Eerste Blad. De Portierster van Alfortville F E HL ET OM i Gemeenteraad Binnenland. .NOORD-BRABAND" NUMMER 29 ZATERDAG 8 APRIL 1922. 3)it nummer bestaat uit 2)rie Bladen. VLIJMEN. Nu is er van de belanghebbende vergunninghouders van Vlijmen het ver zoek ingekomen om niet op het voor stel in te gaan, doch de kermis te doen aanvangen als gewoon, dus op Zondag. Ik vlnd'dat dit adres wel het beste pleit vóór'het voorstel van B. en W. Als wij het 'perspectief nemen om de kermis te Overzetten teneinde het drank misbruik tegen te gaan en de kasteleins die komen nuimet dit verzoek, dan vind ik het juist een motief om vóór ons voorstel te zijn. Het ijs B. en"W. uitsluitend te doen om de werklui direct na de kermis weer aan het werk te hebben. De heer H. Boon vindt het wel wat vreemd, het is vroeger altijd zoo ge weest'; waarop de voorzitter hem op merkt dat de toestand ook geheel anders is dan vroeger. Toen gingen de menschen uit zichzelf wel weer aan het werk. Het voorstel van B. en W. wordt hierna met algeraeene stemmen aange nomen, zoodat de kermis dit jaar ge houden wordt van Donderdag 24 tot en^meCZondag 27 Augustus. 10 Wijziging begrooting 1922. Comform^het voorstel B. en W. aan genomen. De voorzitter zegt nog enkele mede- deelingen te moeten doen alsmede voor lezing van enkele ingekomen stukken, welke niet meer op de agenda geplaatst konden worden. Voorzitter. Zooals de heeren weten is in de laatste vergadering besloten aan de besturen der bijzondere scholen een vergoeding toe te kennen voor vuur, licht, schoolbehoeften, enz, gelijk aan die, welke door de gemeente Beek en Donk gegeven wordt n.l. f5.— per leerling. Wij hebben dit besluit destijds gegrond op de omstandigheid dat de wet zegt dat de vergoeding in overeen stemming moet zijn met de kosten van de openbare school, doch dat deze ver gelijking voor onze gemeente niet op gaat, daar er slechts 8 kinderen hier op de openbare school zijn. zoodat de kosten voor kind verbazend hoog zijn. Wij hebben toen aan een drietal gelijke gemeenten als de onze om j opgave verzocht en daarvan de ge - middelde (Beek en Donk met f 5.— per i kind) genomen. Er is toen een voorschot van 80 pCt. j (zijnde ruim f 3000) van deze vergoe- ding verstrekt. Het Kerkbestuur heeft daarmede echter i geen genoegen genomen en is tegen j onze beslissing in beroep gegaan bij Ged. Staten. De voorzitter doet dan voorlezing van j het antwoord dat door B. en W. is j opgemaakt om aan Ged. Staten te doen toekomen en waarin de opvattingen van j 97). het gemeentebestuur omtrent de toe- passing der wet nader worden toe gelicht. Voorts zegt de voorzitter nog dat vroeger het schoolgeld steeds door het personeel der bijzondere school is geïnd en hij wel gedacht had dat ze het nu ook zouden willen blijven doen, doch zij willen ook daarvoor de gemeente maar laten zorgen. Behalve de groote financieele lasten die de onderwijswet aan de gemeente op- legt is deze houding van de zoo be voorrechte bijzondere school zeer te laken. Zou dan ook dit beroep in hoogste instantie door hun gewonnen worden, dan zal er toch wel iets op te vinden zijn om te voorkomen dat dit ln de toekomst niet meer kan plaats hebben. Verder is ingekomen een verzoek van het Ziekenfonds Sint Lambertus te He- dikhulzen, waarvan ook 19 personen uit Vlijmen Jid zijn, om een subsidie van f 75 voor één keer, aangezien het fonds met de griep-epidemie zeer is verzwakt, Voorzitter. B. en W. stellen voor daarop in te gaan, doch het Is eigen lijk geen verhouding, daar de gemeente Hedikhuizen f 200 heeft toegekend wat ongeveer f 50 is voor een aantal als er leden uit de gemeente Vlijmen zijn. Van Helvoirt. Dan zou ik het ook nemen op f 50. Met algemeene stemmen wordt be sloten f 50 toe te kennen. De Voorzitter zegt nog vernomen te hebben dat de gezondheidscommissie in beroep is gegaan bij Ged. Staten tegen het besluit van den raad inzake de onbewoonbaarverklaring der woning van Luijben. Voorloopig kan de raad slechts een afwachtende houding aan nemen. Voorzitter. Het werk waar we de werkloozen mee bezig hebben gehouden, is klaar en daarom is het werkvolk ontslagen moeten worden. Er zijn daar door weer verschillende werkloozen gekomen, maar de post voor werk verschaffing is ook opgeteerd en dus konden we niet meer verder gaan en achtten Burg. en Weth. zich verplicht het verder aan den raad over te laten, lk voor mij weet geen land meer dat nog met ontginning productief gemaakt zou kunnen worden en het Ven is grootendeels verpacht. Misschien zijn er leden die nog iets kunnen aanwijzen. P. Prinsen. De fietspad naar Haar steeg mocht wel eens nagezien worden. Die is zeer slecht. Voorzitter. Dat is reeds onder het oog gezien, doch het is slechts weinig werk voor een paar menschen. P. Prinsen. En de straatweg behoeft ook dringend verbetering. Voorzitter. Ja, maar als daar aan begonnen wordt moeten er ook klinkers gekocht worden en die zijn zeer duur. Van de Grlendt. We hadden gemeend dat we den zomer wel zouden halen voordat het bedrag zou uitgegeven zijn ik geloof niet dat ze nu gemakkelijk aan werk zullen komen, het is een be roerde tijd. Ik hoor dat er nu een 25 werkloozen zijn, wat moeten die men schen nu aanvangen als er niets ver diend wordt. Het beste was dat de com missie voor landerijen nog iets zou kunnen aanwijzen om ze aan het werk te zetten. Voorzitter. Mogelijk kunnen die nog iets aanwijzenik had juist hetzelfde voorste! willen doen. Het heeft anders de gemeente alles te samen al heel wat gekost en het rijk geeft ons geen cent omdat Vlijmen een rijke gemeente is. Van Helvoirt. Toch zijn er menschen genoeg die denken dat die kosten ook door het rijk worden meebetaald. De heer M. H. Boom is het met den heer v. d. Grindt eens. Ook hij acht het beter werk te verschaffen, daar de menschen anders toch zullen moeten geholpen worden uit de gemeentekas.. De heer van Sprang deelt mede, dat de werkloozenkas vroeger 13 weken uitbetaalde, op het oogenblik echter slechts 6 weken en hoogstens f 2.20 per dag. De bouwvakarbeiders waar- onder de werkloozen haast allen be- hooren zijn reeds uitgetrokken, doordat dezen winter gedurende de vorst enkele weken niet kon worden doorgewerkt P. Prinsen. Wanrfèer er nu iets ge vonden wordt dat productief gemaakt kon worden, mogen ze dan ook maar 45 uur werken Voorzitter. Neen de bouwvakarbeiders vallen niet onder die bepaling. P. Prinsen. Anders zou ik zeggen dat alleen zij werk krijgen die 10 uur per dag willen werken. P. van Buul. Als er aan toegegeven wordt, dan zal men, hoe langer men j werken laat, zooveel te meer toegeven. Van Sprang. Ik zou de arbeiders in 2 ploegen verdeelen. Zij die goed wil. len werken zou ik ook een goed loon .WAALWUK. [DOOR ERVARiNG STERK. Dit Wad verschijnt WOENSDAG- BN ZATERDAGAVOND. Abonnementsprijs per 3 maanden 1.25. Franco per post door het geheele rijk 1.40. Brieven, Ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. 45e JAARGANG. HE ECHO VIV HET Zl lDEV, WAALW1JKSCHE EN LANGSTRAATSCHK COURANT UltgmreWaalwijkschc Stoomdrukkerij Antoon Tlclen Tclegr.-AdresECHO. (Vervolg). Prijs der Adverteatlfiu 20 cent per regel; minimum i.bö. Reclames 40 cent per regel, oar. ,J)t Xoho van hêt Zatim". Lucia liad denzelfden weg genomen, dien wtj Ovidius daags te voren hebben zien vol gen. Aangenaam stond de zon aan den hel deren hemel en Lucia gevoelde zich niet bang, hoewel de weg eentonig was. Toen ay de vlakte bereikt had was deze eentonigheid niet zoo groot meer. Tal van boeren waren op het veld aan hunne bezig heden. Tegenover het boschje populieren deed zy eensklaps ontsteld een stap achteruit, ter- wtfl zy een gil slaakte. Daar lag op het gras een man uitgestrekt met de handen gekruist onder de kin. HJj •scheen bedaard te slapen. Daarop ging Lucia voorbij, terwijl zij tot zich zelve sprak: „Wat ben lk toch dwaas! Jk laat mij be angstigen door een armen drommel, die daar Ugt te slapen." En zfl ging voort. Nauwelijks had het meisje een twintigtal stappen gedaan, toen de slaper de oogen opende en Lucia een oogenbllk met den blik volgde om dan weder den schijn aan te nemen alsof hy in diepen slaap gedompeld was. Het sloeg drie uur, toen een kamermeisje Lucien's verloofde bfj de vrouw van den magistraat introduceerde. Het was een zwaar gebouwde vrouw, verre van schoon, die toch ln kleederen zeer naar koketterie zocht „Goed opgepast, juffrouw, ik maak ti mön compliment/1 zelde ze bijna op beral- IlB» toon. „Komt gij pas&w?" „Ja mevrouw." „Ik ben gereed. Ik heb slechts rati" pci»- noir uit te doen." Lucia wist wel dat zy met iemand te doen had die zeer lastig was. Met een onuitput baar geduld wendde en keerde zy om de dame heen, haalde hier een naadje in, legde daar een ander uit, spelde, veranderde, verbeterde en luisterde drie kwartier lang naar allerlei opmerkingen. „Gy weet, juffrouw," zeide de dame, „dat ik dit toilet morgenavond moet hebben?" „Ja, mevrouw, dat weet ik." „Niet later dan negen uur." „Goed, mevrouw, ik beu verwittigd." „Gy zelve zult het eostuum brengen, om er bij tegenwoordig te zijn, wanneer ik mijn toilet maak. Er mocht nog iets haperen." „Ja, mevrouw." „Welaan dan, tot morgen.'' Lucia stiet een zucht van verlichting uit, toen zij weder buiten was. Nog steeds ïag de slaper bij het boschjedocli thans was zij niet bang meer. Weder bespiedde deze zonderlinge man zoo voorzichtig mogelijk het meisje, zoodra zij hem eenige schreden voorbij was. Toen Lucia ver genoeg haren weg had voortgezet om hem niet meer te kunnen zien, kroop hij, met veel zorg rondziende of niemand hem bespiedde, op handen en voe ten naar het boschje waar hij uit een klein valies, dat daar verborgen was, een gekleed pak te voorschijn haalde. De lezer heeft zeker reeds begrepen, dat wij hier met Ovidius te doen hebben. Hij legde zijne armoedige kleederen af en stak zich in en schoon gekleed pak om den weg naar Parijs te volgen. „Amanda heeft mij goed ingelicht," dacht hij. „Lucia zal morgen dezen weg volgen, doch ongelukkig zal het meisje niet alleen zijn. Zie, dat is jammer! Doch wat kan ik er aan doen? I)es te erger voor Amanda!" Op de groote baan gekomen, naderde Ovi dlus het rijtuig. De koetsier diep op den bok. „Ik ben langer weggebleven dan ik dacht," zeide Ovidius. „Dat is uwe zaak," antwoordde de koet sier, zich de oogen uitwrijvend. „Het gaat per uurWaarheen?" „Naar Courberote." MAATSCHAPP'J VAN VERZEKERING OP HET LEVEN „Op welke plaats?" „Asnières kade." „Gelief dan in te stagen." Drie kwartier later stond het rtjtuig op de aangeduide plaats stil. „Welk nummer?" vroeg de koetsier. „Dat weet ik zelf niet. Blijf hier. Ik zal u thans niet lang laten wachten." I)e reiziger begaf zich naar de ateliers van den heer Paul Harmant, waar hjj on middellijk werd toegelaten, nadat hy dooi den portier een gesloten briefje had laten afgeven. „Wat voert u hierheen?" „Kan niemand ons afluisteren?" „Neen, gy kunt gerust spreken. Is er nieuws?" „Ja". „Wat dan?" „Morgen avond zal alles geschied zijn." De bet eekenis dezer eenvoudige woorden was natuurlijk, duidelijk, maar verschrik kelijk. Jacques Gérard werd bleek en beefde van het hoofd tot de voeten. Morgen?" herhaalde hy. „Ja, en niet onder bezwarende omstan digheden." „Verklaar u nader." „Luister dan." Ovidius deelde in alle bijzonderheden mede wat onze lezers reeds weten. „Welnu, wat dunkt u daarvan?" vroeg hij eindelijk. „Mij dunkt," antwoordde de millionpair, het zweet van het voorhoofd vegend, „dat werkelijk de beschuldiging zal vallen op nachtelijke zwervers en dat het in niemands brein zal opkomen ons te verdenken... Gij zijt eei\ behendige kerel." „Ja, ja, ik ben nog zoo dom niet! Kijk, wanneer ik voor u iets doen kan, voor zoo'n goeden vriend, dan heb ik allerlei heerlijke ingevingen." „Mijne erkentelijkheid zal zonder gren zen zijn." „Daar reken ik ook op. Wanneer alles goed ten einde zal gebracht zijn, en Lucien Labroue mjjn nichtje gehnwd heeft, dan zullen we elkaar wel nader spreken." „Hebt gij mij thans nog noodig?" „Ja... en jui9t daarom ben ik gekomen." „Wat heb lk te doen?" geven, en de andere minder, terwijl zij die toch niet willen werken, maar niet aan het .werk gesteld moeten worden. Ik weet dat er arbeiders zijn die voor hun gezin arbeiden willen, maar dat er ook andere zijn die liever niets doen en gewoonlijk den grootsten mond op zetten. Ik wil de commissie in deze gaarne >an voorlichting dienen. Op^den Meerheuvel is misschien nog wel grond die nu niets opbrengt en wel productief gemaakt zou kunnen worden. Voorzitter. Het is een zeer duur werk,* maar er zal wel iets gevonden moeten worden. Daar zijn echter werklui bij die gerust geschrapt kunnen wordenhet beste is dat maar aan mij over te laten, ik heb een breeden rug. Na eenige discussie stelt de Voor zitter voor om een onderhandsche leening aan te gaan, groot f 5000 tegen 6 pCt., af te lossen in 20 jaar. om op een nader te kiezen plaats de werkloozen weer aan het werk te stellen, welk voorstel met algemeene stemmen wordt aangenomen. De heer v. Heesbeen zou het anders geregeld wenschen te zien als vorig jaar.';,Toen kon men niet aan werkvolk komen omdat ze liever bij de gemeente gingen werken. #De Voorzitter zegt dat de lijst der werkloozen steeds ter inzage zal liggen en zoo men iemand daaruit wenscht aan te stellen, is deze verplicht het aan te nemen, anders krijgt hij ook bij de gemeente geen?.werk meer. De heer v. Sprang wijst in verband daarmee op het groote nut der arbeids bemiddeling; men schijnt met de werking daarvan niet genoeg bekend te zijn, anders zou zoo iets niet voorkomen. De heer v. d. Griendt zou het loon zoodanig regelen, dat er voor de ar- beidersjaltijd een prikkeljblijft om|liever bij particulieren te werken, anders zou den zij er misschien weinig moeite voor doen. De* heer v. Sprang dringt er nog op aan dat zoo spoedig mogelijk het werk weer wordt hervat, want de meeste ge zinnen kunnen niet zoo lang buiten de verdiensten. 5 De Voorzitter zegt [toe van een en ander [goede nota te zullen nemen en sluit daarna de vergadering. Door delfirma Arnold Gilissen Co., gevestigd te Rotterdam» mede kan toor houdende te Amsterdam en te 's Gravenhage, wordt surséance van beta ling aangevraagd. Firmanten ztjn'P. M.'J. Gilissen te Schevenlngcn en E. _A. M. Gilissen te Amsterdam. Groote opvragingen van deposito's en rekening-courant saldi, waartegenover geen voldoende liquide middelen staan, hebben, aldus vervolgd de firma, tot dezen maatregel genoodzaakt. De nomi nale waarde der baten "overtreft die der schulden met circa f 900.000. De uitstaande vorderingen van de „Eenige drukke bezigheden voorwenden, die u morgen avond tot laat in den nacht hier moeten houden." „Dat is gemakkeijik.... En dan?" „Mg het middel geven hier bij u in het kantoor te komen, zonder dat iemand mij ziet binnentreden." „I)nt is ook gemakkelijk, k zal u den sleu tel geven der kleine deurEn dan?" „Gy moet uw rijtuig gereed hebben om my in snelle vaart naar Parijs te laten terug brengen, om zoo ieder te doen gelooven, dat wjj den avond to zaam hebben doorgebracht. Een alibi." „O, de zaak zal van zelf gaan," antwoord de de millionnair. „Kunt gij om zes uur des avonds komen?" „Wel, dan wacht ik u. wij zullen hier in mijn kabinet dineeren." „Om half negen moet ik ginds zijn." „Wij zullen spoedig gedaan hebben. Den man die ons bediend heeft, zal ik wegzen denDan zullen wy alleen blijvengij gaat door 't kleine achterdeurtje uit, kiest den weg van Parijs naar Afgentuille om naar Bois-Colombes te gaan en komt langs hetzelfde poortje terug. Mijn rijtuig zal ge reed staan op de kade, en men zal gelooven dat wy elkander «iet verlaten hebben." „Goed! 't Is'maar voor het geval zich iets by'zonders voordoet, want wy hebben niets te vreezen. Berg bier mijn valies op een veilige plaats." „Wat is er in!" „Zy bevat de kleederen, die ik morgen avond zal noodig hebben." De millionnair bracht het valies achter slot. „Wat zult gy nu aanvangen?" „Ik keer naar Parijs terug." „Per tram?" „Neen, ik heb een rijtuig. Ik kyk naar geen kosten om alles tot een goed einde te brengen." „Gy hebt gelijkTot morgen De twee ellendelingen namen afscheid. Jacques Gérard wreef zich de handen en op 7.yn gelaat schitterde eene woeste vreugde. „Morgen murmelde hy, „zal de hinder paal opgeruimd zijn. Lucien Labroue za! na eenige dagen rouw blijde zich in Mary's armen werpen... O, die Ovidius is een on- kantoren te Rotterdam en te 's Graveo- hage zija volledig gedekt. Te Amsterdam zal op het totale bedrag der debiteuren van het kantoor aldaar groot circa f 3.700.000 aanzienlijk moeten worden afgeschreven. De Eerste Kamer nam gisteren z.h.s. de Indische begrooting aan en verwierp de Indische Tarlefwet met 19 tegen 15 stemmen. Zooals bekend adviseerde de Com missie voor de Ec. Politiek, dat de Regeerlng ais tijdelijken maatregel het recht moest hebben om Invoerrechten op artikelen te leggen. Naar de mio. van Landbouw N. en H. gisteren in de Tweede Kamer verklaarde, zal evenwel de Regeering gedurende de conferentie van Genua niet dergeiyke maatregelen nemen. Naar wij vernemen, wordt met ingang van 1 Juli a.s. de gevangenis te Sneek opgeheven. De directeur wordt overgeplaatst naar Dordrecht en de gedetineerden over verschillende plaat sen verdeeld. Het Hbld. meldt, dat ln de om standigheden, die aanleiding zijn geweest voor het uitvaardigen van een verbod tot uitvoer van aardappelen,-zulke wijzi gingen zijn gekomen, dat de opheffing van het verbod zeer aanstaande is. Op bet ministerie van landbouw moet men thans zekerheid gekregen hebben, dat onze voorraad voldoende Is om den volgenden oogst te halen, ook al zal het uitvoerverbod een dezer dagen weer worden opgeheven. Mede naar aanleiding van de vele aanvragen uit verschillende streken van het land, die bij het Centraal Bureau der K. S. A. te Leiden binnenkomen, heeft dit bureau het gevoelen van be voegde autoriteiten Ingewonnen omtrent eventueele kindertransporten uit Rusland naar Nederland. Aldaar was men van meening dat de regeering vrij stellig In het belang van de volksgezondheid voorshands bezwaar zou moeten maken tegen dergelijke edele pogingen. Ook o.a. de Eogeische regeering heeft dezer dagen, na ernstige overweging, om dezelfde redenen hare toestemming moeten weigeren, wijl het gevaar daaraan verbonden» zelfs bij de grootste voor zichtigheid niet te ontgaan is. Een gehouden overleg tusschen het R.K. Huisvestingscomité te 's Hertogen bosch en het Centraal Bureau dor K. S. A. had tot resultaat, dat besloten moest worden om voorloopig van dit plan af te zieu, omdat de moeilijkheden en de gevaren, aan zulk een onderneming ver bonden niet te onderschatten zijn. Bij gevolg zullen binnen afztenbareu tijd geen Russische kinderen naar ons land komen, boe gaarne men dit óok zou wenschen. De hierdoor teleurgestelde liefdadig heidszin der katholieke Nederlanders zal echter zeker op allerlei andere wijze de arme Russische jeugd weten te helpen. Giften in geld worden ten alle tijde gaarne in ontvangst genomen door voor noemd Centraal Bureau» Oude Singel 78, Leiden. (Postrekening No. 57216). betaalbaar manIiy kost me schatten van geld. doch wat kan my dat schelen, zoo I Mary's geluk maar verzekerd wordt! Voor haar zou ik mijn leven willen geven j „Soliveau of baron Reiss ontmoette des avonds Amanda niet verre van de ateliers i van madame Augusting. „Wat is er?" vroeg de baron, wien 't niet ontging, dat liet meisje min of meer ont hutst was. „Wij zullen later moeten dineeren," ant- woordde Amanda„madame zendt mij naar de Bourbonkade om te vernemen of Lucia naar Bois-Colombes is geweest." Ovidius had het meisje kunnen geruststel len, doch om goede redenen deed hy dat niet. „I)an gaan wy samen," antwoordde hy, oen rytuig wenkend, „en zullen dineeren in den Zilveren Toren. Dat is niet ver van de Bourboukijde." Toen Lucia den tweeden keer den persoon voorbyging, die naby het boschje lag te sla pen, gevoelde het meisje geen angst meer, zooals wy reeds hebben aangestipt, maar vervolgde haar weg zonder het hoofd om te wenden. Zy raadpleegde haar horloge. Er bleven het meisje nog slechts tien mi nuten over om het station te bereiken en den eersten trein te nemen, die iu de lich ting van Parys vertrok. Niettegenstaande het gropte pak haren gang belemmerde, haastte zy zich snel voort- en verdween aehter de doornheg weldra uit het oog van hem, die haar bespiedde. Eensklaps stond de naaister stil, terwijl zy een kreet van verbazing en vreugde uit stiet. Het meisje stond tegenover mama Li- son, die even verwonderd was als Lucia. Met een paar woorden verklaarde Luciens verloofde hare aanwezigheid op die plaats. „Maar gij, mama Lison," vroeg z(j dan, „wat doet gy op dezen weg? Ik dacht niet, dat gy hier nog brood te bezorgen liadt. 'I Is wat al te ver!" „Daarin hebt gij gelijk, liefste, 't Is dan ook de eerste maal dat lk hier kom, en ben zelfs in 't geheel niet zeker van den weg." (Wordt vervolgd).

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1922 | | pagina 1