I Nieuws uit Hensden. R*CHf>*ZAREN. Adverteert in dit blad I nieuwe aanvraag ingediend. In een on derhoud dat we toen weer hebben ge had is men wel degelijk overeengeko men, zegt de heer Klijberg, als nu in het praeadvies van Burg. en Weth. Is neergelegd. Er is nog op gewezen dat het beste is de jongens, evengoed als de meisjes, te laten beginnen met de eerste klasse, dan kan men 3 jaar met deze school volstaan en dan, als de crisisschulden zijn afgelost, kan Ineens deze school worden vergroot of een voor de jongens of meisjes, zooals men wil, worden bijgebouwd. Bekende en groote schoolautoritelten wijzen er ook op dat bet 't beste is om met het eerste leeijaar te beginnen. Trouwens, dit is ook^de meest gebruikel^ke wijze en is hier bij de Broeders ook toegepast. De heer De Graaff zegt dat de heer Klijberg de bedoeling van het kerk bestuur dan niet goed heeft begrepen. Hij en de Secretaris hebben abuis gehad, als ze meenen dat het kerkbestuur die richting heeft aangewezen. Het kerk bestuur wil met 3 klassen beginnen. Aanvankelijk is gevraagd om een school met 7 klassen, die men ook volgens de wet kan eischen, maar na overleg met Burg? ea Weth., die op de gemeente- fioantipn wezen, Is men daarop terug gekomen en is verzocht om een school met 3 klassen. Spr. geeft de verzekering, dat het kerkbestuur anders op zijn eerst ge nomen standpunt zou hebben blijven staan. De bedoeling van het kerkbestuur is niet zoo geweest en als U dat denkt, hebt ge daarin groot abuis. De heer Klijberg geeft de verzekering daf zoo wel degelijk ls afgesproken en hij meent dat het kerkbestuur dankbaar gestemd moest zijn, dat Burg. en Weth gezien den finantieelen toestand, met een dergelijk voorstel zijn gekomen. De heer; Brekelmans vraagt of het onderwijs, als wordt Ingegaan op het voorstel van Burg. en Weth., goed tot zijn recht komt. De heer Klijberg wijst nog eens op de Broedersschool, alwaar ook met het eerste leerjaar ls begonnen en wijst nogmaals op de uitspraak van groote school-autorlteiten. De Graaff. Wij zfln ook zoo maar niet gewoon begonnen, maar hebben daar met hooge geestelijke school- autorlteiten over gesproken en die heb ben gezegd, jullie hebben het recht en moeten het ook zeker vragen. Timmermans, juist, zeker moeten vragen. De Voorzitter vraagt wat den heer De Graafïf z'n bedoeling ls met klassen, want het gebeurt veel dat men in een lokaal meerdere klassen heef'. Is dat zijne bedoeling, dan kan hij bet voorstel van Burg, en Weth. wel aanvaarden. De beer Timmermans zegt bet prae advies ook te hebben gelezen en meent, dat aan een aanvraag om een school niet veel ls te doen. De hooge autori teiten, die door kerkbesturen en groepen van personen geraadpleegd worden, wijzen er op dat ze het recht hebben volgens de nieuwe wet en ze dan maar moeten vragen ook. Makkelijk is het ook van een andermans lepr riemen te snijden. Waar echter de fiaantieeie toe stand zoo is. noemt spr. het absurd nog een school te eischen. Zi] die dat doen, zijn niet verantwoord, wfll de bestaande scholen misschien hoogstens 20 minuten ver zijn gelegen van de verst af wonende kinderen|in deze gemeente. Waar de Hoofd. Omslag door be trekkelijk weinig menschen moet worden opgebracht en waar reeds zoo tegen den Hoofd. Omslag wordt gesputterd over de ontzettend hooge bijdragen» daar had spreker gedacht dat personen met een leidende positie, zulk meer tot oordeelen zou hebben gebracht. Spr. vindt het jammer dat het kerkbestuur, ondanks het zoozeer overtuigd is ge worden van den zeer slechten fiaantleclen toestand der gemeente, desondanks op zijn stokpaardje blijft slaan. Waar moet het heen als vandaag of morgen Jan, Piet of Klaas ook voor een groep van 40 kinderen om een school komt vragen. Mïo kan Waalwijk wel vol scholen gaan bouwen, maar zal het betaald kunnen worden. Was hier nu nog een algemeen be lang te vinden, dan zou spr. er nog anders tegenover staan maar juist het algemeen belang vordert, dat zoo zuinig mogelijk alles wordt beheerd. De heer de Graaff zegt dat het Kerk bestuur rekening met de finantiën heeft gehouden; had het dat niet gedaan, dan zou bet op zijn eerst Ingenomen stand punt zijn blqven staan en niet van 7 op 3 klassen zijn terng gesprongen. Spreker wil er bovendien de aandacht op ves tigen dat het lang niet eender is op welken hoek van Waalwijk een school wordt gebouwd. Of dit aan den Hoek, Haven of Antonius-Parochie wordt ge bouwd is een heel groot verschil want van oudsher is het bekend dat bi] een kerk een school behoort. Van katho lieke zijde is dan ook het kerkbestuur in overweging gegeven, zegt spr., om aan te vragen hier een school te bou wen. De geestelijken achten het een belang voor de parochie. De heer Timmermans begrijpt niet dat die hooge geestelijke autoriteiten nu in eens al deze diagen zoo dringend nood- zakelijk achten nu ze de kosten op de kap van de gemeente kunnen schuiven. De wet ls er amper door of van alle kanten komt men aandringen om scho len waaraan, naar het schijnt, voordat de wet er was, s niet zoo'n behoefte was. Gaat men van het standpunt uit dat bij een kerk een school behoort dan kan men vandaag of morgen ook wel komen vragen om bij de Protestantsche kerk een school te bouwen, dat ls dan het zelfde motief, want waar er -hier een flinke Broeders- en Zustersschooi ls waarvan de kinderen niet zoover af wonen, daar is geen ander motief aan te halen. Spr. wil zich nog met het voorstel van Burg. en Weth. vereenigen maar om den vollen roeffel te geven ls hij sterk tegen. De heer Klijberg sluit zich bij het gezegde van den heer Timmermans volkomen aan. De Broedersschool ls hier ingericht voor alle kinderen en waar deze maar zoo kort daarvan afwonen heeft het adres van dien kant hem ook ten zeerste verwonderd. Des ondanks hebben Burg. en Weth. na conferentie met het kerkbestuur toch nog een voor stel om gedeeltelijk op het verzoek In te gaan, gedaan, en dat bad men moeten app' ècieeren, men had niet moeten ver gen om de gemeentefioancien over te belasten. De heer Schambergen zegt het heel goed te kunnen begrijpen dat men niet een paar jaar eerder met een school ls gekomen. Toen waren er nog niet zooveel kinderen in deze parochie en thans zijn er zeker zooveel als hier, meent hij. De heer Klijberg heeft wel schrik om zijne meenieg tegenover die van den heer Schambergen te stellen, maar wil toch nog zoo vrij zijn dit te doen. Dat men niet een paar jaar eerder met het verzoek ls gekomen zit 'm niet in het feit dat er toen nog geen kinderen genoeg waren In de parochie, maar we! daarin, dat men het toen zelf moes betalen en nu dit niet meer bet geval is, nu moet er met alle geweld zonder dat het noodzakelijk Is, een school komen. Vervolgens wflsf spr. er nog eens op wat ze bij de conferentie hebben be sproken. De heer de Graaff zegt dat het Kerk bestuur er geen genoegen mee zal nemee. Zoo zal ze bare aanvraag van eerst gaan handhaven. De heer Brekelmans geeft den heer de Graaff in overweging het voorstel van Burg. en Weth. maar te aanvaarden. Er is dan een begin en dan komt er wel een eind ook. Als er nu 130 leei- llngen zijn is men tijdelijk gered en dan kan men later wel zien en probeeren aan wie het recht is. De heer Klijberg meent dat men op het oogenblik moet roeien met de riemen die men heeft en nu het Kerkbestuur in zijn principe is toegegeven en men voorioopig is gebaat, begrijpt hij niet dat men zich niet voorioopig tevreden stelt en ondanks de zware fiaantieeie lasten die het zal veroorzaken, toch door wil gaan. De heer de Graafif wil wei met het voorstel van Burg. en Weth. meegaan mits er maar niet in voorkomt dat men «r dan in drie jaar van af is om klassen bij te bouwen. De heer Timmermans wijst er op dat, wordt op het voorstel van Burg. en Weth. Ingegaan, men later een school voor jongens en een afzonderlijke voor meisjes krijgt. Gaat men nu echter op het voor stel van den heer de Graaff io, dan zou deze school te groot worden. De heer de Graaff acht dit geen be zwaar aangezien de bedoeling van het Kerkbestuur is geweest als door hem ls aangegeven. De Voorzitter vraagt of het nu zoo'n groot offer ls van het Kerkbestuur om met bet eerste leerjaar te beginnen. Men krijgt toch de zekerheid dat ze twee scholen krijgen. De heer de Graaff zegt dat hij hier geen antwoord op kan geven omdat bij hier niet zit als lid van het Kerkbestuur maar als raadslid. Schambergen. Het best zou zijn het nog eens uit te stellen. De Voorzitter zegt dat dit niet gaat wijl er een termen gesteld is waarbin nen een dusdanig verzoek moet worden behandeld. De heer Verwlel gelooft ook dat het in het belang van het onderwijs is als met het eerste leerjaar wordt begonnen. Lyceums, alles begint zoo. Spr. dan ook niet begrepen dat men thans zoo kan blijven aandringen terwijl men de komst der Broedersschool zoo heeft toegejuicht. Hij kan daarom niet begrijpen dat man het systeem huldigt, pakken wat je krijgen kan en h$ zal daarom ook uit volle overtuiging voor het voorstel van Burg. en Weth. steunen. De Graaff. Ze zullen er geen genoe gen mee nemen. Klijberg. Weet u dan wel dat wij het recht hebben u de openbare school aan te wijzen. De Graaff. Die zullen ze nooit nemec. Voorzitter. U krijgt volgens ons voor stel een geheel van 7 klassen. Brekelmans. Ik ben voor het voorstel van Burg. en Weth. Wnl sou ik het liever anders hebben gezien, maar ik wil graag met alle omstandigheden rekening houden. Voorzitter. Ik zal tu het voorstel vac. Burg. en Weth. io omvraag brengen, want er ls nu lang genoeg over ge sproken. Schambergen. Hoe moet ik dan stem men. De Gras ff. Als ge voor stemt dar ben je tegen den pastoor. Het voorstel la omvraag gebracht wordt met op een na algemeene stem men aangenomen. .5. Verzoek van de Werkeloosheids- kas van den Ned. R. K. Lederbewer- kersbond tot instelling van een steun regeling voor uitgetrokken werknemers. De heer Schambergen zegt dat er in de gemeente nog uitgetrokken arbeiders loopen die bier hebben aangeklopt eo drarop toen naar het armbestuur zijn verwezen. Dat Is voor een eerlijk werk man vernederend en daar waar het Rijk 50 pCt. bijdraagt zou hij gaarne zien dat een steunregeling voor uitgetrokken werkneihers In het leven wordt geroepen. De heef TimmssiXtAas kan sich goed met het preadvies van Burg. en Weth. vereenigen. De manier van voorlichten en adressen schrijven, de onbenullighe den en onwaarheden die in een adres worden neergelegd laten behandeling In een officieel lichaam niet toe. De heer Schambergen zegt, dat hem gezegd is dat uitgetrokken werknemers naar het Armbestuur zijn verwezen en dat moet niet zijn. Daarom zou hij tot oprichting van een steunregeling willen overgaan. De heer De Graaff kan met het idcé van den heer Schambergen wei meegaan, vooral hierom wijl het later toch zal moeten gebeuren. De heet Klijberg meent dat de raad het aan ztyn eigen waardigheid verschul digd ls om het adres niet in behandeling te nemen. De Voorzitter zegt dat Burg. en Wtth, niet, tegen eene steunregeling zijn, dit staat duidelijk genoeg ia het preadvies aangegeven, doch alleen de manier waarop het adres ls gekomen en de wijze waarop het is uiteengezet, hebben Burg. en Wetb. doen besluiten voor :e stellen het stuk ter zijde te leggen. Schambergen. ik wil best aannemen dat er geen goede passecde uitdruk kingen in staan, maar ik zou niet gsa-ne hebben dat die menschen daar nu de dupe van moeten worden. Timmermans.Dat kan hersteld worden. Schambergen. Laten wij er over stemmen. Voorzitter. Ik breng het niet In stemming. B<eketmaos. Voor die werken willen, is er genoeg werk te vinden op 't oogenblik. Timmermans. Als ze een fatsoenlijk adres schrijven, dan zullen wij zeker niet achterwege willen bljjven. Ik zal dan gaarne de eerste zijn om aan de op richting van een steunregeling mede te werken. Schambergen. Ik kan me volkomen vereenigen met het door den heer Timmermans gesprokene. De heer Van den Broek wijst er op dat er werk genoeg is, maar ais je vraagt om te komen wieden, dan moeten ze groot geld hebben, beneden de f4.25 doen ze het niet, anders trekken ze liever van di steun. Spr. zegt dikwijls jaioersch te zijn op vele van die menschen. De heer Schambergen geeft gaarne toe dat er wel eens beroerde kerels bij zijn, die van de regeling prchteeren en de vrouw'daojnog armoe laten lijden. De heer De Graaff meent dat het ook niet aangaat om een schoenmaker van 50 jaar te laten wieden. Dat kan bfl uiet volhouden. Van den Broek. Ze probeeren het niet. Ze zeggen maar dat ze het van de steun ook krijgen. Hierna wordt met algemeene stemmen bet voorstel van Burg. en Weth. aan genomen. 6. Benoemingen. a. Tot lid der Commissie tot wering van schoolverzuim (vac. Van Etlck) wordt benoemd de Eerw. heer H. J. Ramakers. b. Tot lid der Teekenschoolcommissie wordt herbenoemd de heer J. v. Iersel- Holtus. c. Tot lid van de plaatselijke school commissie (vac. van E«ck) wo»dt be noemd de Eerw. heer H. J. Ramakers. d. Tot lid der Commissie van Toezicht op het Middelbaar Onderwijs (vac. van Riel) wordt benoemd de heer Noib. van Loon. 7. Onderzoek der geloofsbrieven van de nieuw gekozen leden H. Maas en F. C. Smolders. De Voorzitter stelt de stukken in handen van een commissie, bestaande uit de heeren Verwlel en de Graaff en schorst gedurende dit onderzoek de vergadering. Na heropening deelt de heer Verwlel mede dat de stukken in orde zijn be vonden en tot toelatiog kan worden besloten. Daar geen der leden in openbare ver gadering meer het woord wenscht, wordt overgegaan In geheim Comité ter behandeling van 8. Vaststelling van de kohieren der Straatbelasting 1920 en 1921. 9. Reclames Hoofd. Omslag. Heusdeo, 7 juli 1921. Naar men ons mededeelt, hoopt het scherpschuttersgilde „St. Blasius" in 't komende jaar een nationaal concours op den schutsboom te houden. Vrijdagavond halt acht komt de gemeenteraad bijeen tot vaststelling van den Hoofdelijken Omslag dienst 1 Jan. 1921-1 Mei 1922. Uitspraken Gerechtshof te 's Bosch. W. V., landbouwer te Loon-op-Zand, meineêd, twee maanden gev. J. v. H.. wonende te Oisterwijk, diefstal zes weken gev. Aan den Raad der Gebeente Waalwijk. Hooggeacht College, Door de algemeene malaise als gevolg van den crisis welke reeds geruimen tijd, en ook nog heden ten dage, liet geheele econo mische leven belieerscht, heeft de werkloos heid in het laatste half jaar, een voordien ongekenden omvang aangenomen. Daar de leden van de meest vrijgevige kas sen slechts reeht hebben op 90 dagen uitkee- ring in één kalenderjaar wat in normale tijdsomstandigheden ruim voldoende is ge bleken, zijn thans verschillende kasleden z.g. „uitgetrokken". Deze ,uitgetrokkenen" hebben gedurende het jaar 1921 geen recht meer op uitkeering uit de Werkloosheidskassen. Geen werk kunnen vinden en geen uitkee ring meer en dan het loopende jaar nog niet op de helft, voorwaar een diep treurig voor uitzicht voor deze menschen, welke op hun arbeid als hun eenig vermogen zijn aange wezen. Zijne Excellentie den Minister van Bin- nenlandsche Zaken heeft gevoeld dat hier hulp moet worden geboden en heeft een „Steunregeling voor uitgetrokken Werkne mers" ontworpen, waarin het Rijk aanbiedt minstens 50 pCt, der Steungelden te zullen dragen wanneer de betrokkene gemeente de andere helft geeft. Zoodra het bestuur onzer kas had kennis genomen van deze regeling hebben wij ons mondeling tot het Gemeentebestuur gewend met het verzoek de tot standkoming dezer steunregeling voor de gemeente Waalwijk te willen bevorderen. Groot was onze verwondering toen wij en kele dagen nadien bij monde van den Ge meentesecretaris moesten vernemen dat Bur gemeester en Wethouders hadden besloten voorhandsch geene steunregeling in het le ven te roepen, daar dit voor die enkele uit getrokken leden de moeite niet waard was. Tevens werd ons echter de toezegging ge daan dat deze personen op eene andere wij ze zouden geholpen worden. Nu is ons echter gebleken dat wanneer deze personen om ondersteuning komen, zij heel eenvoudig naar het armbestuur verwe zen worden. Geheel onverklaarbaar komt ons deze houding van Burgemeester en Wethouders voor wanneer men bedenkt dat het hier menschen geldt die door eigen offers reeds meer dan drie maanden in hun onderhoud en dat van hun gezin hebben voorzien, on danks zij in deze periode van alle inkomen door handenarbeid verdient, zijn beroofd ge weest. s Nog meer onverklaarbaar wordt deze hou ding wanneer men bedenkt dat in het begin dezes jaars direct een steunregeling was tot stand gebracht en dat het toen gold, uit sluitend menschen die door eigen zorgeloos heid zonder middelen van bestaan waren doordat zij zich niet, of niet tijdig tegen werkloosheid hadden verzekerd. WTij hadden ook gemeend dat heden ten dage en door officieele personen aan den arbeider wei het grievende leed zou worden bespaard, van verwezen te worden naar het armbestuur, nog te meer daar hier eene an dere, wel meer eervolle oplossing voor het grijpen ligt en deze ten slotte nog geringere offers van de gemeentefinaneiën zal eischen. Daar het minstens reeds een zestal „uitge- trokkenen" betreft en dit getal, zoodra de werkloosheid maar even durft toenemen, niet tientallen zal vermeerderen, omdat een groot gedeelte onzer leden reeds driekwart van hunne rechthebbende dagen uitkeering hebben ontvangen, verzoeken wij U, Hoog geacht College, beleefd doch dringend wel te willen bevorderen dat spoedig eene „Steunregeling voor uitgetrokken Werkne mers" in de Gemeente Waalwijk tot stand komt. Hoogachtend, Namens het Bestuur der Werkloosheids- kas v. d. Ned. R. K. Lederbewerkershond. J. C. L. v. d GELD, Administrateur. Voorzitter. Wij hebben de eer U hierbij aan te bieden een verzoek van het Bestuur der Werkloosheidskas van den Ned. R. K. Lederbewerkersbond waarbij wordt ge vraagd, een steunregeling voor uitgetrok ken werknemers in het leven te roepen. Het spijt ons zeer, te moeten constateeren dat in een stuk, bestemd om in openbare vergadertng te worden behandeld, onwaar heden worden gezegd, feiten verdraaid worden voorgesteld en zelfs wordt geïnsinu eerd. Wij achten ons verplicht, hoe ongaarne oook, U hierop te wijzen. Het is onwaar dat door het Bestuur dei- kas tot Burgemeester en Wethouders een verzoek is gericht ora toe te treden tot de door den Minister van Binnenlandsche Za ken in 't leven geroepen steunregeling. Feit is, dat door den Administrateur van den R. K. Lederbewerkersbond J. C. L. van der Geld, ter secretarie informatie is genomen, welke houding het Gemeentebestuur ten aanzien van de steunregeling dacht aan te nemen. In hoeverre het Bestuur der Werk loosheidskas bij deze informatie-neming was betrokken, was niet bekend en werd niet medegedeeld. Den administrateur werd gezegd dat in de eerstvolgende vergadering van Burgemeester en Wethouders deze aan- glegenheid zou worden behandeld, en werd hem later medegedeeld dat Burgemeester en Wethouders van oordeel waren, dat de tijd nog niet gekomen was om den Raad een crediet te vragen voor een steunregeling, als door den Minister bedoeld, maar dat ge meld College daartoe zeker bereid zou wor den gevonden, wanneer zou blijken dat de crisiswerkloosheid inderdaad toenam. Ge vraagd werd intusschen aan den administra teur, op te geven hoeveel leden der kas op dat oogenblik voor steun in aanmerking zou den komen. Door ons werd ten aanzien der steunre geling het volgende standpunt ingenomen. Hoe goed, hoe noodzakelijk zelfs in het algemeen ecu steunregeling ook i?, van d,e gebreken die haar aankleven, mag zeker als een voorname worden aangegeven, dat bij het terugekeeren der werkgelegenheid ele menten. die feitelijk behoorden gerekend te worden tot de niet valide werknemers, zich tot het laatste oogenblik blijven aanmelden bij de steunregeling. Zij zijn in den regel de eersten, die uitkeering krachtens derge lijke regeling ontvangen en ook de laatsten. Men versta ons wel, wij spreken hier in liet algemeen, en de ervaring heeft ons in de jaren die achter ons zijn, duidelijk geleerd dat het aldus gaat. Wij zullen hierop dan ook niet verder ingaan. Bij de behandeling- van de Ministcriëele ontwerp-steunregeling was het bekend dat de werkloosheid vrijwel geheel had opge houden, zoodat voor ons geen aanleiding be stond TJ al terstond voor te stellen, tot die regeling toe te treden. Hoe juist onze zienswijze was, bleek uit de opgaaf van den meergenoemden admini strateur van het aantal leden, dat voor steun in aanmerking zou komen. De opgaaf bevatte twee namen, die wij hier niet zullen noemen, doch van werknemers die zéker tot de niet valide moeten worden gerekend, en in ieder geval wel door den crisis werk loos werden, doch uit geheel anderen hoof de werkloos bleven. Deze opgaaf versterkte ons in de meening dat de tijd voor een steunregeling niet gekomen was, en ten aan zien van deze leden werd den administra teur medegedeeld dat zij op andere wijze, in ca su door het armbestuur, zouden worden geholpen. Tot goed begrip der situatie deelen wij U mede dat het vorenstaande betreft de werk nemers in de schoenfabrieken, omdat de Mi- nisteriëele steunregeling tot toen de leer looiers uitsloot. Was er in het begin van het jaar meer werkloosheid in de schoenindustrie, latei- verminderde deze, doch trad meer werkloos heid in voor de leerlooiers. Kort nadat de beslissing van Burgemees ter en Wethouders aan den administrateur werd medegedeeld, meldde zich een uitge trokken werklooze leerlooier voor de steun regeling aan. Daar de leerlooiers toen nog van de Ministeriëele steunregeling waren uitgeslotn, werd hem in overweging gegeven zich te wenden tot zijne vakvereeniging, om te bevorderen dat ook de leerlooiers in de Ministerieele regeling zouden worden opge nomen, maar al was de steunregeling ge troffen, in den aanhef dezes bedoeld, dan nog zou de uitgetrokken leerlooier die zich aanmeldde geen uitkeering krachtens de steunregeling kunnen ontvangen, omdat de leerlooiers niet in die regeling waren opge nomen. Alleen deze werklooze is ter secretarie verwezen naar het Armbestuur. Vervolgens insinueert het adres, alsof Burgemeester en Wethouders de ongeorga niseerde arbeiders meer genegen zouden zijn dan de georganiserden. Het is U bekend hoe wij geen gelegenheid voorbij lieten gaan om blijk te geven van onze waardeering van het instituut der werk-loosheidsverzekering en van het offer, dat de werknemer voor verzeakering tegen werkloosheid heeft te brengen. In het begin van den oorlog was onze gemeente van de eersten, die een ge meentelijk Tijdelijk Werkloosheidsfonds in stelden, waardoor het mogelijk werd uit keering uit de werkloosheidskas te verzeke ren ook nadat hare middelen waren uitge put. Zoowel bij de wachtgeldregeling in 1919, als bij die in 1921 getroffen, is opge nomen een bepaling, dat de uitkeering krachtens die regeling voor de leden der werkloosheidskassen hooger zal zijn dan ie van de niet-aangeslotenen, en ten slotte was onze gemeente een der eersten, die toe trad tot het Werkloosheidsbesluit 1917, waarvoor een jaarlijks terugkeerende uit gaaf ten laste der gemeente wordt gebracht van ruim 4000,tot steun aan de werk loosheidskassen. Het tegendeel van hetgeen de schrijver van het adres ons in de schoenen wil schui ven, is dus waar en zijn verdachtmaking ware beter in de pen gebleven. Wanneer de schrijver zoo blaakt van ijver om den arbeider het grievende leed te be sparen van te worden verwezen naar hét Armbestuur, waarvan hij ons ten onrechte een verwijt maakt, had hij beter gedaan, nadat hem het standpunt van Burgemeester en Wethouders bekend was geworden, met trachten aan te toonen dat -de werkloosheid intusschen was toegenomen, en dat er dus voor Burgemeester en Wethouders termen zouden zijn, hun standpunt te herzien. Daartoe was wellicht aanleiding geweest nadat ook de leerlooiers in de Ministerieele steunregeling waren opgenomen. Jn 't adres wordt wel gesproken van een zestal uitge trokken leden, doch men heeft het niet de moeite waard geacht dit ter kennis te bren gen van Burgemeester en Wethouders, of schoon den administrateur bekend was dat wij een opgaaf van de steunbehoevende uit- getrokkenen op prijs stelden, welke bekend heid trouwens ook is gebleken uit de opgaaf tan twee uitgetrokken schoenmakers, waar van in den aanhef van ons prae-advies wordt melding gemaakt. Het zal wel overbodig zijn U er op te wij zen dat het hier niet ging om een luttele geldelijke bijdrage, noch om den arbeider grievende daad te veroorzaken, doch omdat wij de overtuiging hadden dat het instituut der steunregeling, zooals Zijne Excellentie de Minister had bedoeld, hier toen niet op zijn plaats was en de groote nadeelen van een ontijdige instelling eener steunregeling niet zouden opwegen tegen de geringe voor- deelen. Het is ons niet bekend of het Bestuur der Werkloosheidskas van den Ned. R. K. Le derbewerkersbond de verantwoordelijkheid aanvaardt van dit adres, zoo onwaardig van inhoud. Het is namens dat Bestuur getee- kend door den administrateur, J. C. L. van der Geld, die blijkbaar geen aandeel heeft in het Bestuurden dan ook bezwaarlijk na mens dat Bestuur kan optreden. Wij meenen dan ook dat het adres, eer stens om zijn onwaardigen Inhoud, doch tweedens omdat ons volstrekt niet blijkt of het Bestuur der Werkloosheidskas instemt met het adres in dezen vorm en tot samen stelling en de onderteekening daarvan, vol ledige volmacht heeft gegeven, behoort te worden ter zijde gelegd.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1921 | | pagina 2