Firma G VERKADE, Pluche Tafelkleeden Firma G. VERKADE, Regenjassen. Regenmantels. iMODEBMDt Firma G. VERKADÉ, Burgerlgke Stand. Gemengd Nieuws, |HET f NIEUWE Prima Corsetten f2.90 en 3,90-4.90,s VERSLAG f 7 90-13 90. NIEUWS UIT KAATSHEUVEL WAALWIJK. aangewend, om tijdelijk 9 nur per dag te mogen werken, doch de beschikking op dit verzoek liet zich wachten, totdat de orders reeds over de grenzen waren geplaatst. Kaatsheuvel, 2 Sept. 1921. Da Combinatie van Po tduiven- vereenlgiugen, gevestigd bij den heer Jan van Dun alhier, hicid Zondag een wedvlucht vanuit Quivetaia. Uitslag: 1 Lichtvoet2, 10 en 13 P. v. d. Assem 3 en 10 Ververs; 4 v. d. Ven; 5 D Bondt; 6, 7 en 9 J. v. Duts; 12 H. Brekelmans14 P. Kemmerec15 v. d. Linden. In de benedenzaal van den R. K. Gildenbond alhier werd een algcmeenr vergadedng gehouden van de leden van de R. K. Vakvereeniging. De zaal was eivol. De voorzitter van 't hoofdbestuur, de heer C. Roestenberg, sprak over de gronden waarop 't collectief arbeids contract moesten worden opgebouwd, vooral in verband met de mogelijkheid van een langeren arbeidsduur. Aanstaanden Zondag wordt het groot nationaal Biljart- en Barakconcou's van de Kaatsheuvelsche Blljardclub K. B. C. bij den heer Joh. Smit geopend. Naar we van verschillende zijden ver nemen, bestaat er voor dit concou's nog ai ambitie, hetgeen geen verwonde ring behoeft te wekken, waar algemeen bekend is, dat de Wilhelmina* van de heer Joh. Smit, met alle tocbebooren steeds in prima conditie is. De regeling van 't concours is in goede handen ei> last not least de bufetten en restanratle vertrouwd. De electriftcatle breidt zich In onzr plaats hoe langer hoe meer uit. Naast vele lichtaansluitingen komen ook vel>- krachtlnstailaties. Naar we verneme» hebben thans weer alle schoenfabrikan ten uit de Gasthuisstraat beslotee, hur bedrijf electriscb in te richten, daar het voortdurend blijkt dat dit 't voordeeligst en 't gemakkelijkst is. Dit jaar zal wederom een Moeder- cursus worden gehouden, thans uilgaan- de van de vereeniging „Het Wtt-Gele Kruis", onder leiding van Mejuffrouw R. Bogaert, verloskundige alhier, die ook het vorig jaar met zeer veel succes een dusdanigen cursus heeft gegeven. Wij bevelen dezen cursus, vooral voor jonggehuwden en jonge moeders ten zeerste aan. De sterfte van kinderen beneden het eerste levensjaar is in onze provincie nog altijd veel te groot, vooral in ver gelijking met de andere provinciën van ons land. De voornaamste oorzaken daarvan zijn onkunde omtrent de verpleging en voeding van het kind en de verouderde onjuiste begrippen, welke men daar omtrent heeft. Op den Moedercursus kan de gehuwde vrouw alles leeren wat zij, zoowel voor haar zelf als voor haar kind heeft te doen en te laten. Het is daarom dat wij hopen dat velen van deze gelegenheid gebruik zullen maken. DRUNEN. Over de maand Augustus. GeborenMaria dv A v Druaen-v Ksch Lambertus A zv L v Hulten- v Veldhoven Johannes M zv M v d Wiel-Bouwmans Gijsbertine A dv L W de WiJs-v Drunen. Petronella M dv H Laaracker-Veltman Andreas zv M v Drunen-v Helvert Maria C dv M Klerks-Smits Adrlanus zv H d K'leger-v Engelen Wijnandus zv C. v Delft-v RooiJ. OverledenMaria H Brok 5 mnd Helena M v Delft echtg. v A v SpiSk 30 j Maria J v Drunen 16 d Ad rians Venus echtg v C Heuveling 33 j WAALWIJK. Burgert. Stand over de maand Aug. Geboorten. Engelberta Wilhelmina Antonia dochter van A. van Wezen beek en J. C. van Heesch. Engelina Elisabeth, d. van A. J. van den Broek en E. E. Klijberg. Johanna Huberdina d. van M. C. Berkelmans en E M. var, Oostrum. Francisca Theodoras, z. van H. Th. Trimbach en O. M. de Vaan. Ludovicus Wilhelmus z. van L. P. van Steensel en M. A. van Ertrijk. Jo- sephus Leonardus z. vaa F. J. Slaats et: Johanna Maria van vngt. Hendri- kiif. z van H. A. van Disseldorp en Johanna de Nijs. Hendriktis Adrianus van A. C. Schilders en Maria Mut- saers. Overlijden. Geertruda Catharina van Disseldorp, oud een jaar, d. van H. A. van Disseldorp. Anna Maria Letschert, dochter van P. J. J. Let- schert. Arnoldus van Ree, echtgenoot van Johanna Jacoba Vermeer. Maria Norberta Antonia van Oscb, oud een jaar, dochter van F. J. van Osch. Adri- aan Faro, oud 31 jaren, echtgenoot van Maria Rijken. jH meel ijken. Bernardus v. d. Berg, oud 25 jaren wonende te Bussum en Hendrika Johanna van Baardwijk, oud 23 jaren, wonende te Waalwijk. Marinus Johannes Blom, oud 26 jaren, wonende te Besoijen en Gerardina Gouda, oud 22 jaren, wonende te Waal wijk. Vertrokken. Engelina van Bavel n. Amsterdam. Johannes B. van den Avoort naar Heerlen. Cornelis van Oers naar Capelle. Clasina S. Colijn naar Besoijen. A. Klerks en gezin naar Drunen. Anna Maria Hormus naar Ze venbergen. Petras M. van Wel naar Drunen Hendrika Nieuwenhuijzen n. Baardwijk. Petrus C. M. Martens n. Rotterdam. Gijsbertus Bleeker naar Rotterdam. Johanna A. M. van der Velden naar Loonopzand. Johannes A. M. van Lith naar Heerlen. Jacobus F. Noijen naar Venlo. Hendrik Katwin- kel naar Djokjakarta (N.O.I.) Corne lis van de Pas naar Heusden. Wilhel mus T. Verkuijlen naar Drunen. Wil helmus J. Ewald naar Leeuwarden. Hendrika Johanna van Baardwijk naar Hoensbroek. Marinus Franciscus Witpen naar Raamsdonksveer. Ger trada Bakker naar Raamsdonksveer. Gerardus J. Peeren naar Nijmegen. Ingekomen. Johanna C. E. v. Door malen van Tilburg. Maria C. M. Hage- man van Loonopzand. L. G. van Bok hoven en gezin van Rotterdam. Maria J. Kolsteren van Engelen. Anna Ma ria Liebregts van üdenhout. Dirk Olie van Heusden. Hendrika L. Reijerman van Wamel. Elisabeth Pia Somers van Veldhoven. Helena Antonetta van Broekhoven van Tilburg. Cornelis J. Bogers van Capelle. Cornelia M. van Disseldorp van Tilburg. Maria Rozen van Baardwijk. Wilhelmina M. van Huiten van Hooge en Lage Zwaluwe. Elisabeth A. Broumels van Hooge en Lage Zwaluwe. Catharina van lersel van Venraij. Johanna A. M. van Es van Engelen. Hendrik J. H. Klerkx van 's-Gravenhage. Cornelis Blom van Delft. Petrus B. W. Breijnaerts van Maastricht. Huberta P. C. van Leest van Drunen. Gustina J. M. Verhoeven van Nijmegen. Markt. -WAALWIJK. In de gemeente Cenon, bij Bor deaux, had Maandag een vreeselijk tramongeluk plaats. In de nabijheid van het gemeentehuis ontspoorden namelijk verscheidene wagons, die vervolgens omkantelden. Toegesnelde voorbijgan gers haalden van onder het puin twee dooden en twintig gewonden weg. Vier gekwetsten verkeeren in levensgevaar. a Jr SjGROOTST AANTAL MODELLEN I l voorDAMES-WNDER-emONDER P KLEEDING-HANDWERKEN aal 1 Gratis Knippatronen blbdI ^PROEFNUMMER GRATIS5 het bureau van ons blad I Grootestraat. WAALWIJK. der Kamer van Koophandel en Fabrieken te Waalwijk, betreffende den toestand van deti handel, de nijverheid, de scheepvaart en van den land- en tuinbouw over het jaar 1920. Algemeene Beschouwingen. Aangaande den toestand der schoen- en ledernijver heid, den landbouw enz., in het ressort der Kamer gedurende 1920, bemerken wij het volgende, getrokken uit de rede, uitgesproken door den Voorzitter op de eerste vergadering dezes jaars. „Het is voor den verslaggever geen aangenaam werk, thans een terugblik te slaan op het achter ons liggend jaar 1920, dat in de annalen der schoen- en ledernijver heid zeer slecht staat aangeteekend. In ons vorig ver slag gaven wij toch reeds te kennen, dat 1920 geen gunstig jaar voor deze beide takken van industrie zijn zou, daar symptomen van ongunstigen aard reeds toen hier en daar te constateeren vielen. Het jaar 1919 ein digde voor onze beide voornaamste industrieën op on bevredigende wijze, zoodat 1920 slecht inzette, en van lieverleden, vooral door de bekende bootwerkersstaking, de stremming van het verkeer, tengevolge van lang- durigen boogen waterstand, den schier ongebreidelden invoer van goedkoop buitenlandsch leder en schoeisel, steeds slechter werd. Al minder en minder werd gepro duceerd en gekocht, dewijl ieder op de zoo vurig begeer de in uitzicht gestelde prijsvermindering wachtte; dientengevolge werden de inkoopen tot het allernood zakelijkste beperkt en moesten de voorraden zich wel geducht ophoopen, wat voor de leder- en schoenfabri kanten al terstond een groot renteverlies beteekende, afgezien nog van de dreigende zekerheid, dat een daling der gereede artikelen voor de deur stond. Die daling, welke zich het eerst in de Nieuwe Wereld deed gevoelen, kwam daarna in Engeland en vervolgens ook in ons land, althans voor sommige artikelen, waardoor de leder- en schoenfabrikanten gesteld werden voor de keuze: of de productie in te krimpen, zoo niet geheel te staken, of aan goedkoopere prijzen te leveren, welk laatste voor allen zonder onderscheid een aanzienlijk verlies betekende, wijl alle artikelen van dure, zeer dure grondstoffen, zelfs tegen nog stijgende werkloonen gefabriceerd waren. Het vleugje van herstel dat vooral de schoenindustrie tegen Paschen en Pinksteren mocht beleven, vermocht niet den algemeenen toestand noe menswaardig te wijzigen. De z.g. „vliegende winkels" brachten enorme voorraden Amerikaansch, Boheemsch en Duitsch schoenwerk aan den man, en dit werd door tal van gemeentebesturen in de hand gewerkt. Tenge volge der lage vreemde valuta bleef de invoer voort duren, werd onze binnenlandsche markt met minder waardig goed overstroomd en, als réchtstreeksch gevolg daarvan, de export tot een minimum gereduceerd. Daar de daling in grondstoffen als: wol, katoen, huiden, enz., eerlang een voldongen feit bleek, de koopkracht van het publiek tengevolge ook van stakingen in tal van bedrij ven aanzienlijk verminderde, belastingen en bedrijfs- onkosten nog maar steeds hooger opgevoerd werden, moest de eene onderneming na de andere zich bepalen tot de meest bescheiden productie. Zeer weinig werd verkocht; faillissementen van de zijde der afnemers kwamen aan de orde van den dag, het crediet werd door de winkeliers en magazijnhouders willekeurig gerekt, terwijl retourzendingen om een gefingeerde reden tal rijk waren. Het baart dus volstrekt geen verwondering dat de fabrikanten besloten de productie te verminderen, het zij door verkorten werktijd, hetzij door algeheele stop zetten der fabrikatie. De banken, die in deze crisistijden meer dan ooit voorschotten moesten verstrekken, krompen van liever leden, zij het ook noodgedwongen, hun crediet gedeelte lijk in. Pogingen door de verschillende Bonden bij de Regeering gedaan om onze grenzen voor den verderen buitenlandschen invoer te sluiten, werden niet met het gewenschte succes bekroond. De Regeering zag dus in de toepassing van het dumpingsysteem weinig of geen heil voor onze leder- en schoenindustrie. Ook voor den landbouw was 1920 niet onverdeeld gunstig. De uitkomsten van den oogst bleven over het geheel tamelijk ver beneden die van 1919, terwijl groen ten- en vrachtenexport zoo goed als geheel uitbleef. De fruitoogst bleef ver beneden het middelmatige. Besmet telijke veeziekten, vooral mond- en klauwzeer, kwamen zeer veel voor. Yee-export werd hierdoor tot een mini mum beperkt. Tengevolge van dién minder gunstigen toestand op agrarisch gebied, begonnen prijzen en pachten der lan derijen gevoelig terug te loopen. In weerwil van bovengenoemde pessimistische toe standen verloor toen althans in onze gemeente en om streken, niet den moed en de hoop op betere tijden. Verscheidene schoenfabrieken en machinale leerlooie rijen werden wederom belangrijk uitgebreid, terwijl nieuwe complexen ambtenaars- en arbeiderswoningen verrezen. Op alles wat onze streek in het algemeen en Waalwijk in het bijzonder betreft, was de aandacht der Kamer voortdurend gevestigd, en het doet haar genoegen hier bij te kunnen getuigen, dat zij in haar streven steeds den grootsten steun en medewerking ondervond zoowel van den kant van het Gemeentebestuur als van de alhier en elders gevestigde bonden en vereeni gingen. Door onderlinge samenwerking kon menig succes geboekt worden. Terwijl wij dit schrijven is de door de Regeering ingestelde Commissie ijverig bezig met de werkzaam heden ter voorbereiding der nieuwe Kaïuer van Koop handel en Fabrieken in 't gebied der Langstraat, welke dit jaar in onze Gemeente gevestigd zal worden en welker ressort zich ook zal uitstrekken over het vroe gere gebied der Kamers van Kaatsheuvel, Dongen en Raamsdonk. Onnoodig te zeggen, dat wij ons verheugen, dat Waalwijk, de oudste Kamer in onze streek, weer tot zetel der nieuwe Kamer gekozen is. En zoo zal dit verslag 't 13e, wellicht 't laatste zijn, dat van onze hand verschijnt. Wij hebben naar onze bescheiden meening in die lange periode, die een menschenleeftijd omvat, de belangen onzer streek naar ons vermogen behartigd. Geheel nieuwe toestanden zijn ingetreden, en geen wonder alzoo, dat het nieuwe leven ook nieuwe krachten vraagt. Dankbaar gedenken wij hier nogmaals de hulp en steun, die wij van zoovelen bij het verrichten onzer taak mochten ondervinden. In aansluiting met deze regelen mogen hier de mede- deelingen volgen, door onze Kamer ten dienste van het Provinciaal verslag verstrekt. A. Toestand van den Groothandel. Ook in 1920 was de toestand van den groothandel wederom ongunstig. Beperkende bepalingen op den in- en uitvoer der meeste artikelen bleven het geheele jaar door schier ongewijzigd gehandhaafd. Door den hoogen waterstand in de vier eerste maanden-kon het goederen vervoer alleen per trein of per as geschieden. Tengevolge echter der bekende bootwerkersstaking in Holland, kon alleen vervoerd worden naar die plaatsen, welke niet tot de z.g. natte stations behoorden. Enorme hoeveel heden handelsgoederen bleven daardoor maandenlang op ontscheping wachten. Toen de staking eindelijk tot het verleden behoorde, hadden tal van binnen- en bui- tenlandsche afnemers de contracten te recht of ten on rechte geannuleerd, waardoor belangrijke quantums opnieuw in de magazijnen en pakhuizen moesten wor den opgeslagen. Daar de kooplust inmiddels zoo goed als geheel verdwenen was, moest men rustig den tijd der algemeene baisse afwachten. Enorme sommen wer den toen verloren door hen, die niet op tijd verkocht hadden, of die gelijk we reeds zeiden, door annuleering der contracten, met hun waren bleven zitten. De groote quantums ingevoerd Amerikaansch zool- en afvalleder vonden geen of weinig koopers; met de huiden, vellen, looistoffen, fournituren, o.m.a. ging het ai weinig beter, zoodat magazijnen en pi khuizen waren overladen. De slapte in den" groothandel wordt het best getypeerd door het feit, dat goederenvervoer-maatschappijen maanden lang weinig te doen hadden en een groot per centage van hun personeel moesten ontslaan. B. Toestand van de Groot-Nijverheid De toestand van de groot nijverheid (voor ons spe ciaal de schoen- en ledernijverheid) gaf over het alge meen geen reden tot tevredenheid. Het einde van 1919 voorspelde reeds, dat er in 1920 van opbloei wel geen sprake kon zijn. Tot Paschen werd op zeer bescheiden wijze "geproduceerd. Later bleek de concurrentie met het buitenlandsch schoeisel van dien aard, dat verder produceeren een waagstuk moest heeten, vooral toen het duidelijk werd, dat de Regeerifag weinig lust had de grenzen voor buitenlandsch leder en schoeisel te sluiten. In burgerschoeisel was de markt overvoerd. In luxe-artikelen echter kwamen nogal orders voor. De tijdelijke opleving was van korten duur. Tengevolge van de schommelende, doch over het geheel lage vreemde valuta, was export geheel uitgesloten, doch werd juist de import op ongekende wijze bevor derd. Als een ongunstige factor van beteekenis mag ook genoemd worden de ontijdige invoering van den acht- urigen arbeidsdag en de 15-urige arbeidsweek. Het bleek duidelijk, dat de daarmede verwachte opvoering der arbeidspraestatie, een illusie is geweest. Het behoeft geen betoog, dat waar ons land met de invoering van de verkorte arbeidsweek, vrijwel alleen kwam te staan, daardoor de concurrentie met het buitenland nog veel meer werd bemoeilijkt, omdat de productiekosten door den korten werktijd, gepaard gaande met handhaving der loonen, ongemeen zwaar werden belast. Met de lederfabrieken ging het al niet veel beter. Door den slechten gang der schoenfabrieken, vond het vache- en kuipgelooid zooileder bijna geen aftrek. Zwaar zooileder daarentegen genoot geregeld de atten tie, hoewel ook hierop, om bekende reden, prijsreductie moest verleend worden. Op Inlandsch overleder werden groote sommen ver loren, wat mede het geval was bij de voortbrengselen der textielnijverheid. Genoeg dus om te doen zien, dat de groot-nijverheid in 1920 in droevigen toes land verkeerde. D. Toestand van den handeldrijvenden Middenstand. Waar het in 1920 den fabrikant en den werkman allerminst naar den vleeze ging, daar kan van een bloeienden handeldrijvenden Middenstand in het geheel geen sprake zijn. Bovendien is de concurrentie nergens grooter en bijgevolg de te behalen winst nergens kleiner, dan in dezen stand, die nochtans de kern der Maat schappij diende te vormen. Door de langdurige werke loosheid op zoo velerlei gebied, verminderde de koop kracht van den werkman aanzienlijk en hiervan onder vond juist de handeldrijvende Middenstand het aller eerst de deprimeerende nadeelen. Van voldoende be kendheid is het mede, hoe juist dezen stand, zoo door belastingen als sociale wetgevingen, de zwaarste ver plichtingen worden opgelegd. De omzet in de verschil lende zaken en bedrijven was dan ook over het algemeen beneden het middelmatige. D. Verhouding tot de Banken. Het geheele jaar werden aan de banken groote eischen gesteld, die slechts gedeeltelijk ingewilligd konden worden. Meer dan ooit moesten eenige fabrie ken thans op credietverleening steunen. Vooral kleine fabrikanten, die over geen reserve beschikken, hadden de grootste moeite hun bestaan op te houden en vaak bleek het dezen onmogelijk voor uitbetaling van ar- beidsloonen de noodige voorschotten te erlangen. Het kan niet ontkend, dat sommige instellingen in de goede jaren te gemakkelijk en in den moeilijken tijd, slechts sober crediet verleenden. E. Verhouding tusschen werkgevers en werknemers. Eigenlijke stakingen of uitsluitingen, kwamen be houdens één enkele uitzondering, ook in 1920 niet voor. Arbeisbeperking, stilleggen van bedrijven echter des te meer. De verhouding tusschen werkgevers en arbei ders is er intusschen niet beter op geworden. Te weinig apprecieeren deze laatsten nog steeds, hetgeen de patroons in slappe tijden onder verschillende vormen voor hen deden. De loonen konden onmogelijk hooger opgevoerd worden, dientengevolge werd het Collectief arbeids-contract niet hernieuwd. Gelukkig schijnt het gezond verstand de meesten toch eindelijk tot bezadi- ging te brengen, en bestaat er gegronde hoop, dat eer lang tusschen beide partijen eene bevredigende regeling getroffen zal worden. F. Verkeersmiddelen. In den toestand der verkeersmiddelen is vooralsnog weinig verbetering gekomen. In de eerst maanden des jaars, tengevolge der bekende bootwerkersstaking, was de toestand allertreurigst. De nieuwe spoorwegdienst regeling laat, zoowel wat het aantal treinen als de aansluitingen betreft, zeor veel te wenscben over, in weerwil van het feit, dat de tarieven voor personen- en goederenvervoer belangrijk verhoogd werden. De klachten, reeds vroeger geuit ten aanzieu van de posterij, de telefoon en de telegraphie, gelden ook thans nog schier in dezelfde mate. Zelfs stond het een tijd te vreezen, dat het Postkantoor des middags een paar uur gesloten zou zijn, dus juist in den tijd, dat de meeste zaken daar afgedaan worden. VERSCHIJNT 2 X PER MAAND, fl |pRUS(2SUIT6)95CTS.P£R 3KN0.(P.P.fIi5)j

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1921 | | pagina 2