■ee DS eerder: oiiii De Portierster van Alfortville ielhan ERK l„NOOED-BRABAND"l I e Gemeenteraad FEÜILLETO M )PP] I Maatschappij van Verzekering op het Leven. I pert >walit NUMMER 51 WOENSDAG 29 JUNI 1921 Telel. 38. WAALWIJKSCHE EN LANGSTRAATSCHE COURANT Uitiare: WaalwQksche Stoomdrukkerij Antoon Tfelen Tclegr.-AdreaECHO. niGi Van Heesbeen. Ik kan ook niet anders zeggen, dan dat ik de handelwijze van het Dag. Bestuur, vooral van het begin J om wijk E te behouden ten volle kan goedkeuren. Echter voor vereeniging kan ik niels am voelen, ik kan maar niet inzien dat wij HTl daarmede iets vooruit zullen gaan, inte- gendeel. Onze gemeente telt 4000 zielen "n nu dacht ik dat alleen maar gemeen ten met minder dan 3000 zielen in aan- merking daarvoor kwamen. Voorzitter. Die worden ook niet bij "I "1^ kleinere gevoegd, maar de kleinere bij Al Wede groote. Van Heesbeefl. Onze finantien zijn ook heel goed, ik geloof zelfs dat er maar weinig gemeenten in ons land zui- .WTJ'len zijn. waar die zoo goed zijn. Voorzitter. In Noordbrabant is er geen enkele meer, want in Deursen is men 1\| 'at onder ons Van Heesbeen. Onze finantiën kunnen er nooit beter door worden als wij •C Nieuwkuijk bij ons krijgen, want men mag gerust zeggen dat deze gemeente noodlijdend is. I Voorzitter. Daarom protesteeren wij er ook tegen en hebben gezegd, voegt N p R er dan Hedikhuijzen ook bij, dan krijgt men althans een betere verdeeling, want Hedikhuijzen is finantieel heel wat beter erin dan Nieuwkuijk, dat is goed. Van Heesbeen. Het komt mij voor, dat het op den weg van B en W. ligt om 'ïjCk sterk "tegen die plannen op re komen, want ik zie het erin dat wij hier dan ook heel wat belasting meer zullen moe- i ten gaan betalen. En wie zullen dat i i fl moeien gaan betalen? Zoo heel veel U WC draagkracht zit hier nu niet als men gewoonlijk wel eens zegt. dat valt tegen. INTI?r Het landbouwbedrijf gaat terug en het llu kapitaal kan niet meer betalen als het nu al moet doen, zoodat tenslotte de rnnipr Kleine boer en de werkman zullen moe- UUIttl betalen Waar het geld dan vandaan L-.l——moet worden gehaald. RH 76 Prinsen. Van de hondenbelasting. Van Helvoirt. Daarom hebben wij de beat gezegd, alleen Nieuwkuijk bij ons gaat «at. - niet en daarpni moet Hedikhuijzen bij i ons komen, want daar is wat te halen >rraad' eri dan blijft alles zoowat gelijk actie. or jaret deem /etend chine ASPI 12). S. oucmrciA tnd, KLERE Opgericht WAALWIJK. 843 f Verzekerd Kapitaal Reserve 25 586.757.- 3.113.7o7.- 44e JAARGANG. Dit blad verschijnt WOENSDAG- EN ZATERDAGAVOND. Abonnementsprijs per E maanden f 1.26. Franco p. post door het gaheele rijk f 1.40. Brieven, Ingezonden stukken, gelden en2„ franco te zenden aan den Uitgever. DE ECHO VAN HET ZUIDEN, VLIJMEN. (Vervolg.) •Van Heesbeen. De uitgaven van Haarsteeg *Un overtreffen de ontvangsten. En zoo lieel veel zit er nu ook niet. O. Voorzitter. Er is tocb een grondbezit van 4 ton. En waardoor zijn daar de uitgaven hoo- OOk Oil gpr (jun qe ontvangsten. Denkt eens na dat >pelen. au eerst salaris moet worden gegeven aan den Burgemeester, een Secretaris, een ont vanger enz., dat wordt zeker 6000. Bij iOr 2 ge:/vereeniging komen deze uitgaven toch te vervallen. Van Heesbeen. Dat is maar denkbeeldig. '4' Voorzitter. De Burgemeester en secreta ris hebben toch zeker minstens 4000 sala ris en de gemeenteontvanger 1000. Dat zijn feiten en feit is het toch ook dat deze komen te vervallen. Maar de raad moet zelf maar weten wat hij doet. Feit is het echter -- en daar wit ik nog eens op wijzen dat deze gelden komen te vervallen en dat men door samenvoeging veel kan besparen en uidiog van „De Echo van het Zuiden". 1. DE BRANDSTICHTING. ELFDE HOOFDSTUK. tnsckt a een si 4MES- IJW1E sooels 8 kettingen, ille soort 1 een ju vagen bat, 1 COO *.s „Bij de honderd zéven en twintig duizend franken van hot borderel, die op de Bank zijn in ontvangst genomen, voeg ik de ont vangsten van dezen dag. elfduizend zeven «en twintig franken, waarvan ik er vijf dui zend voor mij behoud. Totaal honderd di'ie en dertig duizend zeven en twintig franken. Met hetgeen gij in kas hebt maakt dit hon derd negentig duizend twee honderd drie en vijftig franken en zeventig centimes „Dat moet juist zijn." „Gelieve u te overtuigen, mijnheer". „De tijd ontbreekt mij'. De ingenieur sloot in zijn brandkast de sommen welke de kassier en Jeanne hem overhandigden. Jacques en Jeanne wachtten. Jacques naderde den heer Labroue. „Ziehier de teekeningen en de plannen, mijnheer,", sprak hij tot den patroon, een vrij lijvig pak overhandigend. Madame Fortier staarde den meester knecht aan en meende dat er een zonderlin ge uitdrukking op zijn gelaat lag, een uit drukking, die zij er voor dezen dag nog nooit op gezien had. De lieer Labroue borg deze in het kleine kistje, dat hij volgens zijne gesvoonte in de brandkast sloot. „Zoodra ik terugkeer", zeide hij, „zullen wij onze werkzaamheden -voortzetten. ',Goed, mijnheer. Hebt gij mij intusschen men meer kan bereiken. Van Heesbeen. Die salarissen moeten toch 10 jaar lang worden uitbetaald. De bur gemeester daar zal zoo maar niet een, twee drie ergens anders worden benoemd. De kans zelfs is niet uitgesloten, dat we voor drie burgemeesters zullen moeten betalen, want wie zal ons zeggen dat een van deze drie burgemeesters zal worden benoemd. En 'r salaris van den nieuwe zal wel beduidend hooger moeten zijn. Bovendien, hoeveel meer ambtenaren zullen er niet komen. Dat aan tal zal ieder jaar toenemen, dat geloof maar. Op de meeste plaatsen waar men vereenigd is, heeft men er al spijt van. Kijk maar eens naar Eindhoven met z'n millioenen- leening. Voorzitter. Dat is een geheele andere zaak met Eindhoven. Dat was daar een kleine oppervlakte waar alle dorpen zich tegen aanbouwden zoodat men een geheel kreeg en om nu de sociale toestanden en nood en goed te kunnen regelen was vereeni ging daar noodig. Eenige finantieele over weging heeft daar niet voorgezeten. Van Engelen. Verbeeld je dat Luttelherpt hier naar het raadhuis moet komen, dat zou me wat zijn. Voorzitter. Dat zou toch bij vereeniging gebeuren want als ze het bij Herpt of Heus- den moesten gaan voegen, dan zouden ze de gemeente in stukken moeten gaan verdee- len en dat schijnt een groot bezwaar te zijn. Als men dat zou gaan doen, dan zou men op het kadaster wel 100 ambtenaren kunnen gaan aanstellen. In de vergadering van Bur gemeester en Wethouders is daar ook wel eens over gesproken en is al eens gezegd dat het beste de grens zou zijn te stellen bij de Spaansclie brug en zoo verder tot aan de brug en zoo verder tot aan de Wiel van mijnheer de Jong. Maar zooals ik zeg, men schijnt daar to veel bezwaren tegen te heb ben. Van Engelen. Het be.4te zou maar zijn om alles te laten zooals het is. Van Helvoirt. Zeker, maar Haarsteeg heeft gisteren toch maar weer besloten om wijk E van ons in te slikken. Voorzitter. Ik kan me verantwoorden dat ik allés 4,eb aangewend om zulks te voorko men en nu kali n «vei Pt paar riets van zal komen, maar of dit al or me, gebeuren kan niemand van ons zeggen. Boom. Zofi u, mijnheer de Voorzitter, den ken dat U bij vereeniging van gemeenten beter of makkelijker voor den boe.' kleinere landbouwershuizen zou kunnen gaan bou wen en denkt u dat er werkelijk zooveel landbouwerszoons van betrekking verande ren. De Voorzitter zegt dat telkens zijn hulp wordt ingeroepen om dan .die en dan die aan een vaste betrekking te helpen door het geven van een bewijs van goed gedrag. Wordt dan gevraagd waai'om ze van betrekking gaan veranderen, dan zegt men algemeen dat ze verkeering hebben en niet eeuwig knn- ■htaf'WïTVNUi vifjui, dut ni 'nlu iw-tncti woning kunnen krijgen. Die toestand, zegt de Voorzitter verder gaande, is zeer ongezond vooral voor Vlij men waar het boerenbedrijf toch nog steeds de hoofdzaak is. En dat boeren van betrek king veranderen gebeurt nu niet alleen on der den kleinen boerenstand, neen, ook onder de welgestelden. Dezer dagen nog een zoon van een welgestelden boer met een kapitaal van 20.000 it 30.000. Als deze een,paar jongens hebben kunnen ze ze tegenwoordig onmogelijk op een hofstee zetten, want ze zijn er niet en komt er eens een te koop. dan brengen ze schatten op. Bij vereeniging kan daar verandering in worden gebracht en dat moet, want de boe renstand is steeds Noordbrabants trots ge weest. Mijne vaste overtuiging is bet dat daar verandering in kan worden gebracht. Men moet de zaken breed bekijken en niet direct zich angstig afvragen of men nu iets meer belasting moet gaan betalen. Als u meer moet betalen, dan zijn mijn belasting centen daar net zoo goed mede gemoeid. De raad moet 7,ich afvragen wat of het alge meen belang is, en mag daarbij niet letten op een persoonlijk offer! Hoe is het gegaan met de bouwvereeni- ging? Daar was geen behoefte hier aan werk manswoningen. Ze zouden hier nooit in der gelijke woningen willen gaan wonen. En wat zien we nu? Dat er voel meer aanvragen zijn dan we woningen hebben. Toen er werd gezegd dat er geen woning gebrek meer was, dat de bouwvereeniging nu maar niet meer moest gaan bouwen, toen heb ik me de moeite eens gegeven om de toestanden van de woningen op te nemen om daar een overzicht van te geven. Mijne- heeren, er zijn in onze gemeente nog 284 woningen bestaande uit. een vertrek. Daar van zijn er 54 woningen waarin 4 personen moeten huizen, 31 met öj 25 met 6, 17 met 7. 12 met 8, 10 met 9, 7 het 10. 4 met .11 en 3 waarin 12 personen moeten buizen in een vertrek. Zijn dat geen ondulcfcire toestanden? En dan moet men vanpeden van den raad nog hooren dat woningbouw niet noodig is, dat men er nu maar mie moet ophouden. Zeker, geld kost het, \fillen wij in onhoud bare toestanden verandering brengen, maar mag ons dat weerhondJi om in te grijpen, om te streven naar verbetering. Al kost het mij honderd gulden, da ft nog zou ik me niet laten weerhouden 0111 liét goede na te stre ven, om verbetering te! brengen in onduld bare toestanden. Het i.^mijn vaste overtui ging dat voor de boer zorgd als dezen en and meewerken. Van Heesbeen. Ik lx hoe het mogelijk is da een zijn geworden, meufmèer tot stand kan brengen. Wij hebben voor de arbeiders 28 woningen doen bouwen. Haarsteeg en Nieuw kuijk hebben nog niets f gedaan. Ze hebben bet niet kunnen doen en jzou dat nu wel gaan als wij zijn vereenigd Dan weet ik wel waar liet meeste vandai n zal moeten komen. De Voorzitter zegt d: t door grootere een heid meer is te verkrijg üi. Zoo is hier meer malen de wenschelijkht® van een vakschool voor mandenmakers te 'kennen gegeven. Dat zal nooit door ee 1 gemeente tot stand kunnen worden gebrac it want zou zoo'n 00 111 lijmen ,iQ. zon Haarsteeg en ook Nieuwkuijk, alhoewel beiden zeer veel belang daarbij he iben, daarvoor geen geld geven. Zijn de 3 gemeenten tot een ge meente vereenigd, dan ivoteert de raad wel het noodig bedrag. Méérmalen is hier ge zegd dat een vakschool hoogst noodzakelijk is voor de industrie, '/Alt's dat. de industrie kapot zou gaan, all goede vakopleiding achterwege blijft. Gevraagd wordt waaróm in Kerkdriel en nu in Raamsdonksveer wel eene school is en hier. waar de hoofdindus trie is, niet. Mot pleizfer zon spf. daarvoor willen werken, 'er voor naar don Minister gaan, maar niet als hij van te voren weet dat er door vitn uc rweP omliggende gemeenten, toch niets van kan komen. Zoo, zegt spr., bestaat er ook groote be hoefte aan een ziekenhuis. Hier moet men ook even over redeneeren. Voor velen bestaat daaraan geen behoefte omdat, als men vrouw of kind ernstig ziek heeft, men een •li kan worden gé- en allemaal daartoe P'ijp het niet goed f als deze gemeenten aiito voor de deur kan laten komen. Maar I lioevelen, de meesten, mag men zeggen, kun nen dat niet doen en toch voelen die ook wat het zeggen wil als een hunner verple ging in een ziekenhuis noodig heeft. Een gasthuis is noodig, maar voor één gemeente is het niet doenlijk daaraan te beginnen, wel voor drie gemeenten, dan is de gemeen schap grooter. Van Heesbeen. Als de gemeenten zijn ver eenigd, dan betwijfel ik of de afgevaardig den, want hier zijn we dan onze meerder heid kwijt, daarvoor zullen zijn te vinden. Voorzitter. Dan komt men er geheel an ders voor te staan, dan zijn die afgevaar digden geen afgevaardigden van Haarsteeg of Nieuwkuijk -i maar van Vlijmen. Dan kennen zij aleen her liei.vs van Vlij men, bestaat bi geen ander belang meer. Maar vooral mag niet uit het oog worden verloren dat de sociale belangen het best door vereeniging kunnen behartigd worden. Van I-Ieesbeen. Ik heb zoo weinig oer die boerenwoningen meer g.-boerd. Voorzitter. Ik moet tl eerlijk vertollen dat ik er van terugschrik om er verder studie van te maken Als men bier s e,-: die 28 woningen »ekt co men >ekt naar geen uitbreiding, dan ontbreekt mij den moed er verder op in te gaan. Van Heesbeen. Beit n dan ook I» ng om meer te gaan bouwen. Voorzitter. 'Beng, absoluut niet, want ik ben er van overtuigd dat ze gaarne genomen zullen worden evenals de arbeiderswonin gen. Ik zal u eens wat zeggen. Een vader zei de woning te zullen gaan verlaten en weer een andere te gaan huren. De kinderen ech ter zeidén de woning niet te willen verlaten daar zo lang genoeg in krotten gezeten heb ben. /e wonen er nu allen even graag in. En bang hen ik er heelemaal niet voor dat m er uit zullen trekken. Van ïleesbeen. Wanneer ze toeh maar een g'tddén of vijftien verdienen kunnen ze toch geen 5.gaan verwonen. Voorzitter. De woningen worden verhuurd vair 36 naar gelang de verdiensten. Dit is bij eene Ministerieele beschikking vastge legd. Wij moeten hier 6000 halen en wij halen nu zelfs 0490. Van I-IeesKeen. Dan behoeft men niet in het belang van de arbeiders te gaan bouwen. Voorzitter. Die 6.betalen kunnen 1 1 1 -»<»'.- uo pleizier. De huurwaarde. n .mar net inkomen astgesteld. Van Heesbeen. Ik geloof nooit dat men dit in de toekomst kan behouden. Van Halder. Er is nog al gesproken over liet veranderen van betrekking door boeren zoons. Ik geloof niet dat dit alleen is toe te schrijven aan het gebrek aan woningen. Dat is het precies niet. Het zijn meestal jongens van 20 jaar die er naar streven een gemakkelijker kostwinning te verkrijgen. Deze jongens zeggen dat, als ze oen betrek» king hebben, ze de halve tijd niet behoeven i - n'L'Fitcn. vr> m-„ -rrr«i»..U»t e--.- zoo lang en eens zoo hard werken. Dat euvel komt. hier direct nooit uit ge brek aan boerenwoningen, maar 't is meer een streven van die jongens naar meer ge makkelijkheid. Ik veronderstel ook wel dat dit zoo niet zal blijven, dat ze wel eens zul len inzien dat boer zijn nu direct niet heele- niets te bevelen, niets aan te raden?" „Ja, Jacques; wacht een oogenblik". De ingenieur wendde zich dan tot Jeanne met de woorden „Madame Fortier, ik raad u aan geen en kel oogenblik te vergeten welke taak op u rustZoodra ik terug ben zal ik mij met u bezig houden. Wees verzekerd, dat ik tv niet in den steek zal laten. Vergeet wat er geschied is, even als ik op dit oogenblik ook reeds alles vergeten heb. Jeanne was hoogst verwonderd over deze welwillendheid en niet in staat een woord te uiten. De kassier staarde haar aandachtig aan. „Een slechte inborstDat staat vast," momi>elde hij. „De vrouw haat den patroon. Zij zou zich willen wreken door hem boos aardig te bejegenen. Dit is maar al te duide lijk!" De heer Labroue ging voort: „Maak mij een klein reiskoffertje gereed met eenig linnengoed. Voeg er een overjas bij en een reisdeken." Madame Fortier verliet het kabinet. Toen hij haar zoo somber en zonder een woord te spreken zag heengaan, zeide de in genieur tot den kassier en den meester knecht. „Zij duidt het mij zeer ten kwade, de arme vrouwZij begrijpt niet dat de be trekking, welke zij bekleedt, voor haar in het geheel niet geschikt is. Ik weet wel dal ik wat'al te streng ben opgetreden en mis schien wel wat al te brutaal ben geweest... Maar ik kan daar niets aan doen. Haar aan houdende tegenspraak werkte op mijn zenu wen. Doch ik zal de ongelukkige dit wel doen vergeten. Ik zal mij ernstig met. haar bezighouden Dan gaf de heer Labroue zijn laatste be velen aan Rieoux en Gérard. Men hoorde het rijtuig over de binnen plaats rollen. Vijf minuten later volgde het in snellen draf den weg, die naar het Orle- ansstation geleidt. Jeanne, de kassier en de meesterknecht waren bij liet vertrek van den patroon tegen woordig. „Wees voorzichtig, dat gij goed deuren en poorten sluit, madame Fortier", zeide de kassier tot de jonge weduwe. „Ik ben over tuigd dat de heer Labroue niét verstandig Prijs der AdvertentiSn. 29 cent per regel; mini mum f 1.6® Reclames 49 cent per regel. maal is te versmaden. Maar nu is het hoofdzaak de gemakke lijkheid die men zoekt. Voorzitter. Daar moesten de ouders en vele personen niet aan medewerken. Van Halder. Ook de boerenmeiden zien niets meer in een hoer. Zelfs zoeken ze, als ze kunnen en mogen, een dienst en zoeken hun vrijer niet onder de hoeren, want, zeg gen ze, een boer is nooit eens klaar met z'n werk en een vakman is nog zuiverder ook. Van Engelen, tk kan ze ook niet tegen- spreke®/ Van Halder. Een vrouw van een boei' heeft nooit eens rust en een boer zelf zeker niet. Voorzitter. Ik h,en lief met u eens dat ze eens zoo hard en eens zoo lang moeten wer ken. Boerin Hei spijt me dat mijn collega van Halder hier zijn ootdeel hei-i't uitgesproken over deze kwestie. Ik wil het niet ontkennen wat hij heeft g. zegd, maar in de mee. vaifen ligt het zcjym. Een geheefen dng^zn/i „fe'aan het schelden op hun bedrijf, een heelen dag houden ze hun kinderen, voor ditïi hm toch niet- is, een ge- heelen dag jammeren ze dat ze n»»zf weten wart de toekomstbrengen moet. Fr zijn er die zitli liuen mdat ze denken, dat, als zt een vaste beJLiMkking krijgen, „dan ben ik gemakkelijker van je af". Maar men zal er spoedig van terugkomen daar ben Ik van overtuigd, want weldra zas men inzien dat het aloude Hollandsche spreekwoord„Beter kleine haas dan groote knecht" nog veel waarheid bevat. Ze zullen wel gaan beseffen dar hét boe renvak niet is zooals nten zegt. Maar hoe komt het nu? Omdat de ouders het zelf steeds en altijd maar slecht afschil deren en dat moet niet, wij moeten trotscli zijn op dat bedrijf en onze jongens aanspo ren, steeds aanwakkeren, om in ditzelfde bedrijf te blijven. Ze moeten weten, dat hel menschdom en daarmede vanzelf ook de industrie, niet zonder melk en boter en an dere landbouwproducten kunnen, dat deze producten steeds noodig zullen zijn. De boerenstand kan en zal nooit verdwij nen. In het begin van deze vergadering heb ik al gevraagd of de Voorzitter van meening was dat bij annexatie der gemeenten, men -moediger tot het bouwen van boerenwonin gen kan Komeii. itv >,on er Yan ayertuigd dat hij vooi liet belang, - - (Jeo boeren stand, doet wat hij kan. maar ik nu juist dat bij annexatie men daar niet zoo gemakkelijk toe zal komen. Daar wonen meer gezette boeren en die verdringen den kleinen boer met het!land. Ik geloof daarom dat verbetering meer gezocht moet worden in liet uitgeven van gemeentegronden. Van ilalder. Wat Boom daar zegt, daar is wel heel veel van aan, want jammer genoeg is liet helaas maar al te waar dat er ouders zijn die hun kinderen afkeerig maken var! -Trr-rvWill u;tw»ma*M£SsJAt Wk tNH'll, Uil i er velen zijn die veranderen om makkelijker aan den kost te komen. Van Helvoirt. Ze werken niet graag meer. Van Halder. Ja, dat is 't en dat is jammer genoeg. Verleden week zei iemand uit Nieuwkuijk me nog, dat zoo gauw als de mandenmakers 's middags al op straat lie pen, je de jongens niet meer op het land aan bet werk kon houden. Van Sprang. Als vertegenwoordiger van de arbeiders moet ik daar tegen op komen, want het is absoluut onwaar dat de manden makers halve middagen op straat loopen. Juist in Nieuwkuijk, waar alles nog huisin dustrie is in de mandenmakerij, wordt van 's morgens vroeg tot 's avonds laat gewerkt. De boerenjongens, véoritl die een beetje ontwikkeld zijn, zoeken ambtenaarsbaan tjes op, eerst om een gemakkelijk leven te hebben en om later pensioen te kunnen ge nieten. De vakken zullen de werklust niet ontne men, dat bestaat niet. Wagenberg. Zoodra liet plau tot vereeni ging in de lucht hing, heb lk al ernstig over wogen wat het beste voor onze gemeente zal zijn. Deze overwegingen zijn nog gemakke lijker geworden na wat ik hedenmorgen hei) handelt met u zulke groote verantwoorde lijkheid op de schouders te laden". „Wees niet ongerust, mijnheer," antwoord de Jeanne. „Ik zal mijn plicht wel weten te vervullen". De clrle personen namen afscheid. Ricoux keerde naar zijn kantoor terug, Jacques be gaf zich naar de ateliers en madame For tier naar hare woning. Bij het einde der werkzaamheden van den dag verliet de meesterknecht, naar zijne ge woonte de laatste van allen, de inrichting en bracht de portierster do presentielijsten voor den volgenden dag. „Goeden avond, Jeanne", zeide hij, na de lijsten op tafel te hebben neergelegd. „Ik wensch u een goeden nacht". - Hij wilde heengaan, doch thans hield Jeanne hem tegen. „Maar wat wildet gij mij dan toch heden morgen zeggen?" vroeg zij. Jacques sidderde zichtbaar en antwoord de „Veel, Jeanne, zeer veel". „Welnu, spreek dan „Neen, thans niet". „En waarom niet? Is het dan niet goed dat ik die zaken weet?" „Integendeel, dat zou zeer nuttig zijn Doch ik heb er over nagedacht... Nog niet... ik durf niet". „Durft gij niet, gij, mijnheer Gérard?.' „Neen, ik durf niet... Doch zoo ik niet spreek zal ik schrijven, dat is veel gemak kelijker". Jeanne meende dat de woorden des mees terknechts even zonderling waren als de uit drukking van zijn gelaat. „Gij boezemt mij haast angst in," mur melde zij. „Waarom ziet gij er toch zoo sontber uit?" „Vraag mij niets, nu althans niet... doch antwoord mij op eene vraag, die ik u te stel len heb". „Welke?" Jacques zweeg. TWAALFDE HOOFDSTUK. „Eene vraag?" herhaalde Jeanne; welke vraag?" „Hebt gij ernstig nagedacht over hetgeen ik u gisteren omtrent uwe betrekking mede deelde?" „Ja, zeer ernstig". „En stemt gij nu toe in hetgeen ilc u voor stelde?" „Later zal ik antwoorden." „Het is altijd later; maar wanneer zal dat later dan zijn?" „Wanneer gij mij zult hebben medege deeld, wat gij lieden mij niet wilt. wat gij niet durft zeggen." Jeanne drukte op de woorden niet durft zeggen. „Welnu dan," hernam Jacques, „morgen zal over ons heider lot beslist worden". „Morgen!Waarom morgen?" „Vraag mij niets meer: ik zou niet kun nen antwoorden. De dag van morgen zal spoedig genoeg gekomen zijn, en nochtans gaat er in vier en twintig uren dikwijls heel wat om." Jacques Gérard (lie een einde wilde ma ken aan dit onderhoud, nam een vlug besluit en vertrok, doeli liet) het veld niet in zoonis hij den avond te voren gedaan had. Hij ging dineeren, waar hij de gewoonte had zijne maaltijden te gebruiken en bleef bij den wijnslijter tot tien uur des avonds. Met liet vroolijkst uiterlijk en de groo.tste bedaard heid werd er kaartgespeeld, en toen zijne makkers eindelijk het lokaal verlieten druk te hij hen welgemoed de hand. Zoodra hij echter alleen was vertoonde zijn gelaat echter een geheel andere uit drukking; opnieuw werd hij somber en af getrokken, zooals wij hem reeds twee dagen gezien hebben. In plaats van naar huis te gaan, volgde Jacques den weg naar Créteil en wel een binnenpad, dat de vlakte tusschen Alfortvil le en Alfort doorsneed en om het fort Cha- renton heenleidde. Wéldra had hij de be bouwde streken bereikt. Peinzend vervolgde hij zijn weg, nu stilstaande en een ongerus- ten blik in de duisternis werpend, dan den stap versnellend om een oogenblik later weer aandachtig toe te luisteren of niemand hem volgde of tegemoetkwam. Toen hij het fort bereikte, waar een schildwacht op en neer wandelde, liep hij over de met gras begroeide taluds om niet gehoord te worden. De meesterknecht kende blijkbaar uitste kend den weg. Eensklaps stond hij stil voor een grooten muur. Dat was de afsluitingsmunr van de ate liers des heeren Labroue. Nog steeds sloop Jacques in de duisternis voort totdat hij in de nabijheid kwam van liet paviljoen van den heer Labroue en daar het poortje vond, waarvan wij vroeger reeds gesproken hebben. „Dat is de weg", murmelde Gérard, ter wijl hij bukte om met den vinger 't. sleutel gat te zoeken. Dan opende tiij een blikken doosje dat Iii.i intusschen uit den zak had gehaald. Daar uit bracht hij eon stuk was te voorschijn, waarmede hij den vorm van het slot nauw keurig opnam. Zoodra Jacques daarmede gereed was streel» hij met do hand over het bezweete voorhoofd en keerde dan langs denzelfden weg naar Alfortville terug als hij gekomen was. Juist oj) dat uur verliet de heer Labroue don posttrein te Blois. Met zijn reiskoffer in de hand stapte hij het station uit en haastte zich met versnel den pas naar de stad. Zijne zuster, mevrouw Bertin wij heb ben het reeds gezegd bewoonde in de om streken van Blois een dorp, waar zij na den dood van haar man een eenvoudig leven leidde. Dit dorp, Saint-Geryais genaamd, lag op den weg naar Branieux, drie kilometer van Blois. Op dit late uur kon de heer Labroue zon der veel tijdverlies geen rijtuig krijgenhij stapte dus de brug over eu sloeg te voet den weg in naar Saint-Gfervais. Vermoeid ging hij voort en haalde moei lijk adem. Innig beminde hij den kleinen Lneiën, en 't was geen wonder dan ook, dat het telegram van mevrouw Bertin zijn va derlijk hart met den sombersten angst ver vulde. „Zou het kind bij zijne aankomst mis schien beter zijn?" „Zou 't nog leven?" Deze laatste gedachte deed den ingenieur rillen on bevende heer Labroue verhaastte nog zijn versnelden pas. (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1921 | | pagina 9