Eerste Blad. HET GEWIJZiGQ ON I WERP DIENSTPLICHTWET, De Portierster van Alfortville. I „NOORD-B R AB AND" I WAALWIJK. I Dit nummer bestaat uit DRIE bladen Stoomwasscherjj „Het Groenewoud", GEREGüLD MAANDAG WAALWIJK Gemeenteraad. BUITENLAND. Binnenland. FEÜILLETOM Maatschappij van Verzekering op het Leven. HOMMER 6ft. In een diepgaande studie van d«ze voor stellen Is aa te gaan de gehaele draag kracht,. de voile beïeekenis voor oczc nationale verdediging de voorga- vaa „De Echo van het Zuiden". 30). ZATERDAG 3 SEPTEMBER 1921 Telef. 38. WAALWIJKSCHE KN LANGSTRAATSCHB COURANT. Uitgave: Waalwijksche Stoomdrukkerij An toon Tielen Telegr.-AdfMECHO. Waoneer België, met de medewerking an socialistische ministers, elk jaar ïonderdduizend man voor tien, iwaaif -n dertien maanden onder de wapenen roept, waarvan 19,964 onderofficieren, die gezamenlijk over honderden vuur monden, tanks en vllegmaterlaal be schikken, kunnen de Hollaudsche soci aal-democraten waarlijk over deze plan nen onzer Christelijke Regeering moei lijk zich beklagen. Door deze voorstellen in te dienen, heeft onze Regeering nogmaals het be wijs geleverd, dat zil, hoezeer het belang der natiouale verdediging al de Chris telijke partijen ter harte gaat, ernsiig streeft aaar de beloofde beperking der persoonlijke en flianciccle lasten van den militairen dienst. T. De vracht-auto der komt 9641 eiken tot het thuisbezorgen en ophalen der wasschen. A. KNEGTEL, Tilbubg. Vraagt Prijscourant. Vracht gratis MEEUWEN. Opgericht 1843; Verzekerd Kapitaal Reserve 25.586.757.— 3.113.7o7.— Üe JAXMAN& Prijs der Advertentiftn; 80 cent per regel; minimum f l.ü 49 cent per regel. Nader wordt bericht dat de Kema- listen aan de oveizijde van de Sangarlua (S '.karla) over de geheele linie vesslagen •iln eo, door de Grieken vervolgd, te rugtrekken. De Geoeefsche corrcspcodiiit van De Daily News meldt, dal de Volken- aondsraad naar alle waarschijnlijkheid anda»g zal besluiten een kleine com- ulssie van deskundige» nit de onzijdige l inden aan te wijzen, met opdracht de jrakt sche gezichtspunten van de Opper- Silezische kwestie te onderzoeken, met ame dat van de deelbaarheid of oc- leelbaatheid vat) den ludustrleelen drie- loek en daaromtren zoo spoedig mogelijk rapport uit te bresges. Men acht het onnoodig, dat de com* oisste daarvoor een bezoek aan O.-S. brengt.] De volkstelling In Denemarken vijst oil, dat het getal Inwoners, dat fiaos 3.267.831 bedraagt, met 345.469 s toegenomen sedert 1916, waarbij ztin nbegrepen de 163,622 bewoners van Noord-Sleeswijk, dat door het verdrag /an Versailles aan Denemarken is toe gewezen. De Spaansche strijdkrachten in Vlarckko zullen, het nog te vormen «serve-leger meegerekend, 140.000 man iierk zijn. De troepen zullen in drie egers verdeeld worden. De Minister van Buitenlasdsche Zaken jhr. mr. dr. van Kareebeek, is ledenmiddag met zijn familie uit het buitenland in de residentie teruggekeerd. Op onze navraag naar de juistheid an, een^berlcht over een ontmoeting usschen de Nederlandsche en Belgische ninisters^ van Bultenlandsche Zaken, :eelde Z. Ex. mede, dat zulk eene out- noetlng Inderdaad eenige dagen geleden jlaats had. Bij die gelegenheid waren de tusschen België en Nederland han gende quaesttes onder de oogen gezien, fhr. van Karnebeek had de ovettuigiog, dat de ontmoeting nattig Is geweest voor de],; onderlinge betrekkingen der beide landen. (Wondt vervolgd) t Dit blad verschijnt WOENSDAG- EN ZATERDAGAVOND. bonnementsprijs per 8 maanden f 1.25. Franco p. post door het geheel e rijk f 1.40. Vide ven, Ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. Onze nieuwe Minister van Oorlog laa' er geen gras over groeien. Ook bi meent blijkbaar, dat het getob over hei legervraagstuk lang genoeg beeft ge duurd en dat er zoo spoedig mogeiiil een defioirieve regeling moet worder getroffen. Zeer bescheiden heeft bij zij plannen tot definitieve regeling onze landweermacht als een «nota van wijzi- gingen» op het ontwerp-Pop Ingediend. Toch krggt dit ontwerp door de voor gestelde wijzigingen een heel ande karakter. De onderscheiding tusschen kern* en reserve-troepen vervalt; het contingent wordt vastgesteld op 21.500 man, waar van 2000 «ter goedmaking van het in het eerste dienstjaar op de lichting- sterkte te lgden verlies»de eerste oefentijd wordt voor bijaa al de dienst plichtigen (17.430 man) op hoogstens vijf cn een halve maand vastgesteld; de voorgeoeféndea behoeven niet naa> de kazerne, zij zullen een en een halve maand worden geoefend in kampemen ten, n.l. van 15 Juli tot 31 Augnstas, das la vollen zomer- en vacantietijd, de nlet'Voorgeoefenden worden vier maan den geoefend in klein verband en gaan dan op hnnne beurt voor anderhalve maand naar de kampementende be wapening wordt verbeterd en last nog leaster wordt alvast 11 millioen •mui bezuinigd. nomen legerorganisatie. Maar, aa de op somming van do hoofdpunteo, Kal eer- ieder 't met ons eens zijn om «e zeg gen: de eerste indruk is uitstekend! Eu toch zullen ook deze voorstellen ongetwijfeld aanleiding geven tot felle crlïiek. Het geheel draagt te s e-k het karakter van een zij her daa ook mool-ingekleed compromis, om vele» geestdriftig te stammen. De voorstan ders vaa een sterk leger zullen, evenals de ontwapcnmgs-propagaadisteo bctoo- gen, dat wij er op achteruitgaan. De eersten zullen volhouden, dat de legei- sterkte wordt verzwakt, omdat, in ver gelijking met de huidige Militiewet- Coltjn, het contingent met 1500 man verminderd en de dienstijd vaa 8'/s °P 5'lz maand wordt gebracht. En de soci aal-democraten zullen te keer gaan tegen de »reactie«, tegen het «milita risme* der Regeering, omdat het tijde lijk op 13.000 man verminderde con tingent opgevoerd en nieuw artilleriaal wordt aangekocht. ZEVENENTWINTIGSTE HOOFDSTUK. In 't midden barer snikken stamelde de arme moeder: „Hem nooit weer wederzienNooit meer Achdat is boven mijne krachten." „Maatje? Maatje! Ga toch niet heen!" kreet Georges. Mevrouw Darier nam den kleine in de armen en sprak troostende woorden tot hem. „Lieveling," zeide zij, „maatje moet ver trekken, doch zij zal spoedig terugkeeren." „Zeker?" vroeg het kind. „Ja, zeer zeker." „Wanneer?" „SpoedigWilt gij hier bij mij op haar wachten?" „Ja, bij u en bij mijnheer pastoor," ant woordde de kleine. „Jeanne stikte bijna in hare tranen. „Ach ja, houdt hem bij uHoudt den jon gen bij u! Bemint hem zeerSpreekt hem van zijne moederJa, lieveling, blijf bij deze goede dame en bij mijnheer pastoor! Zij zullen u steeds herhalen, dat uwe moeder onschuldig is, dat zij u innig liefhad en aanbad. Hoort gij dat wel? Dat zij u aanbad Vergeet dat nooitNooit De oude meid Brigitta lieiten de tranen Over de wangen. „Arme vrouwArme kleinezuchtte zij. De weduwe van Pierre Fortier ging voort, terwijl zij den kleine met vurige kussen bedekte: „Omhels mij, lieveling! Nog eens! Nog eens.,...,.,.. Ziehier, mevrouw," voegde DE ECHO VAN HET ÏIJIDEN, Aan deze laatste cruiek behoeft nfe- i mond zich to storen. Sedett de S. D. A. P. de demagogische leuze voor on middellijke algehcele ontwapening in naar programma heeft geschreven, set leuze, waarvan de heer Schaper moet toegeven, dat hij haar als Minister niet zon kunnen toepassec, heeft de partij van Mr. Troelstra alle recht tot critici ia dit opzicht verloren. Zoolang de her ren sociaal-democraten, die zoo prat gaan op de anti-militaristische mach hunner ieternaUonaai-georgaBtseerdt vak-organisatie, niet eens genoeg in- doed hebben om de medewerking hun- oer partijgenooten >r België aan eet 'tjfmaal sterkere legerorgaolsatie te doet houden, kan al hun geschreeuw tegen ie meer dan gematigde organisatie in N-de land niet au sérieux worden ge nomen. Openb. Vergadering van den Baad der ge meente Meeuwen, gehouden den 23 Aug. des nam. 7i uur. Tegenwoordig 5 leden. Afwezig de heeren Adr. Stravers Wzn. en A. van den Beek. Voorzitter: EdelAcht. Heer D. F. Brune, Burgemeester. Secretaris: WelEd. Heer P. W. Sprong. I. De Voorzitter opent de vergadering, waarna overgegaan wordt tot beëediging zij er dan bij, zich tot de zuster van den pastoor wendend, „ontvang hem in uwe armen!Neem hem mede!... O laat de kleine niet meer onder mijne oogen verschij nen!" Dan wendde zij zich tot de gendarmen. „Voert mij wegIk ben gereedzeide zij op meer vasten toon, en met deze woor den stapte zij naar het buitenhek. Het kind slaakte hartverscheurende kre ten. Mevrouw Darier droeg het weg en Bri gitta volgde haar. De pastoor vergezelde den burgemeester van Chevry en Jeanne Fortier tot de buiten deur. Toen zij op het punt stond buiten het hek te treden, wendde de ongelukkige zich tot den pastoor. „Uw zegen, vaderbad zij, eensklaps op de knieën vallende. De eerw. heer Laugier, tot weenens toe bewogen, strekte de beide handen over het hoofd der nederige martelares uit. „In naam van dn goeden, rechtvaardigen God, zegen ik u, mijn kindlispelde zijne lippen. „Moge de gerechtigheid der menschen niet blind zijn, want alle schijn is tegen u, doch ik geloof aan uwe onschuld." Alle aanwezigen hadden neigend 't hoofd ontbloot. Jeanne stond op. De pastoor strekte de handen uit en luid snikkend viel de onge lukkige den menschlievenden herder aan de borst „Ga mijn kind!" zeide de pastoor: „Toon n sterk en stel ai uw vertrouwen op God „Slechts Hij blijft mij over en gij, mijn heer pastoorantwoordde Jeanne, reeds de gendarmen volgend. Voorloopig werd zij in de gendarmerie opgesloten, van waar zij enkele uren later, dank zij de edelmoedige tusschenkomst van den pastoor, per rijtuig, naar Brie-Oomte- Kobert werd overgebracht. Daar telegrafeer de men hae arrestatie naar Melun. Des anderen daags vertrok zij met twee gendarmen pers poor naar Parijs en werd in de prefectuur van poUtie opgesloten. „Ik heb mijn schilderstuk gevonden sprak Stefaan tot den pastoor, „op de aan staande tentoonstelling zal van mij gespro ken worden". van het nieuw benoemd verklaard raadslid, den heer F. van Rijsbergen. Deze ter ver gadering aanwezig legt de vereisehte eeden in handen van den Voorzitter af, die hem met een enkel woord welkom heet en hem tevens wijst op eenige algemeene plichten aan het lidmaatschap verbonden. II. Besloten wordt de notulen aan te houden tot een eerstvolgende vergadering. 3. De Voorzitter doet mededeeling van eenige ingekomen stukken a. een besluit van den Raad tot het aangaan eener geldleening ad 24000 voor het Gemeentelijk Electrieiteitsbedrijf. b. eenige besluiten vi den Raad tot af- on overschrijving in de Begrooting 1920. Al deze hesluiten zijn door Gedeputeerde Staten goedgekeurd. Verder zijn ingekomen een 4 tal beslis singen van Gedeputeerde Staten inzake be roep Hoofdelijken Omslag, waaruit blijkt dat alle verzoeken om vermindering van Hoofdelijken Omslag zijn afgewezen. Al deze stukken worden voor kennisge ving aangenomen. 4. Aan de orde komt een brief van Ge deputeerde Staten waarbij zij verzoeken een door Burgemeester en Wethouders aan hun College gerichtte brief inzake de ver eeniging van de gemee» :teu Meeuwen met Oenderen en Drongeleit in den Gemeente raad ter tafel te brengen, teneinde de ziens wijze van den Raad daarover te vernemen. De Voorzitter doet voorlezing van den bewusten brief, waarin e.m. wordt voorge steld le de nieuwe gemeente den naam Eethen te geven als centrum der verschil lende dorpen. 2e. Doeveren en Heesbeen bij de combinatie te houden en niet zooals Ge deputeerde Staten zich voorstellen, deze dorpen te voegen bij Oud-Heusden en Els- hout. Tevens wordt daarbij opgemerkt, dat dit voornemen van Ged. Staten zeer vreemd lijkt, wijl Doeveren en Heesbeen bijna uit sluitend Protestantsch en Oud-Heusden en Elshout bijna uitsluitend R. K. is. 3e. het aantal raadsleden te bepalen op 11 inplaats van 7. De Voorzitter stelt voor iustemming te betuigen met dit schrijven. De heer de Graaff acht het totaal over bodig daarmede in te stemmen. De Raad heeft zich in vorige vergaderingen uitge sproken dat hij in geen geval vereeniging wenscht. De Graaf zou dit nogmaals aan Ged. Staten berichten en niet verder op het schrijven van Burg. en Wethouders willen ingaan. Zich over dit schrijven in een of ander opzicht uit te laten acht hij onnoodig en zelfs niet gewenscht, aangezien dit zal leiden tot verzwakking van de positie van den Raad inzake zijn ingenomen standpunt. De heer van Rijsbergen oordeelt met den Voorzitter dat de vereetdging toch wel zal door gaan. De heer van Buuren zou slechts voor waardelijk met het schrijven willen aecoord gaan. Hij is nog stee .- de meeniag toege daan dat vereeniging op kleine schaal geen voordeel zal brengen, doch dat wanneer er vereenigd moet worden, dat dan het heele of halve land van Heusden en Altena bij elkaar gevoegd moet worden. De heer de Graaf acht het accoord gaan met het schrijven van B. en WT. in zekeren zin reeds een toegeven aan het verlangen van Ged. Staten om de gemeenten te ver eenigen. Hij stelt mitsdien voor te antwoor den dat de Raad in geen geval voor vereeni ging is eu mitsdien geen termen aanwezig acht om zich over het schrijven van B. en W. verder uit te spreken. De Voorzitter stelt voor, te berichten dat de Raad met de vereeniging niet ingenomen is, maar als Ged. Staten het gewenscht achten met voorstellen dienaangaande te komen, dat de Raad dan instemt met het schrijven van B. en W. Het voorstel van de Graaff wordt daarna in stemming gebracht en met 3 tegen 2 stemmen aangenomen. Tegen stemden de heeren Vos en van Rijsbergen. Verder komt aan de orde de overname van de openbare school voor Christelijk on derwijs. Gedeputeerde Staten hebben gemeend de verschillende adressen in verband met deze zaak, nogmaals aan het oordeel van den Raad te moeten onderwerpen vooral aange zien thans gebleken is dat voor openbaar onderwijs minstens 27 kinderen overblijven. Gedeputeerde Staten verzoeken daarom met 's Raads beschouwingen en een ëventueele intrekking van zijn besluit tot opheffing der openbare school in kennis te worden gesteld. De heer van Buuren zou nog steeds de openbare school als zoodanig te Meeuwen willen behouden temeer aangezien er thans nog 27 kinderen voor het openbare onder wijs zijn overgebleven. Hij acht het niet billijk dat deze school thans zou worden op geheven. De heer de Graaff verklaart voor gestemd te hebben voor opheffing uit een financieel oogpunt en zal thans buiten stem ming blijven, aangezien thans tevens beslist zal moeten worden of dat de afstand voor de Meeuwsehe kinderen naar Babiloniën- broek al of niet te ver zal zijn. Na lange discussie stelt de Voorzitter voor de zaak in tweeën te splitsen, eerstens of dat de Raad zijn besluit in zake overgave der school handhaaft en ten tweede of dat de afstand al of niet te ver zal zijn. Bij stemming over het eerste punt blijkt dat de Raad met 4 tegen 1 stem zijn besluit tot overgave handhaaft. Tegen stemde de heer van Buuren. Inzake het tweede punt, verklaren de heeren de Graaf en Vos buiten stemming te blijven. Na een lange discussie wordt tot stem ming overgegaan, waarbij blijkt dat met 3 tegen 1 stem is besloten aan Ged. Staten mede te deelen dat slechts enkele kinderen ongeveer 4 K.M. van de school te Babilo- niënbroek verwijderd zijn, echter het groot ste deel niet verder dan 3 K.M. en de Raad geen reden ziet om de openbare school te blijven doen voortbestaan. Tegen stemde de heer van Buuren. De Graaf bleef buiten stemming. De heer van Buuren zou thans nog een beslissing van den Raad willen, of dat bet billijk is, dat de openbare school te Meeu wen onder de bestaande omstandigheden wordt opgeheven. Hij wijst op de motieven die tot de actie om de openbare school op te heffen, hebben geleid, het algemeen ge- ACHTENTWINTIGSTE HOOFDSTUK. Onder den naam van Paul Harmant had Jacques Gérard plaatsgenomen op de pak ketboot tusschen Havre en Southampton dienst doende. Van deze stad had hij zich naar Londen begeven, om zich daar bij de eerste gelegenheid naar Amerika in te sche pen. Het artikel der dagbladen over den brand te Alfortville waarin over zijn heldhaftigen dood gesproken werd, was hem reeds in handen gevallen. Hij verheugde zich zeer over het verloop der zaakalles ging hem naar verlangen. Thans wenschte hij nog sléchts zoo spoedig mogelijk de nieuwe we reld te bereiken om daar met het gestolen geld en de ontvreemde plannen in korten tijd een fortuin te verzamelen. Weldra zullen wij hem volgen aan boord van het stoomschip „Lord-Maire", een schip van eersten rang, dat hem naar New-York zou overbrengen. Voor 't oogenblik wensehen wij tot Jeanne Fortier teug te keeren. Zoodra de rechter Delaunay, die met de instructie der zaak belast was, Jeanne's ar restatie en hare aankomst vernomen nad, gaf hij bevel baar onmiddellijk naar zijn kabinet te leiden. De ongelukkige vrouw was op alles voor bereid. Moed, vastberadenheid en kracht hadden de plaats ingenomen van hare zwak heid, hare onmacht en hare ontmoediging. Met kalmte en koelbloedigheid trad zij dan ook bij den magistraat binnen, van wien haar lot afhing. De rechter ging onmiddellijk aan het werk. „Uw naam?" vroeg hij. „Jeanne Fortier." „Uw ouderdom?" „Zes en twintig jaar. Ik ben geboren te Parijs, den 15 October 1853." „Gehuwd, of ongehuwd?" „Weduwe van Pierre Fortier, machinist gedurende zijn leven, doch op droevige wij ze omgekomen in de fabriek van den lieer Labroue, ingenieur, wien ik beschuldigd wordt vermoord te hebben om hem te be stelen, na eerst zijne fabriek in brand te hebben gestoken." Deze woorden op eonvoudlgen en vastbe raden toon gesproken waren oorzaak, dat de rechter nieuwsgierig het hoofd verhief. Hij vestigede een onderzoekenden blik op Jeanne en hernam dan weer na een oogenblik stilte „Gij weet waarvan gij beschuldigd wordt. Wat hebt gij daarop te antwoorden?" „Slechts drie woorden: Ik ben onschul dig." De heer Delaunay hief ongeloovig de schouders op. „Zoo gij onschuldig zijt," hemam hij, steeds de oogen op de vrouw gevestigd hou dend, „waarom hebt gij dan de fabriek ver laten en met uw kind de vlucht genomen, in plaats van hulp te roepen, toen de brand bij den heer Labroue uitbrak?" Jeanne scheen na te denken. „Antwoordvoegde de rechter haar on geduldig toe. „Wat zou ik antwoorden? Gij zult mij toch niet gelooven." „Daar gij wellicht leugentaal zult spre ken." „O, neenMaar de waarheid is soms zoo onwaarschijnlijk! Alles spant tegen mij samen!Hoe zoudt gij geloof kunnen hechten aan een verhaal, dat door geen enkel bewijs gestaafd wordt? Gij moet mij schuldig achten, en toch ben ik onschuldig." „Gij ontkent den heer Labroue vermoord te hebben?" „Met al de kracht die in mij is." „En durft gij beweren, dat gij geen haat voor hem koesterdet?" „Haat?Waarom zou ik hem gehaat hebben „Hij had u uit zijn dienst weggezonden." „Neen, mijnheer, dat heeft hij niet gedaan. Hij heeft mij doodeenvoudig gewaarschuwd, dat ik mijne betrekking in de fabriek niet langer kon vervullen, en zoo handelde hij niet ten onrechte. Ik begreep dat hij gelijk had, eu al was dit besluit mij zeer onaan genaam, toch kou ik het hem niet euvel duideu." „Gij droegt den heer Labroue een boos hart toe wegens den dood van uwen man in de fabriek." „Hoe kan dat zijn? De beer Labroue had daaraan geen schuld. Ik kan hem niets ver wijtenZelfs heeft hij alles gedaan wat mogelijk was om mij in mijn ongeluk te hulp te komen." „Gij ontkent dan de fabriek in brand te voelen daaromtrent en oordeelt dat zelfs de meest vooraanstaande voorstanders van deze beweging niets voor de kern der zaak schijnen te gevoelen, aangezien zij anders in de eerste plaats wel in hun eigen gemeente de zorg voor Christelijk onderwijs zouden ter hand nemen, doch dat daarvan tot heden niets is gebleken. Na een uitvoerige discussie daaromtrent wordt overgegaan tot de behandeling van een volgend punt: Vaststelling ingevolge art. 17S dor Ge meentewet van een herzieningsverordening der nog geldende strafverordeningen. Wordt met algemeene stemmen vastgesteld. Ten slotte wordt overgegaan tot vaststel ling van het Kohier Hoofdelijken Omslag Dienst 1921. Niets meer aan de orde zijnde sluit de Voorzitter de vergadering. hebben gestoken?" „Ik ontken den brand even als ik den moord ontken. Ik ben onschuldig." „Bewijs mij dat dan?" „Hoe zal ik dat doen?" „Door de bewijzen te ontzenuwen, die tegen n worden, aangevoerd en waarlijk verpletterend zijnGij zijt tot tweemaal toe petroleum gaan koopen „Dat is waar". „Een gedeelte daarvan hebt gij in fles- schen overgegoten......" „Dat is ook waar." „Deze flesschen zijn ledig op de binnen plaats der' fabriek teruggevonden, waar gij ze neergeworpen hebt na den inhoud op licht brandbare stoffen in de fabriek te hebben uitgestort." „Dat is valscb! Ik ontken het met al de kracht die in mij is Ten tweede male hechtte hij op Jeanne een doordringenden blik. Zij sloeg de oogen ten gronde. De rechter hernam „Gij hebt de brandkast van den heer La broue opengebroken om den inhoud te ste len doch de ingenieur, die geheel onver wachts terug was gekeerd, heeft u in uw misdadig werk gestoord en gij hebt hem schandelijk vermoord „De heer Labroue is vermoord door de zelfde hand, die de petroleum uitgestort en de kast opengebroken heeft, doch die hand is niet de mijne." „Ziedaar dan uwe wijze van verdedi ging?" „Dat is geen wijze van verdediging! Dat is de waarheid!" „Wien gelooft gij dat wijs te maken?" „Ik heb u vooraf gewaarschuwd dat gij mij niet gelooven zoudt, mijnheer!" „Hebt gij op zekeren dag niet aan den hier Labroue gezegd, dat zijné wijee van handelen tegenover u hem geen geluk zou aanbreugen?" „Dat heb ik gezegd." „Hebt gij die woorden niat aan den loop jongen David herhaald?" „Ja". T

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1921 | | pagina 1