De Portierster van Alfortville weede Blad Stoomwasschery Het Groenewoud" GEREGELD MAANDAG WAALWIJK FEÜILLETOfl 8innenland. 8 r$e liike ^t*nd NUMMER 18 ZATBROAQ |4 MAAKT 1922. 45e jaargang. het huwelijk van prinses Mary. Gedachten vol liefde van de geheele Eugelsch sprekende wereld, waren gis teren op de Westminster Abdij gericht, waar het huwelijk vanEngeland's prinses plaats vond. Het was een huwelijk, dat de harten van allen in het Britsche rijk en ook van velen ver daarbuiten had gewonnen, omdat het feit, dat prinses Mary een man van haar eigen volk tot gemaal heeft gekozen, niet alleen vol doening schenkt aan de democratische instincten van de Engelschen over de geheele wereld, doch ook groote belang stelling ontmoette bij de groote repu blieken der Vereenlgde Staten en Frank rijk, welker onderdanen talrijk vertegen woordigd waren onder de ontzaglijke menigte, die zich langs den weg van den stoet had opgesteld. Van het Buckingham Palace tot aan de Westminster Abdij was iedere ruimte, die slechts eenige gelegenheid bood om den stoet te zien en het bruidspaar toe te juichen, vol menschen van wie er velen sedert den vroegen morgen had den gestaan. Wel w^ren er enkele voor jaarswolken, doch er was nog meer zon en de stoet naar en van de Abdij werd langs den geheelen weg door den zonne schijn bestraald. De eerste juichtonen stegen op, toen de stoet der bruidsmeisjes van koningin Alexandra, de grootmoeder van de bruid, Marlborough House verliet. Het was toen even 11 uur. Vervolgens kwam de koningin, vergezeld van alle prinsen van het regeerende huis, met uitzon dering van den prins van Wales, die nog niet van zijn reis in Brisch-Indié is teruggekeerd. Om 11.15 kwam het moment, waarop de menigte al dien tijd had gewacht. Toen kwam de bruid en haar vader uit de poorten van het paleis, wat tot een donderend gejubel aanleiding gaf. De koning was gekleed in de gala-uniform van commandeerend kolonel der grena diersgarde en werd begeleid door een escorte van Lifeguards, getooid niet de schitterende helmen en scharlaken uni formen. Het eerste bij de Mali en de Admira liteitspoort werden de eerste schitteren de versieringen zichtbaar, waar vlaggen en wimpels de koninklijke kleuren ver toonden. Tapijten met blauw en goud hingen uit ieder raam der regeerings- gebouwen in White hall. Het parle- mentsplein tot de westelijke poort en de Abdij was één schitterende kleuren- massa, gevormd door vlaggen, banieren, wimpels en eerepoorten. Zelfs de lan tarens waren blauw en zilver geverfd en op blauw en wit geschilderde pila ren waren portretten in bas-relief aan gebracht van het bruidspaar omgéven met het koninklijke wapen en het wapen der Lascelles. De koning en de prinses werden bij de westelijke deur der Abdij ontvangen door de bruldmeisjes en de geestelijk heid en in de kerk geleid, waar de bruidegom, die door de Poetscorner was binnengekomen, hen opwachtte. van JDe toho van bet ZuhtsvT 87). De bruidegom droeg zijn uniform van luitenant-kolonel der grenadiersgarde en was getooid met de orde van de Kou- j senband Hij werd begeleid door zijn j getuige, majoor Sir Victor Mackenzie, een kameraad uit het leger. Op dit oogenblik bood de kerk een 1 buitengewoon prachtig en schoon schouwspel te zien. dat voor altijd in j herinnering zal blijven bij ieder van het j doorluchtige gezelschap dat een eere- plaats op het koor had gekregen. Daar- j onder bevonden zich vertegenwoordigers 1 van ieder graafschap en, op speciaal verzoek van den koning ook vertegen- woordigers van alle klassen der bevol- i king, van prinsen af tot boeren toe. j De prinses, die altijd bewonderd is geworden als een voorbeeld van En- gelsche schoonheid, zag er allerliefst uit ln haar bruldscostuum van 'zilver laken met een overkleed van marqui sette, getooid met paarlen en diamanten. De sleep, die 4 Va yard lang was, was van Duchesse-satijn, speciaal voor dit doel geweven en symbolisch geborduurd j met figuren, die de emblemen van iedere, met het Britsche ri[k vereenigde natie voorstelde. Daaronder kwamen voorde lotusbloem en de gelukskever die elke bruid voor haar toekomstig geluk draagt en waarvan het hart blauw getint was. De sluier was van Alengon-kant afgezet met paarlen en goud en gekroond met een kleine kroon van oranjebloem. Het geheel was een beeld van liefelijkheid en de indruk werd nog verhoogd door de witzilveren kleeding der bruids meisjes, die van satijn was met over hangende zilverkant. Zij droegen kanten sluiers met kransen van zilveren bla deren en hadden in de hand bouquet- ten van prachtige oranjebloesems. Juist nadat de huwelijksgeloften ge wisseld waren, viel de zonneschijn door de ramen van de abdij op de bruid, wat algemeen als een teeken geldt, dat geluk haar beschoren zal zijn. De huwelijksinzegening geschiedde door den aartsbisschop van Santerbury, geassisteerd door den aartsbisschop van York en den deken van Westminster. Het register werd in de kapel getee- kend door den koning, de koningin, den Eail en de gravin van Harewood, de vader en de moeder van den bruidegom. Op liet oogenblik, dat de klokken van de Westminster Abdij bekend maakten, dat het huwelijk van prinses Mary vol trokken was, begonnen te Londen alle kerkklokken te luiden. Spoedig daarop kwamen bruid en bruidegom naar buiten. Bij het verlaten van de abdij vonden de prinses en haar gemaal den weg afgezet door een afdeeling van de Yorks hire huzaren, in welk regiment de bruidegom gediend heeft en een eere garde van de grenadiersgarde, waar onder hij in Frankrijk heeft gediend en van de Royal Scots, over welk regiment de prinses het eerecommando voert. Bruid en bruidegom reden te zamen onder het luide gejuich der menigte naar Buckinghampaleis terug. Een zeer indrukwekkend tooneel vond plaats, toen de bruidskoets de cenofacq passeerde. De koets hield toen plotse ling stil, het portier werd neergelaten en de bruid leunde er uit met haar hmidshouquet in de band. De pal frenier stapte af, nam het bouquet en legde dat eerbiedig aan den voet van j het monument Nadat zij het paleis wa- ren binnengegaan, verschenen de prinses I en viscount Lascelles een oogenblik later op het balcon, ontzaglijk toege- juicht door de menigte, die zich voor het paleis had opgesteld. I Een oogenblik later voegden zich de koning, koningin Mary en koningin weduwe Alexandra bij het bruidspaar op het balcon wat tot een nieuwe uit barsting van geestdrift van de menigte aanleiding gaf. Ecu aantal oorlogsge wonden bevonden zich op het plein voor het balcon en de bruid en bruide gom toonden zich vooral door hun toejuichingen getroffen. Na de huweiijkslunch. die in Bucking hampaleis werd gehouden, vertrok het jonge paar met een bijzonderen trein naar het Weston Park in Shropshire, de residentie van den Earl of Bradford, waar zij het eerste gedeelte van hun wittebroodsweken zullen doorbrengen. Het laatste gedeelte der wittebroods weken zal worden doorgebracht op de Villa Medici te Florence. In de Tweede Kamer zijn tal van moties aan de orde geweest. De motie-Wijnkoop (10 millioen aan Rusland) werd verworpen met 71—-11 stemmen. Vóór de revolutionnalren en de soci aal-democraten Duys. Van Zadelhoff, Van Braambeek, Hiemstra, Rugge. San- nes en Suze Groeneweg. De motie De Jonge.ll millioen voor Rusland) werd verworpen met 55—27 stemmen. Vóór de sociaal-democraten, revolu tionairen en de heeren Marchant V. D., A. P. Staalman CD., Wijk W.V. en Oud V.D. De le motie-Kleerekoper, luidende De Kamer, van oordeel, dat het gewenscht is dat een volledig onderzoek worde inge steld naar hetgeen in het „Bredasch Politiekorps" heeft afgespeeld, ter zake waarvan de agent van politie lste klas Smits is ontslagen en de agent van politie lste klas Blakenburg is gede gradeerd noodigt de Regeering uit, zoodanig onderzoek te doen instellen en de uit komsten daaTvan aan de Kamer voor te leggen en gaat over tot de orde van den dag, werd met 47 tegen 35 stemmen verworpen. Vóór de sociaal-democraten, revolu- lutionnairen, vrijzinnig-democraten en de heeren Dresselhuys v.b., v. d. Laar, c.s., Otto v.b., Ter Hall v.b., Wijk w.v., Bijleveld v.ben Adr. Staalman lib. luttf»nnaife.n. De Kamer heeft dus alle moties ver- worpen. Uit de schatkist zal géén steun aan Rusland worden verleend. De heer R. van Cranenburgh, no taris te Haarlem (vroeger in onze ge meente jaren candidaat-notaris geweest) heeft aan verschillende R. K. bladen een uitvoerig artikel gezonden, waarin hij namens een 50-tal vooraanstaande katholieken betoogt dat de wetgeving der huidige regeering te overdreven-de mocratisch is, dat zij zich teveel en uit sluitend heeft bezig gehouden met één categorie van 't Nederlandsche volk, zonder de belangen der anderen vol doende te behartigen, waardoor de hui dige toestand voor een groot deel is geschapen en de handel, industrie, enz. ernstig worden geschaad. Zooals te begrijpen is heeft deze openlijke erkenning van hetgeen in velen leeft heel wat stof op doen waaien, de geheele katholieke dagbladpers wijdt er artikelen aan, deze in afkeurenden zin, andere weer wijzen er op dat men der gelijke uitingen niet schouderophalend mag voorbijgaan Reeds vroeger hebben wij andere uitingen terzake in de „Maasbode" e.a. aangehaald. Indexcijfers van groothandelprijzen. Blijkens mededeeling van het Centraal Bureau voor de Statistiek was het in dexcijfer van de prijzen van 53 artike len in den groothandel in |anuaril922; 183, tegen 188 in December 1921 en 243 in Januari 1921. Voor voedings middelen e.d. bedroegen deze cijfers resp.179, 186 en 227, Alg. Indexcijfer voe- indexcijfer. dingsmiddelen. 1901-1910 1913 1918 1919 1920 1921 Januari 1921 April Juli October Decembr Januari 1922 100 114 447 339 320 206 243 201 201 193 188 183 100 113 330 318 276 206 227 304 202 191 186 179 daai te siéUen voor de Tweede Kam,ei en naar hij ons mededeelde is hij met het oog op den grooten bijval, dien het plan vond. niet ongeneigd om in over weging te nemen, alsnog een candida- tuur te aanvaarden. Hij weigert echter de sociaal-democraten, die hun zetels verloren, mede op een eventueele Broek- huijslijst te plaatsen. Als hij ooit in de Tweede Kamer komt, wil hij zijn lid maatschap niet als een grap a la Had je me maar beschouwd zienhij meent vooral in de afdeeling justitie nuttig werk te kunnen verrichten dour bijvoor beeld te ijveren voor een wet die 't mogelijk maakt schadevergoeding toe te kennen wanneer na langdurige voor* loopige hechtenis een vrijsprekend von nis volgt. Wat de Rotterdamsche Handels- en Landbouwbank betreft, deze bestaat nog. In een gisteravond gehouden verga dering ten kantore van Notaris Mulié is de heer Broekhuijs tot eenig behee- rend vennoot benoemd. Tevens werd besloten tegen den Staat der Nederlanden een procedure aanhan gig te maken tot betaling van schade loosstelling van een bedrag van één millioen gulden. Deze schade wordt aangetoond door het feit dat voor f450.000 drukwerk in beslag werd genomen en over de eerste 3 maanden vóór het beslag f 350.000 netto werden verdiend. Op 22 Maart worden de trekkingen hervat. Deze hebben dan plaats op de staatsloterij. Onderhandelingen zijn aan geknoopt om het vroegere kantoorpand der Bank „Singelzicht" alhier weer aan te koopen. Toén de justitie ingreep, werden behalve een bedrag van f 50 000 aan contanten, ongeveer f 74.000 aan postwissels en geldbrieven in beslag genomen. Deze stukken zijn thans weer terug gegeven, terwijl over de f 5i)000 nog een proces hangende is. Bovendien heeft de Bank f 200.000 aan uitstaande vorderingen. De toestand in de cartonfabrieken en in de exportslachterijen schijnt wat op te leven. Opheffing Huurcommissiewet Het bestuur van den Ned. Bond van Huis- en Grondeigenaars en Bouwkun digen heeft zich gewend tot den Minis ter van Arbeid en van Justitie te's Gra- venhage, met het verzoek om tot op heffing van de Huurcommissiewet over te gaan. Het verzoek is daarop gemotiveerd, 1 dat het laag houden van huren van reeds verhuurde woningen een zeer ernstige belemmering blijkt voor den i bouw van nienwe woningen, daar de Tegen de geheele rechterzijde en de huurders dan de goedkoopere oude heer mr. Rink v.b., en ridder van Rap pard v.b. De tweede motie-Kleerekoper (too- neelcencuur door burgemeeeters) werd verworpen met 45—37 stemmen. Vóór de geheele linkerzijde en de „wilde" Van de Laar. De motie-Kolthek waarin werd ge constateerd dat de Regeering in No vember 1918 op onwettige wijze den vrij willigen landstorm heeft gebruikt, werd met 58 tegen 23 sfemmen ver worpen. Vóór de sociaal-democraten en revo- woningen boven de nieuwe veel duur dere de voorkeur te geven. De Rolterdamsche correspondent van de Tel. heeft gisterenavond een onderhoud gehad met den heer Broek huijs van de Rotterdamsche Handels- en Landbouwbank. Na zijn vrijspraak van het Haagsche hof was hij naar Duitschland en Frankrijk geweest en hedenavond te Rotterdam teruggekeerd. Bij zijn thuis komst vond hij meer dan 2000 telegram men en brieven van adhaesie met het besluit zijner vrienden om hem candi CAPELLE. over de maand Februari GeborenJohanna dv A Waarts en M Waarts Pieternella Elisabeth dv G Verhagen en G H Werther. OverledenC M Mandemakers oud 9 mnd dv M Mandemakers en G Groeneveld H Okkers oud 76 j echtge oote van W Timmermans C van der Wiei oud 48 j echtgenoote van A de Jong. HuwelijkenM Gouda oud 28 j en M A van Peer oud 25 j J van Esch oud 21 j en A Rosenbrand oud 20 J. De vracht-auto der komt eiken 9641 tot het thuisbezorgen en ophalea dor was8chen, A. KNEGTEL, Tilbübo. Vraagt Prijscourant. Vracht gratis (TM* virotofc lie Mo tui eet Zeiden. „Ziedaar een vraag, die van doorzicht ge tuigt antwoordde Ovidius lachend, ,,'t Is niet moeilijk te zien, dat ik met een prac- tisch man te doen heb... Zeker zal lk geld noodig hebbenonvermijdelijke onkosten zullen moeten gemaakt worden. Doch lk ben altijd even lief voor u, neef! Ik vraag u niets voor 't oogenblik. Later zullen wy alles wel regelen. Zoodra wij op de hoogte van het werk zijn, kunnen wij deu prijs be palen. Ik zal u wel weten te zeggen, wat mijn werk waard is. Hoe laat zal Luclen Labroue morgen de fabriek verlaten!" „Tusschen vijf en zes uur.' „Waar woont hij" „In de Miromesnilstraat, nummer 87". „Genoeg! Hij zal nagespeurd worden!,.. Nu ben ik op de hoogte; laat ons gaan eten, want ik heb een vreeselljken honger." „Laat my eerst nitgaan... Myn koetsier wacht my aan den ingang der straat. Ik zal hem zeggen dat hy naar huis kan ryden, met de boodschap, dat ik niet kom dlnee- ren." „Ik zal u wachten in de restauratie van Lahiere. Men is er ln het geheel niet slecht. Ik dineer daar gewoonlijk." „Onmiddellijk ben ik by u." De twee personen verlieten het paviljoen, de een na den andere. De valsche Paul Harmant begaf zich naar zyn rytuig en sprak tot den koetsier: „Keer naar huis terug en waarschuw de juffrouw, dat zy niet op mij wacht Ik zal in de stad ritoeecen en weet nog niet wan neer lk 2al terugkomen." De koetsier wendde de paarden en ver trok In gestrekten draf. Mary was aan dergelijke afwezigheid al te zeer gewoon om zich ongerust te tooneu. Zy dine,erde alleen en begaf zich dan naar hare kamer. Tegen elf uur des avonds verliet Jacques Gérard zyu gewaandeu neef. „Ovidius is juist de man, dien ik noodig heb", dacht hij, den kortsten weg nemend naar de Murillostraat. „Mei hem zal ik wel alle hinderpalen weten te overwinnen." En terwijl de valsche Paul Harmant zich met deze gedachten bezighield, sprak Soli- veau tot zlchzelve: „Oude jongen, gy moet voor uwe renten zorgenWat den prijs van myn werk aan gaat, ik zal wel zorgen, dat die in evenredig heid zy met de op my genomen taak. Neef is rijk genoeg. Hy kan goed betalen." Zoo sprekend trad Soliveau zyue woning binnen. zyn eerste zorg was zijn garderobe in oogenschouw te nemen, die hy met Jacques Gérard's geld vrij goed had voorzien, om daaruit een kostuum te kiezen, dat niet al te zeer de aandacht op hem zou vestigen. iiy vond echter niet wat hij zocht. De man had nog wel de kleederen, waar mede hy van New.York gekomen was, doch dit pak toonde een buitenlandsche coupe; bovendien had Lucien hem daarmede gezien in het kabinet des heereu Harmant en hy wilde in geen geval door den jongeman her kend worden. Ovidius kon toch niet des morgeus om vijf uur op de kaai te Courbevole, vrij elegant gekleed, op schildwacht gaan staan, zond&r de aandacht op zich te vestigen. Dat was duidelijk genoeg. En waar zou hij om by na middernacht gaan zoeken wat hem ontbrak? Eensklaps scheen hij dit raadsel opgelost te hebben. ,,'t Is vandaag Zaterdag", dacht hij, be taaldag... De werklieden, die er vroolijk het hunne van nemen, zyn nog in de assom. moirs. UitstekendIk ben gered Haastig trok hy zyn Amerikaansch kos tuum aan, dat op reis nog al veel geleden had, zette een ouden hoed met bveede randen op en verliet dan zyne woning. Ovidlu® sloog den weg in naar het becedee gedeelte der Avenue, dat den weg wflet naar de 1 barrière. De drankwinkels waren nog open en de zalen met volk gevuld. Ovidius naderde de glazen deur van een der assonimoirs en wierp een nieuwsgieri gen blik naar binnen. Er waren metselaars in hunne werkpak- ken en breede broeken met kalk en pleister bemorst, smeden, huisschilders, ln een woord alle ambachten schenen er vertegenwoordigd 1 te zyn. De naderende dronkenschap zorgde voor luidruchtigheid. Sommige personen waren aan het kaart spel, andere zongen of rookten. TWINTIGSTE HOOFDSTUK. Ovidius was op 't punt de klink om te draaien, toen eensklaps de deur geopend werd. Een metselaar trad bulten, geheel met kalk bedekt en volkomen dronken. 't Was een man van ongeveer veertig jaar. Op den drempel stond hy een oogenblik stil en staarde dan Soliveau, op de beenen waggelend, met oen beestachtigen glimlach aan. Daarna vroeg hy met kleverige tong: „zyt gy hier gekomen om een litertje voor mij te betalen? Spreek op! Ik ken u niet „Om u een litertje te betalen?" hernam Ovidius lachend. „Ja, dat wil lk wel doen, maar hier niet." „Waar gij wilt!... Als 't maar goed is wat gij biedt," zeide de dronkaard... ,'Gy schynt my een vroolijke Jongen te zyn,... en hebt zeker ruim geld op zak... Ik bezit geen roode duit meer... Ik heb myn veer tien dageaï gebeurd, de schuld betaald, en... een aardig litertje door het keelgat gegoten. Ik bezit dat niet meer," voegde hy er by, eene bekende beweging met duim en wye- vinger makend, „en toch heb ik nog dorst... veel dorst;... ik heb altijd dorst... Drinken is myn leven „Laat ons drinken, laat ons klinken „Kom laat ons vroolijk zijn Zoo klonk het dan niet zonder moeite uit de keel van den metselaar. Tevens had de man Soliveau'® arm gegrepen om bfj de* dwaze» sprong, dien hy deed, niet bg| «*b*- I wicht te verliezen. Zoo deden eenige stappen vooruit. Eens. klaps vroeg hem Ovidius: „Wilt gij twintig franken verdienen?" „Twintig fis!... Wilt gij mij twintig frs. laten verdienen? zyt gij dan bankier, gij?" „Neen, man, neen, maar lk geef toch twin tig franken voor uw jas, uw werkbroek en uw pet." De dronkaard schoot in een schaterlach, door een aanval van hik onderbroken. „Myn plunje!stamelde hy dan. „Wat wilt gij met myn plunje aanvangen?" „Ik beu tooneelspeler en moet morgen een metselaarsrol in het theater Batignolles ver vullen. Ik wil een kostuum hebben naar do natuur." „Kyk! Dat is aardig!En gij geeft een gouden louls voor myn plunje?" „Ja". "wel dan is de koop gesloten!Voor. uit met uw goud of met uw vier achterwie len!... Daar hebt ge myn pet al..." Eu hy plaatste zyu hoofddeksel zoo krachtig op Ovidius zachteu hoed, dat een stofwolk omhoog steeg en de hoed den kome diespeler tot over de ooren schoot. De metselaar ging voort zich te ontklee- deu, doch had blijkbaar groote moeite om daarmede gereed te ktjmen. „Gy wilt myn werkjas?... Ziedaar!" En hy wierp Ovidius het kleedlngstuk op den arm. Na eenige oogenblikken ontving Soliveau de werkbroek en maakte een pakje van het geheel, dat hy onder den arm stak. „Ie 't zoo goed?" vroeg daarop de metse laar, die er thans in zyne blauwe ouderbroek, blootshoofds en in de hemdsmouwen vry zonderling uitzag. „Ik kom ook!... Ik wil n zieu. als er mf) morgen nog iets van de twintig franken overblijft... Maar waar is nu het geld?" Soliveau tastte in den zak, bracht vier stukkeu van vyf fr. te voorschijn en stak die don dronkaard in de hand. Zoodra deze laatste weer iets in zyu be zit had, wilde hy op zyne beurt edelmoedig zyn en den komediant trakteeren. „Neen, neen," antwoordde Ovidius, „ik moet naar hius. Ik heb myn rol nog leeren." „Vooruit dan. oude Jongenmaar lk ga nog m* ftleaafe wagen... Zoo «9 *og ooft dergelijk plunje noodig hebt, denk dan aa* uw goeden vriend Pierre Bouboure, hotot Cantal, ginds op den weg naar Clichy." „Ik zal het niet vergeten. Goeden avond!" Ovidius haastte zich naar huis. De dronkaard liet de vijf frank stukken in de hand klinken. „Ziedaar een buitenkansje!" sprak hij op luiden toon. „Twintig franken voor mijne prullen! Zy waren nog geen vyf en veertig stuivers waard!" Waggelend van den eenen kant der straat naar den andere, aanhoudend struikelend over scherpe straatkeien, keerde hy ln zyn «onderling kostuum naar het wUnhula terug» dat hy tien minuten te voren verlaten had. Zoodra Ovidius thuis gekomen was, legde hy de kleederen, die hy gekocht had, op md stoel neder en begaf zich naar bed om zoo mogelijk eenige rust te genieten. IItj sliep echter niet... De vree», dat hg te laat te Courbevole zou zyu, belette hem de oogen dicht to doen. Om half vier stond hij op, kloedde zich warm aan en stak zich in de metsolaarsklee- ren, die hy had aangeschaft. Zoo uitgedost, met de zonderlinge en bo. smeürde pet op het hoofd, wierp hij een blik in een spiegel. Hy was geheel van gedaante veranderd. „O, hy zou wel slim moeten zyn," dacht hy„ die Lucien Labroue, om mij in dit cos- tuum te herkennen!" Dan nam hij een oude overjas, die hij van Ameriku had mede gebracht en deed die over het werkpak aan. Deze Jas zag er wel zoo heel goed niet meer uit, maar stak toch by hat overige zeer af. „Vooruit!" dacht Ovidius, „onder weg zal ik de zaken nader overleggen." En hy verliet ztJne woning om zich naar Courbevole te begeven. Hot was in het begin der maand April. De dagen begonnen te lengou. Om vijf uur was het roods helder dag.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1922 | | pagina 5