De Portierster
van Alfortville.
BUITENLAND.
FEUILLETON
Adverteert in dit. Blad.
BINNENLAND.
„NOO&D-BRABAND"
IHQXZOHDSH STUEKSH
NUMMER 6.
WOENSDAG 18 JANUARI 1922.
45e JAARGANG.
Telef. 38»
WAALWIJKSCHE EN LANGSTRAATSCHB COURANT
UitgareWaalwljkgche Stoomdrukkerij Antoon Tlelen
Teiejjr.-AdresECHO,
van „De Echo van het Zuiden".
72).
Huurders van woningen, die in het
bezit zijn van jaarcontracten, welke
eindigen 1 Mei 1922 en waarin geen
enkele bepaling omtrent verlenging staat
vermeld, moeten zich uiterlijk 3 maanden
voor afloop van het contract, dus uiterlijk
31 Januari 1922 tot de Huurcommissie
wenden, indien geen contract is tot
stand gekomen.
Wij maken de huurders er nadrukkelijk
op attent, dat zij zich eerst tot den ei
genaar moeten wenden, wordt geen re
sultaat bereikt, dan wendt men zich
voor bovengenoemde datum tot de Huur
commissie.
Ontvangt men een opzegging, dan
wendt men zich onmiddelijk tot de
Huurcommissie.
Door een 26-tal groot-winkelbe'
drijven in Nederland is een verzoek
schrift aan den Minister van Arbeid ge
richt in verband met het werktijdbeslui*
voor winkels. O.m. wordt daarin ver
zocht de Arbeidswet 1919 in het winkel
bedrijf voorhands niet in werking te
laten treden of bij eventueele invoering
der wet de arbeidsduur voor vrouwelijke
en mannenlijke arbeiders te stellen op
10 uur per dag en 55 uur per week.
De minister van Binnenlandsche
Zaken heeft behalve de gewone steun
regeling voor uitgetrokken Noordzee-
visschers een speciale steunregeling
ontworpen voor de trawlvisscherij.
De minister van binnenlandsche
zaken wenscht de getroffen maatregelen
voor „uitgetrokken" werkloozen niet te
doen strekken voor „uitgetrokken typo
grafen". Dit is zijn hernieuwd antwoord
en is gegrond op de overweging dat
het prijstarief in de tegenwoordige om
standigheden moet vervallen.
DOOD ERVARING STERK.
Naar wij uit goede bron vernemen i
zullen met ingang van 1 Mei 1922
wederom rondreisbiljetten worden afge
geven. Tot dit verkeer zijn toegetreden
de spoorwegen van Engeland, Nederland,
België, Frankrijk, Italië en Zwitserland.
De biljetten zullen worden afgegeven
over afstanden van minstens 500 K.M
zoowel voor een enkele reis als voor
een reis heen en teiug, alsmede voor
eigenlijke rondreizen. De reizigers zullen
op elk station de reis mogen onder
breken en de biljetten zullen een geldig
heid hebben van 45 of 60 of 90 dagen
naar gelang van den afstand.
Kinderen van 3 tot 8 jaar betalen
den halven vrachtprijs.
EEN GEDUPEERDE.
Mijnheer de Redacteur
In aansluiting op wat mijn collega
uit Vrijhoeve een vorige maal in dit blad
schreef, omtrent de eventueele oprichting
eener Christelijke school in deze ge
meente, wenschte ondergeteekende nog
op iets anders attent te maken.
Hoe weinig een dergelijke school
door de inwoners zelve begeerd wordt,
blijkt uit de samenstelling van het be
stuur der nieuwe schoolvereniging.
Twee der heeren hebben zelve geen
kinderen, een ander is zelfs niet ge
trouwd en behoeft zich voorhands nog
niet bezorgd te maken over de school
voor zijn kroost.
Twee op den Winterdijk en Hooge-
vaart woonachtig, hebben niet het minste
belang bij een school in Kom of Hei-
straat, daar hun kinderen naar den
Loonschen Dijk gaan en wel zullen
blijven gaan.
Voorts mag er op gewezen worden,
dat een ander lid van 't bestuur voor
zijn pleegkinderen reeds meer dan een
jaar Christelijk onderwijs had kunnen
hebben, daar zij nog op geen half uur
afstand van Waspik wonen.
Daar zijn de Katholieke kinderen
dezer gemeente sinds jaar en dag heen
gegaan, terwijl thans nog verscheidene
Protestantsche meisjes uit Capelle en
Vrijhoeven de naailessen volgen bij de
Zusters.
De Christelijke school teit er geen
enkele leerling van hier.
De belangstelling voor het onderwijs
in deze gemeente is zoo gering, dat na
maanden zoeken voor leden van de
plaatselijke commissie van toezicht op
het onderwijs (ook bijzonder) geen
Dit blad verschijnt
WOENSDAG- HN ZATERDAGAVOND.
Abonnementsprijs per 3 maanden 1.25.
Franco par post door het geheels rijk 1.4#.
Brieven, Ingezonden stukken, gelden enz.,
franco te zenden aan den Uitgever.
I)Ë ECHO VAN HET ZUIDEN,
Het nieuwe Fransche kabinet.
Na een onderhoud, dat bijoa een uur
duurde, heeft Poinca'é gistermorgen aan
den president der Fransche republiek
de volgende definitieve lijst van nieuwe
ministers voorgelegd
v. Polocaré, minister-president en minis
ter van buitenlandsche zaken Bartbou,
vice-minister-president en minister van
justitie ;Maooury, blnoenlandsche zaken
De Lasteyrie, financiën Magniot, oor
log en pensioenen Léoo Bérard, onder
wijs Sarrauf, koloniën L- Troquer,
openbare werkenAlbert Peyronnet,
arbeidRaiberti, marine Paul Strauss,
openbare gezondheidCheron, land
bouw Relbel, bevrijde gebieden Dlon.
handel.
Tot onderstaatssecretarissen zijn be
noemd Colrat, departement van den
premier; Rio, marine en haodei; Paul
LafFont, posterijen en telegrafie Laurent
Eynac, luchtvaart; Gaston Vidal, onder
wijs.
De hooge commissarissen zijn afge
schaft.
De ministers zijn Zondagmorgen 9
uur bijeengekomen
In drie dagen tijds heeft Polocaré
zich van zijn taak weten te kwijten. Het
onderhoud met Lloyd George blijkt dus
niet van storenden aard geweest te zijn.
Het is nog de vraag, of het Frankrijk
met dit nieuwe bewiod voor den wind
zal gaan. Want het is bekend genoeg,
hoe Poiacaré denkt over kalme vrede
lievendheid; niet gunstig 1 Velen ver
wachten, dat Fraokrijk de geweldige
economische Europeesche problemen
niet beheerschen kan en dathetBriand
weggejaagd heeft om zich door middel
van den fanaileken Polocaré nog vlug
ger teleurstellingen te berokkenen.
Want halsstarrig zal Polncaré weige
ren te erkennen, dat het Vredesverdrag
van Versailles groote fouten bevat, din
het herstel van Europa belemmeren en
toch moet Fraokrijk vroeg of laat van
die fonten overtjlgd wordeu, wil het op
den duur niet te alleen door de wereld
gaan, verlaten van al zijn machtige
vrienden t Engeland zal die lastige taak
(want de FraDscbman is baloorlg op po
litiek gebied) wel op zich nemen.
Uit DnUschland zullen dus nu ettelijke
millloenen geperst moeteo worden, die
het binnenkort niet meer heefrde door
Foch meermalen betoogde strategische
noodzakelijkheid dat Frankrijk in het
bezit blijft van den linker-Rijnoever
komt nu ook aan de orde.... Frankrijk
moet, of hst kan of niet, de machtigste
natie worden van het continent.... Het
bfoc national en de militaristen zullen
Polocaré steunen. Briand, wijs geworden
op de conferentie te Washington, greep
met beide handen het waarborgverdrag
van Lloyd George aan, vreezend dat
anders Frankrijk geïsoleerd zou komen
te staan op den duar. Polncaré kan nu
bewijzen, dat Bdand gelijk heeft gebad
Polncaré heeft den bijnaam van «de
sterke man> zal Lloyd George hem
aan kannen
Op dit oogenblik hoorde men stappen op
de trap.
Lucia haastte zich naar de deur, opende
deze en luisterde aandachtig toe.
Men kwam niet verder dan de derde ver
dieping.
„Hij is het nog niet!" sprak het meisje
met een somber gelaat.
Dit ontging Jeanne niet.
„Wacht gij iemand, juffrouw Lucia?"
vroeg de draagster.
„Ja, mama Lisou. iemand, dien gij kent."
„Wie dan?"
„Mijnheer Luciengij hebt hem hier vaak
gezien."
„O, de jongeman, die tegenover uw kamer
woont?"
„Ja, mijn aanstaande; ik wacht hem met
een ongeduld, dat gij gemakkelijk zult be
grijpen, wanneer ik u gezegd heb, dat hij
heden gpne poging heeft aangewend om een
betreding te verkrijgen, waarvan ons bei
der geluk afhangt. Zoo die betrekking hem
gegeven wordt, zullen wij binnen het jaar
trouwendat heeft hij mij beloofd."
„O, lieve juffrouw, nu begrijp ik het!
Maar gij moet u niet te zeer verontrusten.
Uw aanstaande wordt wellicht door ernstige
zaken opgehouden. Weldra zal hij hier zijn
om u het gelukkige nieuws mede te deelen."
„Zoo hij zijn doel maar niet gemist heeft
en bang is om mij de wreedé tijding te bren
gen
„Waarom plaagt gij u zoo, zonder eenige
reden
Hoewel de uiterste linkcpartijen niet
io het ministerie zittlog willen nemen,
zullen zij toch de bultenlandsche poli
tiek van Polncaré volgens hun zeggen
steunen als het nationale belang zulks
elscht.
Overigens zijn in bet kabinet vrijwel
alle groepen erin vertegenwoordigd
buiten Polnca»é, Cbé'on, Strauss en
Peyronnet, zijn het allen Kamerleden.
In de «Revue des- deux Mondes»
staat toevallig dat Polocaié voor enkele
dagen, toen er van een zoo spoedige
minister-crisis geen sprake was, ge
schreven had. Daaruit blijkt, dat hij
geen tegenstander Is van het hervatten
der handelsrelaties met Rusland, maar
dat hij van de conferentie te Genua
niets moest hebben en die Genueesche
bijeenkomst Is nog wel een stokpaardje
van Lloyd George f
En naar aanleiding van het Eogelsch
Fransche garantieverdrag schreef Poln
caré «Eerst moeten wij de hangende
moeilijkheden likwldeeren, vooraleer wij
er toe overgaan, En dan moet Frank
rijk zijn stem minstens even vrij doen
hooren als Engeland!»
Men kan belangrijke gebeurlijkheden
verwachten, dat is zeker.
Men weet, dat Indertijd te Leipzig
het Hooge DuHsche gerechtshof da door
de Entente geleverde lijst van •oorlogs
misdadigers* heeft onderhanden ge
nomen et» de noodige processen hebben
een tijd lang de aandacht getrokken
er vielen veroordeellngen, maar ook
vrijspraken.
Frankrijk vond de straffen te licht en
de vrijspraken ongemotiveerd. Daarom
heeft de Opperste Raad een commissie
Ingesteld om die Leipeiger processen te
herzien. Van Augustus 1921 dateert die
commissie. Vier landen waren er in ver
tegenwoordigd Frankrijk met Laurent
Boonevay (voorzitter) en Paul Matter
Groot Brittanië met Sir Gordon Hewart
en Sir Ernest PollockItalië met An
tonio Ratmondi en Monzlger de Preus-
senthalen België met Servals, ridder
Van Elewijck.
Het resultaat van haar overwegingen
is aan den Oppersten Raad voorgelegd.
De beslissingen zijn genomen btj een
stemmigheid »De geallieerden moeten
geen nieuwe zaken ter berechting aan
het Lelpzlger hof voorleggen, want er
worden op die wijze geen gunstige
resultaten bereikt. De geallieerden moe
ten vaa Duitschlaod eischen de be
klaagden uit te leveren een nieuwe
berechting moet dan volgen.4
Ia Berlijn hoopt men, dat aan dit
bïsluit door den Oppersten Raad geen
gevolg gegeven zal worden in het be
lang van den wereldvrede..,..
Zal het politiek onmogelijk afin aan
de wenschen van de commissie toe te
geven Dultschland hoopt het en het
klemt zich vast aan de uitlatingen van
den Engelschen procureur, die de zit
tingen te Leipzig heeft bijgewoond en
vond, dat er strikt rechtvaardig en on
partijdig recht gesproken is.
„Wat zal ik u daarop antwoorden? Wij
hebben zoo weinig geluk
„Er zal eindelijk verandering komen. Ik
zou durven wedden, dat gij op bet punt
staat eene goede tijding te vernemen."
„Geve dit God! Kom hier, dat ik u de
maat neme."
Weldra was Lucia daarmede gereed.
Op nieuw hoorde men stappen op de trap.
„O, nu bedrieg ik mij niet" riep het meis
je bleek van ontroering uit. „Nu is hij het!"
Nauwelijks had izj deze woorden geuit,
of de deur werd opengeworpen.
Haastig sprong Jules Labroue's zoon de
kamer binnen.
Zijn gelaat schitterde van vreugde.
„GewonnenGewonnen, liefste Lucia
riep hij vroolijk uit. „Onze zaak is gewon
nen
Het meisje stamelde eenige onverstaan
bare woorden, terwijl de tranen haar over
de wangen liepen.
„Mijn succes is volkomen. Ik heb de be
trekking met glans verworven. Ik heb ont
beten met Paul Harmant en zijne dochter,
en dan zijn wij te zamen de nieuwe fabriek
te Courbevoie gaan bezichtigen. Te Parijs
teruggekeerd, ben ik onmiddellijk het goede
nieuws aan mijn vriend Georges Darier
gaan mededeelen, wien ik de betrekking op
de eerste plaats verschuldigd ben. En nu
ben ik hier, liefst Lucia, om u te zeggen hoe
gelukkig ik benWeldra zal de dag aan
breken, dat
ZESDE HOOFDSTUK.
Lucien greep de handen "zijner verloofde
in de zijne, drukte die vurig aan de lippen
en ging dan glimlachend voort
„Ziet ge nu wel, liefste, hoe uw droom
u bedrogen heeft? Ik ben benoemd tot direc
teur der fabriek met een traktement van
twaalfduizend franken."
„Twaalfduizend franken!" herhaalde Lu
cia, die moeite had hare ooren te gelooven.
„Dan zijn wij rijk
„Een begin althans......... Reeds morgen
treed ik in betrekking. Binnen het jaar zal
de kleine Lucia mijne vrouw zijn, en wan
neer wij in vijf A zes jaar, dank zij orde
en spaarzaamheid, een dertigduizend fran
ken bespaard hebben, zal ik op eigen wieken
Prijs der Advertentiën
20 cent per regel; minimum 1.50.
Reclames 40 cent per regel.'
MAATSCHAPPIJ VAN VtF.tEMCRMG OP HET LEVEN
(jgrrg^WA A LW UK^
kunnen drijven, en een gedeelte der ateliers
doen herbouwen te Alfortville, op de ter
reinen waar nog de puinhoopen zijn van de
fabriek mijns vaders."
Bij het hooren dezer woorden ging er
Jeanne Fortier een rilling over de ledema
ten, even als dit des morgens het geval was
geweest met den vnlschen Paul Harmant
„Woonde uw vader te Alfortville?" vroeg
zij den jongeman met ontroerde stem.
„Ja, mama Lison."
„Hoe heette uw vader?"
„Jules Labroue. Een en twintigjaar ge
leden werd hij in zijne fabriek, die in brand
gestoken was, wreed vermoord."
Jeanne's beenen knikten.
Een vreeselijke schrik maakte zich van
baar meester.
„Zij, de onschuldige, als brandstichtster,
diefegge en moordenares veroordeeldzij
de ontvluchtte van Clermont, stond tegen
over den zoon van Jules Labroue, baai-
slachtoffer, naar de menschelijke gerech
tigheid.
Zoo de jongeman haren waren naam ont
dekte zou hij haar dan schuldig moeten
achten, haar verwenschen
„De dood mijns vaders heeft vroeger veel
opspraak gebaard," ging Lucien voort, zicli
tot Jeanne wendend. „Hebt gij ook ooit
daarvan liooren spreken?"
„Jaantwoordde de brooddraagster.
„Eene vrouw werd veroordeeld. Herin
nert gij u dat?"
„Zeer goed."
„De jur.v heeft uitspraak gedaan," ging
dan weer Lucien voort. „Maar was die on
gelukkige wel werkelijk schuldig? Is zij niet
het slachtoffer geweest van een valschen
schijn, eener vreeselijke gerechtelijke dwa
ling? Ziedaar een raadsel voor mij. Ik zou
de duisternissen van het verleden willen
peilen, om daaruit het licht te voorschijn te
halen."
„Gelooft gij dan aan de onschuld der
veroordelde?" vroeg Jeanne haastig.
„Ik geloof niet,ik twijfel slechts,...
en ik zal steeds blijven twijfelen, totdat ik
den persoon vinde, dien men het slachtof
fer genoemd heeft zijner toewijding, maar
die, naar mijn oordeel, eene schaamtelooze
komedie heeft gespeeld om zicli in de gele
genheid te stellen de vlucht te nemen en zoo
(Bulten verantwoordelijkheid der Red.)
Postbestelling; in Hank.
Geachte Redacteur, leen mij een
plaatsje voor bet volgende in Uw ge-
eerd blad
Ia Hank doet rich het geval voor,
dat aldaar driemaal daags de post aan
komt. Hiervan kan echter maar tweemaal
daags een bestelling plaats hebben en
gebeurt nu des morgens en des avonds.
Voordien gebeulde de bestelling des
morgens en des middags. Hieraan werd
een eind gemaakt door een actie van
enkele personen, die meenden hun
courant olet op tijd te krijgen. Deze
personen (hoogstens 3 ot 4) hebben
alleen bun eigen >courantenbeUng« na
gegaan en hebben niet gezien of willen
zien dat daardoor andere personen
ergerlijk gedupeerd zijn. De middagpost
n.l., volgens te bevoegder plaatse in
gewonnen beticht, Is de voornaamste
brievenpost. Deze wordt echter nu pas
in de avondbesteiling opgenomen en
bereikt de meesten niet eerder dan 7
uu'. Meoschen die zaken doen en
andereD, hebben hiervan al dikwijls zeer
nadeellge gevolgen ondervonden. Wan
neer de post de9 middags besteld wordt,
kan, wanner er haast bij is, op de
ontvangen correspondentie des middags
oog geantwoord worden en gaat het
antwoord met de avondpost terug. Dit
laatste is een zeer belangrijk ding en
ik begrijp niet dat degenen, die het er
op aangestuurd hebben, dat de middag-
besteiliog kwam te vervallen, dit ook
niet hebben overwogen. Ia het huidige
geval kan pas op dp corr'-spondentle,
die des middags is aaogekomen en dus
den vorigen dag al is verzonden en die
nu een halven dag op het postkantoor
blijft liggen, des avonds geantwoord
worden, welk antwoord, als het des
avonds nog of des morgens heel vroeg
ter post bezorgd wordt, wat voor vele-:
bijna een onmogelijkheid <9 la verband
met de verre afstanden, den volgenden
dag pas weggaat.
Met de middagpost komen ook vele
couranten mee, alsdc ochtendbladen
vaa groote couranten en vele bladen
van den vorigen dag, die ook niet eerder
dan 's avonds in de bestelling worded'
opgenomen. Met evenveel recht kunnen
belaoph^bbendeu elscben, dat hun con-
in vrede de fortuin te genieten welke hij ge
stolen heeft."
Jeanne was op het punt zich te verraden.
Het scheelde maar weinig of hare lippen
lieten den naam Jacques Gérard ontsnap
pen* gelukkig wist zij zich echter nog bij
tijds te bedwingen-.
De rede gebood haar te zwijgen.
Kon zij zeggen
„Ja, de ware schuldige, de eeuige schul
dige is Jacques Gérard, en ik, Jeanne For
tier, ben oncushldig voor een wreede mis
daad gestraft, ik ben uit de gevangenis van
Clermont ontvlucht
„Neen dat kon zij uiet. want het was niet
voldoende hare onschuld te verkondigen,
deze moest ook bewezen worden.
En de bewijzen ontbraken haar evenals
op het oogenblik der veroordeeling.
En toch, niettegenstaande de gebiedende
noodzakelijkheid, die haar het stilzwijgen
oplegde smaakte zij thans eene groote
vreugde, een onverwacht, een onverhoopt
geluk.
De zoon van het slachtoffer geloofde niet
aan hare schuld.
Na een stilzwijgen van een paar minuten
vroeg Jeanne
„Wat zoudt gij doen, zoo gij dien persoon
vindt?"
„Dan zal ik mij weten te verzekeren of
hij werkelijk de moordenaar mijns vaders
is," antwoordde Lucien, ,i,k zal hem het
kwaad met kwaad vergelden, ik zal de eer
herstelling vragen der arme martelares, die
zoo zwaar getroffen werd."
„Misschien is deze reeds dood," zeide de
weduwe van Pierre Fortier.
„Ja, dat is mogelijk, doch daaromtrent
zal ik spoedig zekerheid bezitten."
„Hoe dat?"
„Een vriend van mij, een advocaat, die
in het paleis eene algemeene achting geniet,
zal weten na te vorschen in welke govange-
nis de weduwe Fortier werd opgesloten. Ik
zal haar gaan opzoeken, zoo zij nog leeft...
1 Uit haren mond wil ik de verklaring hoo-
t ren, die zij vroeger voor de rechtbank heeft
afgelegd. Heden heeft zij geene veroordee-
ling meer te vreezen, geene vrijspraak te
i hopen. Zij zal dus de waarheid spreken. Ik
zal haar beloven, dat ik al het mogelijke iu
i het werk zal stellen om hare invrijheidstol-
rant besteld wordt, direct na de middag
post» als lij die terwilie van hun courant
de avondbestelliog voorstaan. Het is
toch niet billijk dat terwilie van enkelen,
die misschien alleen des avonds tijd
hebben hun courant te leien en uit
sluitend om deze courant, vele anderen
in hun zaken-correspondentie gedupeerd
worder, afgescheiden van het feit, dat
thans de lezers van de groote couranten,
voor hetzelfde nadeel komen te staan,
daar zij hun ochtendblad eerst des avonds
besteld krijgen.
Wat des avonds met de post aankomt,
Is natuurl.jk dienzelfden dag aiders af
gezonden en wordt des morgens heol
vroeg besteld, zoodat hier bijna van
geen vertraging in bestelling en even
tueel antwoord kan gesproken worden.
Het vorenstaande dient dan ook om de
betrokken hoofden van dienst der Pos
terijen er mede in kennis te stellen, dat
lang niet allen, en m.i. terecht, er mee
eens zijn dat een ochtend- en avond
bestelliog 19 ingevoerd, waarbij da
middag-bestelling is vervallen.
Publicatie op deze wijze bloek mij
voorshands noodig om anderen van het
beweerde te overtuigen en bij belang
hebbenden er op aan te dringen mede
tc ageeren om dezen toestand veranderd
te krijgen.
Met daak voor de plaatsing.
ltng te verkrijgen, en ik zal mijn woord
houden, want jeen vast- voorgevoel zegt mij,
dat ik vroeg of laat den moordenaar mijns
vaders vinden zal... God is rechtvaardig!
De dag zal aanbreken, dat de misdadige
zonder het te weten, huiten de beschermende
schaduw zal treden, waarin hij zich ver
scholen heeft, om zich zoo aan de gerech
tigheid over te leveren. I)ie dag zal aanbre
ken en misschien is hij reeds nabij."
Nogmaals stond Jeanne op het punt. zich
te verraden.
Hare lippen bewogen zich om Lnclen toe
te roepen
„Zij, die gij zoekt is niet dood! Hier is
zij!Ik ben de veroordeelde!"
Maar eene ijskoude rilling liep haar dan
over den rug en de lippen voltooiden niet
den aangevangen kreet.
Eene geringe onbescheidenheid zou vol
doende zijn om haar te doen aanhouden, en
naar do gevangenis te voeren. Dan was alle
hoop voorhij, dan zou zij hare kinderen
nooit wederzien.
Zij moest dus zwijgen, zelfs tegenover Lu
cien Labroue, die aan de eerherstelling dei-
veroordeelde dacht.
Toch waagde Jeanne, met het oog op den
jongeman gericht, deze woorden
„Die ongelukkige vrouw had kinderen,
niet waar?"
„Zoo althans heeft mij mijne tante ver
zekerd."
„Wat zou daarvan geworden zijn?"
„Dat weet ik niet."
Pierre Fortier's weduwe mochl niet langer
meer aandringen.
Zij neeg het hoofd en zweeg.
Lucien bracht het gesprek op een ander
thema en zeide tot zijn verloofde:
„Wel, l>este Lucia, gij gevoelt U dan zeer
gelukkig?"
„O ja, bijzonder gelukkig! Mijne vreugde
overtreft verre alle verwachting."
„Doch wij zullen elkaar nu zoo dikwijls
niet meer zien
(Wordt vervolgd).