Advetan doet verkoopen. De Portierster van Alfortville Dit ons Parlement BUITENLAND. Kerknieuws. Qemengd üieuws FECJILLETOM Binnenland, „NOOR D -B &AB AND" WOENSDAG 1 MAART 1922. TeleL 18. WAALWIJKSCHK EN LANGSTRAATSCHE COURANT. UitgareWaalwgk«chc Stoomdrukkerij Antoon Tlclen T«!egr.-AdresECHO. Interpellatie Ontslag Bredase he politiefaillissementsaanvrage Wot- mervetr en hulp aan Rusland De dienst- en rusttijden en de rechtspositie van het spoorweg personeel en de door de directie voorgenomen wijzigingen De begrooting van Justitie en de wijziging van het Wetboek van Koophandel. Interpellaties zijn de middelen, waar door de volksvertegenwoordiging een regeering ter verantwoording roept voor hare daden en waardoor zij dus ook op het beleid en de wijze der gezags uitoefening der regeering een meer rechtstreekschen invloed tracht uit te oefenen. Waar nu in onzen ttjd eeoer- zijdf de bemoeiingen van den Staat met het maatschappelijk leven 'voortdurend toenemen en anderzijds de neiging sterker wordt om het volk en de volks- vertegenwoordiging een grooter en meer Intense invloed te verzekeren op de regeering en alle regeerlngsdaden, is de toename van het aantal interpellaties welhaast onvermijdelijk, wat natuurlek de wetgevende werkzaamheid der Staten- Generaal eenigszins dreigt te belem meren. Ditmaal waren er vier interpellaties aan de orde, waarvan er drie bij de j begrooting van blnnenlaodsche zaken behandeld werden. De heer Kleerekoper klaagde over het ontslag der Bredasche politieagenten, die als lid van den Neutralen Bond bij de hoogore autori teiten niet in een goed blaadje zouden gestaan hebben en daarom om een eenvoudige grap op een carnavalsbal zouden ontslagen zijn. De beer Duys kwam op voor de gemeente Wormerveer, wier faillissement was aangevraagd, en speciaal voor den raad en do wethouders, wier slechte verstandhouding met deo burgemeester hij geheel aan dezen weet, en verbond hieraan het verwijt, dat thacs in Nederland Roomsch troef was en de vraag of de minister niet een regeling wilde treffen, waardoor noodlijdende gemeenten geholpen konden worden. En de heer De Jonge vroeg hulp voor Rusland, wat den heer Van de Laar, die meende, dat niet de regeering maar de particuliere liefdadigheid moest hel pen, aanleiding gaf oen motie in te dienen, waarbij de regeering verzocht werd, geldinzamelingen voor Rusland te houden. Heel wat langer dan deze interpellaties hield die van den heer Wijnkoop de Kamer bezig. Deze afgevaardigde maakte zich blijkbaar ongerust over de plannen, die de spoorwegdirectie ten aanzien van een verandering van loon, dienst- en rusttijden van het personeel overwoog en trachtte daarom het ongerechtvaar digde van de voorgenomen wijzigingen aan te toonen en den minister te over reden daaraan zijn goedkeuring niet te geven. Hij wees er op, dat de arbeids voorwaarden al slechter waren dan de Arbeidswet toelaat en dat de eisch van veiligheid, de onregelmatigheid van de werktijden, eerder een langeren rusttijd voor het spoorwegpersoneel noodzakelijk maakren. Een diensttijd van 155 uren noemde bij geen bizonderheid bij de sporen, waar 55 pCt. van het locomotief- personeel den voorgeschreven diensttijd overschrijdt. Ook elschte hij behoorlijk overleg met de organisaties en bezuini ging door verbetering van organisatie, vermeerdering van vervoer en lagere tarieven inplaats van door lager loon en ontslag van personeel. Tegenover deze laatste bewering merkte dè heer Hermans op, dat by ongunstige exploitatie-resultaten van een bedrijf, de positie van het personeel moeilijk op eenzelfde peil kan gehand haafd worden. Maar de heer Smeenk pleitte eveneens voor lagere tarieven. De beer Van Braambeek bleek het met den heer Wijnkoop, omtrent de slechte regeling van dienst- en rusttijden en slechte arbeldsvobrwaardeoj vrijwel eens, maar scheen nog minder vertrouwen dan deze in den minister te hebben. Die had verklaard de door de directie voorgestelde wijzigingen niet te willen goedkeuren, maar in de voorstellen allerlei wijzigingen te hebben aange bracht. De Arbeidswet zelf, zoo meende Zijne Excellentie, gaf de directie het recht van de bepalingen omtrent dienst en rusttyden af te wykon. Maar het ontslag van het personeel zal zoo'n vaart niet loopen. Door de wijzigingen kwam er op 48.000 man een overcompleet van 2000, maar die wijzigingen hadden eeu bezuiniging van 5 miliioen. Finan- cleële overwegingen verboden ook, ver klaarde de minister, verlaging der ta- rloven. De moties, die de heer Van Braambeek had ingediend en die het onnoodig verklaarden de rust- en dienst tijden te wijzigen en niet wenscheUjk door ontslag, wel door niet aanvulling bij vacatures te bezuinigen werden door de Kamer verworpen. Bij de behandeling der Justitie begroting pleitte de heer Snoeck Henkemans voor een voortduren van het toezicht ook na den 21-jarigen leeftijd op in rijksopvoedingsgestichten grootgebrachten, wat den heer Schokklng de verklaring ontlokte, dat 75 pCt. goed terecht kwamen en de heer Van Schaïk voor verbetering van de regeling van het bezoekrecht aan gevangenen, die voor reclasseering in aanmerking kwa men, waarvan bet Nederlandsche ge nootschap tot zedelijke verbetering feitelijk een privilege genoot. Het ont werp tot wijziging van het Weiboek van Koophandel, die hierbij in behande ling kwam, oaderglng eeoige verandering door een amendement volgens hetwelk koopmansbrieven en bescheiden slechts 10 inplaats van 30 jaar behoefden be waard te blijven en door een ander, dat voor den makelaar, die voortaan geen aanstelling meer noodig zal hebben, een eed Invoerde, over welks aieggiog eerst het Openbaar Ministerie zal moeten gehoord worden. currentie en van de malaise In zaken J een verlies geleden van ruim f 2 miliioen. j Over 1920 bedroeg de wlast f 2,711,928. Slechts ten koste van aanzienlijke opoffeiingcn kon in het afgeloopeo jaar het meerendeel der machines aan den gang worden gehouden. De Internationale Enquête-com-' missie inzake dea ondergang van het Ned. 9.5. >Tubantia« is tot de overtui ging gekomen, dat de >Tubactia< tot zinken is gebracht door de ontploffing van een torpedo, afgeschoten door een Du'.tschen onderzeeër. Of de torpedee ring opzettelijk of bij vergissing is ge schied blijft onopgehelderd. De nieuwe Nederlandsche Staats- leening Thans wordt officieel de uitgifte der 6 pet. Nederlandsche Staatsleening groot nominaal f 150 miliioen verdeeld in obligaties van f 2500, f 1000, f 500 en f 100. aangekondigd. De koers van uit gifte bedraagt 96 pet. Van deze leening is door de firma Dillon Read Co. te New York reeds f 75 miliioen in stuk ken van f 2500 overgenomen en in de Ver. Staten geplaatst. De emissie was er binnen enkele minuten ruim volteekend. Zondagavond is te Amsterdam overleden prof. J. V. de Groot O. P. De overledene werd in 1848 te Schie dam geboren, trad in 1866 in de Orde van deo H. Dominicus en werd in 1873 te Utrecht tot priester gewijd. Gedurende 20 jarea gaf hij In het Domioicus-Coliege te Nijmegen aan de fraters zijner orde onderwijs in dogma tiek, kerkelijke wijsbegeerte en geschie denis van den godsdienst. In 1885 deed hij examen ad gradu?, voltooide vervolgens zijne studies te Rome en verkieeg In 1892 den titel van magister theologiae. Sedert 1895 is hij hoogleeraar, benoemd door het R. K. Episcopaat van Nederland, aan de Uni versiteit te Amsterdam om onderwijs te geven in de wijsbegeerte van den H. Thomas van Aquiue. De overledene was om ?tjn groote geleerdheid, om zijn eenvoud, z'n aaii- geoameu omgang en zijn leven en hard werken voor de studenten zeer gezien. Zijn colleges waren zeer druk bezocht, ook door andersdenkenden. De geheele pers bespreekt dan ook met de grootste waardeering dezen groeten man en diens vele goede werken. Het Vastenmandement van Z. D. H. Mgr. A. F. Diepen, Bisschop van Den Bosch, dat Zondag in de kerken is voor gelezen, Is gewijd aan de opvoeding der kinderen vanaf de prilste jeugd tot op rijperen leeftijd. Vooral wordt de nood zakelijkheid aangetoond om de Katho lieke jeugd eoo volkomen Katholieke opvoeding te geven. Ie het bijzonder wordt ook aanbevolen de R.K. Jeugd organisatie als voorbereiding tot het R.K. Vereenlgingsleven en medewerking ge vraagd voor de verschillende Kath. ver- eenlgingen en instellingen en de stand- organisaties, terwijl ten slotte gewaar schuwd wordt tegen de onlaarding en de excessen in de sport. Aan het slot van den brief worden gebeden verzocht voor Z. H. Plus XI en het Vorstenhuis en voor het behoud van de weldaad geregeerd te worden door een Christelijk Ministerie, teiwijl gewezen wordt op het verbod om bij de verkiezingen zijn stem aan een den Kath. godsdienstvijandige partij te geven. Z. D. H. deelt iu zijn schrijven mede, dat Z. H. Paus Beoedictus XV, z.g., bij decreet van 10 Januari j,l., door de omstandigheden in ons vaderland ge drongen, heeft goedgevonden en bepaald, het gebod van onthouding van slafelijkeo arbeid op te heffen voor de volgende drie feestdagen, n.l. den feestdag van St. Joseph (17 Maart), H. Sacramentsdag en den feestdag van O. L. Vr. Onbevlekt Oatvangen (8 December). Deze dispensatie is voor ons land verleend voor den tijd van vijf jaar. De eerste vijf jaren dus zal het op die dagen geoorloofd zijn slafelijken arbeid te ver richten, als ze in de week vallen. De verplichting echter om op die dagen Mi9 ie hooren blijft onder zware zonde van kracht. Op 28 Maart zal het 25 jaar geleden zijn dat de zeereetw. pater Chr. Boomaars C.s.s.R. werd benoemd tot hoofdredacteur van >De H. Familie», het veel verspreide weekblad voor het Katholieke huisgezin, dat door de eerw. paters Redemptoristen wordt uitgegeven, Het huwelijk van Prinses Mary. Honderden geschenken zijn prinses Mary, die heden in het huwelijk treedt, de laatste dagen uit alle deelen des lands aangeboden. En het St. James-paleis, waar zij zijn ten ondergebracht en voor het pubiek zijn ten toongesteld, vormt een waar museum. Van al deze geschenken zijn die der koninklijke familie uit den aard de meest belangwekkende. De koning schonk zijn dochter een diadeem, een halssnoer en fan armband van saffier en diamantendt koningin één enkele saffier, afgezet met diaman ten. Het cadeau van den prins van Wales aan zijn zuster bestaat uit een saffieren en diamanten armband, terwijl de drie overige broeders, de Duke of York, prins Henri en prins George, een diamanten ring hebben geschonken. Koningin Alexandra, prinses Mary's grootmoeder, gaf een halsketting in zes snoeren, uit verschillende steenen be staande. Ten slotte ontving de prinses nog van haar haar schoonouders Lord en Lady Harewood, een diamanten pen dant en van de koningin van Noorwe gen beide ten nauwste aan de En- gelsche koninklijke familie geparenteerd enkele kostbare kleinoodiën. De bruidegom, burggraaf Lascelles, schonk zijn bruid een corsage-sierraad van saffier, met een „franje" van kleine diamantenvoorts een diamanten pen dant en een goud-en-platina horloge- snoer met paarlen bezet. Onder de ge- NUMMER 17 van „De Eoho van het Zutdzn 86). Uit de deser dagen door de re- geerlng der Vereenlgde Staten gepubli ceerde opbrengstcijfers der rijksbelas ting blijkt, dat drie New-York9che mll- Uonnalrs over het jaar 1919 te zamen niet minder dan achttien miliioen dollar belasting hebben betaald. Hun Inkomsten bedroegen In totaal 28 miliioen dollar. Deze heeren hebben du9 meer dan 60 pCt. van hun Inko men aan belasting betaald. De commissie voor de bulten- iandsche aangelegenheden uit den Se naat te Washington heeft besloten eeo gunstig advies te zullen uitbrengen aau den Senaat over de Vlermogendhoden overeenkomst nopens de Stille Zee eo de daarbij behooreode aanvullingen be treffende de vlootbeperking en de dulk- booten. Polen is nu ook tot de kleine entente toegetreden. Het IfUwelijk van prinses Mary, de eenige dochter van 't Engelsche koningspaar, heeft gisteren met veel plechtigheid en onder onbeschrijfelijk enthousiasme plaats gehad. Landru is Zaterdagmorgen ont hoofd. Dc premiers van Frankrijk en Engeland hebben weer geconfereerd en naar 't heet met succes. 10 April begint de conferentie te Genua. De N. V. Vereenlgds Kon. Pa pierfabrieken der firma van Gelder eo Zonen, die dc grootste papierfabrieken In Nederland exploiteert, heeft over 1921 tengevolge van de Dultsche cot- 7< j^WA A LWUK^^y DOOD ERVARING STERK.j 45e JAARGANG. m ECHO V VV HET ZllDEV, Dit blad verschijnt WOENSDAG- EN ZATERDAGAVOND. Abonnementsprijs per 3 maanden 1.25. Franco per post door het geheele rijk 1.40. Brieven, Ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. ,.0, o, Dan hebben wij met gesloten deu ren te onderhandelen. Het is dan zeer ern stig wat gij mij te zeggen hebt?" „Gij zult zelf oordeelen." „Wel, zit dau neder neef, en verklaar mij eens wat u op het hart ligt." Zonder den stoel te nemen, dien Ovidius hem aanwees, bracht de groote industrieel de hand aan het voorhoofd en begon „Toen gij mij te Courbevoie bezocht, liebt gij mij verzekerd, dat gij steeds bereid zoudt gevonden worden mij alle diensten te bewij zen". „En dat verzeker ik u nogmaals. De wijze waarop gij mij ontvangen hebt, heeft mij in de gelegenheid gesteld u beter te kunnen be- oordeelen dan ik ooit gedaan heb. Gij hebt n aangesteld als een man, die zijne familie, leden op prijs stelt. Gij hebt u een flinken jongen getoond. Gy hebt niets afgedongen, u niet kleingeestig aangesteld en dat verheugt mij nog. Ik heb dan ook veel achting voor u en herhaal nog eens dat gij over mij kunt beschikken. Ik ben gereed alles voor u te doen wat ik kan." „Wat ik u te vragen heb, ligt in uwe macht." „Verklaar u dau nader. Ik luister." »ZiJt gij werkelijk bereid alles té doen wat ik verlang? Verstaat gij goed de waar de van het woord: Alles?" Ovidius wierp een blik op zijn gewaariden neef. „Wel ja, zeg ik u. Alles beteekent, dat ik te gehoorzamen heb, wat ook gij mij bevelen zult, zelfs dan, wanneer gij my eeu vuurtje zoudt doen stoken, zooal.s gij eens te Alfort ville deedt. Is het dat?" Paul Harmant keek verbaasd uit zijn oogen, en sprak „DrommelsZoo er geen vuur verlangd wordt, dan zal 't wel bloed zijn. En wat zoudt gij dau antwoorden?" „Dat bloedvergieten niet in mijne gewoon te ligtIk ben een goede jongen, van zachte zeden en vreedzaam humeur." „Mijn heil staat op het spel! En zoo gij mij redt, bewaart gij tevens de positie, die ik u bezorgd heb." „Dau verkeert gij in groot gevaar?" vroeg Ovidius haastig, vol angst de lijfrente te verliezen, die hem werd uitbetaald. „Ja". „Dan ben ik tot alles bereid, tot alles, zonder uitzondering. Wie u bedreigt, be dreigt mij. Gij zijt myu geldschieter, en ik wil u niet verliezen. Komt het verleden na een en twintig jaar nu nog op het tapijt?" „Ja". „Maar er is prescriptie." „Er is nooit prescriptie voor schande en oneer en daardoor kan ik even zwaar ge troffen worden als door een vonnis van het Assisen hof." „Kom, wees nu eens duidelijk. Om te kun nen handelen moet ik alles weten". „Ik zal u alles zeggen. Toen ik te Parijs aankwam, wierp een ellendig toeval mij Jules Labroue's zoon voor de voeten." „Hy, die Lucien LabroueIk wist het reeds". „Wist gy dat? herhaalde de millionnair verbaasd. „Zeer goed. Z|jn naam werd in mijne tegenwoordigheid uitgesproken terwijl ik te Courbevoie met u in uw kabinet was... Gtf weet wel, dat ik zoo erg dom niet ben en ik begreep dan ook gemakkelijk genoeg, dat bet de zoon van den andere moest zflu. Ik vond het zeer behendig van u dien jongen in uwen dienst genomen te heben. Zoo toch hebt gij hem steeds in uwe macht en onder het oog; gij weet wat hy zegt, wat hy doet en denkt. O, op mijn eerewoord, dat was zeer behendig van u „Omdat ik Lucien Labrou's innige ge dachten ken, heb ik hem in niijn dienst ge nomen," antwoordde Jacques Gérard. „En die gedachte?" MAATSCHAPPIJ VAN VERZEKERING OP HET LEVEN „Is onveranderlijk, onverdelgbaar. Zijn levensdoel is den dood zijns vaders te wre. ken." „Dan is hij iemand, die 't onmogelijke wil. De dood zflns vaders is gewroken, daar de Jury met eenparigheid van stemmen .Teanno Fortier tot levenslange gevangenis straf veroordeeld heeft." „Hij gelooft niet aan Jeanne's schuld." „Zoo! zoo! En waorom niet?" „Daar liy een voorgevoel heeft der waar heid. Jacques Gérard beschuldigt hij en de man gelooft ook niet aan diens dood." „Drommels! Drommels! Dat verandert mijne meening! Indien 't zoo is, dan wordt Jules Labroue's zoon zeer gevaarlijk voor u." „En vooral zou deze gevaarlijk worden, zoo liet toeval wilde, dat lifj Jeanne Fortier ontmoette en deze vrouw my herkende. „Onmogelijk „Waarom?" „Jeanue Fortier is in de gevangenis en zal deze nooit verlaten." „Zy is ontsnaptZij is vry NEGENTI EN DB HOOFDST UK. Ovidius Soliveau wist niet wat hij hoorde. „Vrij!" herhaalde hy. „Sapperloot, dat is een ellendige zaak! Werkelijk zij zouden elkander kunnen ontmoeten en dat mag niet gebeuren! Kortom, Lucien Labroue moet verdwijnen?" „Neen," antwoordde de millionnair. „Jeanne Fortier, misschien?" „Ik weet niet waar die zich bevindt." „Dan geef ik het op! Ik ben nooit be kwaam geweest in het oplossen van raad sels." „Luister; ik zal u alles uitleggen." „Dat is juist wat ik van u vraag." „Gy weet hoeveel ik van my'ne dochter Mary houd." „Zeer veel, byzouderveel, dat moet ik er- knnen. Gij hebt een hooggeplaatst vaderlijk gevoel. Voor myu lief klein nichtje zoudt gy in staat zijn de grootste dwaasheid te be gaan." „Voor haar zou ik Parijs in brand steken, de hoele wereld vernietigen, zoo dit in my» macht was. -Ta, ik bemin haar met een ein- delooze liefde, en zou liet met deu dood be- koopen. zoo zij kwam te sterven,... en gij weet hoe ziekelijk zy is „Zy zal niet sterven, maar leven, zoolang mogelijkriep Ovidius Soliveau uit. „Doch van waar deze sombere gedachten? Wat heeft uwe dochter in deze aangelegenheid te maken?" „Een woord zal voldoende zyn om u alles te doen begrijpen." „Deel my dan spoedig dat woord mede." „Mary bemint Lucien Labroue." „O! Dat is het, wat 11 zoozeer ontstelt!" riep Ovidius op vroolijken toon uit. „Maar wat moet ik thans van u denken, neef? Ik herken u niet meer. Ziedaar juist uwe red plank Haast u den jongeman de hand van uwe dochter te geven en alles is in orde. Zoo de ambtenaar van den burgerlijken stand bet Conjungo zal hebben uitgesproken is er niets meer te vreezen voor uLaat ons eens veronderstellen, dat Lucien, een maal schoonzoon geworden. Jeanne Fortier ontmoette en leerde kennenVeronderstel len wy tevens, dat zy hem van hare on schuld volkomen weet te overtuigen, dat zy te zamen een onderzoek instellen naar den werkelyken brandstichter van Alfortville^ naar den echten moordenaar van Jules La broue en zelfs dat zy dien vinden, dat zal Lucien de eerste zyn om Jeanue bet stil- zwygen op te leggen. Wat zou hy aanvan gen tegenover hem, wiens dochter hy ge trouwd heeft? Niets! Niets! Dat is duidelijk genoeg „Diezelfde berekening hak ook ik gemaakt toen ik Mary's liefde voor Lucien ontdek te," antwoordde de valsche Paul Harmant. „Welnu?" „Welnu, dat huwelijk is niet mogelijk!" „En waarom niet? Is de jongeman mis schien reeds gehuwd?" „Hy is niet gehuwd, maar bemint een ander meisje en heeft gezworen haar te zul len trouwen." „Dat meisje moet dan wel rijk zyn?" „Het kind bezit niets." „Wat een dwaaskopMaar dat is onbegrijpelijk, onwaarschijnlijk „En toch is het waar, dat Lucien Mary's hand geweigerd heeft."' „Thans begin ik liet te vatten't Is zijn meisje, dat verdwijnen moet „Geraden •Prijs der Advertentlën 20 cent per regelminimum ï.co. Reclames 40 cent per regel. „Wanneer die verloofde van het wereld rond verdwenen Is, zal Lucien Labroue niet. langer meer aarzelen liet prachtig aanbod aan te nemen, dat hem gedaan wordt", „Daarop reken ik 0111 bet leven mijner dochter te redden." „Welnu, neef, gy kunt ook op mij reke nen!... Gy hebt vertrouwen in my gesteld, en dat vereert mij. Gy zijt. onmiddeliyk tot my gekomen, dat vleit mijn hoogmoed... Ik hen uw manWees- gerust, weldra zal mUn nichtje Mary mevrouw Lucien Labroue zijn. Maar hoe heet de deerne. Waar woont zij?" „Ik weet er niets van." „Die mededeeling zal my niet ver bren gen." „Dat erken ik. docli ik heb er iets op be dacht. Luister." „En dat is?" „Ik zend Lucien drie weken naar Belle- garde om machines te plaatsen en plannen op te nemen." „Uitstekend Dan hebben wy ons toch niet om hein te bekommeren." „Van nacht Is hij in de fabriek om mor gen bijtyds de machinerien naar hot station te doen overbrengen." „En dan?" „Hij vertrekt. Maandagmorgen!" „Genoeg! Genoeg!" onderbrak hem Ovi dius. „Begrepen. Morgen hoeft hij na de ver zending een vryen dag en zal daarvan zeker gebruik maken 0111 een roerend afscheid van zyn duifje te nemen." „Waarschijnlijk „Zeker „Ik zal den jongeman in 't oog houden," hernam Soliveau, „en vanaf het oogenblik dat liij de fabriek verlaat, zyn spoor volgen." „Wy zullen dra op de hoogte zyn; dat be loof ik u en doe ik eene belofte, dan houd ik die ook." „Hebt gij geld noodig?" vroeg Jacques Gérard. (Wordt vorvolgd).

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1922 | | pagina 1