De Portierster
van Aifortville
„N00 B.D-B R AB AND"
WAALWIJK
BUITENLAND
FEÜILLETO h
BINNENLAND.
Maatschappij van Verzekering op het Leven.
&m<
nummer 63
Telei. 38.
WAALWIJKSCHE EN LANGSTRAATSCHB COURANT.
UitgaveWaalwijksche Stoomdrukkerij Antoou Tielen
25).
De Dail Eireann komt heden te
Dublin bijeen, ter bespreking van de
Engelsche vredesvoorstellen. En ofschoon
men zich te Londen wel bewust is van
den invloed, welke de Sin Fein extre
misten op De Valera en zijn kabinet
uitoefenen, hoopt men toch, dat met de
bijeenkomst van het Iersch parlement
een gunstige wending in de Engelsch-
lersche onderhandelingen zal intreden.
Opgericht
1843.
Verzekerd Kapitaal
Reserve
25.586.757
3.113.7o'7
Met ingang van heden is de kel
nerstaking opgeheven.
i -- De Noorsche reis van de Koningin,
i Blijkens een uit Drontheim ontvangen
telegram, zijn H. M. de Koningin en de
Prinses met de „Merope" te Drontheim
i aangekomen. Alles is wel.
De Koningin en de Prinses bezochten
de Sognefjord, Baholmen en Gudvangen,
waarvan zij een uitstapje maakten naar
Stalheim, voorts Fjaariand, met een
tochtje naar den gletscher en de Nord-
fjord, van waar zij een tochtje naar
Loevenvand maakten.
Het weer was vrij regenachtig, doch
er waren enkele mooie dagen.
Naar de Haagsche redacteur van
de Maasb. uit goede bron verneemt,
wordt zeer ernstig overwogen om bin-
WOENSDAG 17 AUGUSTUS 1921
44e JAARGANG.
Dit blad versohijnt
WOENSDAG- EN ZATERDAGAVOND.
bonnementsprijs per 3 maanden t 1.25.
Franco p. post door het geheele rijk f 1.40.
Brieven, Ingezonden stukken, gelden enz.,
franco te zenden aan den Uitgever.
DE ECHO VAN HET ZEIDEN,
TelegrAdres ECHO.
Prijs der Advertentiên.
20 een', per regel; minimum f 1.61)
Reclames 40 cent per regel.
Te laat om nog In ons vorig num
mer te worden opgenomen, kwam het
bericht dat de Opperste Raad geen be
slissing zou nemen lüzake Opper-SUezlë
maar dit zou overlaten aan den raad van
den Volkenbond.
Dit bericht Is In geen enkel land met
vreugde begroet, daar deze kwestie, oio
Europa zoo verdeelt, nu weer op d©
lange baan komt. Nochtans verluidt dat
de Raad nog voor het einde dezer
maand bijeen zal komen en moeten we
nu maar weer afwachten of dat deze
gelukkiger zal zijn in deze brandende
kwestie.
Zaterdag heeft de Opperste Raad
verschillende kwesties behandeld. Wat
betreft de kwestie van Oppet-Sllezlë
werd de tekst van het schrijven vastge
steld, dat door den voorzitter van den
Oppersten Raad aan de gezanten van
Duitschland en Polen zal worden gericht,
en waarin dezen het besluit van den
Raad ten opzichte van Oppet-Silezië
wordt medegedeeld en aan hun regee
ring wordt gevraagd, om de noodzake
lijke maatregelen ter handhaving van
de rust In Opper-Silezlë te nemen, ter
wijl tenslotte hun aandacht gevestigd
wordt op het feit, dat zij ervoor ver
antwoordelijk worden gesteld, Ingeval
geregelde troepen of benden de grenzen
overschrijden.
Ten aanzien van de oorlogsmisdadi
gers zal een commissie de vonnissen
van Leipzig onderzoeken ea na een
nauwgezet juridisch onderzoek voorstel
len doen aan den Raad betreffende een
herziening der vonnissen hetzij, dat de
vonnissen vernietigd worden, hetzij dat
men de schuldigen bij verstek zal ver-
oordeelen. In deze commissie zullen
twee vertegenwoordigers van elk land
dat bij de processen te Leipzig betrok
ken Is zitting nemen.
De Raad besloot verder ten opzichte
van de steunverleenlng aan Rusland
over te gaan tot de stichting eener
internationale nlet-lntergeailleerde com
missie, waarvan de Entente mogendhe
den de kern zullen vormen. Zij zullen
de andese mogendheden en de phiian-
troplsche instellingen uitnoodtgen met
hen samen te werken. De Raad heeft
eveneens den toestand op diplomatiek
gebied nagegaan, welke door de uitdee-
llng van levensmiddelen kan worden
geschapen, en de wijze waarop men met
de sovjet-regeering besprekingen zai
kunnen voeren, welke strikt op huma
nitair gebied blijvea.
Nopens de Oostersche kwestie heeft
Focü een uiteenzetting gegeven van den
strategischen toestand in de zee-engten
en de wijze, waarop de verdediging zal
kunnen worden verzekerd, in geval de
neutraliteit wordt geschonden door Grie
kenland of door Turkije.
Ten aanzien van den finantieelen toe
stand in Oostenrijk sprak, naar aanlei
ding van een verklaring van kolonel
Harvey, over de >bill> tot machtiging
van de opheffing der hypotheken van
Amerika op Oostenrijk, de Opperste
van „De Echo van het Zuiden".
I. DE BRANDSTICHTING.
VIERENTWINTIGSTE HOOFDSTUK.
„Die arme moeder en haar kind zijn dood
van vermoeienis," zeide Stefaan, terwijl hij
Jeanne ondersteunde.
„En misschien van honger," voegde de
pastoor er bij.
Brigitta had den kleinen Georges in de
armen genomen.
MevroWw Dnrier kwam ook ijlings toege
schoten.
„Clarisse," zeide de pastoor, bezorg deze
arme schepselen spoedig een tas bouillon
doch haastig, als ik u verzoeken magen
breng ook een flesch ouden Bordeaux mede
moeder en kind zijn uitgeput van vermoeie
nisBrigitta zal hun daar ginds onder
de kastanjebóomen déze ververschingen toe
dienen."
De meid volgde mevrouw Darier, na het
kind op een bank te hebben neergezet.
Stefaan en de pastoor ondersteunden Jean
ne, die zich met moeite tot bij haren zoon
voortsleepte.
Enkele nieuwsgierigen waren voor de deur
der pastorie tesaamgekomen en hadden de
ontvangst gezien, welke de ongelukkigen
daar bereid werd.
„Wat een edelmoedig en liefderijk man!"
zeide een boer. „Hij is steeds bereid met zijn
geld de ongelukkigen bij te staan en hen die
lijden hij te staan. Op mijn woord ik ken
niemand, die met hem te vergelijken is."
Jeanne was aan Georges zijde op de bank
neergevallen en voelde dat de krachten haar
Raad met algemeene stemmen den
wcosch uit, dat de regcering der Ver-
eeoigde Staten deze wet met spoed zou
doen aannemen.
Betreffende de militaire controle ia
Duitschland diende Foch een resolutie
1c, welke met algemeene stemmen door
de intergeallieerde militaire commissie
was aangenomen, waarin voorgesteld
wordt, de militaire controle-commissie
in Duitschland te handhaven, met name
die voor de luchtvaart.
Er ontspon zich eea vrij langdurige
bespreking. De vertegenwoordigers der
geallieerden waren het er allen over
eens, dat de controle op de ontwapening
moet worden voortgezet overeenkomstig
de vredesvoorwaarden.
Brtand verklaarde, dat Frankrijk zich
niet verzette tegen een beperking dezer
organismen. Bonomi verklaarde, zich
voor een beperking van de bestaans-
duur dezer commissies.
In de mtddagzittieg kwam de kwestie
der sancties ter sprake. Lord Curzon
verklaarde, dat de sancties la Duitsch
land veel geld kosten en pijnlijk zijn
voor het nationale gevoel der Duiischers.
Aan het slot stelde hij voor over te
gaan tot een geleidelijke opheffing der
militaire sancties.
Briand verklaarde daarop, dat de
Fransche regeering geenszins tot in hot
oneindige de militaire bezetting van
Dusseldorp, Ruhrort en Duisburg
wenschte te handhaven. Zoo de omstan
digheden het slechts geoorloofd hadden
zou het reeds het initiatief tot de terug-
trekking zijner troepen genomen hebben.
Verder herinnerde Briand aan de om
standigheden, waaronder men tot de
sancties besloten hadop dat tijdstip
meenden de geallieerden, dathet Verdrag
van Versailles nimmer, zonder dwang van
de zijde der geallieerden, door Duitsch
land zou worden nagekomen. Toen zij
op 9 Maart j.i. tot de santies besloten,
veiklaarden de geallieerden, dat deze
maatregelen niet zouden worden opge
heven voordat zij zouden hebben geleld
tot een bevredigende regeling van de
kwesties der schadeloosstelling, ontwa
pening en bestraffing der oorlogsmis
dadigers.
Om da betaling der schadeloosstelling te
verkrijgen is machtsvertoon tegenover
Duitschland noodig.
De mobilisatie van Fransche lichting
h d onmiddellijk uitwerking. Simons ging
heen en werd varvangen door Wirth, die
zich beijverde om ioyaal de verplichtingen
van zijn regeering na te komen.
De Fransche. regeering is van meening,
zeide Briand, d*t, wanneer alle resultaten,
welke de geallieerden in Maart j.l. moti
veerden waren bceikt, Frankrijk zou voor
stellen, de militaire sancties evenals de econo
mische op te haffen.
Voorts wees de Fransche p-emier er op, dat
dehnidige koers der Daitsche politiek niet
van blijvende» aard behoeft te zjjn, het ka
binet Wirth kan door een reactionnair ka
binet verrangen worden, zood&t het groove
gevaar, dat Duitschland in verzet komt en
binnen 14 dagen tjjds een 40.000 man
sterk leger bijeenbrengt, dat rykelijk voor
zien is van munitie en wapen», nog steed»
meer en meer verlieten.
Stefaan had water gehaald en bevochtig
de hare slapen,
i Madame Fortier opende hare oogen en liet
een onderzoekenden blik om zich heen gaan.
Dan ontdekte zij haar kind en strekte de
handen naar haren lieveling uit.
i „Wees gerust, madame," sprak haastig de
pastoor, „wij zullen goede zorg voor den
kleine dragen."
..O. heb dank, mijnheer! Heb dank!" zoo
stamelde Jeanne, wier gelaat zich meer ont
spande en uit wier oogen thans een vloed
j van tranen begon te vloeien. „Hij heeft hon-
ger. de kleine
I Op dit oogenblik keerde mevrouw Darier
I en Brigitta terug met het noodigo om moedor
en zoon te herstellen.
VIJFENTWINTIGSTE HOOFDSTUK.
i
i
Het nieuws per telegram door Ricoux. den
kassier, aan de zuster van den heer Labroue
te Saint-Gervais gezonden, was een bliksem-
i slag voor haar geweest.
Niettegenstaande het bericht niet alles
zeide waren de woorden toch maar al te dni-
dêlijk.
Mevrouw Bertin vormde zich geen illusies
maar begreep onmiddellijk de gansche uit-
I gestrektheid van het ongelukde dame had
echter een krachtig gestel en liet zich niet
gemakkelijk ontzenuwen.
Na zich enkele oogenblikken aan hare
smart te hebben overgegeven begreep zij, dat
er zonder dralen moest gehandeld worden,
zooals er ook in liet telegram werd gezegd.
Zij moest onmiddellijk naar Aifortville
vertrekken: dat wist. zij, dat begreep zij.
Doch bij hare eindelooze smart voegde zich
thans nog een diepe angst; zij kon haar ge
liefden neef niet mede nemen, daar de kleine
Lucien nog niet geheel hersteld was.
De jongen moest dus aan iemand worden
toevertrouwd.
Aan wien?
De zaak eischte spoed. Haastig nam me
vrouw Bertin een besluit. Zij ging een buur
vrouw opzoeken, eene brave boerin, wier
voorbeeldig gedrag zij kende en stelde haar
voor 0111 gedurende hare afwezigheid, wel
licht vansleelits eenige dagen, do zorg over
hare woning op zich te nemen en deze te
bestaat.
Een «oorbange opheffing der sancties ion
onder deze omstandigheden leiden tot eeo
verscherping der Franscb-Daitsche betrek
kingen in stede tot een verbeten g ervan.
.Frankrijk wenecht echter geen onbillijke
bonding tegenover Dnilschlsnd aan te nemen.
Al schout de Duitecbe rrgeering in het na
komen barer verplichtingen vaak te kort,
is er toch waar te nemeD, dat ze in zekeren
zin tracht aan haar verplichtingen te vol
doen. Vandaar, dat de Fransche regeering
zelf voorstelt de economische sancties op te
hrffeo, op de «oorwsarden, do t Louchen
aangegeven. Voor een opheffing dtr mili
taire sancties acht de Fransche regeering
échter de tijd nog niet rijp.
Na Briand's redevoering besloot de Op
perste Raad hrt advies van den Franschen
premier op te volgen en de economische
sancties op te heffen met ingang van 15
September, mits Duitschland voor 31 Ang,
een milliard mark in goud heeft betaald. We
herinneren er aan dat volgens een Wolff-
bezicht d.d. 10 dezer door welingelichte
zijde te Berlin verzekerd werd, dat de vol
ledige storting van het eerste milliard mark
in gond r 81 Augustas a s. verzekerd
reas, zoodat we de opheffi jg der economi
sche sancties op 15 September tegemoet
kunnen zi»n,
Over den hongersnood in Rusland
zijn nu weer ontzettende bijzonderhedeu
meegedeeld door 17 vluchtelinge», die
te Huil aankwamen, een week nadat zij
Rusland hadden verlaten. Een hunner,
eest Eagelschcnao, die 31 jaren in Rusland
had gewoond en den laatstee tijd daar
het beheer had gevoerd over meelmolcns
nu geslote», omdat er niets meer te
malen valt deelt mede, dat men
zonder veel overdrijving zeggen kan:
het geheele land is broodeloos. Het
volk schreeuwt om brood en zijn wanhoop
Is onbeschrijfelijk. Alleen zwart brood
is nog in kleine hoeveelheden te koop,
maar tegen prijzen, die slechts door
enkelen betaald kunnen worde». Ik heb
boeren een paard zien ruilen voor een
brood. Te Saratof zag ik in één nacht
11 menschem van honger sterven. Ik zag
moeders die haar kinderen in de rivier
wierpen om hua den hongerdood te
besparen.
Al wat ik bezat heb ik moeten ver-
koope», om brood te krijgen voor mij
en mijn gezin. Als straks herfst en winter
komen, zai het volk sterven als vliegen
en niets zal het kunne» redden. Toen
wij Rusland verlieten brak juist de cholera
uit.
Jonge communisten loopen radeloos
rond, eischen voedsel en vermoorde»
elk, dlc het hun weigert. Geld willen zij
niet aannemen, slechts voedsel ea klee-
dlag.
Een ander, een Londensche drukker,
die, sedert 1910 in Rusland was geweesr,
zeide, dat, volgens berekening der bolsje-
wikl zelf er dezen wiuter meer dan 2
miüloen menschen van honger zullen
omkomen. Ik ko» dat gelooven, want
nu reeds sterven er bij duizenden. Te
Moskou zag ik reeds 2 maanden geleden
menschen van honger op straat neer
vallen. Voor zijn geheele voedselvoor
ziening was Moskou aangewezen op de
omliggende landerijen en die leverden
zeer weinig op.
Volgens uit Reval te Stockholm ont
vangen beiichtea, wordt thans onder da
troepen der radenregeering de laatste
vertwijfellngsstrijd gevoerd. Trotzky zou
reeds, als oorlogscommissaris, zijn afge
treden en andere volkscommissarissen
met hem. De communisten, die tot de
uiterste linkerzijde behooren, willen even
eens hun post verlaten en een regeerings-
crisls in het leven roepen, teneinde een
zelfstandige regeerlag te vormen.
De extremisten zijn tegen elke samen
werking met de burgerlijke hongers .ood-
commissie. Liever willen zij het geheele
Russische volk aan zijn noodlot over
laten, dan iets toegeven. Bij massa's
verlaten de communisten hun partij. Het
Al-Russische Centrale Comité heeft een
bevel uitgevaardigd, waarbij tot de van
l tot 5 jaar gevangenisstraf veroordeelde
sociaal revolutionnairen en mensjewlki
hun straf niet in een gevangenis zullen
uitzitten maar naar de door pest en
cholera geteisterde gouvernementen zul
len gezonden worden.
Om Russische kiaderen vats den hon
gerdood te redden zijn er 70.000 uit de
Wolga-distdcten naar andere gouverne
menten gezonden.
Met de bedoeling zich van den
Oekreïnlschtn oo^st meester te maken,
zijn te Rowno in Wolbyoië ongeveer 20
divisies roode cavalerie geconcentreerd.
Het graan wordt groen gemaaid ea naar
centrale opslagplaatsen gebracht, van
waar't onder militair geleide naar Moskou
wordt vervoerd.
Hoewel de spoorlijnen scherp bewaakt
worden, wetcu de opstandelingen ze op
verschillende plaatsen te vernielen. Voorts
laten zij bruggen spriogen en veroor-
zaken déraillementen. Ook verbranden
zij de pakhuizen met graan en andere
voedingsmiddelen, welke de bolsjewikl
bezig zijn uit de Oekraïne weg te voeren.
Twee legers, die de bolsjewiki tegen
de opstandelingen hebben uitgezonden,
zijn zelf aan het muiten geslagen tegen
de radeo-regeering. Een regiment toode
cavalerie, dat landarbeldmoestvernchten,
schoot zijn commissarissen dood. Batal
jons, die dwang-requlsities bij de boeren
moesten doen, weigerden dit en dreigden
dat, zoo men er hen toe noodzaken
wilde, zij zich gewapenderhand aan de
zijde der boeren zouden scharen.
Als een loopend vuur'je gaat het nu
door de hongerdistrlcten dat Engeland
en Duitschland besloten zouden hebben
het tsarisme in Rusland te hersteller».
Agitatoirs vertellen aan de boeren, dat
grootvorst Dlmitri, esn neef van den
laatsten staar, reeds in Rusland is ee
weldra op Moskou zal aaisjukkea, om
de bolsjewistische regeering, omver re
werpen en speciale boeren-regeerlng te
vestigen. Zij die hem daarbij helpen,
zullen rijk beloond worden.
betrekken.
De boerin nam het voorstel aan en volg
de onmiddellijk mevrouw Bertin. De kleine
Lucien weende bitter, daar zijne tante ging
vertrekken, doch was spoedig weer bedaard,
toen de goede vrouw hem beloofde, dat zij
spoedig terug zou komen en hem mooi speel
goed mede zou brengen.
Jules Labroue's zuster vertrok, volkomen
gerustgesteld omtrent haar neefje, doch het
hart vol hangen angst over den toestand, die
haar te Aifortville wachtte.
Wat zag liet. er verschrikkelijk uit op de
plaats waar gisteren nog de groote fabriek
zich verhief! De arme vrouw stond op het
punt in onmacht te vallen, toen zij de ver
nieling zag en tégenover het. lijk van haar
broeder stond, dien zij gisteren nog blaken
de van gezondheid had gezien, vol kracht en
vertrouwen op de toekomst. -
Ricoux verwijderde zich niet van het too-
neel der ramp. Een bijzondéren ijver willen
de toonen en zich een air van gewicht ge
vend had hij hij het lichaam gewaakt en
was nog daar, toen mevrouw Bertin aan
kwam.
De kassier putte zich tegenover de zuster
van zijn gewezen patroon in zeer banale ver
troostingen uit en zeide haar dan dat er
over belangrijke aken te onderhandelen was.
daar de belangen van den wees zoo goed mo
gelijk moesten ter harte genomen worden.
Hij verhaalde onder welke omstandigheden
men liet ontzielde lichaam van den inge
nieur had gevonden en de verschrikkelijke
beschuldiging die. naar allen uiterdijken
schijn, op Jeanne Fortier rustte.
„Dan zou de ongelukkige, die mijn broe
der hij mij wilde plaatsen om aap moeder
en zoon een onbezorgd en gelukkig leven te
verschaffen, op snoode wijze haren weldoe
ner vermoord hebbenriep mevrouw Ber
tin ten toppunt van ontsteltenis uit. „maar
is dat wel mogelijk?Vergist ge u niet.
mijnheer Ricoux? Zijt gij de speelbal niet
eener groote dwaling?... De gerechtigheid
dwaalt ook wel ooitEene vrouw overi
gens zou de noodige kracht niet gehad heb
ben om het boosaardig werk te -verrichten
dat hier ten uitvoer is gebracht. Zeker is er
een mannenhand in het spel
„Do meest bezwarende bewijzen worden
tegen madame Fortier aangevoerd," ant-
woordde de kassier met een air van gewicht.
„Er bestaat in liet geheel geen twijfel. De
insjtructierechter, die met de zaak belast is,
zal u hetzelfde zeggen."
Mevrouw Bertin wist niets daartegen in
te brengen, doch zij was niet overtuigd.
Ricoux hernam
„De rechter van instructie verzoekt u bij
hem te komen. Hij heeft mij gelast u dit te
zeggen. Ik zal u zijn naam -opschrijven."
..Goed".
„Laat ons nu nog even over de zaken spre
ken van mijn hoogst betreurden patroon.
Hij had alle vertrouwen in mij en ik mag
zeggen dat ik het verdiende. Mijne hoeken
waren keurig in orde."
„En zijn deze nu vernield?"
„Tot het laatste blad, mevrouwdoch ik
acht mij zeer goed in staat dit verlies té her
stellen. Ik heb een sterk geheugen,' zoo
sterk, dat ik mij zeer goed alle rekeningen
kan herinneren."
„Ilad mijn broeder op liet oogenblik der'
ram]) geld in kas?"
„Ja, een groote som, helaas
„En is alles verloren?"
..Alles."
,Dan staan wij tegenover een belangrijk
deficit?"
..Van bijna tweehonderdduizend franken".
„Tweehonderdduizend franken!" herhaal
de mevrouw Bertin met ontsteltenis. „Hoe
zullen die betaald worden? Onmogelijk! 't
is onmogelijk voor mij om die te betalen
want ik heb geen fortuin. Zoo zal de nage
dachtenis van mijn broeder nog beleedigd
en beschimpt worden."
„Dat is niet te vreezen. mevrouw," ant
woordde de kassier. ..Wie zou zich durven
verméten de nagedachtenis van den'heer La
broue, van mijn dierbaren patroon te min
achten?"
„iZj die schade lijden door zijnen dood."
„Zoo onrechtvaardig zullen zij niet. zijn
iedereen weet, dat de heer Labroue de eer
lijkste en achtenswaardigste industrieel was
uit de gansche streek. Eén snoode misdaad
heeft een einde gemaakt aan dat werkzaam
leven, zoo vol rechtschapenheid en goedheid.
Men beschuldigt uwen broeder niet. me
vrouw, men beklaagt hem. En zijn zoontje
beklaagt men ook. een kind dat u thans nog
slechts tot steun heeft. Doch verontrust u
Naar de Tijd verneemt, is bet eerlang
ia t» dienen wetsontwerp tot éestrjjding van
de zedelijke en matschappelijke gevaren
voor de bioscoop in hoofdlijnen hetzelfde
als is aargegen in het rappoit der desbe-
trtffende Staatecommissie.
Volgens de »Donaupost« heeft de
Boad van Hongaarsche Vesesnlgingcn
(Vereloigacg der Uogarischen gesell-
schaftiichen Vereine) te Boedapest aan
de Nobelprijscommissie van hel Noorsche
S'orthiog een memorandum doen toe
komen, houdende het verzoek om dit
jaa>- de» Nobelprijs voor den Vrede aan
de Koningin der Nederlanden toe te
kennen.
I niet to zeer, mevrouwde sommen welke rle
I heer Labroue schuldig was. zullen in haar
j geheel betaald worden."
„Door wien?"
„Door de brandwaarborg-maatschappijen,
waarhij de fabrieken en het materieel ver
zekert waren, 't Zijn zeer soliede 'maat-
j schappijen en deze zullen de sommen uit-
1 betalen, die minstens gelijk staan met het
bedrag van het passief. Ik herhaal het u
dus, alles zal betaald worden en niemand
I zal iets bij den dood uws broeders verliezen'.
I „Zijn de assurantiema-atschappijen van de
ramp verwittigd?"
„Ja, ik heb onmiddellijk geschreven en
j hedenmorgen zijn hunne inspecteurs reeds
procesverbaal van de vernieling komen op-
maken. Zoo men, wat. ik niet veronderstel,
eenige moeilijkheden zou maken, raad ik u
1 aan als zuster van den heer Labroue op te
i treden en als voogdes van zijn ©enigen erf-
genaam. 't Staat toch vast, dat de familie-
raad u als voogdes over uw neefje zal aan-
I stellen."
„Ik zal tusschenlieidé komen, zoo 'r noodig
is: ik zelve, of wel door een lasthebber".
„Ik heb van morgen den zaakwaarnemer
uws broeders gezien; hij wacht u."
j „Ik zal. bij hem aangaan." Eu dan vroeg
j <)e weduwe weer na enkele oogenblikken ge
zwegen te hebben
„Alles is dan verloren?Het kind van
mijn broeder bezit dus niets meer?"
I „Niets dan liet terrein, waarop de fabrio-
j ken stonden."
Dat is van vrij onbelangrijke waarde
i Doch Lucien zal mij niet verlaten. Het wei-
1 nige dat ik heb zal het zijne worden. Zoo is
hij toch steeds tegen den nood verzekerd.
Hebt gij de toelating hef lijk van mijnen-
armen broeder te doen begraven?"
...Ja, mevrouwalles is besteld tegen drie
uur.'i
Mevrouw Bertin greep den kassier bij de
liand en drukte deze erkentelijk.
„Jk dank u", sprak zij. „ik dank u uit den
grond mijns harten voor al de bewijzen van
genegenheid en toewijding, wele gij toont
tegenover hem. die ongelukkiglijk niet meer
is."
Wordt vervolgd.