pleiten, doch moest deze duur betalen.
Labroue, die de toekomst van vrouw en
kinderen wilde verzekeren, had Jeanne de
betrekking van huisbewaarster en portier
ster aan de fabriek aangeboden en de we
duwe aanvaardde deze betrekking met er
kentelijkheid, daar haar zoo eene gelegen
heid werd verzekerd om hare kinderen groot
te brengen. Doch, zooals wij het haar reeds
hoorden verklaren aan de kruidenierster
van Maison-AIfort, zij had in de fabriek
veel te lijden daar alles haar het noodlot
tig etude van dan man dien zij beweende, in
het geheugen terugriep.
't Scheen haar toe, dat sdj veel beter zou
kunnen vergetenjndlen zij niet dagelijks de
plaatsen onder het oog had, waar zij gere
geld met haren man had verkeerd; doch
Telef. 38
WAALWIJKSCHK EN LANGSTRAATSCHE COURANT,
Uitgave: Waalwijksche Stoomdrukker!) An toon Tielen
Telegr.-AdresECHO.
is het toen gegund aan de fi ma A. de
Vries te Amsterdam voor f 3800
De Vries tiet toen echter maar niets
van zich booren en toen is door ons
geschreven oi hij het geld wilde op
zenden. Wij boorden maar niets en toeu
is nog eens geschreven door ons. Daarop
is de Vrie9 in Februari op de Secretarie
gekomen ca toen heeft bij verklaard
alles te zuiieo accepteeren ec zorg te
dragen dat het geld hij was meen Ik
Vrijdags hier uiterlijk Maandag of
Dinsdag bij den ontvanger zou zijn.
Weer hoorden wij echter niets meerf en
ontvlogen nog veel minder geld. Geluk
kig zijn de secretaris en de ambtenaren
er getuigen van geweest toen hij de ver
klaring aflegde alles te zullen acceptee
ren. Toen wij niets meer hoorden hebben
Bu*g. en Weth. de zaak in handen ge
geven van onze rechtskundige 'adviseur
aar. Bergmaan uit Tilburg, en toen deze
hem heeft aangeschreven heeft de Vries
getracht om te gaan marchandeeren. Het
tdvies van onzen rechtskundigen adviseur
is nu om tot een procedure over te gaan.
Rtiken. Is de man welgesteld, ten
minste, is er genoeg te verhaien.
Voorzitter, Ja, dat is wel in orde. De
heeren van de P.N.E.M. hebben ons
later wel gezegd dat wij In moeilijkheden
zouden komen, want het schijnt dat
het op meer plaatsen heeft gedaan.
Van Amelsfoort. Een proces voeren
is In den regel nogal gevaarlijk, maar
hier staat het er nogal goed voor.
Voorzitter. Dat hij zoo trekt komt
omdat die locomobielen ia waarde zijn
vctniederd.
Rijken. Dat hij een strop heeft, daar
kan de gemeente niets atjn doen.
Van Lier. Heeft hij geen reden op
gegeven.
Voorzitter. Dat hij ze niet kwijt kan
worden.
Van Lier. Ik dacht soms dat hij zou
gezegd hebben ze niet meer te willen
hebben omdat de gemeente ze nog eens
heeft gebruikt, nadat ze verkocht waren.
Voorzitter. Dat kou hii niet, want
daarop zijn ze verkocht. Met smoesjes
kan hij zich niet afmaken want in de
verkoopvoorwaarden staat dat alles dui
delijk omschreven. Trouwens tegenover
mr. Bergmaan heeft hij ook erkent de
beeie boel te moeten accepteeren.
Met algemeene stemmen wordt be
sloten een procedure te gaan voeren.
Schrijven van den- heer J. Leenaarts,
onderwijzer met laodbouwakte alhier.
Adressant wijst er op dat hij vroeger
van de gemeente voor deze acte eene
vergoeding ontving van f 100. Thans,
ou de Regeering de salarissen heeft ge
regeld, ls dit vervallen. Aangezien hij
echter te Loonopzand een cu sus geeft
welke door 15 leerlingen wordt gevolgd,
vraagt hij alsnog eene toelage.
Voorzitter. Vroeger Is besloten om bfl
een oproeping voor een onderwijzer
te bepalen dat een onderwijzer voor het
bezit van een landbouwacte f 100 zou
worden gegeven. Daarop Is mijnheer
Schoenmakers en tatermijnheer Leenaarts
gekomen die dat van ons steeds gehad
hebben.
Nu is a'les door de nieuwe ond-'wil'.
hoe zou. zij elders terecht komen?
De hoofdzaak was middelen van bestaan
te vinden voor haar en hare kinderen. Naai
werk zou de vrouw nooit zooveel hebben op
geleverd als zij in de fabriek verdiende. De
kruidenierster van Al fort dacht, dat Jeanne
bijzonder eerzuchtig was, doch daarin be
droog zij zich zeer. Zoo de jonge weduwe
naar twee of drie briefjes van duizend
francs haakte, dan geschiedde dit niet uit
een gevoel van eerzucht, koketterie of al te
groote luiheid om te werken, maar met het
eenig doel om een klein handelszaakje te
kunnen beginnen, en dan door aanhouden
den arbeid het welzijn harer kinderen te
verhoogen. Al hare gedachten vereenigden
zich thans op haar kroost, hare gansche tee-
derheid, al hare hoop en verwachting.
Toen Jeanne naar de fabriek terugkeerde
dacht zij aan -dit alles en ziedaar de reden,
waarom het gebabbel van den kleinen Geor
ges hare ooren niet bereikte.
Langzaam stapte zij vooruit, zooals wij
reeds hebben opgemerkt, aan droevige ge
dachten overgegeven de oogen ten gronde
geslagen zonder iets te zien, of te hooren.
Eensklaps verschrok de vrouwzij had
haren naam liooren uitspreken en deze stem
oefende op de jonge weduwe een bijzonderen
invloed uit: haar gelaat versomberde en op
haar voorhoofd verschenen diepe rimpels.
Toch wendde zij het hoofd niet, en verhaast
te den stap, instede van dien in te houden.
„Maar wacht dan toch een oogenblik, ma
dame Fortier", hernam de stem. „Ik keer
ook naar de fabriek terugLaat ons sa
men opwandelenKom hier, ik zal die
kan dragen. Dat ding is veel te zwaar voor
u."
Georges had zich omgekeerd en den per
soon herkend, wiens stem men gehoord had.
Niettegenstaande zijne moeder hem wilde
niedesleepen stond hij stil.
„Mamaatje", sprak hij, „daar is mijn
goede vriend Gérard, die mij mijn paardje
geschonken heeft".
Van dat oogenblik gebruik makend nader
de de persoon, dien Georges Gérard genoemd
had en vervoegde zich bij moeder en kind.
Jeanne was zeer ontsteld doch spande alle
krachten in om het gevoel, dat haar over
meesterde, te verbergen.
Gérard zag er bleek uit, zijne wenk-
wes veranderd en betaalt het Rtjk uit
Nu kan de gemeente als een cursus
wordt gegeven, nog wel zeggen dat ze
daarvoor betaalt.
Van Amelsfoort. Hij krijgt een flinke
vergoeding. Als er nu niet zoo behoefde
te worden bezuinigd, dan was het nog
iets anders.
De Wijs. En ook iets anders zou het
zijn als de vergoeding was komen te
vervallen.
Van Amelsfoort. Hij ontvangt er ver
schillende honderden guldens voor Maar
als 'ter aanzat was het nog Iets anders.
Met algemeene stemmen wordt hierna
besloten afwijzend op bet verzoek te
beschikken.
4. Onderzoek der geloofsbrieven van
den heer H. B. van den Wildenberg.
De Voörzïttrr stelt de. stukken voor
onderzoek in handen v&a de heeren
Rijken, Snaphaan en Van Lier en schorst
gedurende het onderzoek de vergadering.
Na heropening der vergadering deelt
de heer Rijken mede da* alle stukken
in orde zijn bevonden, waarna met al
gemeene stemmen tot toelating wordt
besloten.
5. Benoeming van een lid in de
commissie van toezicht op het lager
onderwijs,
Voorzitter. Deze benoeming is noodig
omdat de heer L. v. d. Horst zijne be
noeming niet kan aennecusa.
Wordt benoemd de heer '/an der Hor9t,
hoofd der school van den Loonschendijk.
6 Benoeming van esp lid van het
Burgerlijk Armbestuur wegens het over
lijden van den heer Vae den Heuvel.
Voorzitter. Er is geen voldoende tijd
geweest om een voordracht op te maken
en deze op de agenda te plaatsen en
daarom is aan den Wethouder van
Loonopzand gevraagd wie volgens zijn
oordeel voor dit baantje geschikt is.
Saaphaan. Er Is al eens gezegd dat
er eene algeheele reorganisatie zou plaats
hebben. Hoe zit 't daar mee.
Voorzitter. Door omstandigheden Is
eene algeheele reorganisatie nog niet tot
stand gekomen. Wel echter is er eene
verandering gekomen. D| armbesturen
vergaderen gezamenlijk alles beter
te kunnen overzien. Da bedeeling, de
gewone, heeft plaats *or de arm-
meesters. Dus het geheel loopt niet meer
over één persoon, maar over het ge-
beele bestuur.
Verschure. Ik heb 't zoo eens nagegaan
en gedacht dat Van Gorcum een heele
goeie daarvoor zou zijn ofwel F. Ma-
chlelsen. Ik heb er met Van Gorcum
eens over gesproken, maar die kan eene
benoeming niet aannemen. Machlelsen
zal eene benoeming aannemen, heeft
hij mtj gezegd. Wel deed hij liet liever
niet, maar hij zal het dan toch doen.
Rijken. We hebben hier Van Lier
zitten, een aangewezen persoon er voor.
Niet dat ik op Machlelsen iets weet aan
te merken, ik ken den man niet, maar
Vaa Lier is algemeen met den toestand
op de hoogte.
Van Lier. Dat moet zooveel mogelijk
buigen den raad blijven.
Voorzitter. Dat is eens besloten door
den raad om steeds zooveel mogelijk
daarvoor geen leden van den raad te
nemen. Dat was nog met wethouder
Cools. Toen wethouder Verster kwam,
was bij reeds lid van dit college en na
diens dood heeft de heer Van den
Heuvel dat zoolang waargenomen en
dat is toen zoo maar blijven hangen.
Benoemd is hij er nooit voor geweest.
Van Lier. Ik geloof dat Machlelsen
een heele goeie zal zijn.
Verschure Van Lier zou m.l. ook
een heele goeie zijn, maar het eenlge
lastige Is dat hij zoo ver buiten het
dorp woont.
Hierna wordt de heer Machlelsen met
algemeene stemmen benoemd.
7. Aanvraag van de R. K. Kerk
besturen van Kaatsheuvel en Loonopzand
houdende bet verzoek voor ben eene
nieuwe school te willen bouwen.
De Voorzitter zegt de bewuste stukken
niet te kunnen overleggen wijl deze nog
in handen zijn van de schoolautorltelten.
De zaak is echter heel eenvoudig. Door
de Kerkbesturen zoowel van Loonopzand
als Kaatsheuvel Is aanvraag gedaan om
voor haar nieuwe meisjesscholen te willen
bouwen. De raad moet daartoe overgaan
sis zulks wordt gevraagd. Dat bedrag
moet de raad voteeren.
De beide kerkbesturen zijn bereid 15
pCt. van de slichtingskosten te storten.
Ik stel voor tot het bouwen van deze
scholen over te gaan. Gaat de raad
daar niet toe over, dan kan het Kerk
bestuur in beroep gaan bij den Minister.
Ook de schoolautorltelten oordeeien
het noodig dat tot het bouwen van deze
scholen wordt overgegaan.
De bouwkosten zijn wel verminderd
doch wat de kosten zullen bedragen Is
niet te zeggen. Daarnm stel ik voor lo
beginsel te besluiten tot bet bouwen,
dan kan, als de inschrijving heeft plaats
gehad, een geidleening worden aange»
brauwen beefden en In zijn hart bonsde het.
Eensklaps bukte liij, nam Georges in zijn
armen en omhelsde den jongen op beide
wangen.
„Dag, braaf ventjezeide hij.
En hem weder op den grond nederzettend
en zich tot Jeanne wendend, ging hij voort
met eene stem, die duidelijk eene zekere bit
terheid verried
„Men zou waarachtig zweren, madame
Fortier, dat ik u schrik aanjaag!Maar
waarom dan toch??Gij hadt mij zoo
even wel gehoord, toen ik den eersten keer
uwen naam uitsprak en, in stede van op mij
te wachten, verhaasttet gij den stap. Gij
wildet mij dus niet hoorenGij wildet de
vlucht nemenMaar wat heb ik dan toch
gedaan om zoo behandeld te worden?"
Gérards stem klonk dof en vrij onzeker.
Jeanne scheen niet goed te weten wat te
zeggen en antwoordde aarzelend
„Ik verzeker u dat gij abuis hebt. Ik had
u niet gehoord en ik haastte mij om naar de
fabriek terug te keeren, want eene werkster
heeft mijne plaats in de portiersloge inge
nomen, terwijl ik mijne boodschappen ging
doen. Dit is niet zooals het behoort'.
„Is 't waar, Jeanne Fortier, dat gij mij
niet hoordet?" vroeg Gérard.
„Heb ik dat niet reeds gezegd??"
„Dit is geen reden voor mij om het te ge-
loovenGij gebruikt steeds alle midde
len om mij uit den wég te blijven. En toch
weet gij het hoe gelukkig ik ben, hoe over
gelukkig, wanneer ik enkele woorden met
u wisselen kan!Niet waar, Jeanne, dat
weet gij zeer goed?"
„Mijnheer Jacques", antwoordde levendig
de jonge vrouw, „begin niet weer op den
toon van vroeger!... Dat zou mij hevig pij
nigen, groote smart veroorzaken".
„Maar gelooft gij dan, Jeanne, dat ik geen
smart in het hart draag?De koelheid
van uwe ontvangst, uw wantrouwend uiter
lijk zijn de oorzaak van mijn lijden, van een
zwaar lijdenIk bemin u, Jeanne, met
al de krachten mijner ziel!Ik aanbid
uEn dat weet gij, Jeanne
„Ziet gij nu wel," onderbrak hem de jon
ge weduwe, „dat ik groote redenen had den
stap te verhaasten om u niet te hooren?"
„Kan ik dan het stilzwijgen opleggen aan
mijn hart, dat van liefde overloopt? Kan Ik
25.586.757.-
3.1l3.7o7.—
zwijgen in uwe tegenwoordigheid, daar gij
liet geliefde voorwerp van al mijne gedach
ten zijt?Jeanne, ik bemin uGij moet
er u aan gewenfien dit uit mijnen mond te
hooren, dit mij bij elke gelegenheid te hoo
ren herhalen
„En bij elke gelegenheid zal jk u antwoor
den dat uwe liefde eene dwaasheid is," zoo
klonk het uit den mond der jonge weduwe.
„Eene dwaasheid! En waarom?"
„Daar deze liefde tot niets leiden kan..."
„Ik wil uw man worden!"
„Nooit zal ik hertrouwen!"
„Gelooft gij dat?'.'
„Ik ben er zeker van".
„Welnu ik ben zeker van het tegenover
gesteldeEr zijn onmogelijke zaken in
de wereld!... Gij zijt jong, schoon, schoon
om alle hoofden op hol te helpen. Kunt gij
uw leven als weduwe doorbrengen in onver
schilligheid, eenzaam en verlaten?... Kom,
kom Dat kunt gij niet
„En toch zal het gebeuren".
„Gij wilt mij ontmoedigen door zoo te
spreken, doch niets kan een liefde doen
verflauwen, die zoo groot, zoo innig gevoeld
is als de mijne!Voor mij de toekomst!
„Zwijg, mijnheer Gérard! Ik smeek er u
om
„Gij moet er aan denken, dat er nauwe
lijks vijf maanden verloopen zijn sinds den
dood van mijn armen man en dat Pierre uw
vriend was, niettegenstaande hij onder uwe
bevelen stond, mijnheer de meesterknecht".
„O, dat vergeet ik n. etDoch is mijne
liefde tot u eene beleediging voor hem?...
Heeft zijn dood u uwe vrijheid niet terug
geschonken?... Is het eene beleediging voor
hem, wanneer ik u zeg: Jeanne, de kinderen
van Pierre, die mijn vriend was, zijn de
mijne!... Laat ons eens redeneeren, Jeanne
Fortier. De heer Labroue heeft u tot be
waarster der fabriek aangesteld, nadat u
het ongeluk getroffen had. Dat heeft u in
de gelegenheid gesteld den mond open te
houden, meer niet, want uwe kinderen,
waarvan het jongste bij eene min is uitbe
steed, kost u handen vol geldIk verdien
vijftien franken per dag, vier honderd vijf
tig franken per maand, vijf duizend vier
honderd per jaar. Dat zou voor u en voor de
kleinen een aangenamen welstand opleveren,
haast een fortuin; want gij zijt spaarzaam,
Prijs der Advertentlën.
20 cent per regel; minimum f 1.50.
Reclames 40 cent per regel.
gaan.
Verschure. Zijn wij nu verplicht te
bouwen ook als de school er nog goed
mee door kan. Als ze te klein zije, is
dat geen argument, want dan kunnen
ze worden vergroot. Ik vraag maar of
we het verplicht z^n en is zulk9 het
geval, \i, dan hebben we niets te zeggen.
Maar ik zeg maar dat, als de scholen
nog doelmatig zijn te maken, bet te gek
zou zijn om er over te praten om nieu
we scholen te bouwen.
Van Amelsfoort. Ik zeg ook dat het
ongepermitteerd zou zijn. Zijn die scho
len nu officieel afgekeurd.
Voorzitter. Officieel afgekeurd is er
niets. De schooLutoriteicen verklaren
dat de bestaande scholen te klein zijn.
Van Amelsfoort. Dan kan er worden
bijgebouwd. Het gaat niet aan om in
een tijd ais deze honderd duizenden te
gaan verbouwen. Het is al erg genoeg
met de belasting en dan zou het toch
zeker niet meer om te betalen zijn.
Verschure. Daar komt nog bij dat
men vandaag of morgen ook verpl ciu
zal zijn eea school te moeten bouwen
in het nieuwe gedeelte. Wij mogen ons
ook wel eens afvragen of de school dan
nog te klein zal zijn.
Voorzitter. De laatste keer was aan
gevraagd voor een school met 14 klassen
en nu, nadat de zaak nog tweemaal be
sproken is, is de schoolopziener van
oordeel dat met 9 of 10 lokalen kon
worden volstaan. Ik geef toe dat In de
toekomst ook in het nieuwe gedeelte,
zooals wethouder Verschure zegt, zal
moeten worden gebouwd. Zelfs is het
niet uitgesloten dat men in het Hoekje
er een neer zal moeten zetten want
indien ouders van meer dan 40 school
gaande kinderen daarom vragen dan
moet er toe worden overgegaan.
De Bresser. Er is toch nooit gevraagd,
meen ik, om 14 lokalen. Is er nu aan
gegeven hoeveel er moeten zijn.
Voorzitter. Er is wel eens gesproken
van 14 lokalen, flevraagd >9 nu alleen
om een nieuwe school te willen laten
bouwen.
De Bresser. Hier is de school veel
te klein. Ze kunnen niet uit de weg zoo.
Van Amelsfoort. Maar dan kan toch
vergroot worden.
Snaphaan. Ik vraag me af, als zoo
doorgegaan moet worden, waar het heen
moet. Wij moeten toch eerst eens ult-
kijkeo. Als de oude school door ver
bouwing en vergrooting In orde gemaakt
kan worden, mogen we niet tot bouwen
van een nieuwe overgaan. Aan de centen
en belasting mogen wij wel eens denken.
Verschure. Ik ben het met Snaphaan
eens. 't Is ook veel voornamer om later
in de nieuwe wijk een school te bouwen.
Snaphaan. Daarom zou ik eens zien
of we er met een stuk bij te bouwep,
niet kunnen volstaan.
Voorzitter. Ik heb er expres met de
schoolautorltelten veel over gesproken
omdat het van zoo'n groot belang is.
Van Amelsfoort. Als we toch niets
anders in deze te doen hebben dan ja
te knikken, behoeven ze bet ons ook
niet te vragen.
Roestenberg. Wij hebben er wel
madame Fortier, en werkzaam... En boven
dien koester ik nog een bijzonder idee, groo
te idéés! Wij zouden rijk kunnen worden!
Wie weet of ik den een of den anderen dag
niet zelf patroon zal worden?... Dan zouden
wij iets voor de kinderen kunnen doen, en
gij zoudt eene gelukkige vrouw zijn, eene
gelukkige moeder. En dat hangt slechts van
u af, van u alleenIk -smeek er u om,
blijf niet langer weigerachtig!... Ik bemin
u, ik bemin u zoozeer, dat ik in staat zou
ziju om u te bezitten, de grootste dwaashe
den te begaanDe liefde maak-t geen
berekeningen, deinst voor niets terug. ïfe wil,
ik zal u bezittenNoodzaak mij niet om
dwaasheden aan te vangenIk zou er later
spijt van hebben, wanneer het te laat is".
Jeanne stond haastig stil en staarde den
meesterknecht strak in de oogen.
„Luister, Jacques Gérard", sprak zij dan
op een toon, die door ontroering minder dui
delijk was, „dit is nu de vierde maal, dat gij
mij steeds op verschillende wijze van uwe
liefde en uwe verwachtingen spreekt*Ik
geloof dat gij oprecht zijt
„Oprechtonderbrak haar Gérard.
O, ja, ik ben oprecht, dat bezweer ik u
„Laat mij eindigen. Uwe aanzoeken ver
eeren mij, zij zijn een teeken uwer achting
voor mijn persoon. Ik geloof volkomen aan
uwe goede bedoelingen, doch ook heden
moet ik u antwoorden wat lk steeds heb ge
antwoord; „Ik wil weduwe blijven... Nooit
zal ik hertrouwen!"
Jacques Gérard voelde zijn hart ineen
krimpen; 't scheen alsof het op het punt
stond'te breken.
„Dan bemint gij mij niet? „Dan ziet gij
geen kans mij te beminnen noch nu, noch
later?" stotterde hij.
„Ik heb Pierre al te zeer liefgehad om nog
een ander te kunnen beminnen. Mijn hart
behoorde hem geheel en al toe, en hij heeft
het mede in het graf genomenMijn
hart is dood
De meesterknecht maakte een beweging
van wanhoop. Twee dikke tranen biggelden
hem over de wangen.
(Wordt vervol#*.)