Eerste Biad
De S, i en haie toekomst
De Portierster
van Alfortville
Dames van WaalwTjk en Ömstreken
Stoomwasscherij „DE LELIE'.
I iê&r Neemt proef bij
Rath Co., Veghel.
Stooinwasschery
„Het Groeuewoud"
GEREGELD
MAANDAG
WAALWIJK
FFÜILLETO
Uit ons Parlement.
Binnenland.
„N00RD-BRA3AND"
NUMMER 14
ZATERDAG 18 PBBRUARl 1922.
TeleL 5*
WAALWIJKSCHR EN LANGSTRAATSCHB COURANT.
Vitg&veWaalwijksche Stoomdrukkerij Antoou Tieten
Teleur.-Adres ECHO.
2)it nummer bestaat uit 2)rie
Bladen.
De vracht-auto der
komt
9641 eiken
tot het thuisbezorgen en ophalen
der wasschen
A. K&EGTEL, Tilburg.
Yraafct Prijscourant. Vracht gratis
v.
Nu de wijzigingen der algemeene
statuten voor de „Katholieke Sociale
Actie" in Nederland haar beslag hebben
gekregen, zijn we vol goed vertrouwen,
dat de goede samenwerking tusschen
de verschillende katholieke sociale ver-
eenigingen voor het voeren van ge
meenschappelijke kracht zal worden
bevorderd.
Alom in den lande meent men. na
hare verjongingsku >r, in de nationale
K. S. A, voor de toekomst een krachtige
groot-organisatie te kunnen begroeten
Maar dan dient er toch al aanstonds
met klem op gewezen dat een der eerste
voorwaarden voor een machtige lande
lijke K, S. A, isde samenwerking der
locale organisaties.
Onze plaatselijke comité's der K. S.
A. moeten als plaatselijke centrale-
sociale organen, den grondslag vormen
voor een krachtige landelijke sociale
eenheid. De PI. Comités der K. S. A.
moeten in werkelijkheid zijn het ver-
eenigingspunt van alle plaatselijke ver-
eenigingen.
Dat men in zeer vele plaatsen in de
praktijk nog moet leeren samenwerken,
zal wel door niemand worden ontkend.
Daar zijn helaas plaatselijke vereeni-
gingen, die zóó bang zijn voor hun
zelfstandigheid, dat van een behoorlijke
samenwerking niets komt De ervaring
echter leert, dat deze vrees, wanneer
men eenmaal maar tot samenwerking
overgaat geheel ongegrond is. Wanneer
men ernstig de samenwerking wil, zal
al spoedig blijken dat er een gelukkige
eensgezindheid is.
Want men vergete toch niet, dat er
1 zooveel is, waarbij het geheele katho-
lieke volk geinteresseerd is en dat immer
onafgedaan blijft of nooit begonnen
wordt, omdat de afzonderlijke organi
saties daartoe nu eenmaal minder in
staat zijn. Niet alleen landelijk maar
ook plaatselijk.
Waarom ligt op vele plaatsen het
algemeen katholiek leven stil Waarom
vordt er geen krachtige algemeene
actie gevoerd voor de katholieke pers,
terwijl het toch vaststaat dat in alle
kringen van ons katholieke volk nog
zooveel niet-katholieke bladen gelezen
worden
Wie telt de katholieke middenstanders
sche zaken voor hem, een persoonlijk
heid geworden in de internationale po
litiek. En dat was ongetwijfeld de oor
zaak van de eigenaardige houding onzer
Tweede Kamer, die hem niet alleen
voor zijn beleid als onzen minister maar
ook voor de gestes der internationale
politiek ter verantwoording riep. Want
tal van aanmerkingen, zoo van den heer
Dresselhuys als van anderen betroffen
niet meer de houding en de daden van
Jhr. van Karnebeek als voorzitter van
den Volkenbondsvergadering, welke
functie hij dan toch :als onze minister
van buitenlandsche zaken bekleedde,
ook
45e. JAARGANG.
niet eens de gestes van den Vol
denbond zeiven, maar de positie, waarin
die z£^r»n,. bll hun ,lJfblad »De Te,e" Opperste Raad den Volkenbond drong
graaf Wie de katholieke werklieden, en de houding en daden van dezen Op-
—u lederen dag weer opnieuw, persten Raad zeiven.
En de minister liet zich dezen rol
van verdedigerderlrternationale politiek,
speciaal dan in verhouding tot den
Volkenbond bl kbaar opdringen.
Tegenover de verwijten van der. heer
Dresselhuys, die onze toetreding tot
den Volkenbond nog eens verklaarde
uit de verwachting, dat tegenover den
groei van het rechtsinstituut van den
Bond het machtsinstituut van Versailles
zich zelf zou vernietigen en volhield,
dat het overlaten van den economische»
opbouw der wereld en van de beslis
sing over de vragen van de wereldvrede
aan den Bond in de bedoeling had ge
legen en van den heer Schokking, die
het sluiten van militaire verdragen tus
schen leden van den Bond en het niet
toelaten van Duitschland veroordeelde,
83).
die zich
het gif van „De Courant" door zijn
dikwijls vieze, maar altijd sensatie-
wekkende, anti-katholieke lectuur, laten
toedienen
Hoeveel roomsche werkgevers en
roomsche handelsreizigers ontmoet men
in coupé en station, die van alles lezen,
maar het woord Maasbode, Nieuwe Eeuw
of Katholieke Illustratie, niet schijnen
te kunnen spellen
Hoe groot is het aantal van al deze
Katholieken, die juist daarom niets van
roomsche stands- en vakorganisatie,
niets van roomsche charitas, niets van
zuiver—godsdienstige vereenigingen
weten wil?
De ons toegezegde plaatsruimte ge
biedt ons voor het oogenblik met deze
opsomming te eindigen Nog een volle
kolom hebben we noodig om een be
scheiden overzicht te kunnen geven van
al datgene dat dient te worden toe
vertrouwd aan het vereenigde Katholieke
organisatie-wezen, aan de Fl. Comités
der K. S. A-
Het voorloopig Bestuur van het Dioc.
Comité der K. S. A. in het Bisdom
's-Hertogenbosch,
L. v. d. STEEN, Voorzitter.
I. B. J. H. DERKS, Secretaris.
Onze minister van buitenlandsche
zaken en de internationale politiek.
Volkenbond en Opperste Raad.
De Washingtonsche Conferen
tie. Hulp aan Rusland. Een
nieuwe geldleening. Zuinigheid.
Jhr. Van Karnebeek, onze tegenwoor
dige minister van buitenlandsche zaken,
is door zijn voorzitterschap van de
Volkenbondsvergadering en ten deele
ook door zijn deelnemen aan de Was
hingtonsche conferentie, waar wij naast
de groote mogendheden, China, België
en Portugal, als Stille Zuidzee-mogend-
heid genoodigd waren, meer dan eenig
Nederlandsche minister van buitenland-
DOOD
ERVARING
erkende de minister wel he dualisme
in de leiding van de internationale po-
litiek, waarin de Opperste Raad alle
macht aan zich hield en eveneens het
dualisme in den Volkenbond zelve,
waar recht en macht nog om den voor
rang streden, maar verdedigde toch ook
de ontstane verhouding uit den 1 op der
omstandigheden en de belangentegenstel
lingder staten, maandetot geduld ensprak
als zijn overtuiging uit, dat al veel be
reikt was, doordat gehoor te krijgen
was voor zedelijke eischen, mits men
op den bodem der realiteit bleef. Als
man, die met deze, realiteit te maken had,
was zijnhart een ander dan dat van
den heer Dresselhuys, die hem veel
kennis, veel verstand maar weinig hart
ten aanzien van den Volkenbondsont
wikkeling had toegewezen.
Wat meer in bijzonder onze houding
ter vergadering betrof, we hadden het
voorstel van Argentinië niet kunnen steu
nen omdat het hier niet ging om het
algemeen maken van den bond, maar
om het automatisch toelaten van alle
staten, waartegen het Volkenbondsver
drag zich verzette. En het verwijt, dat
hij niet genoegzaam belangstelling voor
den Bond wist te wekken, wees de
minister terug met de verklaring, dat
hij geen propagandist van den Bond
was, maar zooveel mogelijk voorlichting
had gegeven, waarvan anderen gebruik
konden maken
Maar ook ten opzichte van de Was
hingtonsche conferentie scheen de mi
nister niet alleen- voor zijn houding en
daden ter conferentie maar ook voor
de resultaten dierCconferentie min of
meer verantwoordelijk te worden ge
steld.
De heer Van Ravensteyn had zijn
verzoek om het'houden van een inter
pellatie over die houding ingewilligd
gekregen en deze interpellatie werd nu
tegelijkertijd gehouden. Maar dezelfde
afgevaardigde en anderen met hem ver
weten der conferentie haar gebrek aan
resultaten en schenen het onzen minister-
kwalijk te nemen, dat er van de ont
wapening zoo weinig terecht was ge
komen en de conferentie voor het be
houd van den wereldvrede zoo weinig
had bereikt.
De minister gaf als antwoord, ook
op het vijftal vragen die de heer v. Ra
vensteyn gesteld had, een uitvoerig
overzicht van wat ter conferentie was
geschied en bepaalde zich daarbij niet
bij wat ons alleen feitelijk was aange
gaan, de Zuid-zee-vraagstukken, maar
memoreerde ook 't. vloot-verdrag, het
niet verstreken van de Stille Zuidzeeei-
landen, en het China-probleem. Ons
belang was vooral betrokken bij de
Yap-kwestie, welker behandeling ons
het recht van het exploiteeren eener
telegraafiijn gaf en het viermogendheden-
verdrag. Dit laatste verschafte ons ten-
gevolge van 's ministers bemoeiingen
een verklaring van ieder der vier'af
zonderlijk, waarbij ze getuigden onze
rechten in de Stille Zuidzee te zullen
eerbiedigen
Naast Volkenbond en Washingtonsche
conferentie kwam, dank zij vooral de
actie der communisten, de steunverle
ning aan Rusland ter sprake, die de
minister naar de particuliere liefdadig
heid en naar het departement van bin-
neniandsche zaken verwees. In verband
met deze verwijzing werd ook besloten
de motie van den heer De jong, die
1 millioen voor die hulp verleening
wilde bestemmen, bij de begrooting van
binnenlandsche zaken te behandelen.
De nood onzer eigen schatkist, die weer
uit het aangenomen wetsontwerp tot
het aangaan van een leening van 300
millioen bleek, stemt anders weinig tot
het beoefenen van liefdadigheid. De
bezuinigingen, die ook op de begroo
ting van arbeid bleken aangebracht,
toonen, dat wij alle moeite hebben om
rond te komen. Zelfs voor een zoo
dringende noodzakelijkheid als tuber
culosebestrijding was minder uitgetrok
ken. En dit bracht verschillende afge
vaardigden voor dit groote volksbelang
in het geweer. Ook bij de werkloos
heidsverzekering en arbeidsverschaffing
bleek deze zuinigheid invloed te oefenen.
Maar de minister beloofde toch een
suppletoire begrooting om het reeds
bijna verbruikte bedrag aan voorschot
ten en bijdragen voor provincies, gemeen
ten, waterschappen enz., voor dit doel
aan te vullen.
Bij buitenlandsche zaken werd nog
van meer dan een kant het departement
geheimzinnigheid verweten, terwijl de
heer Van de Laar voorstelde het ge
zantschap bij den Paus te laten vervallen.
De motie-Wijnkoop tot beschikbaar
stelling van woonruimte werd verworpen.
Gistermiddag is te 's Gravenhage
op plechtige wijze de zitting van het
Permanent Hof van Internationale jus
titie geopend.
De Minister van Financiën is voor
nemens het door de Eerste Kamer ver
worpen wetsontwerp inzake de burger
lijke pensioenen geheel ongewijzigd, op
artikel 36 na, onmiddelijk weer in te
dienen.
Naar het Eindh Dagbl. verneemt
moet ernstig rekening gehouden worden
met de mogelijkheid dat buiten de
katholieke organisatie om in den Rijks
kieskring Den Bosch een fweede katho
lieke lijst wordt ingediend voor de a.s.
Kamerverkiezing en de heer Jos. v. Wel
uit Helmond daarop als no. 1 zal voor
komen.
Zooals men weet, is de heer Van Wel
onlangs uit het verband der katholieke
kiezersorganisatie getreden.
Dit blad verschijnt
WOENSDAG- EN ZATERDAGAVOND.
Abonnementsprijs per 3 maanden 1.25.
Franco per post door het geheele rijk 1.40.
Brieven, Ingezonden stukken, gelden enz.,
franco te zenden aan den Uitgever.
IH5 ECHO V VV HET ZUIDEN,
van „De Echo v(w het Zuiden"
Zijn rijtuig wachtte hem op het voor
plein. Harmant stapte in en vertrok naar
Courbevoie.
Zijn hoofd gloeide.
Een vreeselijke strijd heerschte in zijne
ziel, doch de uitslag daarvan was nu niet
twijfelachtig meer, daar Mary, wat het ook
kosten mocht, moest gered worden. Hij zou
het althans beproeven.
„Dit huwelijk moet plaats hebben," dacht
hij eindelijk. „Wat er ook gebeuren moge!
Ziedaar de prijs van het leven mijner doch
ter en voor dit leven zou ik het mijne wil
len opofferen."
En dan voegde hij er na een oogenblik
stilte weder bij
„Zou dit overigens ook niet een middel
voor mij zijn om Luciens wraak van mij af
te weren, zoo eenig noodlottig toeval hem
met het verleden in kennis stelde? Zou hij
na zijn huwelijk met mijne dochter nog wel
in staat zijn mij aan de openbare verach
ting prijs te geven? Zeker niet... Mary is
mijn reddende engel. Deze echtverbintenis,
die mij zooveel angst inboezemde, zal mijn
geluk zijn
Toen de industrieel in zijne fabriek kwam,
stelde hij voor een oogenblik alle zorgen
terzijde, hield zich met zijne zaken bezig
en bezocht in gezelschap van Lucien de ge
heele fabriek.
Dan verzocht hij den directeur hem in
zijn kabinet te volgen. De valsche Paul Har-
mant wist echter niet hoe hij de zaak zou
aanpakken. En geen wonder; want het gold
hier zijne dochter aan te bieden, die niet
gevraagd werd.
Eindelijk herinnerde hij zich hoe Jacob
Mortimer op de stoomboot tegenover hem
gehandeld had, en dacht:
„De omstandigheden, zonder juist dezelf
de te zijn. gelijken goed* op elkander."
ZESTIENDE HO<)FDSTUK.
Labroue had op het kantoor van den heer
Harmant tegenover zijn patroon plaats ge
nomen.
„Ik heb u verzocht mij te volgen, Lucien,"
zeide deze, „omdat ik u over aangelegen,
heden van liet hoogste gewicht te spreken
heb."
Jules Lahroue's zoon boog.
De toon, waarop dit gezegd werd, prikkel
de zeer zijne nieuwsgierigheid.
Paul Harmant ging voort:
..Zijr gij tevreden over uwe betrekking hij
mij?"
„O. mijnheer, hoe kunt gij zoo iets vra
gen? Dank zij uwe vrijgevigheid verdien ik
geld genoeg om maandelijks eene aardige
som te kunnen overleggen. Na korte jaren
zal ik eene fortuin gespaard hebben!"
..En daarnaar is 't dat gij haakt?"
„Ja, ik erken het." -
„Eene fortuin, die u in staat zal stellen
uwen levensdroom te vervullen. Dat is zeer
prijsbaar."
Lucien staarde zijn patroon hoogst ver
baasd aan.
„Wat ik daar zeg verwondert u," hernam
Paul Harmant; „deze verwondering zal
editor ophouden, wanneer gij weet, dat ik
enkele dagen geleden breedvoerig over u
gesproken heb met mijn advocaat Darier.
au hem heb ik vernomen, dat uw vurigste
verlangen is de fabriek te Alfortville weder
op te bouwen."
Dat is waar, mijnheer. Ziedaar mijn le
vensdoel en ik hen overtuigd, dal ik op deze
wijze de gedachtenis mijns vaders eeren
zal.'
„Het is een edele gedachte, eene heilige
taak." 6
„Dan keurt gij het goed. mijnheer?"
„Ik bewouder u, en wil daarvan onmiddel
lijk een luidsprekend bewijs geven door u
m de mogelijkheid te stellen uwe plannen
spoediger te kunnen volvoeren."
MAATSCHAPPIJ VAN VERZEKERING OP HET LEVEN
EW (J K
„Gij, mijnheer Harmant?"
„Ik zelf."
„En op welke wijze?"
„Op de eenvoudigste wijze der wereld. Gij
ziet evengoed als ik, dat deze fabriek hier
nu reeds veel te klein is. En dagelijks ne
men de hestellingen toedat weet gij even
goed als ik."
„Ja, dat is duidelijk genoeg, en ik heb
reeds eenmaal de eer gehad u mede te dee-
len, dat spoedig eene tweede fabriek zal
moeten gebouwd worden."
„En gij had gelijk," zeide de industrieel;
„dit oogenblik is nu reeds gekomen."
„En hebt gij reeds eene plaats gekozen."
„Ja, uwe terreinen te Alfortville."
„Maar die verkoop ik nietDat weet gij
mijnheer
„Dat verlang ik ook niet."
Lucien staarde zijn patroon verbaasd aan.
Paul Harmant ging na een oogenblik stil
te weder voort
„Ik heb rijpelijk nagedacht, lang liet
voor en tegen overwogen, doch thans ben ik
overtuigd, dat om mijne industrieele onder
neming de uitbreiding te geven, die zij driu-
geud eischt. een man van talent en ouder
vinding zoo spoedig mogelijk mijn vennoot
moei wórdenDien vennoot heb ik ge
kozenDie vennoot zult gij zijn."
.Ik.' ik, uw vennoot?" riep de jonge
man uit, die zijne noren niet gelooven kon.
...Tuist."
„Maar. mijnheer, mijne terreinen ver
tegenwoordigen niet het duizendste gedeel
te der waarde uwer gehouwen en van uw
materieel
..Dat weet ikMaar wat kan dat .scha
den?Ziehier mijn voorstel, mijnheer
Labroue: Op de terreinen, die gij te Alfort.
ville bezit, zal ik op mijne kosten eene in
richting laten bouwen, even belangrijk als
deze. en door eene uotarieele acte zal ik u
liet eigendom er van verzekeren. Ziedaar
het deel dat gij in de vennootschap zult aan
breng»/' Beide fabrieken zullen gezamenlijk
werken en op bet einde van 't jaar zullen
wij de verdiensten deelen. Zeer eenvoudig
niet waar? Wat dunkt u van mijn voorstel?"
„Mij dunkt dat ik droom, mijnheer."
„Neen, neen, gij droomt niet! 't Is een
ernstig aanbod."
„Dan durf ik het niet aannemen, mijn-
heer."
„En waarom niet?"
„Daar ik niets gedaan heb om zoo met
uwe weldaden overladen te worden."
„Weet gij boe ik fortuin gemaakt heli.
mijnheer Labroue? Weet gij, hoe ik een
voudig wertkuigkundige, niets bezittend
dan veel moed en eenige bekwaamheid, de
vennoot van Jacob Mortimer geworden
ben?"
„Door uw werk
„Ja, zeker: maar niet in don zin door u
opgenomen. Toen die groote Amerikaausche
industrieel iin mij een werkman zag van
bijzondere bekwaamheid, heeft hij mij de
hand zipuer dochter geschonken en mij tot
zijn vennoot verheven."
Lucien beefde.
•Tafeques Gérard ging voort
Waarom zou ik Jacob Mortimer's voor
beeld niet volgen? Waarom zou ik mij ntfn.
der edelmoedig toonen dan hij? De fortuin,
die ik n aanbied, zal de bruidschat mijner
dochter zijn."
„Mejuffrouw Mary zou mijne vrouw wor
den?"
..Zeker." antwoordde de millionnair met
een gedwongen lachjeMij dunkt, dat
daarin niets schrikbarends gelegen is. Mary
heeft het oog op u laten vallen, dierbare
Lucienzij waardeert uwe schoone hoeda-
nighedeu... En ik kon niet anders dan hare
keuze goedkeuren, want ik acht en bemin u.
Ik zou fier zijn u mijn schoonzoon te iuogen
noemen."
„Mijnheer," antwoordde Lucien haastig,
„uw aanbod is mij een bewijs uwer achting
en sympathie. Het vereert mij zeer. en ik
ben er diep door getroffenmaar ik kan
bet niet aannemen."
„Nog eens, waarom niet?" vroeg Jacques
Gérard, zeer onrustig en verbaasd.
„Het is te veel eer voor mij."
„Dat is geene reden."
..Ik acht ze voldoende."
„Maar hebt gij mij dan niet begrepen?...
Ik hel) u gezegd, dat gij Mary's uitverkore.
ne zijt...Ik zou hebben moeten zeggen, dat
zij u bemint... Ja, bet arme kind bemint u
met al de krachten barer ziel, en zoo zij
geen wederliefde ontvangt, al zij het inet
den dood bekoopeu."
..Mijnheer Harmant," antwoordde Lucien
Prijs der Advertentiëu
20 cent per regel; minimum 1.50.
Reclames 40 cent per regel.
O]) bewogen loon. „uwe openhartigheid eischt
ook de mijne... Ik zou wel ondankbaar zijn.
zoo ik niet eene grenzelooze erkentelijkheid
voor. n koesterde, doch deze erkentelijkheid
is gemengd met een droevig leed."
„En dat is?"
..Dat ik u door eene weigering moet De
el roeven."
„Dwaasheid! Gij kunt geen enkel ernstig
motief daartoe hebbeuriep de millionnair
uit.
„Integendeel. <le ernstigste van alle rede
nen... Mijn hart behoort mij niet meer toe".
„Bemint gij dan iemand?"
...Ia, ik bemin een jeugdig meisje! Ik hel)
gezworen haar te huwen en niets ter wereld
kan in staat zijn mij aan dien eed te kort
te doen komen."
„Een meisje zonder fortuin, wed ik."
„Dat hebt gij geraden. Mijn aanstaande
bezit niets."
„Dierbare Lucien, de liefde gaat voorbij,
maar bet geld blijft".
..Mijne liefde is onverwelkbaar en de for
tuin is niets voor mij tegenover de vreugde
des harten."
„Denk nog eens na."
..Dat zou niets baten, mijnheer."
„Gij zult niet vergeten, dat Mary u zoo
vurig bemint".
„Gij hebt liet zooeven gezegd, mijnheer,
de liefde gaat voorbij."
„Het arme kind is te diep getroffen!
Mary zal het besterven!"
„Mijne bescheidenheid laat mij niet toe
dit te geloovenIk smeek u, mijnheer,
dring toch niet verder aan."
„Welaan dan! Doch nog eens verzoek ik
u wel te willen nadenken... Uwe toekomst
stat op bet spelVergeet dat niet
Lucien was opgestaan.
„Vergeet dat niet!" herhaalde Paul Har
mant.
De jongeman neeg en vertrok.
Dan wandelde de industrieel langzaam op
en neer door het vertrek.
„Hij bemint elders, bemint een jong meis
je zonder fortuin... Hij weigert mijn kind
te huwen! Dat zal Mary's dood zijn!"
(Wordt vervolgd).