Eerste Blad. Voor onzeAbonnês, Prachtige Premieplaten. De Portierster van Alfortville l„N00RD-BRABAND"| Dames van Waalwijk en Omstreken Stoomwasscherij „DE LELIE" mm- Neemt proef bij Rath Co., Veghel. Dit nnmmer bestaat nit DRIE bladen Schitterende Premieplaten, LANDBOUW^ Stoomwasscherjj „Het Groenewoud", GEREGELD MAANDAG WAALWIJK Gemengd Nienws. FEUILLETON Onbekend, onbemind v. I Maatschappij van Verzekering op het Leven. NUMMER 76. WOENSDAG 5 OCTOBER 1921. 44« JAARGANG. Dit blad verschijnt WOENSDAG- EN ZATERDAGAVOND. bonnementsprijs per 8 maanden f 1.25. Franco p. post door het geheele rijk f 1.40. Brieven, Ingezonden stukken, geiden enz., franco te zenden aan den Uitgever. Telct. 38. WAALWIJKSCHE EN LANGSTRAATSCHE COURANT. Uitgave: Waalwij ksche Stoomdrukkerij Antoon Tielen Telegr.-AdresECHO. Prijs der Advertentlto: 20 cent per regel; minimum 1 LH. Reclames 40 cent per regel. Uitsluitend voor onze Abonné's stellen wij beschikbaar voor den ongelooflijk lagen prijs van 50 cent per stuK (franco p. p. bij vooruitbetaling f0,75) n.l. De Staalmeesters van Rembrandt. Anatomische tes Molen bij Wijk bij Duurstede van Ruysdael. Gezicht op Delft van Vermeer. Verder een z.g. Muziekserie Winters Charm. A Fr'md of Mine fuanita Home. Sweet Home. The Debutante. Alles in schitterende kleurendruk. Men kan vanaf heden bestellen aan 't bureau, waar modellen ter inzage liggen. Wij vertrouwen dat vele abonné's van deze zeldzame premie zullen pro fiteered DE ADMINISTRATIE. Ouderdomsrente. Behandelden wij !n onze vorige uiteen zettingen de invttlJdliettS, «ie weduwen- en wéczenrecte, thans vragen wij Uwe aandacht voor de Ouderdomsrente. Nagenoeg alle arbeiders beschouwden de ouderdomsrente als de eeolge ult- keerlngi die de invalldlteiswet geeft. Alleu staafden zich blind op den 65- jarigen ieaftijd, dien de jongere arbei ders toch niet denken te bereiken. Ea wat zullen zij zich daarover druk maken 1 Niemand wist, dat de wet hun ook een ultkeerieg verzekert, wanneer cij door ziekte of gebreken nagenoeg olet meer in staat zijn om te werkenveel van „De Echo van het Zuiden". 40). minder dat de weduwe van een verze kerden echtgenoot weduwenrente, de weezeu van een verzekerden Vader of van een verzekerde moeder weezenrente kunnen genieten. Mogen deze bepalingen thans meer aigemeene bekendheid hebben gekregen 1 Algemeen denkt men, dat mnn bij het bereiken van den 65-jarigen leeftijd ia elk geval ouderdomsrente zal genieten. Mis, want zonder verzekering thans geen rents meer op Uw 65e jaar. Zij, die arbeid in loondiensd verrich ten, moeten opgenomen zijn in de ver plichte verzekering, zij, die nimmer tegen loon in dienst van anderen werken, kun nen alleen dan aanspraak maken op ouderdomsrente, indien zij zich vrijwil lig verzekeren. De arbeiders, die in de verplichte verzekering zijn opgenomen, dus ia het "bezit zijn van een rentekaart hebbea recht op ouderdomsrente, zoodra zij den 65-jaiigen leeftijd hebben bereikt. Echter kan de arbeider zijn recht eerst doen gelden, zoodra er op zijn rentekaart een bepaald aantal zegels ge plakt zijn, te weten vóór het 60ste jaar 47 zegels per jaar, tusschen het 60ste en het 65ste jaar op 39 zegels per jaar. Staan er minder zegels op de rentekaart, dan krijgt de verzekerde geen rente. Bovendien moet de rente-aanvrager kunnen aantoonen, dat hij In het tijdvak van 10 jaren, dat aan de vervulling van zijn 65ste jaar voorafgaat, minstens 156 kalenderweken arbeid in loondienst heeft verricht, indien er in totaal minder dan 156 rentezegels op zijn rentekaarten zijn geplakt. De wet heeft een minimum rente.be- drag van drie gulden per week vastge legd voor de arbeiders boven den leef tijd van 35 jaar, die vóór 3 December 1920 in de vetplichte verzekering zijn opgenomen. Het bedrag der ouderdoms rente voor de arbeiders, die beneden den leeftijd van 35 jaar in de verzeke ring zijn opgenomen, i< verschillend en wordt bepaald door hst aantal en de waarde der zegels, die vaar den arbeider zijn geplakt. In het gunstigste geval kan de weekrente (ouderdoms- zoowel als lovalidltels-rente) voor dezet» arbeider f 5.60 bedragen. Ook uit deyze beschouwing volgt weer, dat het aantal der zegels waarde heeft, er moet minstens een bepaald zijn ge plakt wil men op de ouderdomsrente aanspraak kunnen maken. Het aantal en het bedrag der premiën (zegels) be- heerscht weder het rentebedrag. Ia het algemeen kuaoen we wel be sluiten met de opmerking, dat de arbei ders, die het belang van zich zelf en de hunnen willen bevorderen, er voor moe ten zorg dragen, dat zoo mogelijk elke week een rentezegel van de hoogste waarde wordt geplakt. Elke rente-ult- keering ts afhankelijk van het aantal en het bedrag der geplakte zegels. Zija er echter minder dan gemiddeld 47 ea na het 60ste jaar 39 zegels geplakt, dan moet de verzekerde de ouderdomsrente missen. De volgende week zullen we behan delen de maatregelen, die genomen worden om bet gevaar voor blijvende arbeidsongeschiktheid af te wenden. Wat iedere maand te doen geeft. (Ie helft October.) Dezen zomer waren er veel Utweveldeu met een grauwachtig an zien, bladeren, hal men en aren hadden ren zwartachtig over treksel: het «zwart", veroorzaakt door een schimmeisoort of zwrno. Dezelfde zwam komt voor op rogge n *oms ook op haver en gerst. Meende m i vroeger, dat het «rwwt* met de tr.* tatwe op een volgend gewas werd o verg eb acht, de latere ervarin gen deden zien, da; overbrenging door het zaad van weinig geen beteekenis is. Evenwelmen treft het «zwart* hat meest aan op planten, die in hnn ontwikkeling gestoord werdende k*ns is dus groot, dat die aangetaste plan'-n een onvoldoende korrelontwikkeling hebben, Dergelijke tarwe is derhalve, is het niet om 't «zwart*, dan toch om de geringe korrelontwikkeling, voor zaaitarwe niet bruikbaar. Hierop lette men! Steenbrard ia b\j de Undbnu- wers minder bekend dan het «zwart*. Ken- teekeuenKatjes meestal nog gaaf, staan wat wijder uit, kleur meer blauw-groen dat maakt een tuigen indruk, van nabij merkt mea een reuk ais vischlucht, de kor rel bevat in plaats van wit meel een zwarte sporenmasea. Kopervitriool is eeo eenvou dig, goedkoop bestrijdtnpsmiddel «Groning- sehe omtchepmethods" men lost 2 ons kopervitriool op in 2'/s L. water, wat door verwarming kan bespoedigd worden na be koeling bevochtigt men hie mee terdege, onder herhaald omscheppen, 1 H.L, tarwe. Men gebruike een houten of steenen bak. Wie zijn z»»d aldus behandelt, en ook ver der voor besmetting vrijwaart, kan zich in den volgenden oogst zier bevoordeelen. Op vele plaatsen is men nog aan 't aardappelrooienhier en daar vindt men nog al veel aaltjesxieke knollendeze mot ten zorgvuldig van het veld verwijderd worden, By zwakke aantaating ziet men een bruinblauwe plek, ietwat ingezonkenis het erger, dan laat de schil gemakkelijk los en ziet men daaronder een droge, geel bruine massa. Geef er vooral ook acht op, of tv knollen aan de wratziekte lijden by sterke aantasting vindt men groote, zwartachtig-bruine wratten op de knollen. Deze wtalziekte kan een ramp worden, als ze niet wordt tegengegaan. Aller mede werking is noodig. Wie nalaat aangifte te doen by den burgemeester zijner gemeente, is strafbaar volgens de Wet van 1 Juni 1918. Haal thans alle planten binnengetf ze voldoende lucht en licht. Berg de erwten- rijzen en boonenstokken op, anders gaan de punten rotten; ia ieder geval vóó devorct invalt. De zaai en planttijd is voorbij land, dat vrjj l'i "phta men om, niet diep, maar de wortels van 't onkruid moeten naar bo ven gebracht wbrdendeze kunnen dan bevriezenaldus krijgt ge nw land het best onkruidvrjj. Wortelen kunt ge nog zaaien in den bak, om ze in Maart te kunnen plukken. Graaf daartoe den bak diep uit, vul hem met versch gehakt loof, waarop een goede laag ruige paardenmeatlucht dan den bak een weinig, om de overtollige damp er te laten uittrekken. Een paar kmiwagens bladaarde er op, na een paar dagen nog maals, en zoo vervolgens, tot er ongeveer een voet aarde op den mest ligtniet te dik, het zaad onder de aards; over dag luchten, als de wortelen er op staan. Ge durende den winter dekken en veritvry bonden. Leg de ramen dicht van ds eerst op den bak g zette sla, later ook de ar d-re verwijder eerst bet onkruid en aan wezige rupsen en slakkeu. De kropsla moet niet te dicht bjj het gks staan, ze zouden van de vorst kunnen lijden. Plant voor het voet jaar de tulpen, hyacinthen en crocussen in de perken, in wac ouden koe- of paai-- denmestna de planting er wat aarde op brengen, de bollen moeten ruina een hand breed onder den grond zijn. Crocussen, nu in 't gras gelegd, komen ieder soorjsar weer op. Breng ook de Vergeet-mij-nietje* io de perken eerst goed spitten, mesten hoeft Opgericht WAALWIJK. Verzekerd Kapitaal 25.586.757.— Reserve 3.113.7o 7.— De vracht-auto der komt eiken 9641 te tot het thuisbezorgen en ophalen der wasschen A. KNEQTEL, Tilbubg. Vraagt Prijscourant. Vracht jjratis niet, ttney de groBd erg schrei] ie. Recepten. Groote augurken in 't zout: tngnrken (of komkommers) goed eckoou- borsteleo, in potten of fiesschen leggen, met gekookte pekel bedekken, afelniten met peikamentpspier. Voor de pekel 1 ons zout op 1 L. water. Andijvie in jlesschen: schoon maken, snjjden, wasschen, 15 miunteu koken, fler- schen rollen eu Vj2 uur per Litetflescb nakokrn. Asutal andyrie-strniken is afhsu- kelyk ran de grootte. -— Zondag om 3 uur brak te Heeze (N.8.) brand uit in het café W. op het „Kruis". Het vuur sloeg op andere wo ningen over, zoodat binnen het uur zes woningen in asch waren gelegd. De inboedels gingen grootendeels ver ioren. Een en ander was gedeeltelijk verzekerd. Te Hoogeloon zijn de woningen vart H. Pluijms en H, Lemmens met stallen en schuren en de boerderij der wed. H. Willems afgebrand. Ook zijn een 3 tal varkens verbrand. Brandbluschmate- riaal was niet aanwezig. Verzekering dekt gedeeltelijk de schade. De 14-jarige Aartje Kozijn te Apel doorn, die met baar vriendin een s berijdende uit de Riiboekstr»at den Wa- terlooscheu weg wilde opgaan, wrrd door een vrachtauto overreden. Wel had de chauffeur, die beween voldoende signa len te hebben gegeven, scherp uitgehaald maar hij kou evenwel *let verhinderen, dat een der achterwielen over het lichaam van het kind reed. Per rijwiel-brancard naar het ziekenhuis overgebracht, moest dadelijk operatief worden Ingegrepen. De zware inwendige kneuzingen maken de* toestand zeer zorgwekkend. ZEVEN EN DERTIGSTE HOOFDSTUK. 20416 W, ECHO VAK HET W\M, m o cn o <JV O w to o ZES EN DERTIGSTE HOOFDSTUK. „Ik zal mij steeds gelukkig achten u een dienst te kunnen bewijzen." „Mag ik n thans verzoeken, mijnheer, mij alleen met dezen man te laten?" De gewezen agent drukte de hand vau den valschen Paul Harmant en verwijderde zich na nog een blik van verachting op Ovidius Soliveau geworpen te hebben. Deze stond met gebogen hoofd sprakeloos tegenover Jacques. „Zoo," sprak deze, toen zij alleen waren, „zijt gij, dien het toeval mij op dit schip onder de oogen gebracht heeft gij, die door de banden des bloeds aan de Harmants ver bonden zijt. wier reputatie steeds zonder een vlek is geweest, gij, wien ik gelukkig was weer te vinden, slechts een ellendige schurk, een hoosdoener door de politie op de hielen gevolgd, een dief van beroep!" Jacques sprak op zachten toon. „Niet zoo luid, neef, als ik u verzoeken mag; niet zoo luid!" stamelde Ovidius met droge keel. „Daar de oude mij, u zij dank, niet verraden zal, is het toch volkomen nut teloos allen aan boord te laten weten, wat er gebeurd is. Ik heb een oogenblik van ijl hoofdigheid gehadWat kan men daar van zeggen? Ik ben niet rijk. Een mensche- lijke zwakheid vindt licht vergiffenis. Zien wij dat niet alle dagen?Ik had goud en bankbiljetten gezien en deze hadden mij liet hoofd opgewonden." En dan voegde Ovidius, iu wiens oogen tranen stonden, er huichelachtig bij „O neef, gij- zijt waarlijk eene voorzienig heid voor mij geweest, daar gij niet geduld hebt, dat ik een ongerechtigheid beging „Gij erkent dus, dat ik wel gelijk had te handelen zooals Ik thans gedaan heb?" „Ja, dat erken ik, on ik zou het overal willen rondbazuinen, zoo dit mocht gehoord worden." „Hebt gij geen spijt de aanzienlijke som weer verloren te hebben, die gij gestolen hadt?" Ovidius aarzelde. „Gij zoudt ten prijze van wat ook rijk willen worden", ging Jacques voort, „uw aarzelen bewijst het duidelijk genoeg.'* „Wat zal ik daarop antwoorden? Rijk dom is alles wat men verlangen kan." „De tasch van dien ouden agent der open bare veiligheid hield zeventigduizend fran ken in." „Dat is een heel aardig sommetje 1" zeide de ellendeling op een toon, die duidelijk ge noeg te kennen gaf hoe groot zijn spijt was. „Een aardig sommetje, ja; doch 't, is niet de fortuin. Zoo gij mij wilt gehoorzamen sta ik echter voor uwe fortuin in." „Waarlijk?" „Op mijn woord van eer." „Beschik over mij, over ziel en lichaam, neef." „Levert gij u getrouw aan mij over? Zon der achterdocht?" „Geheel en al. Hang ik thans niet. volko men van u af? Zou die René Bosc, dien gij het stilzwijgen hebt opgelegd, niet onmid dellijk spreken, zoo gij toeliet dit te doen? Kunt gij zelf mij niet. doen arresteeren, zoo gij eenigen lust daartoe gevoelt?" „Dat is waar; doch de lust daartoe zal hij mij niet opkomen." „Zoo de oude maar een man van zijn woord is! Wat zou er gebeuren, zoo hij mijn dwaasheid aan den patroon ging vertellen?" „Dan waart gij verlorenJacob Mor timer zou u onmiddellijk wegzenden om u ten overvloede nog uit de Vereenigde Staten te doen zettenDoch dat hebt gij niet te vreezen. Ik sta voor het stilzwijgen in van René Bosc, zoowel als voor Jacob Mortimers goedgezindheid tegenover uDaarmede belast ik mij." „Gij!" riep Ovidius uit, zijn gewaanden neef met de grootste verbazing aanstarend. „Luister," zeide Jacques, liet lioofd tot Soliveau neigend. „Zooeven heb ik u beoor deeldIk ken u alsof wij ons leven lang zij aan zij verkeerd hadden. De diefstal der tasch was niet uw eerste misdaad; herinner maar eens wat René Bosc mij verteld heeft van een bevel van gevangenneming tegen u uitgegeven." „Neef „O. tracht niet te loochenen. Ik behoor niet tot hen, die zich gemakkelijk laten mis leiden. Ik heb de volmaakte zekerheid dat zoo men eens de archieven, doorzocht der correetioneele rechtbank .te Dijon, men daar uw naam zou vinden, óp menige bladzijde herhaald." Ovidius neeg het hoofd. „Vergis ik mij wel?" vroeg Jacques. „O, voor kleine pekelzondenzeide Ovidius. „Pekelzondendie naar de galeien voe ren. Ik hen overtuigd dat René Bosc. in zijn kwaliteit van oud agent der openbare vei ligheid, geen moeite zou hebben, zoo deze taak hem door iemand werd opgedragen, om een gansch zondenregister tegen n op te makenDoch ik zal zwijgen, en tevens er voor zorgen dat René Rose niet spreekt; maar dan hebt gij ook te doen wat ik u op leg." „Ik ben bereid. Wat wilt gij?" „Vooreerst zult gij in 't publiek, wanneer er derde personen- bij zijn, den schijn aan nemen mij niet te kennen." „Dan verloochent gij mij „Zooals gij zegt," antwoordde Jacques zoo brutaal mogelijk. „Men moet niet kunnen zeggen dat ik een dief onder mijn familie leden tel. Dat is gemakkelijk te begrijpen, en gij zult het alsnog heter vatten, wanneer ik u mededeel, dat ik sinds gisteren de ven noot hen van uw patroon, Jacob Mortimer." „Gij, Mortimers vennootriep Ovidius ten hoogste verbaasd uit. „Gij „En ik zal er nog bijvoegen," hernam de gewezen meesterknecht, dat ik in een maand of twee hoop zijn schoonzoon te zijn: mis schien nog vroeger." „Mijn compliment neef! Geluk er mee! Nu, ik verzeker u. gij weet uw bootje te sturen „Mijne positie in de familie Mortimer zal mij de grootste macht in handen geven. Ik zal in staat zijn alles voor u te doen en ook om u in het verderf te jagen. Dit zal van uw gedrag afhangen. Zoo ik het goedvind in u een bloedverwant te erkennen zal ik het doen. anders niet! Volbreng nauwkeurig wat ik u opleg en zorg dat u geene verwij tingen op den hals haalt. Ziehier wat ik u aanbied In een maand tijds zult gij de eer ste meesterknecht zijn onzer industrieele in richting en zal ik het salaris, u door Morti mer beloofd verdubbelendoch dan zult gij ook alles doen wat ik verlang, gij zult geen anderen wil koes-teren dan mijn wil... Gij zijt zeer eerzuchtig; welnu, ik zal al uwe verwachtingen overtreffen..;... Het geld is uw afgod. Ik zal u met rijkdommen overla denNeemt gij mijn aanbod aan?" „Of ik dit aanneem?" riep de werkman uit. „Natuurlijk neem ik dit aan, des te meer. daar gij uw woord niet zult breken; daarvan ben ik volkomen overtuigdOok gij zi.it eerzuchtig, dat begrijp ik. en mijne stilzwijgendheid, mijne gehoorzaamheid, en mijne medepliohtigeid kunt gij wellicht niet missen om op de hoogte te blijven, die gij thans hebt ingenomenWaarom? Dat weet ik niet en ik stel er ook weinig belang in. 't Gaat mij niet aan... Doch ik behoor u met ziel en lichaam toe, ik ben uw slaaf, ge reed te doen al wat mij bevolen wordt. Wat wilt gij?" „Niets, zoolang wij New-York nog niet hebben bereikt, behalve een enkele zaak, waarvan ik u reeds gesproken heb: Gij zult den schijn aannemen een persoon te zijn. die mij niet kent." „Begrepen Doch het verveelt mij dat wij niet te zamen kunnen praten." „Wanneer ik iets te zeggen heb, zal ik tot u komendoch wees verzekerd dat ik u niet sparen zal, zoodra gi.j n tracht te onttrekken aan de blinde gehoorzaamheid, die ik van u verlang. Dn zal ik René Bosc gaan opzoe ken en hem belasten een schrijven te rich ten naar het parket van Parijs en dat van Dijon „Zwijg tochklonk het smeekend uit Ovidius mond. Zonder hierop te letten ging Jacques voort „Zoodra de Fransche gerechtigheid verne men zal, dat een zekere Soliveau, wegens diefstal vervolgd, zich in Amerika ophoudt, zal zij zeker uwe uitlevering vragen en deze onmiddellijk verkrijgen. Jacojb Mortimer zou u zelfs buiten de Vereenigde Staten doen zetten en dan zult gij ook in handen van de Fransche justitie vallen." „Waarom bedreigt gij mij, daar ik u ge hoorzaamheid gezworen heb?" „Ik bedreig u niet; 't is slechts eene waar schuwing om u er aan te doen denken, dat eenig verzet van uwe zijde erge gevolgen na zich zou slepen." „Wees gerust! Gij zult u over mijne ge hoorzaamheid niet te beklagen hebben." „Welaan, dan zal ik vergeten, dat gij den naam Soliveau, den naam mijner moeder, onteerd hebt... Laat ons thans over andere zaken spreken." „Volgaarne." „Hoe bevalt het u iu de tweede klasse?" „Niet bijzonder," antwoordde Ovidius op erbarmelijken toon. „De kok schijnt bespa ringen te willen maken op ons voedsel, en hetgeen ons in de cantine verkocht wordt, laat in qualiteit nogal veel te wenschen over. zoo men geen hooge sommen betalen kan." Jacques haalde een tiental gouden Louis uit den zak. „Koopt dan beter voedsel," zeide Jacques terwijl hij Ovidius deze goudstukken in de hand stopte. „Dank u neef! Dank u zeer!" riep Soli veau uit. die thans geen perken meer aan zijn vreugde kende. „Ziedaar nu de laatste maal, dat gij mij dien naam geeft, of 't zou moeten zijn dat wij ons geheel alleen bevinden." ,.lk zal het niet vergeten. Wees gerust." „Nu, ik reken er op." Jacques Gérard vervoegde zich thans weer bij Mortimer gn Noëmi in de zaal. De gewezen agent René Bosc had een goed geheugen. Ovidius, Soliveau was werkelijk een kerel dié reeds vaak met de politie in aanmerking was geweest. De oude sprak de waarheid, toen hij melding maakte van een hevel tot inhechtenisneming, naar aanleiding van een diefstal met inbraak in een klein hotel, dat hij in Weststraat bewoonde, tegen hem uitgevaardigd. (Wordt vervolgd).

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1921 | | pagina 1