De Portierster
van Alfortville
„NOORD-BRABANT"!
I
Gemeenteraad
BUITENLAND.
FEUILLETON
Maatschappij van Verzekering op het Leven.
NUMMER 49
WOENSDAG 22 JUNI 1921
44e JAARGANG.
Dit blad verschijnt
WOEN8DAG- EN ZATERDAGAVOND.
Abonnementsprijs per 3 maanden f L25.
Franco p. post door het geheele rijk 11,40.
Brieven, Ingezonden stukken, gelden enz.,
franco te zenden aan den Uitgever.
Telei. 38.
WAALWIJKSCHE EN LANGSTRAATSCHE COURANT
UitgaveWaalwijksche Stoomdrukkerij Antoon Tlelen
Prijs der Advertentito:
20 cent per regel; minimum t 1.B8.
Reclames 40 cent per regel.
Telegr.-AdresECHO.
CAPELLE.
(Vervolg.)
10).
I. DE BRANDSTICHTING.
NEGENDE HOOFDSTEK.
Opgericht WAALWIJK.
Verzekerd Kapitaal
Reserve
25.586.757-
3.113.7o7.—
Dc Poles Is Opper-Silezlë hebbes
de ontraimlogs-voorstellen der laterg,
commissie aanvaard. Generaal Hennlker
verklaarde de voorwaarden niet te kantten
aaonemco.
Te Herne is Westfalen heeft ces
ernslig mijcongeluc plaats gehad. 28
personen verloren het leven. Verschei
dene ernstig gewonden.
De conferentie te ParijsCurzon.
Briand en Bonln-Loagare, de Itallaan-
sche gezant te Parijs stelde den tekst
van het bemiddelingsvoorstel vast inzake
het Grleksch-Tarksch conflict, benevens
de maatregelen welke in geval van
weigering zouden genomen worden.
Zondagmorgen heeft maarschalk
Pétaln op de hoogte van Notre Dame
de Lorette den eersten steen gelegd
van een monument, dat ter herinnering
aan de gevechten van Artots zal worden
opgericht.
De lijken van 80.000 Franschen liggen
in het Lorette-piateau bepraveo, dat
door de Dultschers gewoonlijk de heuvel
des doods werd genoemd. Aan de roem
rijke nagedachtecis der Fransche dap
peren zai het monument worden gewijd.
Bovendien zal er in een toren op den
top van het plateau een altijd brandend
licht worden aangebracht dat in de heele
viakte van Artois zichtbaar zal zijn, als
een blijvend eerbewijs aan de Franschen
ea Britten, die in de gevechten van
Loos, Lens, Vimy en At?echt gesneuveld
ztjn.
Sinn-Feiners hebben gevuurd op
een auto bij Moydrum (Ierland) die
weigerde stil te houden. Een brigade
gade-generaal werd gedood.
De koning van België heeft de wet
op den 8-uren arbeidsdag bekrachtigd.
In een daarover aan den minister van
Industrie geschreven brief, doet hij een
beroep op de arbeidersbevolking om de
arbeidsprestatie te verhoogen en de
kwaliteit en kwantiteit van het geleverde
werk te verbeteren, wil België nog
kunnen exporteeren, wat alleen kan door
hü ECHO VAN HET ZUIDEN,
Kerst. Ik bentegen elk voorstel om liet
politieüiu- te verlengen. De motleven die
men aanhaalt om op het verzoek in te gaan
lijken mij zoo zwak, dat onmogelijk daarop
ban worden ingegaan. Mijn vaste overtui
ging is dat verlenging tot niets goeds kan
leiden. Bovendien moet men in aanmerking
nemen, dat de vrije Zaterdagmiddag geko
men is om te rusten niet om den dag dan
nog met een uur te gaan verlengen. En waar
heeft men' liet uur voor verzet? Voor de zui
nigheid en niet om nog gelegenheid te
scheppen, een uur langer iu een café door te
brengen.
Over de geheele wereld heerscht, zoowel
van de zijde der Christolijken ais van die
der lilx-ralen en socialisten een streven om
het drankgebruik te beperken en hier zou
men het in de hand gaan werken. Hier zou
men gelegenheid gaan scheppen om jongere
menscheu langer dan voorheen iu een café
te doeudoorbrengen. Leest de bladen maar
eens na en u zal zien wat een ellende de ca-
fé's over de geheele wereld veroorzaken. Ik
begrijp dan ook niet dat er nog' mensehen
kunnen gevonden worden die daarvoor zijn.
Jk voor mij geloof dat onze gemeente wel
mag beginnen met te gaan inkorten inplaats
van te verlengen. Men mocht hier het; voor
beeld van vele plaatsen uit de omgeving, om
Zondag's de eafé's gesloten te doen houden,
wei navolgen.
De eafé's veroorzaken eene ontzettende
ellende over de geheele wereld en dan zou
men hier willen gaan verlengen. Door den
tier Sneep is nu wel gezegd dat die men
sciien er ook voorzitten, zeker dat is zoo en
is jammer, maar het groote moreele gevaar
aan eafé's verbonden, weegt veel, ontzet
tend veel zwaarder. Desnoods zou ik de
eafé's. als liet mogelijk was, een vergoeding
willen geven.'
Sneep. Je hoort hier nooit, iets en daarom
zou ik gerust, voor proef, op het verzoek
willen ingaan. Iedereen moet zelf weten of
hij naar een ac-fé wil gaan of niet.
Treffers. Ik wil nogmaals opmerken dat
er in onze gemeente maar heel weinig perso
nen zijn die van den vrijen Zaterdagmiddag
jirofjteereu, want hier in deze gemeente
lieel't mén betrekkelijk weinig fabrieken.
Bovendien is er ook een zeer groot verschil
hoe men een café bezoekt. Het behoeft geen
zwelg- of zuippartij te zijn, maar men kan
even goed fatsoenlijk een café bezoeken en
daar eenige ontspanning zoeken en daaruit
zal geen ellende voortvloeien. Ik kan daarom
ook zeer goed meegaan om gedurende de
zomer des Zaterdags de eafé's een uur lan
ger open te doen zijn. Wij zijn hier in dit
opzicht achter, in omliggende gemeenten is
men ons daarin al lang voor geweest.
Voorzitter. Te Vrijhoeve Capelle is liet
ook om 10 uur poiitie-uür,
Michael. Het eerste verzoek, om geheel
de week het politie-uur te verlengen is niet
noodig, maar om het Zaterdags op 11 uur
te stellen is volkomen te billijken. Onbillijk
is bet dat een deel der bewoners zoo lang
kunnen zitten als ze verkiezen en andere er
uit moeten.
van „De Echo van het Zuiden".
David drukte den kleinen Georges twee
warme kussen op tie wangen en vertrok.
Jeanne wachtte nog op de presentielijs
ten er verliepen enkele oogenbllkken en
toen werden ze haar gebxyicht door Jacques
Qérard.
..Xiets nieuws?" vroeg de meesterknecht.
Georges greep hem levendig bi.i de hand
en antwoordde:
„O, wij hebben hier zooveel verdriet,
vriend Jacques! En wij gaan weg!"
„Wat, vertrekt gij?" vroeg hij de jonge
vrouw, die hare tranen droogde.
Jeanne gaf een bevestigend toeken met
bet hoofd.
„Dn u is er thans gebeurd, wat ik voor
zag," hernam de meesterknecht, „hetgeen ik
zoozeer vreesde. De patroon heeft u verwij-
tiugen gedaan, en gij hebt hem wild geant
woord. Hij is woedend geworden en
„Hij heeft mij weggejaagd!" voegde ma
dame Fortier er bij, den zin eindigende.
„Gij hebt hem zeker boos gemankt?"
„Hij was brutaal. En ik ben opgestaan
legen zijn verwijtingen, die misschien wel
eenig recht van bestaan hadden, maar dan
toch op een anderen toon hadden gedaan
kunnen wordenOm kort. te zijn. ik ver
trek binnen acht dagen".
„Binnen acht dagen?"
...Ta. D'e lieer LabrÓMe- wilde mij hier laten
tot het einde der maand; doch ik heb die
aalmoes niet ««ingenomen
Treffers. Dat blijft zoo en zegt niets.
Voorzitter. De zaak is voldoende bespro
ken en daarom zal ik het verzoek van ad
ressanten in omvraag brengen.
Voor verlenging stemden de lieeren Sneep,
Michael en Treffers. Tegen de heeren
Kerst, van der Hoeven en de Hoon.
2. Behandeling verzoek van het water
schap „Ten Westen van den Nieuwendijk
met de Aanwassen" om subsidie voor ver
hooging der kade.
De Voorzitter merkt op dat dit adres
reeds tweemaal aan de orde is geweest.
Adressanten vragen eene subsidie van
250.Intusschen heeft hij nog eens met
den Voorzitter van de polder gesproken en
deze heeft hem gezegd dat de polder bij het
werk geen belang heeft en het een gemeen
tebelang is. Alleen heeft de polder er dit be
lang bij dat het aan de andere zijde wat
eerder zal gaan vloeien.
Sneer». Dat is een gek geval. Ik zou dan
wel eens willen weten waarom ze dan 500
gaan geven.
Voorzitter. Dat heb ik ook opgemerkt.
De Koon. De een zal zeggen dat het geen
polderbelang is on een ander zal beweren
dat dit wel zoo is. Ik zeg dat het wel een
polderbelang is. Met het oog op den weg
geloof ik echter dat het voor de gemeente
goed zal zijn om subsidie te verleeuen.
Voorzitter. De beer Rijken deelde mij ook
nog mede, dat het werk dit jaar niet meer
kan uitgevoerd worden wijl bet daarvoor
reeds te laat voor is geworden.
De heer Michael zegt dat naar zijn wee
ning de kade op enkele plaatsen te laag is
en dus niet voldoende is onderhouden. De
De polder wil er maar een slaatje uitslaan,
dat is mijn vaste overtuiging.
de Roon. Ik zou daarom de conditie ma
ken dat de kade voldoende verhoogd moet
worden en dat men met het zakken ook-nog
rekening moet houden. Het stuit me ook wel
tegen de borst om. nu die polder er finan-
tieel goed voorzit, subsidie te geven, maar
alleen met liet oog op den weg omdat dit
zeker een gemeentebelang is. zóu ik het
doen.
De heer Michael acht het een hooge bij
drage die ze vragen 250 is één derde in de
kosten.
De beer .Sneep vraagt af, als geen subsi
die wordt gegeven, mot het werk niet zal
wordeu doorgegaan.
De Roon. Dan doen ze het niet.
Michael. Dan is het geen polderbelang.
De Itoon. De ingelanden kunnen dan an
ders beslissen.
De Voorzitter brengt het adres in om
vraag.
oor stemden de lieeren de Roon en van
der Hoeven. Tegen de heeren Sneep. Mi
chael en Treffers. De heer Kerst bleef
buiten stemming.
De heer Michael stelt vervolgens voor on
150 subsidie te verleenen.
Dit voorstel wordt met op een na alge-
mèene stemmen de heer Kerst bleef Hui-
ten stemming aangenomen.
3. Voorstel van Burg. en Weth. tot ver
koop van den uit de haven gebaggevden
grond en van de straatlantaarnpalen.
De heer de Roon vraagt of alles in eens
of in kavels zal worden verkocht.
De Voorzitter zegt dat zulks nog niet. door
„En waar zult gij na die acht dagen heen
gaan!" vroeg Jacques levendig. „Wat zult
gij aanvangen?"
„Waar ik heen zal gaan? Dat weet ik nog
niet. Doch wat ik zal aanvangen, weet ik
wel; Ik zal werken, hard werken om het
brood voor mij en mijne kindoren te ver
dienen".
„Maar bedenk eens Jeanne, dat men door
eigen schuld den toestand niet mag verer
geren, waarin men verkeert. De patroon kan'
nog op zijn besluit terugkomen, dat hij in
een oogenblik van. opwinding genomen
heeft".
„Ik wil vertrekken."
„Dat meent gij niet".
„In allen ernst.*ik herhaal, dat ik vertrok
ken wil".
„Maar gij luidt het hier toch goed en
kondt leven zonder kommer voor den dag
van morgen".
„En nu zal ik werken van den morgen tot
den avond
„En ik Jeanne, ik zal u dan niet meer we
derzien
„Dat zal ook het beste zijn. Herinner u
wat ik zooeven gezegd heb. Wanneer gij mij
niet meer onder de oogen hebt. zult gij mij
gemakkelijk vergeten".
„En weet gij dan niet meer wat ik geant
woord heb?Mijne liefde is mijn leven.
Ik heb evenveel behoefte aan mijne liefde
tot u «ils aan de lucht die ik in-adem. Kom
Jeanne laat uwe verkeerde plannen varen?
Morgen zal jk met den patroon sprekenik
zal hem smeeken dat hij u in de betrekking
laat
„Dat zjilt. gij niet doen mijnheer Gérard,
ik verbied het u
„Anders wacht u kommer en ellende".
„Wanneer men moed in het hart heeft,
wordt men spoedig aan ellende gewoon en ik
zal wel zooveel kunnen verdienen als wij
voor onze geringe behoeften noodig hebben".
„Dat werk zal uwe gezondheid ondermij
nen, u doodeiiJeanne, gij weet hoezeer ik
u beminik herhaal nu nog eens wat ik van
morgen „sprakIk aanbid n Schenk mij r
en uw kinderen
„Gij zïjt een dwaas, mijn arme Jacques,
ecu groote dwaasMoet ik ii als huwelijks
gift mijne ellende en mijne twee kinderen
meebrengen?"
Burg. en Weth. is vastgesteld. In ieder ge
val zal het wel zoo worden gedaan, dat het
voor de gemeente zooveel mogelijk opbrengt.
Met algemeene stemmen wordt hierna het
voorstel van Burg. en Wethouders aange
nomen.
4. Alsvoor tot vaststelling van een ver
ordening als bedoeld in art. 138 der gemeen
tewet.
Conform het voorstel van Burg. en We tl),
wordt besloten.
5. Alsvoor tot het. verleenen van 50
aan den gemeentebode voor het onderhoud
van zijn rijwiel.
Voorzitter. Er is 'veel werk voor den bode
en zonder fiets kan hij niet gezien de bood
schappen die bij dikwijls op verren afstand
heeft te doen.
De Roon. Hoe hoog is zijn salaris.
Voorzitter, 800.—
De Roon. Is daar alles hij inbegrepen, ook
wat hij voor het eleetrh-iteitsbedrijf hpeft
te doen.
Voorzitter. Ja.
De Roon. Dan is er ook niets tegen.
Treffers. Nu is hij toch zeker verplicht
van zijn rijwiel gebruik te maken en kan
hij niet komen met te zeggen ik kan er niet
van komen.
Voorzitter. Daar moet hij zich mee ver
eenigen.
0. Alsvoor tot het vragen yaA vrijstel-
ling van onderwijs in de lichamelijke oefe
ningen aan de beide openbare lagere scho
len.
Daartoe wordt besloten,
7. Alsvoor tot het doen van af- en over
schrijvingen oj) posten dér gemeentebegroo-
ting dienst 1921.
Conform het voorstel van Burg. en Weth.
wordt besloten.
Michael. Met de watervoorziening in onze
gemeente is het op 't oogenblik zeer treurig
gesteld. Klachten komen «onophoudelijk bin
nen. De schuld van dezen treurigen toestand
moet worden gezocht hij] het polderbestuur
en niet bij het gemeentebestuur. Nu is er
ai zeker in geen 6 weken water in den polder
gelaten zoodat alles eren vuil is. De men
sehen hebben geen water meer om hun han
den te Wassehen. laat staan om linn vee te'
laten drinken.
Hoog tijd is het dat dgigemeente iu dezen
in-treurigeu toestand - gaat ingrijpen. Op
welke manier, 't zij floor met het polderbe
stuur eene conferentie te houden, 't zij door
bij Ged. Staen een klacht in te dienen. Dat
moet tenminste zeker worden gedaan als
een conferentie met het polderbestuur niet
lielpt.
Dan moeten ze maar eens op hun plichten
worden gewezen.
Voorzitter. Beter zou het zijn geweest in
dien u hiermede eerst bij Burg. oti Weth.
waart gekomen.
Michael. Dat heeft aanvankelijk ook in
mijne bedoeling gelegen doch ik ben daar
op terug gekomen omdat daar weer zoo lan
gen tijd mee heengaat en de zaak zoo is
dat absoluut geen uitstel kan lijden.
Er moet onmiddellijk worden ingegrepen.
Bij geruchte heb ik vernomen dat deze
treurige toestand alleen het gevolg is van
eene oneenigheid in het polderbestuur.
De Roon. Bij welken polder. Zoo u namen,
willen noemen.
Michael. Bij den Binnenpolder v. Capelle.
Van der Hoeven. Wij hebben hiervan een
lid bi.i ons.
Voorzitter. Ik denk dat deze er wel niet
op geprepareerd is om nu ineens op deze be
schuldiging te antwoorden. Ik zou ook zeg
gen dat het eene zaak is die bij Burg. en
Wetli. thuis behoort als het zoo ernstig is
als u zegt. Ik heb ook klachten gehad maar
dat is dat ze in den Raftenhoek re veel wa
ter hebben.
Michael. Dat zal zeker meer dan 5 weken
geleden zijn.
Voorzitter. Neen. een dag of 10 geleden.
Michael. Dat kan niet.
Voorzitter. En toc-li is liet zoo. 't Is voor
mij wel niet vleiend als u zegt dat het niet
zoo is.
Van der Hoeven. Ik hen liet met Michael
eens. De vaart is totaal droog, alleen kan
men nog wat van die vuile modder zien. Ik
ben ook ooit lid van de polder geweest maar
hij ons is het toen nooit zon geweest.
Sneep. Als dat gewoon een-gevolg is van
oneenigheid is dit een verschrikkelijk iets.
Michael Dar is het ook.
Treffers. Ik ben het' ook eens met Michael.
Als u bij mij komt zien 's avonds, dan ziet
u hondenwagens en paarden karren met
tonnen en vaten om water te komen halen.
Over de spoorlijn is het treurig gesteld. De
vaart had ook eens goed schoongemaakt moe
ten worden, dan krijgen de bewoners van
den Rattenboek geen overlast van het water.
Voorzitter. Ik moet er op wijzen dat de
polder niet onder ons ressorteert. Het beste
zal zijn dat we met het polderbestuur eens
óveMeg' jilégen. Zou dat geen resultaat 'heb
ben, dan eerst zullen wij ons tot Ged. Staten
moeten vervoegen.
Michael. Vanmiddag heb ik nog iemand
hooren klagen dat hij om een beetje water
„Wanneer ik u bezit Jeanne, zal mijn
moed mijn kracht verdubbelen. Met u ben
ik er zeker van rijk te worden
„Mamaatje," smeekte eensklaps de kleine
Georges, „doe vriend Jacques geen leed.
Wanneer hij rijk'is, krijg ik een nieuw
paard van hem, een grootr houten paard, veel
schooner dan dit,... niet waar goede vriend
Jacques?"
„Ja vriendje, ja, alles wat; gij wilt", ant
woordde de meesterknecht, terwijl hij den
jongen aan het hart drukte.
TIENDE HOOFDSTUK.
Dan hernam hij op meer en meer harts
tochtelijken toon
„jeanne, liefste .Jeanne, denk toch na!
Wat ik u voorstel is het leven, het geluk
voor de lieve kleinen, die gij zoozeer bemint,
en ik ook zeer vurig zal liefhebben.
De jonge vrouw wandelde op en neer in
het vertrek. Men zou gezegd hebben dat er
in haar binnenste een zwaren strijd gestre
den werd. Hare gelaatstrekken waren geheel
veranderd. Eindelijk wendde zij zich weer
tot den meesterknecht
„Jacques", stamelde zij, „ga heen
spreek niet. meer tegen mij. Jacques, want
gij doet mij wreed lijdenIk smeek er
u otnLaat mij alleen, alleen met mijn
leed
„Dat leed deel ik inet u", hernam Jacques
op onstuimigen toon. „Uw lijden doet mij
mede lijdenEn gij zoudt zoo gelukkig
kunnen zijn, gij en uwe kinderenDoch zoo
gij niet naar mijne smeekingen luistert, dan
valt gij met uwe arme schepseltjes in de
diepste ellende, in den zwartsten noodWeet
gij dan niet hoe gering de opbrengst is van
den arbeid eener vrouwenhand? Nooit zult
gij genoeg kunnen verdienen om de kleinen
voedsel en kleeding te verschaffen, die zij
noodig hebben".
..Verleider!" riep de weduwe uit, terwijl
zi' haar bleek voorhoofd tussclien hare
koortsachtige handen drukte. „Gij hangt
hier een tafereel op en kleurt het zoo som
her als. gij kunt, om mijn angst in te boeze
men, om mij te ontmoedigen, om mij nog,
ïnectr af te matten; om?..;.."
„Ik zeg niets anders dan de naakte waar
heid. Doch ik zal u redden, ik wil u redden.
ik zal tt aan den nood noch aan de akelige
wanhoop overlaten... gij zult mijne vrouw
worden en gelukkig zijn mot uwe lieve kin
deren".
„Mijn GodMijn God!" kreet Jeanne, ter
wijl zij krampachtig de handen wrong, „zal
hij dan nooit medelijden met mij hebben?
Zal hij dan nooit zwijgenVertrek Jac
ques, ga heen
„Ik wil u een nieuw bewijs mijner teeder-
heid geven en gehoorzamen, ik ga. Jeanne,
doch slechts om aan u te denken, om mij in
mijne gedachten met u bezig te honden, om
uw geluk te verzekeren
Jacques Gérard verliet de jonge vrouw,
die thans aan de grootste ontroering ten
prooi was.
Zij wierp zich op een stoel neder en on
samenhangende woorden ontsnapten aan
hare lippen:
„Hij heeft gelijk!Hij heeft maar al
te zeer gelijkEene sombere ellende
grijnst ons toe. mijn arme kindertjes en mij.
Hoe zal met liet werk mijner handen het
kostgeld mjiner kleine Lucia kunnen beta
len? Hoe zal ik Georges opvoeden?Ach!
De toestand is verschrikkelijk... Jacques
biedt mij Jen vrede aan. de gerustheid, een
aangename gegoedheidDoch om dit al
les- te verkrijgen moet ik zijne vrouw wor
den, den eed verloochenen, dien ik Pierre op
zijn sterfebed zoo heilig gezworen hebi...
Dat zou hatelijk zijn, laag en laf!Neen,
neen, wat. er ook geheure. ik zal mij sterk
toonen".
Jeanne x>utte in haren wil een hoveunien-
sehelijke kracht, stond op, droogde hare be
traande oogen en ging naar buiten.
Zij sloot de deur der binnenplaats zooals
haar geboden was te doen; dan ging zij een
ronde maken 'dooi' de ledige werkplaatsen,
bezocht de stallen en keerde toen weer naar
den verzorgde en keerde toen weer naar
hare woning terug.
De heer Labroue naderde de poort om uit
te gaan.
Jeanne opende zonder een woord te snre-
ken.
Georges speelde in een lioek der kamer al
weer met zijn houten paardje en - met een
doos vol looden soldaatjes.'
De jonge vrouw maakte haastig het avond
eten gereed.
voor zich te wassehen, een half uur moet
loopen. Je moet maar betalen en waar de
eenten blijven begrijp je niet. .Te ziet ze
maar niets doen.
Het is een groot gemeentebelang en daar
om moet spoedig worden ingegrepen. Blijft
t polderbestuur laks, dan moet de gemeen
te zelf de sluizen open laten zetten.
oorzitter. Ik zou nier durven aanraden
het recht in eigen handen te nemen.
De Roon. Ik zou ook niet direct tot hand-
f a s tel ij kheden overgaan
Wordt besloten dat Burg. en Weth. zich
onmiddellijk in verbinding zullen stellen met
het polderbestuur.
Hierna gaat de raad over in geheim co
mité ter behandeling van:
8. Vaststelling kohier van' den Hoofd.
Omslag voor het tijdvak van t Januari tol
1 Mei 1921.
9. aststelling verhourtiiigseijfef van de
plaatselijke inkomstenbelasting, dienst
1921—1922.
Zij had geèn honger, de ongelukkige, maar
er moest voor het kind gezorgd worden.
De koetsier vertrok eindelijk ook.
Thans was Jeanne nog slechts alleen in de
groote industrieele onderneming.
Sinds den dood zijner vrouw had de heer
Labroue alle weelde afgeschaft in zijn huis
houding. Een huisknecht hield hij er zelfs
niet meer op na. Jeanne hield zijne vertrek
ken in orde en de loopjongen had voor zijn
werkkabinet te zorg'en.
De. heer Labroue was aan tafel in een
restauratie fe Alfortville. waar hij in gezel
schap van verschillende officieren dineerde,
die schier allen zijne vrienden waren ge
worden. Tegen elf uur des avonds keerde 'hij
naar huis en werkte dan nog dikwijls twee.
drie uren hij het licht eener lamp die hij
zelf ontstak.
Des morgens stond hij vroeg op. begaf
zich dan onmiddellijk weer aan liet werk
om een rondgang door de fabriek te maken
zoodra de werklieden aan hun werk waren.
Koetsier noch kassier noch meesterknecht
woonde in de groote fabriek. Zoodra do poor
ten des morgens geopend werden kwam .de
eerste Labroue's paarden verzorgen en alles
in gereedheid te brengen wanneer de pa
troon wenschte uit te rijden of eenige bestel
ling moest afgeleverd worden. Met den koet
sier was er ook nog een voerman die zich
met de zware stukken had te belasten.
Ei- stonden drie paarden op stal en deze
stal was van de overige gebouwen geheel
afgescheiden.
Jeanne en de heer Labroue waren dus des
nachts geheel alleen in de industrieele in
richting.
De patroon verwijderde zich schier nooit
dan om zijn zoon te gaan bezoeken of wan
neer bijzondere aangelegenheden elders zijn
tegenwoordigheid eischteu.
Madame Fortier was eens en voor altijd
gezegd, dat, zij nooit op de terugkomst van
den patroon behoefde te wachten(lij droeg
altijd hij zieli den sleutel van eau klein
poortje, nabij liet paviljoen, dal toegang
verschafte tot een binnenweg naar Maisons-
Alfort. Nogal dikwijls maakte de ingenieur
van dezen uitgang gebruik.
(Wordt vervolgd.)