I
Nieuws uit Hensden.
R*CHf>*ZAREN.
Adverteert in dit blad
I
nieuwe aanvraag ingediend. In een on
derhoud dat we toen weer hebben ge
had is men wel degelijk overeengeko
men, zegt de heer Klijberg, als nu in
het praeadvies van Burg. en Weth. Is
neergelegd. Er is nog op gewezen dat
het beste is de jongens, evengoed als
de meisjes, te laten beginnen met de
eerste klasse, dan kan men 3 jaar met
deze school volstaan en dan, als de
crisisschulden zijn afgelost, kan Ineens
deze school worden vergroot of een
voor de jongens of meisjes, zooals men
wil, worden bijgebouwd. Bekende en
groote schoolautoritelten wijzen er ook
op dat bet 't beste is om met het eerste
leeijaar te beginnen. Trouwens, dit is
ook^de meest gebruikel^ke wijze en is
hier bij de Broeders ook toegepast.
De heer De Graaff zegt dat de heer
Klijberg de bedoeling van het kerk
bestuur dan niet goed heeft begrepen.
Hij en de Secretaris hebben abuis gehad,
als ze meenen dat het kerkbestuur die
richting heeft aangewezen. Het kerk
bestuur wil met 3 klassen beginnen.
Aanvankelijk is gevraagd om een school
met 7 klassen, die men ook volgens de
wet kan eischen, maar na overleg met
Burg? ea Weth., die op de gemeente-
fioantipn wezen, Is men daarop terug
gekomen en is verzocht om een school
met 3 klassen.
Spr. geeft de verzekering, dat het
kerkbestuur anders op zijn eerst ge
nomen standpunt zou hebben blijven
staan. De bedoeling van het kerkbestuur
is niet zoo geweest en als U dat denkt,
hebt ge daarin groot abuis.
De heer Klijberg geeft de verzekering
daf zoo wel degelijk ls afgesproken en
hij meent dat het kerkbestuur dankbaar
gestemd moest zijn, dat Burg. en Weth
gezien den finantieelen toestand, met een
dergelijk voorstel zijn gekomen.
De heer; Brekelmans vraagt of het
onderwijs, als wordt Ingegaan op het
voorstel van Burg. en Weth., goed tot
zijn recht komt.
De heer Klijberg wijst nog eens op
de Broedersschool, alwaar ook met het
eerste leerjaar ls begonnen en wijst
nogmaals op de uitspraak van groote
school-autorlteiten.
De Graaff. Wij zfln ook zoo maar
niet gewoon begonnen, maar hebben
daar met hooge geestelijke school-
autorlteiten over gesproken en die heb
ben gezegd, jullie hebben het recht en
moeten het ook zeker vragen.
Timmermans, juist, zeker moeten
vragen.
De Voorzitter vraagt wat den heer
De Graafïf z'n bedoeling ls met klassen,
want het gebeurt veel dat men in een
lokaal meerdere klassen heef'. Is dat
zijne bedoeling, dan kan hij bet voorstel
van Burg, en Weth. wel aanvaarden.
De beer Timmermans zegt bet prae
advies ook te hebben gelezen en meent,
dat aan een aanvraag om een school
niet veel ls te doen. De hooge autori
teiten, die door kerkbesturen en groepen
van personen geraadpleegd worden,
wijzen er op dat ze het recht hebben
volgens de nieuwe wet en ze dan maar
moeten vragen ook. Makkelijk is het
ook van een andermans lepr riemen te
snijden. Waar echter de fiaantieeie toe
stand zoo is. noemt spr. het absurd nog
een school te eischen. Zi] die dat doen,
zijn niet verantwoord, wfll de bestaande
scholen misschien hoogstens 20 minuten
ver zijn gelegen van de verst af wonende
kinderen|in deze gemeente.
Waar de Hoofd. Omslag door be
trekkelijk weinig menschen moet worden
opgebracht en waar reeds zoo tegen
den Hoofd. Omslag wordt gesputterd
over de ontzettend hooge bijdragen»
daar had spreker gedacht dat personen
met een leidende positie, zulk meer tot
oordeelen zou hebben gebracht. Spr.
vindt het jammer dat het kerkbestuur,
ondanks het zoozeer overtuigd is ge
worden van den zeer slechten fiaantleclen
toestand der gemeente, desondanks op
zijn stokpaardje blijft slaan. Waar moet
het heen als vandaag of morgen Jan,
Piet of Klaas ook voor een groep van
40 kinderen om een school komt vragen.
Mïo kan Waalwijk wel vol scholen gaan
bouwen, maar zal het betaald kunnen
worden.
Was hier nu nog een algemeen be
lang te vinden, dan zou spr. er nog
anders tegenover staan maar juist het
algemeen belang vordert, dat zoo zuinig
mogelijk alles wordt beheerd.
De heer de Graaff zegt dat het Kerk
bestuur rekening met de finantiën heeft
gehouden; had het dat niet gedaan, dan
zou bet op zijn eerst Ingenomen stand
punt zijn blqven staan en niet van 7 op
3 klassen zijn terng gesprongen. Spreker
wil er bovendien de aandacht op ves
tigen dat het lang niet eender is op
welken hoek van Waalwijk een school
wordt gebouwd. Of dit aan den Hoek,
Haven of Antonius-Parochie wordt ge
bouwd is een heel groot verschil want
van oudsher is het bekend dat bi] een
kerk een school behoort. Van katho
lieke zijde is dan ook het kerkbestuur
in overweging gegeven, zegt spr., om
aan te vragen hier een school te bou
wen. De geestelijken achten het een
belang voor de parochie.
De heer Timmermans begrijpt niet dat
die hooge geestelijke autoriteiten nu in
eens al deze diagen zoo dringend nood-
zakelijk achten nu ze de kosten op de
kap van de gemeente kunnen schuiven.
De wet ls er amper door of van alle
kanten komt men aandringen om scho
len waaraan, naar het schijnt, voordat
de wet er was, s niet zoo'n behoefte was.
Gaat men van het standpunt uit dat bij
een kerk een school behoort dan kan
men vandaag of morgen ook wel komen
vragen om bij de Protestantsche kerk
een school te bouwen, dat ls dan het
zelfde motief, want waar er -hier een
flinke Broeders- en Zustersschooi ls
waarvan de kinderen niet zoover af
wonen, daar is geen ander motief aan
te halen.
Spr. wil zich nog met het voorstel
van Burg. en Weth. vereenigen maar om
den vollen roeffel te geven ls hij sterk
tegen.
De heer Klijberg sluit zich bij het
gezegde van den heer Timmermans
volkomen aan. De Broedersschool ls
hier ingericht voor alle kinderen en waar
deze maar zoo kort daarvan afwonen
heeft het adres van dien kant hem ook
ten zeerste verwonderd. Des ondanks
hebben Burg. en Weth. na conferentie
met het kerkbestuur toch nog een voor
stel om gedeeltelijk op het verzoek In
te gaan, gedaan, en dat bad men moeten
app' ècieeren, men had niet moeten ver
gen om de gemeentefioancien over te
belasten.
De heer Schambergen zegt het heel
goed te kunnen begrijpen dat men niet
een paar jaar eerder met een school ls
gekomen. Toen waren er nog niet zooveel
kinderen in deze parochie en thans zijn
er zeker zooveel als hier, meent hij.
De heer Klijberg heeft wel schrik om
zijne meenieg tegenover die van den
heer Schambergen te stellen, maar wil
toch nog zoo vrij zijn dit te doen. Dat
men niet een paar jaar eerder met het
verzoek ls gekomen zit 'm niet in het
feit dat er toen nog geen kinderen
genoeg waren In de parochie, maar we!
daarin, dat men het toen zelf moes
betalen en nu dit niet meer bet geval
is, nu moet er met alle geweld zonder
dat het noodzakelijk Is, een school komen.
Vervolgens wflsf spr. er nog eens op
wat ze bij de conferentie hebben be
sproken.
De heer de Graaff zegt dat het Kerk
bestuur er geen genoegen mee zal nemee.
Zoo zal ze bare aanvraag van eerst gaan
handhaven.
De heer Brekelmans geeft den heer
de Graaff in overweging het voorstel
van Burg. en Weth. maar te aanvaarden.
Er is dan een begin en dan komt er
wel een eind ook. Als er nu 130 leei-
llngen zijn is men tijdelijk gered en dan
kan men later wel zien en probeeren
aan wie het recht is.
De heer Klijberg meent dat men op
het oogenblik moet roeien met de riemen
die men heeft en nu het Kerkbestuur in
zijn principe is toegegeven en men
voorioopig is gebaat, begrijpt hij niet
dat men zich niet voorioopig tevreden
stelt en ondanks de zware fiaantieeie
lasten die het zal veroorzaken, toch door
wil gaan.
De heer de Graafif wil wei met het
voorstel van Burg. en Weth. meegaan
mits er maar niet in voorkomt dat men
«r dan in drie jaar van af is om klassen
bij te bouwen.
De heer Timmermans wijst er op dat,
wordt op het voorstel van Burg. en Weth.
Ingegaan, men later een school voor
jongens en een afzonderlijke voor meisjes
krijgt. Gaat men nu echter op het voor
stel van den heer de Graaff io, dan zou
deze school te groot worden.
De heer de Graaff acht dit geen be
zwaar aangezien de bedoeling van het
Kerkbestuur is geweest als door hem ls
aangegeven.
De Voorzitter vraagt of het nu zoo'n
groot offer ls van het Kerkbestuur om
met bet eerste leerjaar te beginnen. Men
krijgt toch de zekerheid dat ze twee
scholen krijgen.
De heer de Graaff zegt dat hij hier
geen antwoord op kan geven omdat bij
hier niet zit als lid van het Kerkbestuur
maar als raadslid.
Schambergen. Het best zou zijn het
nog eens uit te stellen.
De Voorzitter zegt dat dit niet gaat
wijl er een termen gesteld is waarbin
nen een dusdanig verzoek moet worden
behandeld.
De heer Verwlel gelooft ook dat het
in het belang van het onderwijs is als
met het eerste leerjaar wordt begonnen.
Lyceums, alles begint zoo. Spr. dan ook
niet begrepen dat men thans zoo kan
blijven aandringen terwijl men de komst
der Broedersschool zoo heeft toegejuicht.
Hij kan daarom niet begrijpen dat man
het systeem huldigt, pakken wat je
krijgen kan en h$ zal daarom ook uit
volle overtuiging voor het voorstel van
Burg. en Weth. steunen.
De Graaff. Ze zullen er geen genoe
gen mee nemen.
Klijberg. Weet u dan wel dat wij het
recht hebben u de openbare school aan
te wijzen.
De Graaff. Die zullen ze nooit nemec.
Voorzitter. U krijgt volgens ons voor
stel een geheel van 7 klassen.
Brekelmans. Ik ben voor het voorstel
van Burg. en Weth. Wnl sou ik het
liever anders hebben gezien, maar ik
wil graag met alle omstandigheden
rekening houden.
Voorzitter. Ik zal tu het voorstel vac.
Burg. en Weth. io omvraag brengen,
want er ls nu lang genoeg over ge
sproken.
Schambergen. Hoe moet ik dan stem
men.
De Gras ff. Als ge voor stemt dar
ben je tegen den pastoor.
Het voorstel la omvraag gebracht
wordt met op een na algemeene stem
men aangenomen.
.5. Verzoek van de Werkeloosheids-
kas van den Ned. R. K. Lederbewer-
kersbond tot instelling van een steun
regeling voor uitgetrokken werknemers.
De heer Schambergen zegt dat er in
de gemeente nog uitgetrokken arbeiders
loopen die bier hebben aangeklopt eo
drarop toen naar het armbestuur zijn
verwezen. Dat Is voor een eerlijk werk
man vernederend en daar waar het Rijk
50 pCt. bijdraagt zou hij gaarne zien
dat een steunregeling voor uitgetrokken
werkneihers In het leven wordt geroepen.
De heef TimmssiXtAas kan sich goed
met het preadvies van Burg. en Weth.
vereenigen. De manier van voorlichten
en adressen schrijven, de onbenullighe
den en onwaarheden die in een adres
worden neergelegd laten behandeling In
een officieel lichaam niet toe.
De heer Schambergen zegt, dat hem
gezegd is dat uitgetrokken werknemers
naar het Armbestuur zijn verwezen en
dat moet niet zijn. Daarom zou hij tot
oprichting van een steunregeling willen
overgaan.
De heer De Graaff kan met het idcé
van den heer Schambergen wei meegaan,
vooral hierom wijl het later toch zal
moeten gebeuren.
De heet Klijberg meent dat de raad
het aan ztyn eigen waardigheid verschul
digd ls om het adres niet in behandeling
te nemen.
De Voorzitter zegt dat Burg. en Wtth,
niet, tegen eene steunregeling zijn, dit
staat duidelijk genoeg ia het preadvies
aangegeven, doch alleen de manier
waarop het adres ls gekomen en de
wijze waarop het is uiteengezet, hebben
Burg. en Wetb. doen besluiten voor :e
stellen het stuk ter zijde te leggen.
Schambergen. ik wil best aannemen
dat er geen goede passecde uitdruk
kingen in staan, maar ik zou niet gsa-ne
hebben dat die menschen daar nu de
dupe van moeten worden.
Timmermans.Dat kan hersteld worden.
Schambergen. Laten wij er over
stemmen.
Voorzitter. Ik breng het niet In
stemming.
B<eketmaos. Voor die werken willen,
is er genoeg werk te vinden op 't
oogenblik.
Timmermans. Als ze een fatsoenlijk
adres schrijven, dan zullen wij zeker niet
achterwege willen bljjven. Ik zal dan
gaarne de eerste zijn om aan de op
richting van een steunregeling mede te
werken.
Schambergen. Ik kan me volkomen
vereenigen met het door den heer
Timmermans gesprokene.
De heer Van den Broek wijst er op
dat er werk genoeg is, maar ais je vraagt
om te komen wieden, dan moeten ze
groot geld hebben, beneden de f4.25
doen ze het niet, anders trekken ze
liever van di steun. Spr. zegt dikwijls
jaioersch te zijn op vele van die menschen.
De heer Schambergen geeft gaarne
toe dat er wel eens beroerde kerels bij
zijn, die van de regeling prchteeren en
de vrouw'daojnog armoe laten lijden.
De heer De Graaff meent dat het ook
niet aangaat om een schoenmaker van
50 jaar te laten wieden. Dat kan bfl
uiet volhouden.
Van den Broek. Ze probeeren het
niet. Ze zeggen maar dat ze het van
de steun ook krijgen.
Hierna wordt met algemeene stemmen
bet voorstel van Burg. en Weth. aan
genomen.
6. Benoemingen.
a. Tot lid der Commissie tot wering
van schoolverzuim (vac. Van Etlck) wordt
benoemd de Eerw. heer H. J. Ramakers.
b. Tot lid der Teekenschoolcommissie
wordt herbenoemd de heer J. v. Iersel-
Holtus.
c. Tot lid van de plaatselijke school
commissie (vac. van E«ck) wo»dt be
noemd de Eerw. heer H. J. Ramakers.
d. Tot lid der Commissie van Toezicht
op het Middelbaar Onderwijs (vac. van
Riel) wordt benoemd de heer Noib.
van Loon.
7. Onderzoek der geloofsbrieven van
de nieuw gekozen leden H. Maas en
F. C. Smolders.
De Voorzitter stelt de stukken in
handen van een commissie, bestaande
uit de heeren Verwlel en de Graaff en
schorst gedurende dit onderzoek de
vergadering.
Na heropening deelt de heer Verwlel
mede dat de stukken in orde zijn be
vonden en tot toelatiog kan worden
besloten.
Daar geen der leden in openbare ver
gadering meer het woord wenscht,
wordt overgegaan In geheim Comité ter
behandeling van
8. Vaststelling van de kohieren der
Straatbelasting 1920 en 1921.
9. Reclames Hoofd. Omslag.
Heusdeo, 7 juli 1921.
Naar men ons mededeelt, hoopt
het scherpschuttersgilde „St. Blasius" in
't komende jaar een nationaal concours
op den schutsboom te houden.
Vrijdagavond halt acht komt de
gemeenteraad bijeen tot vaststelling van
den Hoofdelijken Omslag dienst 1 Jan.
1921-1 Mei 1922.
Uitspraken Gerechtshof te 's Bosch.
W. V., landbouwer te Loon-op-Zand,
meineêd, twee maanden gev. J. v. H..
wonende te Oisterwijk, diefstal zes
weken gev.
Aan den Raad der Gebeente Waalwijk.
Hooggeacht College,
Door de algemeene malaise als gevolg van
den crisis welke reeds geruimen tijd, en
ook nog heden ten dage, liet geheele econo
mische leven belieerscht, heeft de werkloos
heid in het laatste half jaar, een voordien
ongekenden omvang aangenomen.
Daar de leden van de meest vrijgevige kas
sen slechts reeht hebben op 90 dagen uitkee-
ring in één kalenderjaar wat in normale
tijdsomstandigheden ruim voldoende is ge
bleken, zijn thans verschillende kasleden
z.g. „uitgetrokken".
Deze ,uitgetrokkenen" hebben gedurende
het jaar 1921 geen recht meer op uitkeering
uit de Werkloosheidskassen.
Geen werk kunnen vinden en geen uitkee
ring meer en dan het loopende jaar nog niet
op de helft, voorwaar een diep treurig voor
uitzicht voor deze menschen, welke op hun
arbeid als hun eenig vermogen zijn aange
wezen.
Zijne Excellentie den Minister van Bin-
nenlandsche Zaken heeft gevoeld dat hier
hulp moet worden geboden en heeft een
„Steunregeling voor uitgetrokken Werkne
mers" ontworpen, waarin het Rijk aanbiedt
minstens 50 pCt, der Steungelden te zullen
dragen wanneer de betrokkene gemeente de
andere helft geeft.
Zoodra het bestuur onzer kas had kennis
genomen van deze regeling hebben wij ons
mondeling tot het Gemeentebestuur gewend
met het verzoek de tot standkoming dezer
steunregeling voor de gemeente Waalwijk
te willen bevorderen.
Groot was onze verwondering toen wij en
kele dagen nadien bij monde van den Ge
meentesecretaris moesten vernemen dat Bur
gemeester en Wethouders hadden besloten
voorhandsch geene steunregeling in het le
ven te roepen, daar dit voor die enkele uit
getrokken leden de moeite niet waard was.
Tevens werd ons echter de toezegging ge
daan dat deze personen op eene andere wij
ze zouden geholpen worden.
Nu is ons echter gebleken dat wanneer
deze personen om ondersteuning komen, zij
heel eenvoudig naar het armbestuur verwe
zen worden.
Geheel onverklaarbaar komt ons deze
houding van Burgemeester en Wethouders
voor wanneer men bedenkt dat het hier
menschen geldt die door eigen offers reeds
meer dan drie maanden in hun onderhoud
en dat van hun gezin hebben voorzien, on
danks zij in deze periode van alle inkomen
door handenarbeid verdient, zijn beroofd ge
weest. s
Nog meer onverklaarbaar wordt deze hou
ding wanneer men bedenkt dat in het begin
dezes jaars direct een steunregeling was tot
stand gebracht en dat het toen gold, uit
sluitend menschen die door eigen zorgeloos
heid zonder middelen van bestaan waren
doordat zij zich niet, of niet tijdig tegen
werkloosheid hadden verzekerd.
WTij hadden ook gemeend dat heden ten
dage en door officieele personen aan den
arbeider wei het grievende leed zou worden
bespaard, van verwezen te worden naar het
armbestuur, nog te meer daar hier eene an
dere, wel meer eervolle oplossing voor het
grijpen ligt en deze ten slotte nog geringere
offers van de gemeentefinaneiën zal eischen.
Daar het minstens reeds een zestal „uitge-
trokkenen" betreft en dit getal, zoodra de
werkloosheid maar even durft toenemen,
niet tientallen zal vermeerderen, omdat een
groot gedeelte onzer leden reeds driekwart
van hunne rechthebbende dagen uitkeering
hebben ontvangen, verzoeken wij U, Hoog
geacht College, beleefd doch dringend wel
te willen bevorderen dat spoedig eene
„Steunregeling voor uitgetrokken Werkne
mers" in de Gemeente Waalwijk tot stand
komt.
Hoogachtend,
Namens het Bestuur der Werkloosheids-
kas v. d. Ned. R. K. Lederbewerkershond.
J. C. L. v. d GELD,
Administrateur.
Voorzitter. Wij hebben de eer U hierbij
aan te bieden een verzoek van het Bestuur
der Werkloosheidskas van den Ned. R. K.
Lederbewerkersbond waarbij wordt ge
vraagd, een steunregeling voor uitgetrok
ken werknemers in het leven te roepen.
Het spijt ons zeer, te moeten constateeren
dat in een stuk, bestemd om in openbare
vergadertng te worden behandeld, onwaar
heden worden gezegd, feiten verdraaid
worden voorgesteld en zelfs wordt geïnsinu
eerd. Wij achten ons verplicht, hoe ongaarne
oook, U hierop te wijzen.
Het is onwaar dat door het Bestuur dei-
kas tot Burgemeester en Wethouders een
verzoek is gericht ora toe te treden tot de
door den Minister van Binnenlandsche Za
ken in 't leven geroepen steunregeling. Feit
is, dat door den Administrateur van den
R. K. Lederbewerkersbond J. C. L. van der
Geld, ter secretarie informatie is genomen,
welke houding het Gemeentebestuur ten
aanzien van de steunregeling dacht aan te
nemen. In hoeverre het Bestuur der Werk
loosheidskas bij deze informatie-neming
was betrokken, was niet bekend en werd
niet medegedeeld. Den administrateur werd
gezegd dat in de eerstvolgende vergadering
van Burgemeester en Wethouders deze aan-
glegenheid zou worden behandeld, en werd
hem later medegedeeld dat Burgemeester
en Wethouders van oordeel waren, dat de
tijd nog niet gekomen was om den Raad
een crediet te vragen voor een steunregeling,
als door den Minister bedoeld, maar dat ge
meld College daartoe zeker bereid zou wor
den gevonden, wanneer zou blijken dat de
crisiswerkloosheid inderdaad toenam. Ge
vraagd werd intusschen aan den administra
teur, op te geven hoeveel leden der kas op
dat oogenblik voor steun in aanmerking zou
den komen.
Door ons werd ten aanzien der steunre
geling het volgende standpunt ingenomen.
Hoe goed, hoe noodzakelijk zelfs in het
algemeen ecu steunregeling ook i?, van d,e
gebreken die haar aankleven, mag zeker als
een voorname worden aangegeven, dat bij
het terugekeeren der werkgelegenheid ele
menten. die feitelijk behoorden gerekend te
worden tot de niet valide werknemers, zich
tot het laatste oogenblik blijven aanmelden
bij de steunregeling. Zij zijn in den regel
de eersten, die uitkeering krachtens derge
lijke regeling ontvangen en ook de laatsten.
Men versta ons wel, wij spreken hier in liet
algemeen, en de ervaring heeft ons in de
jaren die achter ons zijn, duidelijk geleerd
dat het aldus gaat. Wij zullen hierop dan
ook niet verder ingaan.
Bij de behandeling- van de Ministcriëele
ontwerp-steunregeling was het bekend dat
de werkloosheid vrijwel geheel had opge
houden, zoodat voor ons geen aanleiding be
stond TJ al terstond voor te stellen, tot die
regeling toe te treden.
Hoe juist onze zienswijze was, bleek uit
de opgaaf van den meergenoemden admini
strateur van het aantal leden, dat voor
steun in aanmerking zou komen. De opgaaf
bevatte twee namen, die wij hier niet zullen
noemen, doch van werknemers die zéker
tot de niet valide moeten worden gerekend,
en in ieder geval wel door den crisis werk
loos werden, doch uit geheel anderen hoof
de werkloos bleven. Deze opgaaf versterkte
ons in de meening dat de tijd voor een
steunregeling niet gekomen was, en ten aan
zien van deze leden werd den administra
teur medegedeeld dat zij op andere wijze,
in ca su door het armbestuur, zouden worden
geholpen.
Tot goed begrip der situatie deelen wij U
mede dat het vorenstaande betreft de werk
nemers in de schoenfabrieken, omdat de Mi-
nisteriëele steunregeling tot toen de leer
looiers uitsloot.
Was er in het begin van het jaar meer
werkloosheid in de schoenindustrie, latei-
verminderde deze, doch trad meer werkloos
heid in voor de leerlooiers.
Kort nadat de beslissing van Burgemees
ter en Wethouders aan den administrateur
werd medegedeeld, meldde zich een uitge
trokken werklooze leerlooier voor de steun
regeling aan. Daar de leerlooiers toen nog
van de Ministeriëele steunregeling waren
uitgeslotn, werd hem in overweging gegeven
zich te wenden tot zijne vakvereeniging, om
te bevorderen dat ook de leerlooiers in de
Ministerieele regeling zouden worden opge
nomen, maar al was de steunregeling ge
troffen, in den aanhef dezes bedoeld, dan
nog zou de uitgetrokken leerlooier die zich
aanmeldde geen uitkeering krachtens de
steunregeling kunnen ontvangen, omdat de
leerlooiers niet in die regeling waren opge
nomen.
Alleen deze werklooze is ter secretarie
verwezen naar het Armbestuur.
Vervolgens insinueert het adres, alsof
Burgemeester en Wethouders de ongeorga
niseerde arbeiders meer genegen zouden zijn
dan de georganiserden.
Het is U bekend hoe wij geen gelegenheid
voorbij lieten gaan om blijk te geven van
onze waardeering van het instituut der
werk-loosheidsverzekering en van het offer,
dat de werknemer voor verzeakering tegen
werkloosheid heeft te brengen.
In het begin van den oorlog was
onze gemeente van de eersten, die een ge
meentelijk Tijdelijk Werkloosheidsfonds in
stelden, waardoor het mogelijk werd uit
keering uit de werkloosheidskas te verzeke
ren ook nadat hare middelen waren uitge
put. Zoowel bij de wachtgeldregeling in
1919, als bij die in 1921 getroffen, is opge
nomen een bepaling, dat de uitkeering
krachtens die regeling voor de leden der
werkloosheidskassen hooger zal zijn dan
ie van de niet-aangeslotenen, en ten slotte
was onze gemeente een der eersten, die toe
trad tot het Werkloosheidsbesluit 1917,
waarvoor een jaarlijks terugkeerende uit
gaaf ten laste der gemeente wordt gebracht
van ruim 4000,tot steun aan de werk
loosheidskassen.
Het tegendeel van hetgeen de schrijver
van het adres ons in de schoenen wil schui
ven, is dus waar en zijn verdachtmaking
ware beter in de pen gebleven.
Wanneer de schrijver zoo blaakt van ijver
om den arbeider het grievende leed te be
sparen van te worden verwezen naar hét
Armbestuur, waarvan hij ons ten onrechte
een verwijt maakt, had hij beter gedaan,
nadat hem het standpunt van Burgemeester
en Wethouders bekend was geworden, met
trachten aan te toonen dat -de werkloosheid
intusschen was toegenomen, en dat er dus
voor Burgemeester en Wethouders termen
zouden zijn, hun standpunt te herzien.
Daartoe was wellicht aanleiding geweest
nadat ook de leerlooiers in de Ministerieele
steunregeling waren opgenomen. Jn 't adres
wordt wel gesproken van een zestal uitge
trokken leden, doch men heeft het niet de
moeite waard geacht dit ter kennis te bren
gen van Burgemeester en Wethouders, of
schoon den administrateur bekend was dat
wij een opgaaf van de steunbehoevende uit-
getrokkenen op prijs stelden, welke bekend
heid trouwens ook is gebleken uit de opgaaf
tan twee uitgetrokken schoenmakers, waar
van in den aanhef van ons prae-advies wordt
melding gemaakt.
Het zal wel overbodig zijn U er op te wij
zen dat het hier niet ging om een luttele
geldelijke bijdrage, noch om den arbeider
grievende daad te veroorzaken, doch omdat
wij de overtuiging hadden dat het instituut
der steunregeling, zooals Zijne Excellentie
de Minister had bedoeld, hier toen niet op
zijn plaats was en de groote nadeelen van
een ontijdige instelling eener steunregeling
niet zouden opwegen tegen de geringe voor-
deelen.
Het is ons niet bekend of het Bestuur der
Werkloosheidskas van den Ned. R. K. Le
derbewerkersbond de verantwoordelijkheid
aanvaardt van dit adres, zoo onwaardig van
inhoud. Het is namens dat Bestuur getee-
kend door den administrateur, J. C. L. van
der Geld, die blijkbaar geen aandeel heeft
in het Bestuurden dan ook bezwaarlijk na
mens dat Bestuur kan optreden.
Wij meenen dan ook dat het adres, eer
stens om zijn onwaardigen Inhoud, doch
tweedens omdat ons volstrekt niet blijkt of
het Bestuur der Werkloosheidskas instemt
met het adres in dezen vorm en tot samen
stelling en de onderteekening daarvan, vol
ledige volmacht heeft gegeven, behoort te
worden ter zijde gelegd.