De Portierster
van Alfortville.
|„N00BD-BRABAND"l
Gemeenteraad.
FEUILLETON
Maatschappij van Verzekering op het Leven.
NUMMER 2
WOENSDAG 4 JANUARI 1922.
45e jaargang.
WAALWIJKSCHE EN LANGSTRAATSCHB COURANT.
UitganWaalwqiuche Stoomdrukkerij Antoon Tlelen Telegr.-AdreaECHO.
van nDe Echo van het Zuiden
69).
38,
Opgericht WAALWIJK. 1843;
Verzekerd Kapitaal 26.099.999.» a
Reserve - 3.165.341.—
ECHO VAN HET ZUIDEN,
Dit blad verschijnt
WOENSDAG- EN ZATERDAGAVOND.
Abonnementsprijs per 3 maanden 1.25.
Franco per post door het geheele rijk 1.40.
Brieven, Ingezonden stukken, gelden enz.,
franco te zenden aan den Uitgever.
Wij hebben nog een groot aantal raads
vergaderingen te verslaanmen zal het wel
willen goedvinden, dat we eerst de versla
gen geven van Waalwijk en Baardwijkvan
de laatste raadsvergadering te Basoijen
1.1. Zaterdag gehouden kunnen we tot onze
spijt geen verslag geven, omdat we geen
kennisgeving ontvingen, wat anders te doen
gebruikelijk was.
Men heeft niet ons daarmee gedupeerd,
maar wel de ingezetenen van Besoijen, die
het verslag van de laatste vergadering hun
ner eigen gemeente vermoedelijk gaarne als
een historisch document hadden willen be
waren.
WAALWIJK.
Openbare vergadering van den Raad
dezer gemeente op Zaterdag 31 December
des namiddags ten 3 uur.
Voorzitter Edelachtb. Heer Th. de Sur-
mont de èas Smeele.
Ongeveer 3.15 opent de Voorzitter de ver
gadering; afwezig de heeren Timmermans,
Roggeveen en Brekelmans.
Voorzitter. Ik open de vergadering en heet
u van harte welkom vooral bij gelegenheid
van deze laatste vergadering. Deze vergade
ring is niet alleen de laatste van het jaar,
doch wij sluiten tevens hiermede af een zeer
lange periode van de geschiedenis van het
oude Waalwijk. Een lang tijdperk ligt
achter ons en bij, liet afscheid nemen daar
van gevoel ik hoezeer Waalwijk met hare
geschiedenis mij lief is geworden. Wij nemen
met weemoed afscheid van ons dierbaar
oude Waalwijk en slaan de oogen op naar
het verjongde Waalwijk.
Ik vraag mij af, hoe zal de geschiedenis
daarvan worden?
Wij kunnen hierop niet antwoorden, wij
weten het niet, doch laten wij met moed en
vertrouwen dat nieuwe tijdperk beginnen,
laten wij met gevoelens van dankbaarheid
jegens God de oude gescliiedböeken slöiten
en de nieuwe openen in het vaste vertrou-"
wen dat de onmisbare zegen van den Al goede
moge rusten op onze werkzaamheden en op
het nieuwe vergroote Waalwijk.
Klijberg. Na deze hartelijke woorden door
U geuit, meen ik aan den plicht te kort te
schieten als ik niet een enkel woord als ant
woord tot u spreek. U zegt met weemoed af-
scheid te nemen van het u zoo- dierbare
Waalwijk mi dat daarmede ook de geschie
denis wordt afgesloten.
Mijnheer de Voorzitter deze woorden
brachten mij in herinnering Uw plechtigen
intocht. Toen was er in den feestelijken op
tocht een eenvoudige maar niettemin smaak
volle praalwagen met een beteekenisvol
symbool. Ik meen dat het was van de
destijds bestaande vereeniging „Ora et La-
bora". Op dien wagen was opgesteld een
nieuw geschiedenisboek en op de eerste blad
zijde daarvan was geschreven Surmont de
Bas Smeele.
Werpen wij nu eens een blik terug, zien
wij nu eens wat onder uw wijs bestuur is
tot stand gekomen. Ik meen niet te veel te
zeggen als ik beweer dat thans in dat boek
vele bladzijden met gulden letters zijn be
schreven, dat die zeer vele bladzijden ge
tuigen van uw wijs bestier en aangeven wat
onder uw leiding is tot stand gekomen.
„Zoo brengt dan de ellendeling," sprak
hij met zachte stem, die sissend door twee
gesloten rijen tanden klonk, „eene industri-
eele onderneming ten gronde, welke hij mij
zoo bedriegelijk heeft weten uit de hand te
nemen! De fabriek valt, dat is duidelijk!...
Ovidius loopt naar een schandelijk bankroet
Maar hoe is dat gekomen? Hoe? Ook dat is
duidelijkDe dwaaskop speelfzwaar spel
en verliest! De kaarten zouden in zijn han
den een koninklijke fortuin van kant hel
pen! Weldra zal hij zonder middelen van
bestaan zijn!... De fabriek van Jacob Mor
timer, eene der voornaamste uit de Vereenig-
de Staten, zal op het groene laken ten gron
de gaanEn op het oogenblik dat ik mij
waande, volkomen verlost te zijn van dien
ellendeling, dreigt hij mij met zijne komst!"
„Misschien zien wij elkander reeds spoe
dig terug!" schrijft hij mij.
„DuidelijkDuidelijk
„De val is nabijanders schreef hij mij
dat niet. In enkele maanden zal hij bijna
een millioen verslonden hebben
„Waarom jaagt hij zich niet een kogel in
den kop? Waarom schiet hem een of ander
ontevreden Yankee niet neder?
„Maar dat geluk heb ik niet!"
„Hij zal terugkeeren, en opnieuw zal de
boosdoener mij in zijne handen hebben!"
Paul Harmant wierp den brief van zijn
gewaanden neef in het vuur en ging weder
aan het werk, doch zijn geest bleef zich met
sombere gedachten bezighouden en diepe rim
pels vondefi eeue plaats op zijn voorhoofd.
DE
Zeker, de raad mag er trotsch op zijn dat
hij tot de totstandkoming van vele zaken het
zijne daartoe heeft bijgedragen, maar het
mag niet worden ontkend, de leiding ging
steeds van U uit.
Het doet me dan ook genoegen en ik stel
het op hoogen prijs het van deze plaats af
te kunnen zeggen, dat U aan den groei en
bloei en den vooruitgang van Waalwijk een
groot deel hebt bijgedragen. Ik wil dan op
enkele dingen wijzen die me in het geheugen
komen, die onder uw wijs beleid zijn tot
stand gekomen. Ik noem dan eerst de Rijks-
vakschool voor Schoenmakers en Leerlooiers
met 't daarbij behoorende proefstation t.b.d.
Lederindustrie. Verder is onder Uw leiding
hier gevestigd de Rijksnormaalschool en met
deze twee inrichtingen is de Mr. van Cooth-
straat ontworpen en onder uw bestpur ge
maakt.
Mede door Uw grooten steun is hier geko
men de R. K. Handelsdagschool en thans, als
gevolg van Uwe groote belangstelling en
steun voor het onderwijs is men weer bezig
aan de uitbreiding van de teekenschool
waardoor deze inrichting er eene wordt die
een eerste plaats zal innemen op dat gebied
in de provincie. Als ik nog verder ga met
op te noemen wat in mijn geheugen komt en
aan uwe voortvarendheid is te danken, dan
wijs ik op de overname van de waterleiding.
Op den duur zal blijken dat dit een verstan
dige daad is 'geweest.-Verder mag ik niet
vergeten den woningbouw. Door uw wijze en
voorzichtige politiek hebben wij de noodige
bouwterreinen tegen niet te hooge prijzen
kunnen koopen. Onder uwe leiding zijn ge
bouwd 29 middestandswouingen. waarvan re
21 in de Mr. van Coothstraat en 8 in de
St. Antoniusstraat. Voorts zijn er gebouwd
151 arbeiderswoningen waarvan er 43 in de
St. Antoniusstraat, 40 in de Chrispijnstraat
en 68 in de Putstraat. Met al deze daden
kebt ge U een eerezuil opgertcht. Steeds zal
met eere en dankbare herinnering de naam
van. Surmont de Bas Smeele warden her-
'dacht.
Ik meen dan ook den tolk, niet-alleen van
den Raad, maar van gansch Waalwijk te
zijn als ik U op dit plechtig oogenblik diep
gevoelde hulde en dank breng voor alles wat
met Uw krachtige energie is tot stand ge
bracht.
Het verheugt me ia hooge mate dat het H.
M. de Koningin behaagd heeft U te benoemen
tot burgemeester van de drie samen te voe
gen gemeenten Waalwijk, Baardwijk en Be
soijen. Ik acht het een gelukkige keuze en
deze benoeming is voor U eene hooge onder
scheiding waarmede ik U niet alleen, maar
ook de drie gemeenten, van harte feliciteer.
Wij leden van den raad kennen Uw wijs
bestieren en het leiding geven in de vergade
ringen. Wij weten hoe U de verschillende
stroomingen recht laat wedervaren. Ik ben
er dan ook van overtuigd dat U met nauw
gezetheid, onkreukbare eerlijkheid en on
partijdigheid den nieuwen raad zal leiden.
Dat God U nog tal van jaren spare en kracht
geve opdat onder Uw bestuur en Gods on-
misbaren zegen het nieuwe Waalwijk moge
groeien en bloeien tot heil van de geheele
gemeenschap. (Applaus).
Voorzitter. Ik zeg u van harte dank voor
Uwe woorden tot mij gesproken en de leden
voor hun applaus.
Mijnheer Klijberg, twee zaken hebben mij
in Uwe sympathieke rede getroffen nl. het
onderwijs en den woningbouw. Van het begin
af van mijne benoeming tot burgemeester
heb ik ingezien dat er nog eene leegte was,
eene groote leegte zelfs, een gebrek aan vol
doende Meer Uitgebreid Lager Onderwijs.
Het was en is nog steeds mijne vaste over
tuiging dat men ook de kinderen van het
volk niet voldoende heeft aan gewoon
Lager Onderwijs, althans wil men slagen in
zijn loopbaan. Steeds heb ik dan ook ge
peinsd hoe het te zullen aanleggen dat beter
te maken opdat de jeugd in staat kan wor
den gesteld zich beter te bekwamen. En ik
ben gelukkig te hooren dat ik daarin ben
geslaagd, zij het dan niet in alle deelen. De
overtuiging staat bij mij vast dat de Jeugd
over het algemeen genomen nog te weinig
voelt voor het onderwijs en dat is te betreu
ren. De jeugd moet zoo worden opgevoed,
dat ze ziet dat het een gebrek in haar later
leven is, dan eerst zal ik mijn doel, dat ik
voor oogen heb gesteld, hebben bereikt.
Wat de woningbouw betreft, reeds voor
dat ik burgemeester was, heb ik daar veel
moeite voor gedaan om er toe te komen dat
betere huizen werden gebouwd.
Vroeger was er echter geen sprake van
dat men daarte kon geraken, men zag er
gewoonweg de noodzakelijkheid niet van in.
Thans echter is men er in mogen slagen
en zijn zooals mijnheer Klijberg heeft ge
zegd, een groot aantal woningen zoowel
voor den middenstander als voor den arbei
der gebouwd. Een goede woning is niet al
leen louter voor het materieele, neen de be
schaving en ontwikkeling van het volk hangt
zeer veel af van een goede woning. Vele
voorbeelden heb ik daarvan gezien, trouwens
in de .litteratuur kan men het ook steeds
zien.
Ten slotte wil ik nogmaals allen uanken
voor den steun die ik van hen heb mogen
ontvangen. Vooral breng ik nogmaals den
heer Klijberg gaarne dank voor zijne harte
lijke woorden. Ik hoop en vertrouw lit on
der Gods onmisbaren zegen wij het nieuwe
tijdperk zullen ingaan. (Bravo's).
Hierna worden de notulen der vorige ver
gadering gelezen en onveranderd goedge
keurd en vastgesteld.
AAN DE ORDE:
1. Ingekomen stukken.
a. Schrijven van den heer Roggeveen
houdende mededeeling i at zijn moeder heden
grafwaarts wordt gedragen en hij derhalve
niet bij deze vergadering kan tegenwoordig
zijn.
Wordt voor kennisgeving aangenomen.
b. Verslag van de Commissie van Toe
zicht op het M. O.
Voorzitter. We zullen dat voor de leden
nog eens ter inzage leggen.
Klijberg. Zou het niet in „De Echo" ge
plaatst kunnen worden.
.Voorzitter, 't Is zoo lang.
Klijberg. Wanneer het publiek dergelijke
stukken oner de oogen krijgt, zal het
meer belang in dat M. O. gaan stellen. Het
is, zooals U in uw slotwoord hebt gezegd,
noodig dat het volk daar meer belang in gaat
stellen en dat kan m.i. op deze mauier wor
den bereikt.
Voorzitter. We zullen het de redactie vra
gen of ze het in geheel of een uittreksel er
van wil plaatsen..
Schrijven van het Comité ter behartiging
van de algemeene belangen van overheids
personeel waarin het er op aandringt dat een
geregeld overleg tussolien de vereeniging van
Nederl. Gem. en vakorg. van overheidsper
soneel tot stand kome.
Burg. en Wetli. kunnen geen vrijheid
vinden voor te stellen om aan het verzoek
te voldoen. Op de eerste plaats vinden ze
het door de Ver. ingenomen standpunt dat
ze niet het aangewezen lichaam is om een
door het Comité gedacht element te zijn in
de organisatie van het onderling overleg
juist, omdat bij het vaststellen der arbeids
voorwaarden van het gemeente-personeel,
plaatselijke toestanden en omstandigheden
hierbij niet Uit het oog mogen worden ver
loren en hun invloed zullen moeten doen gel
den.
De heer Smolders kan zich met. het prae-
advies van Burg. en Weth. in zooverre ver»
eenigen als geen wijziging in de arbeidsbe-
paling voorloopig zal plaats hebben. Mocht
dat plaats moeten hebben, Man zou hij er
prijs op stellen dat georganiseerd overleg
plaats heeft.
De Voorzitter gelooft dat men gevoegelijk
over deze zaak heen kan stappen aangezien
het beginsel niet wordt geraakt.
Men vraagt in het adres alleen de Ver.
van Ned. Gemeenten daartoe aan te zetten
en de gemeente heeft niets aan te zetten.
Voorstel van de gascommissie om de prij
zen van het gas te verlagen en te brengen op
15 en 16 ct. per M3. en van de electriciteit
voor licht op 42 et. en van kracht op 23 ct.
per K.W. Alles ingaande 1 Januari.
Zoodra de begrooting zal worden behan
deld, zal daar verder over in den raad wor
den gesproken.
2. Ontwerpverordening regelende het
vervolgonderwijs.
Conform het voorstel van Burg. en Weth.
wordt besloten.
Prijs der Advarteettta:
20 cent per regel; 1M.
RedAnei iê cut per regel.
3. Voorstel tot opheffing der zekerheid-
gesteld door den eervol ontslagen Directeur
van het Levensmiddelen bedrijf.
Conform het voorstel van Burg. en Weth.
wordt besloten.
4. Voorstel tot wijziging van het Regle
ment voor het Burgerlijk Armbestuur.
Zonder bespreking wordt ook dit voorstel
aangenomen.
5. Voorstel tot verlenging der tijdelijke
kasgeldleening, groot 250.000.
De gemeente is nog niet in staat om op
31 December deze leening in baar geheel af
te lossen omdat de achterstand in de Invor
dering van den Hoofd." Omslag, diensten
1920 en 1921, nog niet is ingehaald, terwijl
verder aan het Gemeentelijk Woningbedrijf
door de gemeente belangrijke bedragen aan
kasgeld zijn verstrekt in afwachting van
betaalbaarstelling van daarvoor beschikbaar
komende rijksvoorschotten.
Scliambergen. Gaat dat ook weer tegen 7
procent.
Voorzitter. Neen. dat is ten hoogste tegeu
7%. Wij moeten betalen zooals de geld
markt bij de kassiers is. Zooals U weet zijn
we bij de Geldersche Credietvereeniging.
Wordt met algemeene stemmen goedge
vonden.
6. Voorstel om toe te treden tot de steun
regeling voor noodlijdende werkloozenkas-
seu.
Conform het voorstel van Burg. en Weth.
wordt besloten.
7. Vaststelling der balansen 1920 der be
drijven voor Gas, Electriciteit en Waterlei
ding. het Woningbedrijf, en der. liquidatie
balans van het Levensmiddelenbedrijf.
De heer Smolders zegt als jong raadslid
nog niet zoo bekend te zijn met den gang
van zaken. Volgens hem heeft de gasfabriek
in dat jaar een winst gemaakt van 17000.
Dat moge prachtig klinken, doch volgens
spreker is dit niet de juiste weg. Tegen een
dergelijke winstmakerij op de bedrijven is
hij in beginsel tegen. Winst mag en moet
er zijn om reserves te maken. Echter een
dergelijke winst maken als men nu heeft ge
daan en daarvan 0000 aan de waterleiding
gaan geven, dat noemt hij op z'n minst
vreemd. De gasverbruikers toch moeten het
tekort niet behoeven te betalen van de wa
terverbruikers. Ieder bedrijf moet zich zelf
bedruipen.
De heer Gragtmans merkt op dat men met
dat idee van geen winst te mogen maken, al
lang heeft gebroken omdat het gebleken Is
dat het niet opgaat. Een gemeentebedrijf
mag gerust een fatsoenlijke winst maken„
want men moet wel weten dat het eene jaar
de winst eens groot zal zijn en een ander
jaar heel gering. Zonder winst te maken
kan geen enkel bedrijf het volhouden.
Spreker wijst er verder op dat men van
Besoijen en Baardwijk een hoogerenprijs
heeft ontvangen voor het gas dan van Waal
wijk.
De heer Klijberg wijst er op dat wethou
der Krijgsman te 's Bosch in een kort ge
leden gehouden vergadering duidelijk heeft
doen uitkomen dat het niet opgaat. Zelfs de
socialisten als Duys en Wibaut en ook zeer
vele groote economen zijn van dat idee af
gestapt. Hij geeft den heer .Smolders daar
om in overweging dat idee prijs te geven.
De heer Smolders zegt in zijn aanhef te
hebben gezegd niet goed ermee bekend te zijn
Mary had dien dag schier even vroeg haar
slaapkamer verlaten als haar vader.
Haastig maakte zij haar toilet, doch niet
zonder koketterie.
Zij schelde den kamerdienaar.
„Gij herinnert u den persoon, die gisteren
morgen hier geweest Is met een brief van
den heer Dnrier, niet waar?"
„Ja, mejuffrouw."
„Die zal hedenmorgen terugkomen, om
half tien, om mijn vader te bezoeken. Gij
zult hem bij mij brengen in de kleine zaal.
waar ik op hem wacht."
„Goed, mejuffrouw."
„Waarschuw den portier."
„Oogenblikkelijk, mejuffrouw."
Het sloeg negen uur.
Mary begaf zich naar de kleine zaal.
Een half uur moest er nog verloopen voor
de komst van haren beschermeling.
Het jonge meisje werd ongeduldig.
In plaats van hij den open haard plaats
te nemen, bleef zij recht staan bij het ven
ster dat uitzicht had op het voorplein, en. van
waar men bijgevolg het buitenhek kon zien
met het kleine poortje.
Wat duurde het lang!
M ist Mary zich wel rekenschap te geven
over het geen in haren geest omging, en den
aard der gevoelens, die in hare ziel begon
nen te ontkiemen.
Wij zouden dit niet durven bevestigen,
doch de koketterie door de dochter van den
milllonnair aan haar toilet besteed, laat ook
niet toe in tegenovergestelden zin uitspraak
te doen.
TWEEDE HOOFDSTUK.
't Sloeg half tien.
Terzelfder tijd werd er gescheld aan de
straatdeur en Mary, achter de kanten gor
dijnen verscholen, zag Lucien binnentreden,
die, door den portier ontvangen, aan den
kamerdienaar werd overgeleverd.
De dochter van Paul Harmant had de
hand aan het hart gebracht.
Een hevige hoestanval verscheurde hare
borst.
Zij was genoodzaakt om plaats te nemen,
want de adem ontbrak haar een oogenblik.
Twee minuten gingen voorbij. De deur der
kleine zaal werd geopend, Lucien trad bin-
nen en Theodoor, de kamerdienaar, deed de
deur dicht.
Mary deed een krachtige poging om gere
geld adem te halen en de ontsteltenis te ver
bergen die zich van haar had meester ge
maakt.
„Mijn vader is teruggekeerd mijnheer Lu
cien," zeide zij op onvasten toon. „Ik zal u
in enkele oogenblikken bij hem kunnen
brengen."
„Hebt gij hem reeds van mij gesproken,
mejuffrouw?" vroeg de zoon van Jules La-
broue.
„Neen, ik heb hem nog niets gezegdmaar
ik weet toch reeds, dat de betrekking, door
u verlangd, nog niet vervuld is. Ik heb in
uwe tegenwoordigheid willen handelen. Nu
is de tijd gekomen om het succes stormender
hand te behalen".
„Gij kunt niet gelooven, mejuffrouw, hoe
zeer ik ontroerd ben."
„Zijt gij dan angstig?"
„Ja".
„Waarom."
..Uit vrees, dat ik niet slagen zal... Gelief
er aan te denken, mejuffrouw, dat mijne
toekomst op 't spel ptaat!"
„Wees gerust," antwoordde Mary glim
lachend. „Ik ben een trouwe bondgenoot en
sta voor alles in."
Lucien neeg.
„Kom", voegde er dan mejuffrouw Har
mant bij, „kom en reken op mij."
Terzelfdertijd bood zij hare kleine koorts
achtige hand aan den jongeman, die deze in
de zijne voelde beven.
Door Lucien gevolgd, verliet Mary de klei
ne zaal en stond stil in een vertrek, dat aan
de bibliotheek grensde.
„Wacht mij hier," zeide zij, „en houd den
brief van uwen vriend Georges Darier ge
reed."
Eene zenuwachtige aandoening deed Lu
cien beven.
Het jonge meisje klopte zacht aan de
deur der bibliotheek en trad binnen.
De industrieel, die, zooals wij weten, druk
aan 't werk was, verhief het hoofd en riep
verwonderd uit
„Wat! Zijt gij reeds bij de hand, liefste
kind?"
..Om halftien, vader!"
„Is 't al zoo laat?"
...Ta, 't Is zelfs reeds kwart voor tienen."
..Dan komt gij mij roepen voor 't ontbijt?"
„Neen om tien uur zullen wij aan tafel
gaan. Thans kom ik met u over zaken spre
ken."
„Over zakenWat zegt gij dat op eru-
«stigen toon
„Ja, 't is dan ook zeer ernstig
„Hebt gij geld noodig om rekeningen te
betalen? Wacht dan maar even
„Neen, neen. ik heb geen geld noodig."
„Wel," sprak de milllonnair lachend, „dan
komt gij nu wellicht met het geheim voor den
dag waarvan ik de oplossing gisteren niet
mocht te weten komen?"
„Juist, vader."
„Welnu, spreek dan, liefsteIk luister
met belde ooren."
Mary nam aan de zijde haars vaders op
eon gemakkelijke bank plaats en begon:
Stel u eens voor, dat ik eene bijzondere
fantasie heb."
„Dat zou de eerste keer niet zijn."
„Ja, maar de tegenwoordige gelijkt op geen
andere. Belooft gij mij te zullen doen wat
ik van u vraag?"
„Gij weet wel, dat ik nooit iets weiger,
wanneer het mogelijk is uwen zin te doen."
„Dat is waar. Luister dan... Ik wenscli
dat de eerste betrekking, die er in de fa
briek verleend wordt, aan een persoon ge
geven worde, dien Ik u zal voorstellen."
„Gij liebt dan iemand onder uwe hooge
bescherming genomen?"
.Juist zoo! Gij hebt mij gezegd, dat ge
spoedig een directeur zult noodig hebben om
de teekenaars te survellleeren, die gij van
plan zijt onmiddellijk aan te stellen. Gij
hebt een bekwaam, een geleerd en practise!»
man noodig, op wien gij volkomen rekenen
kunt... Hebt gij mij dat niet gezegd vader?"
„Ja, en dat herhaal ik. Hebt gij mij mis
schien zulk een phenix aan te bieden?"
„Zeker, en dien phenix. door mij, zoowel
als door uw vriend Georges Darier warm
aanbevolen, zult gij de betrekking schenken."
„ZooHeeft mijn advocaat uwen be-
schermeling ook onder zijne bescherming?"
„Ja, en hij rekent op mij om zijne zaak
te bepleiten en te winnen, 't Is overigens In
uw belang, vader, dat wij handelen. De per
soon van wie wij spreken, is iemand met
zeer bijzondere bekwaamheden. Nooit, nog
zult gij iemand van zijne bekwaamheden
aantreffen, nooit!"
„Welke warme verdediging!" riep Paul
Harmant uit, zijne dochter in de oogen sta
rend. „Gij kent dan zeer goed den persoon,
van wien gij spreekt?"
„Ja. vader. De heer Darier heeft hem mij
warm aanbevolen en dan heeft hij mij den
jongeman gezonden. Ik heb hem gezien, lk
heb hem beoordeeld, en ik ben er zeker van,
dat ik mij omtrent zijne hooge waarde niet
bedrieg."
Hij is een vriend van Georges Darier?"
„Een intiem vriend, een schoolkameraad.
De heer Darier blijft volkomen verantwoor
delijk voor hem. Zoo gij den jonkman uit
zijne handen aanvaardt, zal lilj ons geluk
aanbrengen, en wij zullen eene goede zaak
verricht hebben. Onze beschermeling heeft
met groote familieongelukken te kampen ge
had dat Is mij duidelijk geworden uit en
kele woorden, die hen» ontsnapt zijn."
De millionnair trok zijne dochter tot. zich
en omhelsde haar.
„Gij zijt een leerlinge van mijn advocaat!"
riep hij glimlachend uit. „Gij pielt met eene
overtuiging, die u alle zaken doet winnen."
„Is deze zaak dan gewonnen?" vroeg Mar.v
levendig.
„Dat zullen wij weldra weten. Het hart
mag de overwinning niet op het hoofd be
halen. De persoon, die mijn rechterarm zal
worden, nitjn alter ego, moet bijzondere en
zeldzame hoedanigheden bezitten. Ik wensch
zeer Darier genoegen te doen en nog meer u,
liefste Mary, tevreden te stellen, maar voor
alles moet ik mij overtuigen, of de persoon,
van wien gij spreekt, in staat is de betrek
king van vertrouwen te bekleeden, die hij
solliciteert, of ik zonder gevaar mijn autori
teit in zijne handen kan stellen. Ik zal dan
onmiddellijk een brief schrijven aan uwen
beschermeling en hem vragen, dat hij hier
kome."
„Qnnoodig, vader," onderbrak hem Mary.
„Wat zegt gij?"
„Hij ls hier in het aangrenzend vertrek,
met een aanbevelingsbrief van den heer Da
rier in de hand."
(Wordt vervolgd).