Advetan doet verkoopen.
De Portierster
van Alfortville
Dit ons Parlement
BUITENLAND.
Kerknieuws.
Qemengd üieuws
FECJILLETOM
Binnenland,
„NOOR D -B &AB AND"
WOENSDAG 1 MAART 1922.
TeleL 18.
WAALWIJKSCHK EN LANGSTRAATSCHE COURANT.
UitgareWaalwgk«chc Stoomdrukkerij Antoon Tlclen
T«!egr.-AdresECHO.
Interpellatie Ontslag Bredase he
politiefaillissementsaanvrage Wot-
mervetr en hulp aan Rusland
De dienst- en rusttijden en de
rechtspositie van het spoorweg
personeel en de door de directie
voorgenomen wijzigingen De
begrooting van Justitie en de
wijziging van het Wetboek van
Koophandel.
Interpellaties zijn de middelen, waar
door de volksvertegenwoordiging een
regeering ter verantwoording roept voor
hare daden en waardoor zij dus ook op
het beleid en de wijze der gezags
uitoefening der regeering een meer
rechtstreekschen invloed tracht uit te
oefenen. Waar nu in onzen ttjd eeoer-
zijdf de bemoeiingen van den Staat met
het maatschappelijk leven 'voortdurend
toenemen en anderzijds de neiging
sterker wordt om het volk en de volks-
vertegenwoordiging een grooter en meer
Intense invloed te verzekeren op de
regeering en alle regeerlngsdaden, is de
toename van het aantal interpellaties
welhaast onvermijdelijk, wat natuurlek
de wetgevende werkzaamheid der Staten-
Generaal eenigszins dreigt te belem
meren.
Ditmaal waren er vier interpellaties
aan de orde, waarvan er drie bij de j
begrooting van blnnenlaodsche zaken
behandeld werden. De heer Kleerekoper
klaagde over het ontslag der Bredasche
politieagenten, die als lid van den
Neutralen Bond bij de hoogore autori
teiten niet in een goed blaadje zouden
gestaan hebben en daarom om een
eenvoudige grap op een carnavalsbal
zouden ontslagen zijn. De beer Duys
kwam op voor de gemeente Wormerveer,
wier faillissement was aangevraagd, en
speciaal voor den raad en do wethouders,
wier slechte verstandhouding met deo
burgemeester hij geheel aan dezen weet,
en verbond hieraan het verwijt, dat thacs
in Nederland Roomsch troef was en de
vraag of de minister niet een regeling
wilde treffen, waardoor noodlijdende
gemeenten geholpen konden worden.
En de heer De Jonge vroeg hulp voor
Rusland, wat den heer Van de Laar,
die meende, dat niet de regeering maar
de particuliere liefdadigheid moest hel
pen, aanleiding gaf oen motie in te
dienen, waarbij de regeering verzocht
werd, geldinzamelingen voor Rusland
te houden.
Heel wat langer dan deze interpellaties
hield die van den heer Wijnkoop de
Kamer bezig. Deze afgevaardigde maakte
zich blijkbaar ongerust over de plannen,
die de spoorwegdirectie ten aanzien van
een verandering van loon, dienst- en
rusttijden van het personeel overwoog
en trachtte daarom het ongerechtvaar
digde van de voorgenomen wijzigingen
aan te toonen en den minister te over
reden daaraan zijn goedkeuring niet te
geven. Hij wees er op, dat de arbeids
voorwaarden al slechter waren dan de
Arbeidswet toelaat en dat de eisch van
veiligheid, de onregelmatigheid van de
werktijden, eerder een langeren rusttijd
voor het spoorwegpersoneel noodzakelijk
maakren. Een diensttijd van 155 uren
noemde bij geen bizonderheid bij de
sporen, waar 55 pCt. van het locomotief-
personeel den voorgeschreven diensttijd
overschrijdt. Ook elschte hij behoorlijk
overleg met de organisaties en bezuini
ging door verbetering van organisatie,
vermeerdering van vervoer en lagere
tarieven inplaats van door lager loon
en ontslag van personeel.
Tegenover deze laatste bewering
merkte dè heer Hermans op, dat by
ongunstige exploitatie-resultaten van een
bedrijf, de positie van het personeel
moeilijk op eenzelfde peil kan gehand
haafd worden. Maar de heer Smeenk
pleitte eveneens voor lagere tarieven.
De beer Van Braambeek bleek het met
den heer Wijnkoop, omtrent de slechte
regeling van dienst- en rusttijden en
slechte arbeldsvobrwaardeoj vrijwel eens,
maar scheen nog minder vertrouwen
dan deze in den minister te hebben.
Die had verklaard de door de directie
voorgestelde wijzigingen niet te willen
goedkeuren, maar in de voorstellen
allerlei wijzigingen te hebben aange
bracht. De Arbeidswet zelf, zoo meende
Zijne Excellentie, gaf de directie het
recht van de bepalingen omtrent dienst
en rusttyden af te wykon. Maar het
ontslag van het personeel zal zoo'n vaart
niet loopen. Door de wijzigingen kwam
er op 48.000 man een overcompleet
van 2000, maar die wijzigingen hadden
eeu bezuiniging van 5 miliioen. Finan-
cleële overwegingen verboden ook, ver
klaarde de minister, verlaging der ta-
rloven. De moties, die de heer Van
Braambeek had ingediend en die het
onnoodig verklaarden de rust- en dienst
tijden te wijzigen en niet wenscheUjk
door ontslag, wel door niet aanvulling
bij vacatures te bezuinigen werden door
de Kamer verworpen.
Bij de behandeling der Justitie
begroting pleitte de heer Snoeck
Henkemans voor een voortduren van
het toezicht ook na den 21-jarigen
leeftijd op in rijksopvoedingsgestichten
grootgebrachten, wat den heer Schokklng
de verklaring ontlokte, dat 75 pCt. goed
terecht kwamen en de heer Van Schaïk
voor verbetering van de regeling van
het bezoekrecht aan gevangenen, die
voor reclasseering in aanmerking kwa
men, waarvan bet Nederlandsche ge
nootschap tot zedelijke verbetering
feitelijk een privilege genoot. Het ont
werp tot wijziging van het Weiboek
van Koophandel, die hierbij in behande
ling kwam, oaderglng eeoige verandering
door een amendement volgens hetwelk
koopmansbrieven en bescheiden slechts
10 inplaats van 30 jaar behoefden be
waard te blijven en door een ander,
dat voor den makelaar, die voortaan
geen aanstelling meer noodig zal hebben,
een eed Invoerde, over welks aieggiog
eerst het Openbaar Ministerie zal moeten
gehoord worden.
currentie en van de malaise In zaken J
een verlies geleden van ruim f 2 miliioen. j
Over 1920 bedroeg de wlast
f 2,711,928.
Slechts ten koste van aanzienlijke
opoffeiingcn kon in het afgeloopeo jaar
het meerendeel der machines aan den
gang worden gehouden.
De Internationale Enquête-com-'
missie inzake dea ondergang van het
Ned. 9.5. >Tubantia« is tot de overtui
ging gekomen, dat de >Tubactia< tot
zinken is gebracht door de ontploffing
van een torpedo, afgeschoten door een
Du'.tschen onderzeeër. Of de torpedee
ring opzettelijk of bij vergissing is ge
schied blijft onopgehelderd.
De nieuwe Nederlandsche Staats-
leening
Thans wordt officieel de uitgifte der
6 pet. Nederlandsche Staatsleening groot
nominaal f 150 miliioen verdeeld in
obligaties van f 2500, f 1000, f 500 en
f 100. aangekondigd. De koers van uit
gifte bedraagt 96 pet. Van deze leening
is door de firma Dillon Read Co. te
New York reeds f 75 miliioen in stuk
ken van f 2500 overgenomen en in de
Ver. Staten geplaatst. De emissie was er
binnen enkele minuten ruim volteekend.
Zondagavond is te Amsterdam
overleden prof. J. V. de Groot O. P.
De overledene werd in 1848 te Schie
dam geboren, trad in 1866 in de Orde
van deo H. Dominicus en werd in 1873
te Utrecht tot priester gewijd.
Gedurende 20 jarea gaf hij In het
Domioicus-Coliege te Nijmegen aan de
fraters zijner orde onderwijs in dogma
tiek, kerkelijke wijsbegeerte en geschie
denis van den godsdienst.
In 1885 deed hij examen ad gradu?,
voltooide vervolgens zijne studies te
Rome en verkieeg In 1892 den titel van
magister theologiae. Sedert 1895 is hij
hoogleeraar, benoemd door het R. K.
Episcopaat van Nederland, aan de Uni
versiteit te Amsterdam om onderwijs te
geven in de wijsbegeerte van den H.
Thomas van Aquiue.
De overledene was om ?tjn groote
geleerdheid, om zijn eenvoud, z'n aaii-
geoameu omgang en zijn leven en hard
werken voor de studenten zeer gezien.
Zijn colleges waren zeer druk bezocht,
ook door andersdenkenden.
De geheele pers bespreekt dan ook
met de grootste waardeering dezen
groeten man en diens vele goede werken.
Het Vastenmandement van Z. D. H.
Mgr. A. F. Diepen, Bisschop van Den
Bosch, dat Zondag in de kerken is voor
gelezen, Is gewijd aan de opvoeding der
kinderen vanaf de prilste jeugd tot op
rijperen leeftijd. Vooral wordt de nood
zakelijkheid aangetoond om de Katho
lieke jeugd eoo volkomen Katholieke
opvoeding te geven. Ie het bijzonder
wordt ook aanbevolen de R.K. Jeugd
organisatie als voorbereiding tot het R.K.
Vereenlgingsleven en medewerking ge
vraagd voor de verschillende Kath. ver-
eenlgingen en instellingen en de stand-
organisaties, terwijl ten slotte gewaar
schuwd wordt tegen de onlaarding en
de excessen in de sport.
Aan het slot van den brief worden
gebeden verzocht voor Z. H. Plus XI
en het Vorstenhuis en voor het behoud
van de weldaad geregeerd te worden
door een Christelijk Ministerie, teiwijl
gewezen wordt op het verbod om bij
de verkiezingen zijn stem aan een den
Kath. godsdienstvijandige partij te geven.
Z. D. H. deelt iu zijn schrijven mede,
dat Z. H. Paus Beoedictus XV, z.g., bij
decreet van 10 Januari j,l., door de
omstandigheden in ons vaderland ge
drongen, heeft goedgevonden en bepaald,
het gebod van onthouding van slafelijkeo
arbeid op te heffen voor de volgende
drie feestdagen, n.l. den feestdag van
St. Joseph (17 Maart), H. Sacramentsdag
en den feestdag van O. L. Vr. Onbevlekt
Oatvangen (8 December).
Deze dispensatie is voor ons land
verleend voor den tijd van vijf jaar. De
eerste vijf jaren dus zal het op die dagen
geoorloofd zijn slafelijken arbeid te ver
richten, als ze in de week vallen.
De verplichting echter om op die
dagen Mi9 ie hooren blijft onder zware
zonde van kracht.
Op 28 Maart zal het 25 jaar
geleden zijn dat de zeereetw. pater Chr.
Boomaars C.s.s.R. werd benoemd tot
hoofdredacteur van >De H. Familie»,
het veel verspreide weekblad voor het
Katholieke huisgezin, dat door de eerw.
paters Redemptoristen wordt uitgegeven,
Het huwelijk van Prinses Mary.
Honderden geschenken zijn prinses
Mary, die heden in het huwelijk treedt,
de laatste dagen uit alle deelen des lands
aangeboden. En het St. James-paleis,
waar zij zijn ten ondergebracht en voor
het pubiek zijn ten toongesteld, vormt
een waar museum.
Van al deze geschenken zijn die der
koninklijke familie uit den aard de meest
belangwekkende.
De koning schonk zijn dochter een
diadeem, een halssnoer en fan armband
van saffier en diamantendt koningin
één enkele saffier, afgezet met diaman
ten. Het cadeau van den prins van
Wales aan zijn zuster bestaat uit een
saffieren en diamanten armband, terwijl
de drie overige broeders, de Duke of
York, prins Henri en prins George, een
diamanten ring hebben geschonken.
Koningin Alexandra, prinses Mary's
grootmoeder, gaf een halsketting in zes
snoeren, uit verschillende steenen be
staande. Ten slotte ontving de prinses
nog van haar haar schoonouders Lord
en Lady Harewood, een diamanten pen
dant en van de koningin van Noorwe
gen beide ten nauwste aan de En-
gelsche koninklijke familie geparenteerd
enkele kostbare kleinoodiën.
De bruidegom, burggraaf Lascelles,
schonk zijn bruid een corsage-sierraad
van saffier, met een „franje" van kleine
diamantenvoorts een diamanten pen
dant en een goud-en-platina horloge-
snoer met paarlen bezet. Onder de ge-
NUMMER 17
van „De Eoho van het Zutdzn
86).
Uit de deser dagen door de re-
geerlng der Vereenlgde Staten gepubli
ceerde opbrengstcijfers der rijksbelas
ting blijkt, dat drie New-York9che mll-
Uonnalrs over het jaar 1919 te zamen
niet minder dan achttien miliioen dollar
belasting hebben betaald.
Hun Inkomsten bedroegen In totaal
28 miliioen dollar. Deze heeren hebben
du9 meer dan 60 pCt. van hun Inko
men aan belasting betaald.
De commissie voor de bulten-
iandsche aangelegenheden uit den Se
naat te Washington heeft besloten eeo
gunstig advies te zullen uitbrengen aau
den Senaat over de Vlermogendhoden
overeenkomst nopens de Stille Zee eo
de daarbij behooreode aanvullingen be
treffende de vlootbeperking en de dulk-
booten.
Polen is nu ook tot de kleine
entente toegetreden.
Het IfUwelijk van prinses Mary,
de eenige dochter van 't Engelsche
koningspaar, heeft gisteren met veel
plechtigheid en onder onbeschrijfelijk
enthousiasme plaats gehad.
Landru is Zaterdagmorgen ont
hoofd.
Dc premiers van Frankrijk en
Engeland hebben weer geconfereerd en
naar 't heet met succes.
10 April begint de conferentie te
Genua.
De N. V. Vereenlgds Kon. Pa
pierfabrieken der firma van Gelder eo
Zonen, die dc grootste papierfabrieken
In Nederland exploiteert, heeft over
1921 tengevolge van de Dultsche cot-
7< j^WA A LWUK^^y
DOOD ERVARING STERK.j
45e JAARGANG.
m ECHO V VV HET ZllDEV,
Dit blad verschijnt
WOENSDAG- EN ZATERDAGAVOND.
Abonnementsprijs per 3 maanden 1.25.
Franco per post door het geheele rijk 1.40.
Brieven, Ingezonden stukken, gelden enz.,
franco te zenden aan den Uitgever.
,.0, o, Dan hebben wij met gesloten deu
ren te onderhandelen. Het is dan zeer ern
stig wat gij mij te zeggen hebt?"
„Gij zult zelf oordeelen."
„Wel, zit dau neder neef, en verklaar mij
eens wat u op het hart ligt."
Zonder den stoel te nemen, dien Ovidius
hem aanwees, bracht de groote industrieel
de hand aan het voorhoofd en begon
„Toen gij mij te Courbevoie bezocht, liebt
gij mij verzekerd, dat gij steeds bereid zoudt
gevonden worden mij alle diensten te bewij
zen".
„En dat verzeker ik u nogmaals. De wijze
waarop gij mij ontvangen hebt, heeft mij in
de gelegenheid gesteld u beter te kunnen be-
oordeelen dan ik ooit gedaan heb. Gij hebt
n aangesteld als een man, die zijne familie,
leden op prijs stelt. Gij hebt u een flinken
jongen getoond. Gy hebt niets afgedongen, u
niet kleingeestig aangesteld en dat verheugt
mij nog. Ik heb dan ook veel achting voor
u en herhaal nog eens dat gij over mij kunt
beschikken. Ik ben gereed alles voor u te
doen wat ik kan."
„Wat ik u te vragen heb, ligt in uwe
macht."
„Verklaar u dau nader. Ik luister."
»ZiJt gij werkelijk bereid alles té doen
wat ik verlang? Verstaat gij goed de waar
de van het woord: Alles?"
Ovidius wierp een blik op zijn gewaariden
neef.
„Wel ja, zeg ik u. Alles beteekent, dat ik
te gehoorzamen heb, wat ook gij mij bevelen
zult, zelfs dan, wanneer gij my eeu vuurtje
zoudt doen stoken, zooal.s gij eens te Alfort
ville deedt. Is het dat?"
Paul Harmant keek verbaasd uit zijn
oogen, en sprak
„DrommelsZoo er geen vuur verlangd
wordt, dan zal 't wel bloed zijn. En wat
zoudt gij dau antwoorden?"
„Dat bloedvergieten niet in mijne gewoon
te ligtIk ben een goede jongen, van
zachte zeden en vreedzaam humeur."
„Mijn heil staat op het spel! En zoo gij
mij redt, bewaart gij tevens de positie, die
ik u bezorgd heb."
„Dau verkeert gij in groot gevaar?" vroeg
Ovidius haastig, vol angst de lijfrente te
verliezen, die hem werd uitbetaald.
„Ja".
„Dan ben ik tot alles bereid, tot alles,
zonder uitzondering. Wie u bedreigt, be
dreigt mij. Gij zijt myu geldschieter, en ik
wil u niet verliezen. Komt het verleden na
een en twintig jaar nu nog op het tapijt?"
„Ja".
„Maar er is prescriptie."
„Er is nooit prescriptie voor schande en
oneer en daardoor kan ik even zwaar ge
troffen worden als door een vonnis van het
Assisen hof."
„Kom, wees nu eens duidelijk. Om te kun
nen handelen moet ik alles weten".
„Ik zal u alles zeggen. Toen ik te Parijs
aankwam, wierp een ellendig toeval mij
Jules Labroue's zoon voor de voeten."
„Hy, die Lucien LabroueIk wist het
reeds".
„Wist gy dat? herhaalde de millionnair
verbaasd.
„Zeer goed. Z|jn naam werd in mijne
tegenwoordigheid uitgesproken terwijl ik te
Courbevoie met u in uw kabinet was... Gtf
weet wel, dat ik zoo erg dom niet ben en ik
begreep dan ook gemakkelijk genoeg, dat
bet de zoon van den andere moest zflu. Ik
vond het zeer behendig van u dien jongen in
uwen dienst genomen te heben. Zoo toch
hebt gij hem steeds in uwe macht en onder
het oog; gij weet wat hy zegt, wat hy doet
en denkt. O, op mijn eerewoord, dat was
zeer behendig van u
„Omdat ik Lucien Labrou's innige ge
dachten ken, heb ik hem in niijn dienst ge
nomen," antwoordde Jacques Gérard.
„En die gedachte?"
MAATSCHAPPIJ VAN VERZEKERING OP HET LEVEN
„Is onveranderlijk, onverdelgbaar. Zijn
levensdoel is den dood zijns vaders te wre.
ken."
„Dan is hij iemand, die 't onmogelijke
wil. De dood zflns vaders is gewroken, daar
de Jury met eenparigheid van stemmen
.Teanno Fortier tot levenslange gevangenis
straf veroordeeld heeft."
„Hij gelooft niet aan Jeanne's schuld."
„Zoo! zoo! En waorom niet?"
„Daar liy een voorgevoel heeft der waar
heid. Jacques Gérard beschuldigt hij en de
man gelooft ook niet aan diens dood."
„Drommels! Drommels! Dat verandert
mijne meening! Indien 't zoo is, dan wordt
Jules Labroue's zoon zeer gevaarlijk voor
u."
„En vooral zou deze gevaarlijk worden,
zoo liet toeval wilde, dat lifj Jeanne Fortier
ontmoette en deze vrouw my herkende.
„Onmogelijk
„Waarom?"
„Jeanue Fortier is in de gevangenis en zal
deze nooit verlaten."
„Zy is ontsnaptZij is vry
NEGENTI EN DB HOOFDST UK.
Ovidius Soliveau wist niet wat hij hoorde.
„Vrij!" herhaalde hy. „Sapperloot, dat is
een ellendige zaak! Werkelijk zij zouden
elkander kunnen ontmoeten en dat mag niet
gebeuren! Kortom, Lucien Labroue moet
verdwijnen?"
„Neen," antwoordde de millionnair.
„Jeanne Fortier, misschien?"
„Ik weet niet waar die zich bevindt."
„Dan geef ik het op! Ik ben nooit be
kwaam geweest in het oplossen van raad
sels."
„Luister; ik zal u alles uitleggen."
„Dat is juist wat ik van u vraag."
„Gy weet hoeveel ik van my'ne dochter
Mary houd."
„Zeer veel, byzouderveel, dat moet ik er-
knnen. Gij hebt een hooggeplaatst vaderlijk
gevoel. Voor myu lief klein nichtje zoudt gy
in staat zijn de grootste dwaasheid te be
gaan."
„Voor haar zou ik Parijs in brand steken,
de hoele wereld vernietigen, zoo dit in my»
macht was. -Ta, ik bemin haar met een ein-
delooze liefde, en zou liet met deu dood be-
koopen. zoo zij kwam te sterven,... en gij
weet hoe ziekelijk zy is
„Zy zal niet sterven, maar leven, zoolang
mogelijkriep Ovidius Soliveau uit. „Doch
van waar deze sombere gedachten? Wat
heeft uwe dochter in deze aangelegenheid te
maken?"
„Een woord zal voldoende zyn om u alles
te doen begrijpen."
„Deel my dan spoedig dat woord mede."
„Mary bemint Lucien Labroue."
„O! Dat is het, wat 11 zoozeer ontstelt!"
riep Ovidius op vroolijken toon uit. „Maar
wat moet ik thans van u denken, neef? Ik
herken u niet meer. Ziedaar juist uwe red
plank Haast u den jongeman de hand van
uwe dochter te geven en alles is in orde.
Zoo de ambtenaar van den burgerlijken
stand bet Conjungo zal hebben uitgesproken
is er niets meer te vreezen voor uLaat
ons eens veronderstellen, dat Lucien, een
maal schoonzoon geworden. Jeanne Fortier
ontmoette en leerde kennenVeronderstel
len wy tevens, dat zy hem van hare on
schuld volkomen weet te overtuigen, dat zy
te zamen een onderzoek instellen naar den
werkelyken brandstichter van Alfortville^
naar den echten moordenaar van Jules La
broue en zelfs dat zy dien vinden, dat zal
Lucien de eerste zyn om Jeanue bet stil-
zwygen op te leggen. Wat zou hy aanvan
gen tegenover hem, wiens dochter hy ge
trouwd heeft? Niets! Niets! Dat is duidelijk
genoeg
„Diezelfde berekening hak ook ik gemaakt
toen ik Mary's liefde voor Lucien ontdek
te," antwoordde de valsche Paul Harmant.
„Welnu?"
„Welnu, dat huwelijk is niet mogelijk!"
„En waarom niet? Is de jongeman mis
schien reeds gehuwd?"
„Hy is niet gehuwd, maar bemint een
ander meisje en heeft gezworen haar te zul
len trouwen."
„Dat meisje moet dan wel rijk zyn?"
„Het kind bezit niets."
„Wat een dwaaskopMaar dat is
onbegrijpelijk, onwaarschijnlijk
„En toch is het waar, dat Lucien Mary's
hand geweigerd heeft."'
„Thans begin ik liet te vatten't Is zijn
meisje, dat verdwijnen moet
„Geraden
•Prijs der Advertentlën
20 cent per regelminimum ï.co.
Reclames 40 cent per regel.
„Wanneer die verloofde van het wereld
rond verdwenen Is, zal Lucien Labroue niet.
langer meer aarzelen liet prachtig aanbod
aan te nemen, dat hem gedaan wordt",
„Daarop reken ik 0111 bet leven mijner
dochter te redden."
„Welnu, neef, gy kunt ook op mij reke
nen!... Gy hebt vertrouwen in my gesteld,
en dat vereert mij. Gy zijt. onmiddeliyk tot
my gekomen, dat vleit mijn hoogmoed... Ik
hen uw manWees- gerust, weldra zal mUn
nichtje Mary mevrouw Lucien Labroue zijn.
Maar hoe heet de deerne. Waar woont zij?"
„Ik weet er niets van."
„Die mededeeling zal my niet ver bren
gen."
„Dat erken ik. docli ik heb er iets op be
dacht. Luister."
„En dat is?"
„Ik zend Lucien drie weken naar Belle-
garde om machines te plaatsen en plannen
op te nemen."
„Uitstekend Dan hebben wy ons toch niet
om hein te bekommeren."
„Van nacht Is hij in de fabriek om mor
gen bijtyds de machinerien naar hot station
te doen overbrengen."
„En dan?"
„Hij vertrekt. Maandagmorgen!"
„Genoeg! Genoeg!" onderbrak hem Ovi
dius. „Begrepen. Morgen hoeft hij na de ver
zending een vryen dag en zal daarvan zeker
gebruik maken 0111 een roerend afscheid van
zyn duifje te nemen."
„Waarschijnlijk
„Zeker
„Ik zal den jongeman in 't oog houden,"
hernam Soliveau, „en vanaf het oogenblik
dat liij de fabriek verlaat, zyn spoor volgen."
„Wy zullen dra op de hoogte zyn; dat be
loof ik u en doe ik eene belofte, dan houd
ik die ook."
„Hebt gij geld noodig?" vroeg Jacques
Gérard.
(Wordt vorvolgd).