Kerkte Blad.
De Portierster
van Alfortville.
Dames van Waalwijk en Omstreken1 Neemt proef bi
Stoomwasscherij „DE LELIE". - Rath Co., Veghel
Hit nummer bestaat
uit DRIE bladen
Stoomwasseherjj
„Het Groenewoud'
GEREg. LD
MAANDAG
WAALWIJK
Gemeenteraad.
FEUILLETON
IIIIPIIIII1 l'nlf
„NOORD-BRABAND"
NUMMER 5.
ZATERHAg 14 TANUARI 19?2.
45® JAmIRÖANö.
WAALWIJKSCHK RN LANGSTRAATSCHE COURANT.
Ultgrave* Waalwl|k«che Stoomdrukker!) Antoon Tieten Telepr.-AdreaECHO.
Prfla d«r AiT®rt®»ttto
2® ee»t par rag«l; miaimum 1,90.
40 out per
nog bezuinigd. kleurig is. De bewoners van die straat
De heer Roestenberg is daar tegen, kunnen met zulk nat weer niet behoor-
De Voorzitter brengt nu in omvraag lijk in hun woningen komen.
of al of geen subsidie zal worden ge"
geven.
Voor subsidie stemde i de heeren Roes
tenberg, Dankers, ljpelaar en Snaphaan.
Tegen de overige leden.
Hierna wordt de begrooting vastge
steld op een bedrag aan inkomsten en
uitgaven van f 411.952.65.
Benoeming van leden voor de gas-
commissie wegens periodieke aftreding.
De heer De Wijs zegt liever niet meer
in aanmerking te willen komen.
Dit spijt den Voorzitter aangezien de
heer De Wijs steeds blijken heeft ge
geven een goed commissie-lid te zijn.
Hij hoopt daarom dat hij alsnog op zijn
besluit zal terugkomen.
Het bevreemt spr. dat, toen er een
dokterswoning was gebouwd waaraan
geen kosten waren gespaard en de
dokter meende dat er nog een schuur
bij moest worden gezet, waar hij de
noodige rijwielen in kon plaatsen, dat
toen de vereeniging zich noemende
„Loonopzand Vooruit" met een request
is gekomen bij den raad doch nu tien
tallen van arbeiders geen behoorlijk
verkeer hebben, nu hoort men van die
vereeniging niets. Nobel ware het ge
weest. indien ze iets van zich hadden
laten hooren. Nu hebben ze blijken ge
geven slechts groepvertegenwoordigers
te zijn.
Vervolgens wijst hij op den slechten
De heer De Wijs zegt in de Com-toestand v^n de Telefoonstraat. Van den
missie niet te kunnen bereiken wat hij
wenscht Niet met alle leden kan hij
meegaan.
De heer Rijken merkt op dat dit in
alle colleges wel het geval zal zijn.
De heer Snaphaan is er van overtuigd
dat de heer De Wijs daarvoor wel eene
reden zal hebben. Hij meent dat de raad
deze reden moet kennen. Het is in het
belang der gemeente.
De Voorzitter stelt voor deze benoe
ming uit te stellen tot een volgende
vergadering. Intusschen kan dan de gas-
commissie nog eens eene bespreking
houden en de heer De Wijs zich nog
eens bedenken.
Daartoe wordt besloten.
Aangehouden voorstel tot aanleg van
wegen.
De heer De Wijs zegt daar. veel en
lang over te hebben nagedacht. De
toestand is op het oogenblik zoo Men
weet nog niet wat men met de scholen
zal doen. Zal men daar nog een school
bouwen Niemand die nog weet hoe
het zal loopen. Daarom zou hij het
voorstel nog willen zien aangehouden.
Komt er een school, dan kan nog daartoe
worden overgegaan.
De heer Roestenberg zou met het oog
op het kind juist nu den weg willen
zien aangelegd.
De heer van Amersfoort wijst er op
dat het voorstel van Burg. en Weth.
waarmede f 40 000 is gemoeid, geen af
doend middel is. Dan komt de weg
maar tot aan het plein, zoodat de rest
slecht blijft. Met het oog op de gebie
dende zuinigheid zou hij eene andere
verbetering wenschen aangebracht te
zien die weliswaar niet zoo radicaal is
maar toch voldoende n.l. Sintelpaden.
Dan kan ook vanaf het plein tot van
Woensel een pad worden gelegd en is
men voor een 4 k 50' 0 gulden klaar.
De heer Snaphaan is in Loon-op-Zand
ter plaatse eens wezen kijken en heeft
gezien dat het er alles behalve roos
verkoop van grond heeft men al ver
diensten gemaakt en neemt men daarbij
dan de opbrengst nog van de straat
belasting, dan kan van deze opbrengst
de weg al goed worden aangelegd.
De heer Rijken blijft bij zijne meening
dat de buitenwijken heel slecht zijn.
Hij geeft de leden in overweging deze
eerst eens gaan te bekijken.
De heer de Bresser is het met den
heer de Wijs eens. Hij zou met het oog
op de heerschende malaise ook liever
nog eens wachten.
De heer van Lier is ook de meening
toegedaan dat zonder kunstweg eene
goede verbetering kan worden aange
bracht. Zelfs kan reeds met de aanplan
ting van boomen worden begonnen.
Door een pad van sintels langs de hui
zen aan te brengen, kan een goede
verbetering worden verkregen.' Spr.
wijstop den Stationswegen Waalwijk.
Daar heeft men naast een hardenweg
een sintelpad. En nu loopen de men-
schen nooit over den harden weg maar
altijd over den sintelpad. Daar kan ook
hier goed mee worden volstaan. Spr.
gunt ze gaarne een kunstweg maar daar
waar met de finantiën zoo zuinig moet
worden omgesprongen, zou hij voor-
loopig liever een voetpad willen zien
aangelegd.
Het voorstel van Burg. en Weth. om
harde wegen te doen aanleggen in
rondvraag gebracht, wordt verworpen
met 8 tegen en 5 voor.
Tegen het voorstel stemden de heeren
de Bresser, Brok, de Wijs, van Amels-
foort, van Lier, van den Wildenberg,
Rijken en van Kuijk. Voor stemden de
heeren Roestenberg, Verschure, Dankers,
Snaphaan ljpelaar.
Verzoek aankoop van een perceeltje
grond achter het Raadhuis.
De heer C. P. Vloemans vraagt het
aan zijn tuin grenzend perceeltje grond
te kunnen koopen.
Door den raad wordt besloten dit ter-
De vracht-auto der
komt
9641 eiken
tot het tliuisb^.orgftn en opha'en
dar wasschen
A. K>EGTEL, Tilburg
Vraagt Prijscourant. Vracht gratis
KAATSHEUVEL.
(Slot.)
Bij de post onkosten muziek-kiosk
vraagt de heer van Amelsfoort of de
kiosk, welke altijd in Loonopzand heeft
gestaan, voor proef eens een jaar in
Kaatsheuvel kan komen.
De heer Verschure merkt op dat de
kiosk bijna geheel is versleten en zoo
goed als niet kan worden afgebrc^en
De Voorzitter meent ook dat men bij
afbreken zeer veel kosten zal krijgen.
Van Amelsfoort. Het is zeer jammer.
Je hebt hier twee flinke muziekkorpsen
en je kan niet eens een uitvoering geven.
Snaphaan. Ze hebben je daarmede
te grazen gehad
Van Amelsfoort. Ik zie ook geen enkele
post op de begrooting voor de Burger
wacht.
Voorzitter. Het beste is om te zien
hoe het loopt. De raad kan dan nog
altijd eens zien en uit onvoorziene uit
gaven geven.
Schrijven van Dr. Huber.
Adressant wijst er op. dat hij hiei
een jaarwedde heeft van f 1000, waarvat
f500 wordt afgetrokken voor huishuur
In Loonopzand is de jaarwedde f 1500
waarvan t 500 aftrek voor huishuur. Hij
vraagt nu zijn jaarwedde ook op dit
bedrag te willen brengen.
Rijken. De Commissie wil in deze de
beslissing aan den Raad overlaten. De
opmerking is gemaakt, dat, wordt op
het verzoek ingegaan, het te verwachten
van nDe Echo van het Zuiden
71).
Telef. ifi
is dat Dr. de Both ook zal komen.
De Voorzitter merkt op dat men in
Loonopzand hooger is moeten gaan om
een dokter te krijgen.
De heer De Wijs gelooft niet, dat,
wordt op het voorstel van adressant in
gegaan, dr de Both, die reeds 20 jaar
lang hier' is, achter de schermen zal
blijven staan wijl hij anders onder op
het lijstje komt te staan. Spr. misgunt
den dokter het niet, maar hij vreest dat
men in het gedrang zaf komen en nu
men moet bezuinigen mag men daar
wel aan denken.
De heer Snaphaan meent dat de beste
oplossing zou worden verkregen indien
dr. de Both de vroedvrouw loslaat. Men
kon dan een geheele nieuwe regeling
treffen.
De Voorzitter merkt op dat daar reeds
meermalen op is aangedrongen. Hij laat
deze echter niet los omdat hij aangesteld
is met de verplichting daartoe Er is
eene overeenkomst met hem aangegaan.
Hij moet zorgen voor eene vroedvrouw.
De heef Snaphaan zegt dat het kan
gebeuren dat dr. De Both thans van
meening veranderd is.
ljpelaar. Het is hard noodig dat dr.
Huber verhooging krijgt. Hij is zoo ge
dienstig, ook voor de arme menschen.
Soms komt hij daar wel 2 maal per dag
en om dan zoo iemand geen verhooging
te geven is ongepermiteerd.
Voorzitter. Voor iederen keer dat hij
bij iemand komt wordt hij betaald.
ljpelaar. Dan doen ze het nog niet
allemaal.
De heer Roestenberg zegt dat de raad
op de allereerste plaats op het stand
punt moet gaan staan dat hij, de raad,
de baas is en niet de dokters. Voorts
dient men zich af te vragen of de ver
houding evenredig is, dat' is de zaak
die men heeft te overwegen. Dat de
toestand is zooals deze thans bestaat is
een reuzenfout van vroeger. Alle dokters
moeten op gelijkmatige wijze worden
behandeld aangezien allen even hard
voor de gemeentenaren noodig zijn.
Snaphaan. Om de vroedvrouw draait
hier alles.
De Wijs. Hij kan ze op grond van
andere zaken wel willen houden.
Snaphaan. Hij kan nu wel zeggen dat
hij ze nu toch loslaat.
Wordt besloten met 8 tegen 5 stem
men niet op het verzoek in te gaan.
Bij de post subsidie Burgerlijk Arm
bestuur f 5500 zegt de heer Rijken dat
de commissie geen rekening en verant
woording van het Armbesjuur heeft ge
zien. Hij acht het noodig dat deze wordt
overgelegd.
De Voorzitter is het daarmede eens
en zal er dan ook bij het Armbestuur
op aandringen.
De heer van Lier stelt voor om, nu
in Loon-op Zand de veearts uit Tilburg
veel komt. men dit in mindering moet
zien te krijgen, Alles gaat volgens tel
ling van het vee.
De Voorzitter zegt er bij den kring
op te zullen aandringen.
De heer van Amelsfoort zegt dat er
veel over den veearts wordt geklaagd.
Hij geeft maar medicijnen zonder dat
hij de beesten heeft gezien.
Aan de geiten-fokvereenigirig wordt
een subsidie toegekend van f 25.
Subsidie drankbestrijdersv^reeniging
Van de veieeniging Loon-op-Zand is
geen verzoeK om subsidie ingekomen.
De heer Dankers stelt voorde sub
sldie naar het aantal leden uitje keeren.
De heer Verschure meent dat het voor
Loon-op-Zand een wassen n-eus is Van
het bestaan van eene vereeniging hoort
men niet.
De heer Roestenberg zegt dat in
Kaatsheuvel de vereeniging steeds werk
zaam is.
Van Lier. Men heeft zich af te vragen
of de vereenigingen iets bereiken. Is
dat niet het het geval, dan is het onzin
er iets aan te geven.
Dankers. Bij ons voelt de rhiddenstand
er niets'voor.
Roestenberg. Hier bereikt de veree-
.niging wel iets, uitsluitend echter onder
de arbeiders. De middenstand en de
gegoede bevolking helpt hier ook niet
mede, de boerenbevolking voelt er ook
wqI wat meer voor.
De heer de Bresser geeft in overwe
ging de subsidie te halveeren. De ver
eenigingen krijgen dan wat en er word,
DOOD ERVARING STERK
Dit blad verschijnt
WOENSDAG- EN ZATERDAGAVOND.
Abonnementsprijs par 3 maanden 1.25.
Franco per post door het gehaela rijk 1.4®.
Brieves, Isgeaonde» stukke», gelde» e»e.,
franco te zende» aan de» Uitgever.
„O ja, vader," riep zij uit, „«eer tevreden,
o, veel meer dan gij denken kunt!f En
ik bemin hem
De millionnair staarde verbaasd het meis
je aan over wier gelaat tranen van vreugde
overvloedig stroomden.
Diepe rimpels vertoonden aich op zijn
voorhoofd, terwijl eene plotselinge "gedachte
zijn geest in beslag nam en een onweerstaan-
baren angst zich van zijne ziel meester
maakte.
Hij beefde bij het zien der tranen, die het
meisje stortte, doch trachtte de smart te
verbergen, die hem verteerde.
„Kom, laat ons gaan ontbijten, liefste!"
zeide hij.
„Ja, vader, laat ons gaan," hernam Mary,
„en zoo gij 't mij toestaat, vergezel ik u
straks naar Courbevoie."
„Wenscht gij dat?"
„Zeer".
„Welnu dan Aangenomen
Vader en dochter gingen naar Lucien, zij
name plaats aan de tafel in de eetzaal.
Gedurende het ontbijt sprak Paul Har-
mant met zijnen directeur over aangelegen
heden, die de zaak aangingen.
Jules Labrou's zoon beantwoordde de vra
gen van Mary's vader op eene wijze die hem
spoedig deden inzian, dat hij in den jonge
man een persoon van zeer groot® verdienste
gevonden had.
Mary's gelaat straalde van vreugde.
Aan het einde van het ontbijt kwam een
bediende mededeelen, dat de landauer gereed
stond.
De drie personen, die te zaam gedejeu
neerd hadden, vertrokken naar Courbevoie,
waar wij echter hen niet volgen zullen.
Tegen vier uur des namiddags keerden zij,
na een bezoek in de werkplaatsen, te Parijs
terug.
Lucien nam afscheid van vader en doch
ter met de belofte, dat hij des anderendaags
om negen uur zou present zijn.
De jongeman gevoelde zich gelukkig vrij
te zijn, en in staat rekenschap te gaan
geven van hetgeen er gebeurd was aan zijn
vriend Georges Darier en zijne lieve verloof
de, die wel ongeduldig moest worden wegens
zijn lang uitblijven.
Eerst wilde hij onmiddellijk naar de
Bourbonkade gaan, doch hij vreesde Geor
ges niet meer te zullen aantreffen, wanneer
hij nog langer wachtte. Hij haastte zich dan
naar de Bonapartestraat.
De advocaat keerde juist terug van het
paleis van justitie.
't Was het uur waarop hij gewoonlijk te
consulteeren was.
Lucien was wel genoodzaakt te wachten,
tot dat drie of vier klanten, die voor hem
waren gekomen, hunne beurt gehad hadden.
Eindelijk kon hij echter in het kabinet
van zijn vriend binnentreden.
Georges Darier stak bem de hand toe en
ontving hem met de woorden
„Proficiat! Gij zijt geslaagd!"
„Wie heeft u dat gezegd?"
„Uw gelaat."
„Welnu dan, dit gelaat bedriegt u niet.
Ik ben, dank uwe goede bemoeiingen, over
gelukkig en kom u mijne erkentelijkheid be
tuigen voor mijn groot succes, dat uw werk
is."
„O", riep Georges uit, „ik ben even geluk
kig als gijUwe tevredenheid vergeldt mij
honderdvoudig wat ik voor u heb kunnen
doenKom, breng mij eens op de hoogte.
Wat is er gebeurd?"
Lucien deelde zijn onderhoud mede met
Paul Harmant en alles wat Mary gedaan
had om zijne aanvraag te ondersteunen.
„Ik had haar niet slecht beoordeeld," zeide
Georges Darier. „Een gulden hart!"
„Een engel!" bevestigde Lucien.
„Nu komt alles in orde," hernam de ad-
vokaatgij hebt den voet in den stijgbeugel.
V l\ 111:1
MAATSCHAPPIJ VAN VERZEKERING OP HET LEVEN
Wie weet of gij eenmaal niet de vennoot
des heeren Paul Harmant zult worden?"
„Uwe verbeeldingskracht gaat te ver!"
antwoordde Jules Labroue's zoon lachend.
„Zoo ver strekken mijne wenschen zich niet
uit. Indien ik in staat ben in eenige jaren
genoeg over te leggen om een gedeelte der
afgebrande ateliers van mijn vader te Al
fortville weder te doen opbouwen, dan ben
ik hoogst tevreden."
De twee vrienden namen afscheid.
VIJFDE HOOFDSTUK.
Lucien nam een rijtuig om zoo spoedig
mogelijk de Bourbonkade te bereiken, waar
hij wist dat eene teedere ziel zijne komst
met ongeduld verwachtte.
Het jonge meisje was niet alleen, en toch
verleende zij al hare aandacht, wanneer
zich eenig gerucht op de trappen liet ver
nemen.
Jeanne Fortier, de brooddraagster, die,
zooals wij reeds weten, door allen in de bak
kerij mama Lison genoemd werd, was bij
haar.
Een uur geleden was de vluchtelinge van
Clermont, die door een geheimzinnig en on
weerstaanbaar instinct tot Lucia werd aan
getrokken bij haar komen aankloppen.
Zij droeg een pakje onder den arm.
„Kijk! Zijt gij "daar, madame Lison?"
sprak Lucien's verloofde, toen zij de brave
vrouw ontwaarde. „Ik hoop niet dat gij mij
thans reeds het brood voor morgen vroeg
brengt."
„Neen, neen, beste juffrouw," antwoord
de Jeanne bninentredend en de deur achter
zich toetrekkend. „Ik kom u een dienst
vragen".
„Volgaarne, zoo ik iets voor u doen kan."
„Niets is gemakkelijker."
„Ga dan daar zitten, tegenover mij, ter
wijl ik mijn werk voortzet aan dit pak, dat
morger ,1 rond gereed moet zijn. Vertel
eens wat gij verlangt?'
Jeanne nam eegu stoel en ging bij het
jonge meisje zitten, waarop zij dan een blik
vol welbehagen liet rusten.
„Luister, juffrouw Lucia", zeide zij. „Gij
zijt modenaaister en hebt mij eens gezegd,
dat gij voor mij zoudt kunnen werken, zoo
ik dit verlangde."
„Zeker kan ik dat en ik zal het ook doen.
Ik ben geheel tot uwe beschikking."
„Zooeven," zeide Jeanne ging ik een groot
magazijn van modeartikelen voorbij. Er
lagen eene menigte stoffen uitgestald, die
mij zeer goedkoop schenen. Ik ben binnen
gegaan en heb een coupon gekocht."
„Dan wenscht gij dat ik een costuum
voor u maak?"
„Ja, juffrouw Luciazoudt gij zoo goed
willen zijn?"
„Ik heb het u reeds gezegd. Brengt gij
de coupon mede?"
„Ja, hier is hij."
En ded raagster wees met deze woorden
op een pakje, dat zij had medegebracht.
„Ik zal u dadelijk de maat nemen. Kunt
gij nog een oogenblik wachten?"
„Zeker, zekerIk heb mijn werk geëindigd
en ben nu vrij tot morgen vroeg. Haast u
dus niet."
„Ik houd van snel perken."
Lucia hanteerde de naald met koortsach
tige gejaagdheid, terwijl zij nu en dan een
blik op de deur wierp en bij 't geringste ge
rucht op de trap aandachtig toeluisterde.
Jeanne zag wel, dat de juffrouw gejaagd
en ongerust was, doch de reden daarvan
kon zij niet gissen.
Zij zou 't wel gevraagd hebben, doch was
bang onbescheiden te zijn.
„Zijt gij reeds lang modiste, mejuffrouw?"
vroeg zij vol verlangen iets van het verle
den van het meisje te leeren kennen.
„Zes jaar ongeveer, mama Lison." ant
woordde Lucia.
„Hebt gij te Parijs dit vak geleerd'"
„Ja, het vak wel. Doch het naaiwerk heb
ik reeds in het gesticht geleerd, waar ik
mijn opvoeding genoten heb."
Jeanne beefde over geheel haar lichaam,
toan zij deze woorden hoorde.
„Zijt gij in een gesticht grootgebracht?"
vroeg zij levendig.
„Ja, mama Lison," antwoordde de mode
naaister. op droevigen toon. „Ik heb nooit
mijn vader of mijne moeder gekend. Toen
ik nog zeer klein was heeft men mij in het
gesticht der gevonden kinderen opgenomen."
„Te Parijs?" stamelde Jeanne, wier stem
beefde.
Lu^ia, geheel aan haren arbeid, kon uiet
ded iepe ontroering zien, die Jeanne'e trek
ken verraadden.
„Ja, te Parijs," antwoordde zij.
„Is dat reeds lang geleden?"
„Een en twintig jaar."
„Een en twintig jaarherhaalde Jeanne,
die door deze woorden weer aan haren tijd
van smarten herinnerd werdEn hoe oud
zijt gij?"
„Naar men mij verzekerd heeft moet ik
ongeveer, twee en twintig jaar oud zijn."
„Weet gij, waar ge 't eerste jaar uws
levens hebt doorgebracht tot op het oogen
blik, dat gij plaats vond in het gesticht?"
„Neen."
„Weet gij of ge door uwe ouders verlaten
werd of wel door vreemdelingen, wien gij
door uwe ouders werd toevertrouwd?"
„Neen, daar weet ik niets van."
„Men moet dit toch weten in 't gesticht."
„En misschien weet men 't ook wel. Doch
men zeideNhet niet."
„Menm mag de kinderen dergelijke gehei
men niet mededeelen. De persoon, die een
kind als vondeling heft gelegd, of doen leg
gen, kan de veriatenen komen opeischen,
wanneer men den datum kent en het uur
der nederlegglng, de initialen waarmeda het
goed geteekend was en de bijzondere merk-,
bare teekenen, die er mochten bestaan."
„Gij weet dan niet," heraam J®ann®, „of
er eenige teekenen zijn, waardoor gij zoudt
kunnen herkend worden?"
„Ja, de besitaan er; ik weet het."
„En waarom vraagt gij dan niet, dat men
u deze bekend make?"
„Men zou zelfs niet antwoorden, zoo ik
het deed."
„Maar hoe komt gij aan den naam van
Lucia?" vroeg Jeanne dan weer op levendi-
gen toon.
„Het was op het feest der H. Lucia, dat
ik in het gesticht werd opgenomen; daarom
wellicht heeft men mij dien naam gegeven."
„Dan is het heel toevallig, dat zij Lucia
heet!dacht Jeanne, terwijl haar hart
een pijnlijken schok gevoelde... „en lk durf
de hopenziedaar dan het uiteinde van
mijn droomerljen
„Maak u gereed, mama Lison," sprak dan
Lucia haar naaiwerk uedcrleggend, „thans
zal ik u de muat nemen."
(W®r4t rervolfiJL