De Portierster van Aifortville „N00 B.D-B R AB AND" WAALWIJK BUITENLAND FEÜILLETO h BINNENLAND. Maatschappij van Verzekering op het Leven. &m< nummer 63 Telei. 38. WAALWIJKSCHE EN LANGSTRAATSCHB COURANT. UitgaveWaalwijksche Stoomdrukkerij Antoou Tielen 25). De Dail Eireann komt heden te Dublin bijeen, ter bespreking van de Engelsche vredesvoorstellen. En ofschoon men zich te Londen wel bewust is van den invloed, welke de Sin Fein extre misten op De Valera en zijn kabinet uitoefenen, hoopt men toch, dat met de bijeenkomst van het Iersch parlement een gunstige wending in de Engelsch- lersche onderhandelingen zal intreden. Opgericht 1843. Verzekerd Kapitaal Reserve 25.586.757 3.113.7o'7 Met ingang van heden is de kel nerstaking opgeheven. i -- De Noorsche reis van de Koningin, i Blijkens een uit Drontheim ontvangen telegram, zijn H. M. de Koningin en de Prinses met de „Merope" te Drontheim i aangekomen. Alles is wel. De Koningin en de Prinses bezochten de Sognefjord, Baholmen en Gudvangen, waarvan zij een uitstapje maakten naar Stalheim, voorts Fjaariand, met een tochtje naar den gletscher en de Nord- fjord, van waar zij een tochtje naar Loevenvand maakten. Het weer was vrij regenachtig, doch er waren enkele mooie dagen. Naar de Haagsche redacteur van de Maasb. uit goede bron verneemt, wordt zeer ernstig overwogen om bin- WOENSDAG 17 AUGUSTUS 1921 44e JAARGANG. Dit blad versohijnt WOENSDAG- EN ZATERDAGAVOND. bonnementsprijs per 3 maanden t 1.25. Franco p. post door het geheele rijk f 1.40. Brieven, Ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. DE ECHO VAN HET ZEIDEN, TelegrAdres ECHO. Prijs der Advertentiên. 20 een', per regel; minimum f 1.61) Reclames 40 cent per regel. Te laat om nog In ons vorig num mer te worden opgenomen, kwam het bericht dat de Opperste Raad geen be slissing zou nemen lüzake Opper-SUezlë maar dit zou overlaten aan den raad van den Volkenbond. Dit bericht Is In geen enkel land met vreugde begroet, daar deze kwestie, oio Europa zoo verdeelt, nu weer op d© lange baan komt. Nochtans verluidt dat de Raad nog voor het einde dezer maand bijeen zal komen en moeten we nu maar weer afwachten of dat deze gelukkiger zal zijn in deze brandende kwestie. Zaterdag heeft de Opperste Raad verschillende kwesties behandeld. Wat betreft de kwestie van Oppet-Sllezlë werd de tekst van het schrijven vastge steld, dat door den voorzitter van den Oppersten Raad aan de gezanten van Duitschland en Polen zal worden gericht, en waarin dezen het besluit van den Raad ten opzichte van Oppet-Silezië wordt medegedeeld en aan hun regee ring wordt gevraagd, om de noodzake lijke maatregelen ter handhaving van de rust In Opper-Silezlë te nemen, ter wijl tenslotte hun aandacht gevestigd wordt op het feit, dat zij ervoor ver antwoordelijk worden gesteld, Ingeval geregelde troepen of benden de grenzen overschrijden. Ten aanzien van de oorlogsmisdadi gers zal een commissie de vonnissen van Leipzig onderzoeken ea na een nauwgezet juridisch onderzoek voorstel len doen aan den Raad betreffende een herziening der vonnissen hetzij, dat de vonnissen vernietigd worden, hetzij dat men de schuldigen bij verstek zal ver- oordeelen. In deze commissie zullen twee vertegenwoordigers van elk land dat bij de processen te Leipzig betrok ken Is zitting nemen. De Raad besloot verder ten opzichte van de steunverleenlng aan Rusland over te gaan tot de stichting eener internationale nlet-lntergeailleerde com missie, waarvan de Entente mogendhe den de kern zullen vormen. Zij zullen de andese mogendheden en de phiian- troplsche instellingen uitnoodtgen met hen samen te werken. De Raad heeft eveneens den toestand op diplomatiek gebied nagegaan, welke door de uitdee- llng van levensmiddelen kan worden geschapen, en de wijze waarop men met de sovjet-regeering besprekingen zai kunnen voeren, welke strikt op huma nitair gebied blijvea. Nopens de Oostersche kwestie heeft Focü een uiteenzetting gegeven van den strategischen toestand in de zee-engten en de wijze, waarop de verdediging zal kunnen worden verzekerd, in geval de neutraliteit wordt geschonden door Grie kenland of door Turkije. Ten aanzien van den finantieelen toe stand in Oostenrijk sprak, naar aanlei ding van een verklaring van kolonel Harvey, over de >bill> tot machtiging van de opheffing der hypotheken van Amerika op Oostenrijk, de Opperste van „De Echo van het Zuiden". I. DE BRANDSTICHTING. VIERENTWINTIGSTE HOOFDSTUK. „Die arme moeder en haar kind zijn dood van vermoeienis," zeide Stefaan, terwijl hij Jeanne ondersteunde. „En misschien van honger," voegde de pastoor er bij. Brigitta had den kleinen Georges in de armen genomen. MevroWw Dnrier kwam ook ijlings toege schoten. „Clarisse," zeide de pastoor, bezorg deze arme schepselen spoedig een tas bouillon doch haastig, als ik u verzoeken magen breng ook een flesch ouden Bordeaux mede moeder en kind zijn uitgeput van vermoeie nisBrigitta zal hun daar ginds onder de kastanjebóomen déze ververschingen toe dienen." De meid volgde mevrouw Darier, na het kind op een bank te hebben neergezet. Stefaan en de pastoor ondersteunden Jean ne, die zich met moeite tot bij haren zoon voortsleepte. Enkele nieuwsgierigen waren voor de deur der pastorie tesaamgekomen en hadden de ontvangst gezien, welke de ongelukkigen daar bereid werd. „Wat een edelmoedig en liefderijk man!" zeide een boer. „Hij is steeds bereid met zijn geld de ongelukkigen bij te staan en hen die lijden hij te staan. Op mijn woord ik ken niemand, die met hem te vergelijken is." Jeanne was aan Georges zijde op de bank neergevallen en voelde dat de krachten haar Raad met algemeene stemmen den wcosch uit, dat de regcering der Ver- eeoigde Staten deze wet met spoed zou doen aannemen. Betreffende de militaire controle ia Duitschland diende Foch een resolutie 1c, welke met algemeene stemmen door de intergeallieerde militaire commissie was aangenomen, waarin voorgesteld wordt, de militaire controle-commissie in Duitschland te handhaven, met name die voor de luchtvaart. Er ontspon zich eea vrij langdurige bespreking. De vertegenwoordigers der geallieerden waren het er allen over eens, dat de controle op de ontwapening moet worden voortgezet overeenkomstig de vredesvoorwaarden. Brtand verklaarde, dat Frankrijk zich niet verzette tegen een beperking dezer organismen. Bonomi verklaarde, zich voor een beperking van de bestaans- duur dezer commissies. In de mtddagzittieg kwam de kwestie der sancties ter sprake. Lord Curzon verklaarde, dat de sancties la Duitsch land veel geld kosten en pijnlijk zijn voor het nationale gevoel der Duiischers. Aan het slot stelde hij voor over te gaan tot een geleidelijke opheffing der militaire sancties. Briand verklaarde daarop, dat de Fransche regeering geenszins tot in hot oneindige de militaire bezetting van Dusseldorp, Ruhrort en Duisburg wenschte te handhaven. Zoo de omstan digheden het slechts geoorloofd hadden zou het reeds het initiatief tot de terug- trekking zijner troepen genomen hebben. Verder herinnerde Briand aan de om standigheden, waaronder men tot de sancties besloten hadop dat tijdstip meenden de geallieerden, dathet Verdrag van Versailles nimmer, zonder dwang van de zijde der geallieerden, door Duitsch land zou worden nagekomen. Toen zij op 9 Maart j.i. tot de santies besloten, veiklaarden de geallieerden, dat deze maatregelen niet zouden worden opge heven voordat zij zouden hebben geleld tot een bevredigende regeling van de kwesties der schadeloosstelling, ontwa pening en bestraffing der oorlogsmis dadigers. Om da betaling der schadeloosstelling te verkrijgen is machtsvertoon tegenover Duitschland noodig. De mobilisatie van Fransche lichting h d onmiddellijk uitwerking. Simons ging heen en werd varvangen door Wirth, die zich beijverde om ioyaal de verplichtingen van zijn regeering na te komen. De Fransche. regeering is van meening, zeide Briand, d*t, wanneer alle resultaten, welke de geallieerden in Maart j.l. moti veerden waren bceikt, Frankrijk zou voor stellen, de militaire sancties evenals de econo mische op te haffen. Voorts wees de Fransche p-emier er op, dat dehnidige koers der Daitsche politiek niet van blijvende» aard behoeft te zjjn, het ka binet Wirth kan door een reactionnair ka binet verrangen worden, zood&t het groove gevaar, dat Duitschland in verzet komt en binnen 14 dagen tjjds een 40.000 man sterk leger bijeenbrengt, dat rykelijk voor zien is van munitie en wapen», nog steed» meer en meer verlieten. Stefaan had water gehaald en bevochtig de hare slapen, i Madame Fortier opende hare oogen en liet een onderzoekenden blik om zich heen gaan. Dan ontdekte zij haar kind en strekte de handen naar haren lieveling uit. i „Wees gerust, madame," sprak haastig de pastoor, „wij zullen goede zorg voor den kleine dragen." ..O. heb dank, mijnheer! Heb dank!" zoo stamelde Jeanne, wier gelaat zich meer ont spande en uit wier oogen thans een vloed j van tranen begon te vloeien. „Hij heeft hon- ger. de kleine I Op dit oogenblik keerde mevrouw Darier I en Brigitta terug met het noodigo om moedor en zoon te herstellen. VIJFENTWINTIGSTE HOOFDSTUK. i i Het nieuws per telegram door Ricoux. den kassier, aan de zuster van den heer Labroue te Saint-Gervais gezonden, was een bliksem- i slag voor haar geweest. Niettegenstaande het bericht niet alles zeide waren de woorden toch maar al te dni- dêlijk. Mevrouw Bertin vormde zich geen illusies maar begreep onmiddellijk de gansche uit- I gestrektheid van het ongelukde dame had echter een krachtig gestel en liet zich niet gemakkelijk ontzenuwen. Na zich enkele oogenblikken aan hare smart te hebben overgegeven begreep zij, dat er zonder dralen moest gehandeld worden, zooals er ook in liet telegram werd gezegd. Zij moest onmiddellijk naar Aifortville vertrekken: dat wist. zij, dat begreep zij. Doch bij hare eindelooze smart voegde zich thans nog een diepe angst; zij kon haar ge liefden neef niet mede nemen, daar de kleine Lucien nog niet geheel hersteld was. De jongen moest dus aan iemand worden toevertrouwd. Aan wien? De zaak eischte spoed. Haastig nam me vrouw Bertin een besluit. Zij ging een buur vrouw opzoeken, eene brave boerin, wier voorbeeldig gedrag zij kende en stelde haar voor 0111 gedurende hare afwezigheid, wel licht vansleelits eenige dagen, do zorg over hare woning op zich te nemen en deze te bestaat. Een «oorbange opheffing der sancties ion onder deze omstandigheden leiden tot eeo verscherping der Franscb-Daitsche betrek kingen in stede tot een verbeten g ervan. .Frankrijk wenecht echter geen onbillijke bonding tegenover Dnilschlsnd aan te nemen. Al schout de Duitecbe rrgeering in het na komen barer verplichtingen vaak te kort, is er toch waar te nemeD, dat ze in zekeren zin tracht aan haar verplichtingen te vol doen. Vandaar, dat de Fransche regeering zelf voorstelt de economische sancties op te hrffeo, op de «oorwsarden, do t Louchen aangegeven. Voor een opheffing dtr mili taire sancties acht de Fransche regeering échter de tijd nog niet rijp. Na Briand's redevoering besloot de Op perste Raad hrt advies van den Franschen premier op te volgen en de economische sancties op te heffen met ingang van 15 September, mits Duitschland voor 31 Ang, een milliard mark in goud heeft betaald. We herinneren er aan dat volgens een Wolff- bezicht d.d. 10 dezer door welingelichte zijde te Berlin verzekerd werd, dat de vol ledige storting van het eerste milliard mark in gond r 81 Augustas a s. verzekerd reas, zoodat we de opheffi jg der economi sche sancties op 15 September tegemoet kunnen zi»n, Over den hongersnood in Rusland zijn nu weer ontzettende bijzonderhedeu meegedeeld door 17 vluchtelinge», die te Huil aankwamen, een week nadat zij Rusland hadden verlaten. Een hunner, eest Eagelschcnao, die 31 jaren in Rusland had gewoond en den laatstee tijd daar het beheer had gevoerd over meelmolcns nu geslote», omdat er niets meer te malen valt deelt mede, dat men zonder veel overdrijving zeggen kan: het geheele land is broodeloos. Het volk schreeuwt om brood en zijn wanhoop Is onbeschrijfelijk. Alleen zwart brood is nog in kleine hoeveelheden te koop, maar tegen prijzen, die slechts door enkelen betaald kunnen worde». Ik heb boeren een paard zien ruilen voor een brood. Te Saratof zag ik in één nacht 11 menschem van honger sterven. Ik zag moeders die haar kinderen in de rivier wierpen om hua den hongerdood te besparen. Al wat ik bezat heb ik moeten ver- koope», om brood te krijgen voor mij en mijn gezin. Als straks herfst en winter komen, zai het volk sterven als vliegen en niets zal het kunne» redden. Toen wij Rusland verlieten brak juist de cholera uit. Jonge communisten loopen radeloos rond, eischen voedsel en vermoorde» elk, dlc het hun weigert. Geld willen zij niet aannemen, slechts voedsel ea klee- dlag. Een ander, een Londensche drukker, die, sedert 1910 in Rusland was geweesr, zeide, dat, volgens berekening der bolsje- wikl zelf er dezen wiuter meer dan 2 miüloen menschen van honger zullen omkomen. Ik ko» dat gelooven, want nu reeds sterven er bij duizenden. Te Moskou zag ik reeds 2 maanden geleden menschen van honger op straat neer vallen. Voor zijn geheele voedselvoor ziening was Moskou aangewezen op de omliggende landerijen en die leverden zeer weinig op. Volgens uit Reval te Stockholm ont vangen beiichtea, wordt thans onder da troepen der radenregeering de laatste vertwijfellngsstrijd gevoerd. Trotzky zou reeds, als oorlogscommissaris, zijn afge treden en andere volkscommissarissen met hem. De communisten, die tot de uiterste linkerzijde behooren, willen even eens hun post verlaten en een regeerings- crisls in het leven roepen, teneinde een zelfstandige regeerlag te vormen. De extremisten zijn tegen elke samen werking met de burgerlijke hongers .ood- commissie. Liever willen zij het geheele Russische volk aan zijn noodlot over laten, dan iets toegeven. Bij massa's verlaten de communisten hun partij. Het Al-Russische Centrale Comité heeft een bevel uitgevaardigd, waarbij tot de van l tot 5 jaar gevangenisstraf veroordeelde sociaal revolutionnairen en mensjewlki hun straf niet in een gevangenis zullen uitzitten maar naar de door pest en cholera geteisterde gouvernementen zul len gezonden worden. Om Russische kiaderen vats den hon gerdood te redden zijn er 70.000 uit de Wolga-distdcten naar andere gouverne menten gezonden. Met de bedoeling zich van den Oekreïnlschtn oo^st meester te maken, zijn te Rowno in Wolbyoië ongeveer 20 divisies roode cavalerie geconcentreerd. Het graan wordt groen gemaaid ea naar centrale opslagplaatsen gebracht, van waar't onder militair geleide naar Moskou wordt vervoerd. Hoewel de spoorlijnen scherp bewaakt worden, wetcu de opstandelingen ze op verschillende plaatsen te vernielen. Voorts laten zij bruggen spriogen en veroor- zaken déraillementen. Ook verbranden zij de pakhuizen met graan en andere voedingsmiddelen, welke de bolsjewikl bezig zijn uit de Oekraïne weg te voeren. Twee legers, die de bolsjewiki tegen de opstandelingen hebben uitgezonden, zijn zelf aan het muiten geslagen tegen de radeo-regeering. Een regiment toode cavalerie, dat landarbeldmoestvernchten, schoot zijn commissarissen dood. Batal jons, die dwang-requlsities bij de boeren moesten doen, weigerden dit en dreigden dat, zoo men er hen toe noodzaken wilde, zij zich gewapenderhand aan de zijde der boeren zouden scharen. Als een loopend vuur'je gaat het nu door de hongerdistrlcten dat Engeland en Duitschland besloten zouden hebben het tsarisme in Rusland te hersteller». Agitatoirs vertellen aan de boeren, dat grootvorst Dlmitri, esn neef van den laatsten staar, reeds in Rusland is ee weldra op Moskou zal aaisjukkea, om de bolsjewistische regeering, omver re werpen en speciale boeren-regeerlng te vestigen. Zij die hem daarbij helpen, zullen rijk beloond worden. betrekken. De boerin nam het voorstel aan en volg de onmiddellijk mevrouw Bertin. De kleine Lucien weende bitter, daar zijne tante ging vertrekken, doch was spoedig weer bedaard, toen de goede vrouw hem beloofde, dat zij spoedig terug zou komen en hem mooi speel goed mede zou brengen. Jules Labroue's zuster vertrok, volkomen gerustgesteld omtrent haar neefje, doch het hart vol hangen angst over den toestand, die haar te Aifortville wachtte. Wat zag liet. er verschrikkelijk uit op de plaats waar gisteren nog de groote fabriek zich verhief! De arme vrouw stond op het punt in onmacht te vallen, toen zij de ver nieling zag en tégenover het. lijk van haar broeder stond, dien zij gisteren nog blaken de van gezondheid had gezien, vol kracht en vertrouwen op de toekomst. - Ricoux verwijderde zich niet van het too- neel der ramp. Een bijzondéren ijver willen de toonen en zich een air van gewicht ge vend had hij hij het lichaam gewaakt en was nog daar, toen mevrouw Bertin aan kwam. De kassier putte zich tegenover de zuster van zijn gewezen patroon in zeer banale ver troostingen uit en zeide haar dan dat er over belangrijke aken te onderhandelen was. daar de belangen van den wees zoo goed mo gelijk moesten ter harte genomen worden. Hij verhaalde onder welke omstandigheden men liet ontzielde lichaam van den inge nieur had gevonden en de verschrikkelijke beschuldiging die. naar allen uiterdijken schijn, op Jeanne Fortier rustte. „Dan zou de ongelukkige, die mijn broe der hij mij wilde plaatsen om aap moeder en zoon een onbezorgd en gelukkig leven te verschaffen, op snoode wijze haren weldoe ner vermoord hebbenriep mevrouw Ber tin ten toppunt van ontsteltenis uit. „maar is dat wel mogelijk?Vergist ge u niet. mijnheer Ricoux? Zijt gij de speelbal niet eener groote dwaling?... De gerechtigheid dwaalt ook wel ooitEene vrouw overi gens zou de noodige kracht niet gehad heb ben om het boosaardig werk te -verrichten dat hier ten uitvoer is gebracht. Zeker is er een mannenhand in het spel „Do meest bezwarende bewijzen worden tegen madame Fortier aangevoerd," ant- woordde de kassier met een air van gewicht. „Er bestaat in liet geheel geen twijfel. De insjtructierechter, die met de zaak belast is, zal u hetzelfde zeggen." Mevrouw Bertin wist niets daartegen in te brengen, doch zij was niet overtuigd. Ricoux hernam „De rechter van instructie verzoekt u bij hem te komen. Hij heeft mij gelast u dit te zeggen. Ik zal u zijn naam -opschrijven." ..Goed". „Laat ons nu nog even over de zaken spre ken van mijn hoogst betreurden patroon. Hij had alle vertrouwen in mij en ik mag zeggen dat ik het verdiende. Mijne hoeken waren keurig in orde." „En zijn deze nu vernield?" „Tot het laatste blad, mevrouwdoch ik acht mij zeer goed in staat dit verlies té her stellen. Ik heb een sterk geheugen,' zoo sterk, dat ik mij zeer goed alle rekeningen kan herinneren." „Ilad mijn broeder op liet oogenblik der' ram]) geld in kas?" „Ja, een groote som, helaas „En is alles verloren?" ..Alles." ,Dan staan wij tegenover een belangrijk deficit?" ..Van bijna tweehonderdduizend franken". „Tweehonderdduizend franken!" herhaal de mevrouw Bertin met ontsteltenis. „Hoe zullen die betaald worden? Onmogelijk! 't is onmogelijk voor mij om die te betalen want ik heb geen fortuin. Zoo zal de nage dachtenis van mijn broeder nog beleedigd en beschimpt worden." „Dat is niet te vreezen. mevrouw," ant woordde de kassier. ..Wie zou zich durven verméten de nagedachtenis van den'heer La broue, van mijn dierbaren patroon te min achten?" „iZj die schade lijden door zijnen dood." „Zoo onrechtvaardig zullen zij niet. zijn iedereen weet, dat de heer Labroue de eer lijkste en achtenswaardigste industrieel was uit de gansche streek. Eén snoode misdaad heeft een einde gemaakt aan dat werkzaam leven, zoo vol rechtschapenheid en goedheid. Men beschuldigt uwen broeder niet. me vrouw, men beklaagt hem. En zijn zoontje beklaagt men ook. een kind dat u thans nog slechts tot steun heeft. Doch verontrust u Naar de Tijd verneemt, is bet eerlang ia t» dienen wetsontwerp tot éestrjjding van de zedelijke en matschappelijke gevaren voor de bioscoop in hoofdlijnen hetzelfde als is aargegen in het rappoit der desbe- trtffende Staatecommissie. Volgens de »Donaupost« heeft de Boad van Hongaarsche Vesesnlgingcn (Vereloigacg der Uogarischen gesell- schaftiichen Vereine) te Boedapest aan de Nobelprijscommissie van hel Noorsche S'orthiog een memorandum doen toe komen, houdende het verzoek om dit jaa>- de» Nobelprijs voor den Vrede aan de Koningin der Nederlanden toe te kennen. I niet to zeer, mevrouwde sommen welke rle I heer Labroue schuldig was. zullen in haar j geheel betaald worden." „Door wien?" „Door de brandwaarborg-maatschappijen, waarhij de fabrieken en het materieel ver zekert waren, 't Zijn zeer soliede 'maat- j schappijen en deze zullen de sommen uit- 1 betalen, die minstens gelijk staan met het bedrag van het passief. Ik herhaal het u dus, alles zal betaald worden en niemand I zal iets bij den dood uws broeders verliezen'. I „Zijn de assurantiema-atschappijen van de ramp verwittigd?" „Ja, ik heb onmiddellijk geschreven en j hedenmorgen zijn hunne inspecteurs reeds procesverbaal van de vernieling komen op- maken. Zoo men, wat. ik niet veronderstel, eenige moeilijkheden zou maken, raad ik u 1 aan als zuster van den heer Labroue op te i treden en als voogdes van zijn ©enigen erf- genaam. 't Staat toch vast, dat de familie- raad u als voogdes over uw neefje zal aan- I stellen." „Ik zal tusschenlieidé komen, zoo 'r noodig is: ik zelve, of wel door een lasthebber". „Ik heb van morgen den zaakwaarnemer uws broeders gezien; hij wacht u." j „Ik zal. bij hem aangaan." Eu dan vroeg j <)e weduwe weer na enkele oogenblikken ge zwegen te hebben „Alles is dan verloren?Het kind van mijn broeder bezit dus niets meer?" I „Niets dan liet terrein, waarop de fabrio- j ken stonden." Dat is van vrij onbelangrijke waarde i Doch Lucien zal mij niet verlaten. Het wei- 1 nige dat ik heb zal het zijne worden. Zoo is hij toch steeds tegen den nood verzekerd. Hebt gij de toelating hef lijk van mijnen- armen broeder te doen begraven?" ...Ja, mevrouwalles is besteld tegen drie uur.'i Mevrouw Bertin greep den kassier bij de liand en drukte deze erkentelijk. „Jk dank u", sprak zij. „ik dank u uit den grond mijns harten voor al de bewijzen van genegenheid en toewijding, wele gij toont tegenover hem. die ongelukkiglijk niet meer is." Wordt vervolgd.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1921 | | pagina 1