De Portierster van Alfortville „NOORD-BRABANT"! I Gemeenteraad BUITENLAND. FEUILLETON Maatschappij van Verzekering op het Leven. NUMMER 49 WOENSDAG 22 JUNI 1921 44e JAARGANG. Dit blad verschijnt WOEN8DAG- EN ZATERDAGAVOND. Abonnementsprijs per 3 maanden f L25. Franco p. post door het geheele rijk 11,40. Brieven, Ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. Telei. 38. WAALWIJKSCHE EN LANGSTRAATSCHE COURANT UitgaveWaalwijksche Stoomdrukkerij Antoon Tlelen Prijs der Advertentito: 20 cent per regel; minimum t 1.B8. Reclames 40 cent per regel. Telegr.-AdresECHO. CAPELLE. (Vervolg.) 10). I. DE BRANDSTICHTING. NEGENDE HOOFDSTEK. Opgericht WAALWIJK. Verzekerd Kapitaal Reserve 25.586.757- 3.113.7o7.— Dc Poles Is Opper-Silezlë hebbes de ontraimlogs-voorstellen der laterg, commissie aanvaard. Generaal Hennlker verklaarde de voorwaarden niet te kantten aaonemco. Te Herne is Westfalen heeft ces ernslig mijcongeluc plaats gehad. 28 personen verloren het leven. Verschei dene ernstig gewonden. De conferentie te ParijsCurzon. Briand en Bonln-Loagare, de Itallaan- sche gezant te Parijs stelde den tekst van het bemiddelingsvoorstel vast inzake het Grleksch-Tarksch conflict, benevens de maatregelen welke in geval van weigering zouden genomen worden. Zondagmorgen heeft maarschalk Pétaln op de hoogte van Notre Dame de Lorette den eersten steen gelegd van een monument, dat ter herinnering aan de gevechten van Artots zal worden opgericht. De lijken van 80.000 Franschen liggen in het Lorette-piateau bepraveo, dat door de Dultschers gewoonlijk de heuvel des doods werd genoemd. Aan de roem rijke nagedachtecis der Fransche dap peren zai het monument worden gewijd. Bovendien zal er in een toren op den top van het plateau een altijd brandend licht worden aangebracht dat in de heele viakte van Artois zichtbaar zal zijn, als een blijvend eerbewijs aan de Franschen ea Britten, die in de gevechten van Loos, Lens, Vimy en At?echt gesneuveld ztjn. Sinn-Feiners hebben gevuurd op een auto bij Moydrum (Ierland) die weigerde stil te houden. Een brigade gade-generaal werd gedood. De koning van België heeft de wet op den 8-uren arbeidsdag bekrachtigd. In een daarover aan den minister van Industrie geschreven brief, doet hij een beroep op de arbeidersbevolking om de arbeidsprestatie te verhoogen en de kwaliteit en kwantiteit van het geleverde werk te verbeteren, wil België nog kunnen exporteeren, wat alleen kan door hü ECHO VAN HET ZUIDEN, Kerst. Ik bentegen elk voorstel om liet politieüiu- te verlengen. De motleven die men aanhaalt om op het verzoek in te gaan lijken mij zoo zwak, dat onmogelijk daarop ban worden ingegaan. Mijn vaste overtui ging is dat verlenging tot niets goeds kan leiden. Bovendien moet men in aanmerking nemen, dat de vrije Zaterdagmiddag geko men is om te rusten niet om den dag dan nog met een uur te gaan verlengen. En waar heeft men' liet uur voor verzet? Voor de zui nigheid en niet om nog gelegenheid te scheppen, een uur langer iu een café door te brengen. Over de geheele wereld heerscht, zoowel van de zijde der Christolijken ais van die der lilx-ralen en socialisten een streven om het drankgebruik te beperken en hier zou men het in de hand gaan werken. Hier zou men gelegenheid gaan scheppen om jongere menscheu langer dan voorheen iu een café te doeudoorbrengen. Leest de bladen maar eens na en u zal zien wat een ellende de ca- fé's over de geheele wereld veroorzaken. Ik begrijp dan ook niet dat er nog' mensehen kunnen gevonden worden die daarvoor zijn. Jk voor mij geloof dat onze gemeente wel mag beginnen met te gaan inkorten inplaats van te verlengen. Men mocht hier het; voor beeld van vele plaatsen uit de omgeving, om Zondag's de eafé's gesloten te doen houden, wei navolgen. De eafé's veroorzaken eene ontzettende ellende over de geheele wereld en dan zou men hier willen gaan verlengen. Door den tier Sneep is nu wel gezegd dat die men sciien er ook voorzitten, zeker dat is zoo en is jammer, maar het groote moreele gevaar aan eafé's verbonden, weegt veel, ontzet tend veel zwaarder. Desnoods zou ik de eafé's. als liet mogelijk was, een vergoeding willen geven.' Sneep. Je hoort hier nooit, iets en daarom zou ik gerust, voor proef, op het verzoek willen ingaan. Iedereen moet zelf weten of hij naar een ac-fé wil gaan of niet. Treffers. Ik wil nogmaals opmerken dat er in onze gemeente maar heel weinig perso nen zijn die van den vrijen Zaterdagmiddag jirofjteereu, want hier in deze gemeente lieel't mén betrekkelijk weinig fabrieken. Bovendien is er ook een zeer groot verschil hoe men een café bezoekt. Het behoeft geen zwelg- of zuippartij te zijn, maar men kan even goed fatsoenlijk een café bezoeken en daar eenige ontspanning zoeken en daaruit zal geen ellende voortvloeien. Ik kan daarom ook zeer goed meegaan om gedurende de zomer des Zaterdags de eafé's een uur lan ger open te doen zijn. Wij zijn hier in dit opzicht achter, in omliggende gemeenten is men ons daarin al lang voor geweest. Voorzitter. Te Vrijhoeve Capelle is liet ook om 10 uur poiitie-uür, Michael. Het eerste verzoek, om geheel de week het politie-uur te verlengen is niet noodig, maar om het Zaterdags op 11 uur te stellen is volkomen te billijken. Onbillijk is bet dat een deel der bewoners zoo lang kunnen zitten als ze verkiezen en andere er uit moeten. van „De Echo van het Zuiden". David drukte den kleinen Georges twee warme kussen op tie wangen en vertrok. Jeanne wachtte nog op de presentielijs ten er verliepen enkele oogenbllkken en toen werden ze haar gebxyicht door Jacques Qérard. ..Xiets nieuws?" vroeg de meesterknecht. Georges greep hem levendig bi.i de hand en antwoordde: „O, wij hebben hier zooveel verdriet, vriend Jacques! En wij gaan weg!" „Wat, vertrekt gij?" vroeg hij de jonge vrouw, die hare tranen droogde. Jeanne gaf een bevestigend toeken met bet hoofd. „Dn u is er thans gebeurd, wat ik voor zag," hernam de meesterknecht, „hetgeen ik zoozeer vreesde. De patroon heeft u verwij- tiugen gedaan, en gij hebt hem wild geant woord. Hij is woedend geworden en „Hij heeft mij weggejaagd!" voegde ma dame Fortier er bij, den zin eindigende. „Gij hebt hem zeker boos gemankt?" „Hij was brutaal. En ik ben opgestaan legen zijn verwijtingen, die misschien wel eenig recht van bestaan hadden, maar dan toch op een anderen toon hadden gedaan kunnen wordenOm kort. te zijn. ik ver trek binnen acht dagen". „Binnen acht dagen?" ...Ta. D'e lieer LabrÓMe- wilde mij hier laten tot het einde der maand; doch ik heb die aalmoes niet ««ingenomen Treffers. Dat blijft zoo en zegt niets. Voorzitter. De zaak is voldoende bespro ken en daarom zal ik het verzoek van ad ressanten in omvraag brengen. Voor verlenging stemden de lieeren Sneep, Michael en Treffers. Tegen de heeren Kerst, van der Hoeven en de Hoon. 2. Behandeling verzoek van het water schap „Ten Westen van den Nieuwendijk met de Aanwassen" om subsidie voor ver hooging der kade. De Voorzitter merkt op dat dit adres reeds tweemaal aan de orde is geweest. Adressanten vragen eene subsidie van 250.Intusschen heeft hij nog eens met den Voorzitter van de polder gesproken en deze heeft hem gezegd dat de polder bij het werk geen belang heeft en het een gemeen tebelang is. Alleen heeft de polder er dit be lang bij dat het aan de andere zijde wat eerder zal gaan vloeien. Sneer». Dat is een gek geval. Ik zou dan wel eens willen weten waarom ze dan 500 gaan geven. Voorzitter. Dat heb ik ook opgemerkt. De Koon. De een zal zeggen dat het geen polderbelang is on een ander zal beweren dat dit wel zoo is. Ik zeg dat het wel een polderbelang is. Met het oog op den weg geloof ik echter dat het voor de gemeente goed zal zijn om subsidie te verleeuen. Voorzitter. De beer Rijken deelde mij ook nog mede, dat het werk dit jaar niet meer kan uitgevoerd worden wijl bet daarvoor reeds te laat voor is geworden. De heer Michael zegt dat naar zijn wee ning de kade op enkele plaatsen te laag is en dus niet voldoende is onderhouden. De De polder wil er maar een slaatje uitslaan, dat is mijn vaste overtuiging. de Roon. Ik zou daarom de conditie ma ken dat de kade voldoende verhoogd moet worden en dat men met het zakken ook-nog rekening moet houden. Het stuit me ook wel tegen de borst om. nu die polder er finan- tieel goed voorzit, subsidie te geven, maar alleen met liet oog op den weg omdat dit zeker een gemeentebelang is. zóu ik het doen. De heer Michael acht het een hooge bij drage die ze vragen 250 is één derde in de kosten. De beer .Sneep vraagt af, als geen subsi die wordt gegeven, mot het werk niet zal wordeu doorgegaan. De Roon. Dan doen ze het niet. Michael. Dan is het geen polderbelang. De Itoon. De ingelanden kunnen dan an ders beslissen. De Voorzitter brengt het adres in om vraag. oor stemden de lieeren de Roon en van der Hoeven. Tegen de heeren Sneep. Mi chael en Treffers. De heer Kerst bleef buiten stemming. De heer Michael stelt vervolgens voor on 150 subsidie te verleenen. Dit voorstel wordt met op een na alge- mèene stemmen de heer Kerst bleef Hui- ten stemming aangenomen. 3. Voorstel van Burg. en Weth. tot ver koop van den uit de haven gebaggevden grond en van de straatlantaarnpalen. De heer de Roon vraagt of alles in eens of in kavels zal worden verkocht. De Voorzitter zegt dat zulks nog niet. door „En waar zult gij na die acht dagen heen gaan!" vroeg Jacques levendig. „Wat zult gij aanvangen?" „Waar ik heen zal gaan? Dat weet ik nog niet. Doch wat ik zal aanvangen, weet ik wel; Ik zal werken, hard werken om het brood voor mij en mijne kindoren te ver dienen". „Maar bedenk eens Jeanne, dat men door eigen schuld den toestand niet mag verer geren, waarin men verkeert. De patroon kan' nog op zijn besluit terugkomen, dat hij in een oogenblik van. opwinding genomen heeft". „Ik wil vertrekken." „Dat meent gij niet". „In allen ernst.*ik herhaal, dat ik vertrok ken wil". „Maar gij luidt het hier toch goed en kondt leven zonder kommer voor den dag van morgen". „En nu zal ik werken van den morgen tot den avond „En ik Jeanne, ik zal u dan niet meer we derzien „Dat zal ook het beste zijn. Herinner u wat ik zooeven gezegd heb. Wanneer gij mij niet meer onder de oogen hebt. zult gij mij gemakkelijk vergeten". „En weet gij dan niet meer wat ik geant woord heb?Mijne liefde is mijn leven. Ik heb evenveel behoefte aan mijne liefde tot u «ils aan de lucht die ik in-adem. Kom Jeanne laat uwe verkeerde plannen varen? Morgen zal jk met den patroon sprekenik zal hem smeeken dat hij u in de betrekking laat „Dat zjilt. gij niet doen mijnheer Gérard, ik verbied het u „Anders wacht u kommer en ellende". „Wanneer men moed in het hart heeft, wordt men spoedig aan ellende gewoon en ik zal wel zooveel kunnen verdienen als wij voor onze geringe behoeften noodig hebben". „Dat werk zal uwe gezondheid ondermij nen, u doodeiiJeanne, gij weet hoezeer ik u beminik herhaal nu nog eens wat ik van morgen „sprakIk aanbid n Schenk mij r en uw kinderen „Gij zïjt een dwaas, mijn arme Jacques, ecu groote dwaasMoet ik ii als huwelijks gift mijne ellende en mijne twee kinderen meebrengen?" Burg. en Weth. is vastgesteld. In ieder ge val zal het wel zoo worden gedaan, dat het voor de gemeente zooveel mogelijk opbrengt. Met algemeene stemmen wordt hierna het voorstel van Burg. en Wethouders aange nomen. 4. Alsvoor tot vaststelling van een ver ordening als bedoeld in art. 138 der gemeen tewet. Conform het voorstel van Burg. en We tl), wordt besloten. 5. Alsvoor tot het. verleenen van 50 aan den gemeentebode voor het onderhoud van zijn rijwiel. Voorzitter. Er is 'veel werk voor den bode en zonder fiets kan hij niet gezien de bood schappen die bij dikwijls op verren afstand heeft te doen. De Roon. Hoe hoog is zijn salaris. Voorzitter, 800.— De Roon. Is daar alles hij inbegrepen, ook wat hij voor het eleetrh-iteitsbedrijf hpeft te doen. Voorzitter. Ja. De Roon. Dan is er ook niets tegen. Treffers. Nu is hij toch zeker verplicht van zijn rijwiel gebruik te maken en kan hij niet komen met te zeggen ik kan er niet van komen. Voorzitter. Daar moet hij zich mee ver eenigen. 0. Alsvoor tot het vragen yaA vrijstel- ling van onderwijs in de lichamelijke oefe ningen aan de beide openbare lagere scho len. Daartoe wordt besloten, 7. Alsvoor tot het doen van af- en over schrijvingen oj) posten dér gemeentebegroo- ting dienst 1921. Conform het voorstel van Burg. en Weth. wordt besloten. Michael. Met de watervoorziening in onze gemeente is het op 't oogenblik zeer treurig gesteld. Klachten komen «onophoudelijk bin nen. De schuld van dezen treurigen toestand moet worden gezocht hij] het polderbestuur en niet bij het gemeentebestuur. Nu is er ai zeker in geen 6 weken water in den polder gelaten zoodat alles eren vuil is. De men sehen hebben geen water meer om hun han den te Wassehen. laat staan om linn vee te' laten drinken. Hoog tijd is het dat dgigemeente iu dezen in-treurigeu toestand - gaat ingrijpen. Op welke manier, 't zij floor met het polderbe stuur eene conferentie te houden, 't zij door bij Ged. Staen een klacht in te dienen. Dat moet tenminste zeker worden gedaan als een conferentie met het polderbestuur niet lielpt. Dan moeten ze maar eens op hun plichten worden gewezen. Voorzitter. Beter zou het zijn geweest in dien u hiermede eerst bij Burg. oti Weth. waart gekomen. Michael. Dat heeft aanvankelijk ook in mijne bedoeling gelegen doch ik ben daar op terug gekomen omdat daar weer zoo lan gen tijd mee heengaat en de zaak zoo is dat absoluut geen uitstel kan lijden. Er moet onmiddellijk worden ingegrepen. Bij geruchte heb ik vernomen dat deze treurige toestand alleen het gevolg is van eene oneenigheid in het polderbestuur. De Roon. Bij welken polder. Zoo u namen, willen noemen. Michael. Bij den Binnenpolder v. Capelle. Van der Hoeven. Wij hebben hiervan een lid bi.i ons. Voorzitter. Ik denk dat deze er wel niet op geprepareerd is om nu ineens op deze be schuldiging te antwoorden. Ik zou ook zeg gen dat het eene zaak is die bij Burg. en Wetli. thuis behoort als het zoo ernstig is als u zegt. Ik heb ook klachten gehad maar dat is dat ze in den Raftenhoek re veel wa ter hebben. Michael. Dat zal zeker meer dan 5 weken geleden zijn. Voorzitter. Neen. een dag of 10 geleden. Michael. Dat kan niet. Voorzitter. En toc-li is liet zoo. 't Is voor mij wel niet vleiend als u zegt dat het niet zoo is. Van der Hoeven. Ik hen liet met Michael eens. De vaart is totaal droog, alleen kan men nog wat van die vuile modder zien. Ik ben ook ooit lid van de polder geweest maar hij ons is het toen nooit zon geweest. Sneep. Als dat gewoon een-gevolg is van oneenigheid is dit een verschrikkelijk iets. Michael Dar is het ook. Treffers. Ik ben het' ook eens met Michael. Als u bij mij komt zien 's avonds, dan ziet u hondenwagens en paarden karren met tonnen en vaten om water te komen halen. Over de spoorlijn is het treurig gesteld. De vaart had ook eens goed schoongemaakt moe ten worden, dan krijgen de bewoners van den Rattenboek geen overlast van het water. Voorzitter. Ik moet er op wijzen dat de polder niet onder ons ressorteert. Het beste zal zijn dat we met het polderbestuur eens óveMeg' jilégen. Zou dat geen resultaat 'heb ben, dan eerst zullen wij ons tot Ged. Staten moeten vervoegen. Michael. Vanmiddag heb ik nog iemand hooren klagen dat hij om een beetje water „Wanneer ik u bezit Jeanne, zal mijn moed mijn kracht verdubbelen. Met u ben ik er zeker van rijk te worden „Mamaatje," smeekte eensklaps de kleine Georges, „doe vriend Jacques geen leed. Wanneer hij rijk'is, krijg ik een nieuw paard van hem, een grootr houten paard, veel schooner dan dit,... niet waar goede vriend Jacques?" „Ja vriendje, ja, alles wat; gij wilt", ant woordde de meesterknecht, terwijl hij den jongen aan het hart drukte. TIENDE HOOFDSTUK. Dan hernam hij op meer en meer harts tochtelijken toon „jeanne, liefste .Jeanne, denk toch na! Wat ik u voorstel is het leven, het geluk voor de lieve kleinen, die gij zoozeer bemint, en ik ook zeer vurig zal liefhebben. De jonge vrouw wandelde op en neer in het vertrek. Men zou gezegd hebben dat er in haar binnenste een zwaren strijd gestre den werd. Hare gelaatstrekken waren geheel veranderd. Eindelijk wendde zij zich weer tot den meesterknecht „Jacques", stamelde zij, „ga heen spreek niet. meer tegen mij. Jacques, want gij doet mij wreed lijdenIk smeek er u otnLaat mij alleen, alleen met mijn leed „Dat leed deel ik inet u", hernam Jacques op onstuimigen toon. „Uw lijden doet mij mede lijdenEn gij zoudt zoo gelukkig kunnen zijn, gij en uwe kinderenDoch zoo gij niet naar mijne smeekingen luistert, dan valt gij met uwe arme schepseltjes in de diepste ellende, in den zwartsten noodWeet gij dan niet hoe gering de opbrengst is van den arbeid eener vrouwenhand? Nooit zult gij genoeg kunnen verdienen om de kleinen voedsel en kleeding te verschaffen, die zij noodig hebben". ..Verleider!" riep de weduwe uit, terwijl zi' haar bleek voorhoofd tussclien hare koortsachtige handen drukte. „Gij hangt hier een tafereel op en kleurt het zoo som her als. gij kunt, om mijn angst in te boeze men, om mij te ontmoedigen, om mij nog, ïnectr af te matten; om?..;.." „Ik zeg niets anders dan de naakte waar heid. Doch ik zal u redden, ik wil u redden. ik zal tt aan den nood noch aan de akelige wanhoop overlaten... gij zult mijne vrouw worden en gelukkig zijn mot uwe lieve kin deren". „Mijn GodMijn God!" kreet Jeanne, ter wijl zij krampachtig de handen wrong, „zal hij dan nooit medelijden met mij hebben? Zal hij dan nooit zwijgenVertrek Jac ques, ga heen „Ik wil u een nieuw bewijs mijner teeder- heid geven en gehoorzamen, ik ga. Jeanne, doch slechts om aan u te denken, om mij in mijne gedachten met u bezig te honden, om uw geluk te verzekeren Jacques Gérard verliet de jonge vrouw, die thans aan de grootste ontroering ten prooi was. Zij wierp zich op een stoel neder en on samenhangende woorden ontsnapten aan hare lippen: „Hij heeft gelijk!Hij heeft maar al te zeer gelijkEene sombere ellende grijnst ons toe. mijn arme kindertjes en mij. Hoe zal met liet werk mijner handen het kostgeld mjiner kleine Lucia kunnen beta len? Hoe zal ik Georges opvoeden?Ach! De toestand is verschrikkelijk... Jacques biedt mij Jen vrede aan. de gerustheid, een aangename gegoedheidDoch om dit al les- te verkrijgen moet ik zijne vrouw wor den, den eed verloochenen, dien ik Pierre op zijn sterfebed zoo heilig gezworen hebi... Dat zou hatelijk zijn, laag en laf!Neen, neen, wat. er ook geheure. ik zal mij sterk toonen". Jeanne x>utte in haren wil een hoveunien- sehelijke kracht, stond op, droogde hare be traande oogen en ging naar buiten. Zij sloot de deur der binnenplaats zooals haar geboden was te doen; dan ging zij een ronde maken 'dooi' de ledige werkplaatsen, bezocht de stallen en keerde toen weer naar den verzorgde en keerde toen weer naar hare woning terug. De heer Labroue naderde de poort om uit te gaan. Jeanne opende zonder een woord te snre- ken. Georges speelde in een lioek der kamer al weer met zijn houten paardje en - met een doos vol looden soldaatjes.' De jonge vrouw maakte haastig het avond eten gereed. voor zich te wassehen, een half uur moet loopen. Je moet maar betalen en waar de eenten blijven begrijp je niet. .Te ziet ze maar niets doen. Het is een groot gemeentebelang en daar om moet spoedig worden ingegrepen. Blijft t polderbestuur laks, dan moet de gemeen te zelf de sluizen open laten zetten. oorzitter. Ik zou nier durven aanraden het recht in eigen handen te nemen. De Roon. Ik zou ook niet direct tot hand- f a s tel ij kheden overgaan Wordt besloten dat Burg. en Weth. zich onmiddellijk in verbinding zullen stellen met het polderbestuur. Hierna gaat de raad over in geheim co mité ter behandeling van: 8. Vaststelling kohier van' den Hoofd. Omslag voor het tijdvak van t Januari tol 1 Mei 1921. 9. aststelling verhourtiiigseijfef van de plaatselijke inkomstenbelasting, dienst 1921—1922. Zij had geèn honger, de ongelukkige, maar er moest voor het kind gezorgd worden. De koetsier vertrok eindelijk ook. Thans was Jeanne nog slechts alleen in de groote industrieele onderneming. Sinds den dood zijner vrouw had de heer Labroue alle weelde afgeschaft in zijn huis houding. Een huisknecht hield hij er zelfs niet meer op na. Jeanne hield zijne vertrek ken in orde en de loopjongen had voor zijn werkkabinet te zorg'en. De. heer Labroue was aan tafel in een restauratie fe Alfortville. waar hij in gezel schap van verschillende officieren dineerde, die schier allen zijne vrienden waren ge worden. Tegen elf uur des avonds keerde 'hij naar huis en werkte dan nog dikwijls twee. drie uren hij het licht eener lamp die hij zelf ontstak. Des morgens stond hij vroeg op. begaf zich dan onmiddellijk weer aan liet werk om een rondgang door de fabriek te maken zoodra de werklieden aan hun werk waren. Koetsier noch kassier noch meesterknecht woonde in de groote fabriek. Zoodra do poor ten des morgens geopend werden kwam .de eerste Labroue's paarden verzorgen en alles in gereedheid te brengen wanneer de pa troon wenschte uit te rijden of eenige bestel ling moest afgeleverd worden. Met den koet sier was er ook nog een voerman die zich met de zware stukken had te belasten. Ei- stonden drie paarden op stal en deze stal was van de overige gebouwen geheel afgescheiden. Jeanne en de heer Labroue waren dus des nachts geheel alleen in de industrieele in richting. De patroon verwijderde zich schier nooit dan om zijn zoon te gaan bezoeken of wan neer bijzondere aangelegenheden elders zijn tegenwoordigheid eischteu. Madame Fortier was eens en voor altijd gezegd, dat, zij nooit op de terugkomst van den patroon behoefde te wachten(lij droeg altijd hij zieli den sleutel van eau klein poortje, nabij liet paviljoen, dal toegang verschafte tot een binnenweg naar Maisons- Alfort. Nogal dikwijls maakte de ingenieur van dezen uitgang gebruik. (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1921 | | pagina 1