Eerste Blad.
De Portierster
van Alfortville
F E HL ET OM i
Gemeenteraad
Binnenland.
.NOORD-BRABAND"
NUMMER 29
ZATERDAG 8 APRIL 1922.
3)it nummer bestaat uit 2)rie
Bladen.
VLIJMEN.
Nu is er van de belanghebbende
vergunninghouders van Vlijmen het ver
zoek ingekomen om niet op het voor
stel in te gaan, doch de kermis te doen
aanvangen als gewoon, dus op Zondag.
Ik vlnd'dat dit adres wel het beste
pleit vóór'het voorstel van B. en W.
Als wij het 'perspectief nemen om de
kermis te Overzetten teneinde het drank
misbruik tegen te gaan en de kasteleins
die komen nuimet dit verzoek, dan vind
ik het juist een motief om vóór ons
voorstel te zijn.
Het ijs B. en"W. uitsluitend te doen
om de werklui direct na de kermis weer
aan het werk te hebben.
De heer H. Boon vindt het wel wat
vreemd, het is vroeger altijd zoo ge
weest'; waarop de voorzitter hem op
merkt dat de toestand ook geheel anders
is dan vroeger. Toen gingen de menschen
uit zichzelf wel weer aan het werk.
Het voorstel van B. en W. wordt
hierna met algeraeene stemmen aange
nomen, zoodat de kermis dit jaar ge
houden wordt van Donderdag 24 tot
en^meCZondag 27 Augustus.
10 Wijziging begrooting 1922.
Comform^het voorstel B. en W. aan
genomen.
De voorzitter zegt nog enkele mede-
deelingen te moeten doen alsmede voor
lezing van enkele ingekomen stukken,
welke niet meer op de agenda geplaatst
konden worden.
Voorzitter. Zooals de heeren weten
is in de laatste vergadering besloten
aan de besturen der bijzondere scholen
een vergoeding toe te kennen voor
vuur, licht, schoolbehoeften, enz, gelijk
aan die, welke door de gemeente Beek
en Donk gegeven wordt n.l. f5.— per
leerling. Wij hebben dit besluit destijds
gegrond op de omstandigheid dat de
wet zegt dat de vergoeding in overeen
stemming moet zijn met de kosten van
de openbare school, doch dat deze ver
gelijking voor onze gemeente niet op
gaat, daar er slechts 8 kinderen hier
op de openbare school zijn. zoodat de
kosten voor kind verbazend hoog
zijn. Wij hebben toen aan een drietal
gelijke gemeenten als de onze om j
opgave verzocht en daarvan de ge -
middelde (Beek en Donk met f 5.— per i
kind) genomen.
Er is toen een voorschot van 80 pCt. j
(zijnde ruim f 3000) van deze vergoe-
ding verstrekt.
Het Kerkbestuur heeft daarmede echter i
geen genoegen genomen en is tegen j
onze beslissing in beroep gegaan bij
Ged. Staten.
De voorzitter doet dan voorlezing van j
het antwoord dat door B. en W. is j
opgemaakt om aan Ged. Staten te doen
toekomen en waarin de opvattingen van j
97).
het gemeentebestuur omtrent de toe-
passing der wet nader worden toe
gelicht.
Voorts zegt de voorzitter nog dat
vroeger het schoolgeld steeds door het
personeel der bijzondere school is geïnd
en hij wel gedacht had dat ze het nu
ook zouden willen blijven doen, doch zij
willen ook daarvoor de gemeente maar
laten zorgen.
Behalve de groote financieele lasten die
de onderwijswet aan de gemeente op-
legt is deze houding van de zoo be
voorrechte bijzondere school zeer te
laken. Zou dan ook dit beroep in
hoogste instantie door hun gewonnen
worden, dan zal er toch wel iets op te
vinden zijn om te voorkomen dat dit ln
de toekomst niet meer kan plaats hebben.
Verder is ingekomen een verzoek van
het Ziekenfonds Sint Lambertus te He-
dikhulzen, waarvan ook 19 personen
uit Vlijmen Jid zijn, om een subsidie
van f 75 voor één keer, aangezien het
fonds met de griep-epidemie zeer is
verzwakt,
Voorzitter. B. en W. stellen voor
daarop in te gaan, doch het Is eigen
lijk geen verhouding, daar de gemeente
Hedikhuizen f 200 heeft toegekend wat
ongeveer f 50 is voor een aantal als
er leden uit de gemeente Vlijmen zijn.
Van Helvoirt. Dan zou ik het ook
nemen op f 50.
Met algemeene stemmen wordt be
sloten f 50 toe te kennen.
De Voorzitter zegt nog vernomen te
hebben dat de gezondheidscommissie
in beroep is gegaan bij Ged. Staten
tegen het besluit van den raad inzake
de onbewoonbaarverklaring der woning
van Luijben. Voorloopig kan de raad
slechts een afwachtende houding aan
nemen.
Voorzitter. Het werk waar we de
werkloozen mee bezig hebben gehouden,
is klaar en daarom is het werkvolk
ontslagen moeten worden. Er zijn daar
door weer verschillende werkloozen
gekomen, maar de post voor werk
verschaffing is ook opgeteerd en dus
konden we niet meer verder gaan en
achtten Burg. en Weth. zich verplicht
het verder aan den raad over te laten,
lk voor mij weet geen land meer dat
nog met ontginning productief gemaakt
zou kunnen worden en het Ven is
grootendeels verpacht. Misschien zijn
er leden die nog iets kunnen aanwijzen.
P. Prinsen. De fietspad naar Haar
steeg mocht wel eens nagezien worden.
Die is zeer slecht.
Voorzitter. Dat is reeds onder het
oog gezien, doch het is slechts weinig
werk voor een paar menschen.
P. Prinsen. En de straatweg behoeft
ook dringend verbetering.
Voorzitter. Ja, maar als daar aan
begonnen wordt moeten er ook klinkers
gekocht worden en die zijn zeer duur.
Van de Grlendt. We hadden gemeend
dat we den zomer wel zouden halen
voordat het bedrag zou uitgegeven zijn
ik geloof niet dat ze nu gemakkelijk
aan werk zullen komen, het is een be
roerde tijd. Ik hoor dat er nu een 25
werkloozen zijn, wat moeten die men
schen nu aanvangen als er niets ver
diend wordt. Het beste was dat de com
missie voor landerijen nog iets zou
kunnen aanwijzen om ze aan het werk
te zetten.
Voorzitter. Mogelijk kunnen die nog
iets aanwijzenik had juist hetzelfde
voorste! willen doen. Het heeft anders
de gemeente alles te samen al heel wat
gekost en het rijk geeft ons geen cent
omdat Vlijmen een rijke gemeente is.
Van Helvoirt. Toch zijn er menschen
genoeg die denken dat die kosten ook
door het rijk worden meebetaald.
De heer M. H. Boom is het met
den heer v. d. Grindt eens. Ook hij
acht het beter werk te verschaffen, daar
de menschen anders toch zullen moeten
geholpen worden uit de gemeentekas..
De heer van Sprang deelt mede, dat
de werkloozenkas vroeger 13 weken
uitbetaalde, op het oogenblik echter
slechts 6 weken en hoogstens f 2.20
per dag. De bouwvakarbeiders waar-
onder de werkloozen haast allen be-
hooren zijn reeds uitgetrokken, doordat
dezen winter gedurende de vorst enkele
weken niet kon worden doorgewerkt
P. Prinsen. Wanrfèer er nu iets ge
vonden wordt dat productief gemaakt
kon worden, mogen ze dan ook maar
45 uur werken
Voorzitter. Neen de bouwvakarbeiders
vallen niet onder die bepaling.
P. Prinsen. Anders zou ik zeggen dat
alleen zij werk krijgen die 10 uur per
dag willen werken.
P. van Buul. Als er aan toegegeven
wordt, dan zal men, hoe langer men
j werken laat, zooveel te meer toegeven.
Van Sprang. Ik zou de arbeiders in
2 ploegen verdeelen. Zij die goed wil.
len werken zou ik ook een goed loon
.WAALWUK.
[DOOR ERVARiNG STERK.
Dit Wad verschijnt
WOENSDAG- BN ZATERDAGAVOND.
Abonnementsprijs per 3 maanden 1.25.
Franco per post door het geheele rijk 1.40.
Brieven, Ingezonden stukken, gelden enz.,
franco te zenden aan den Uitgever.
45e JAARGANG.
HE ECHO VIV HET Zl lDEV,
WAALW1JKSCHE EN LANGSTRAATSCHK COURANT
UltgmreWaalwijkschc Stoomdrukkerij Antoon Tlclen Tclegr.-AdresECHO.
(Vervolg).
Prijs der Adverteatlfiu
20 cent per regel; minimum i.bö.
Reclames 40 cent per regel,
oar. ,J)t Xoho van hêt Zatim".
Lucia liad denzelfden weg genomen, dien
wtj Ovidius daags te voren hebben zien vol
gen. Aangenaam stond de zon aan den hel
deren hemel en Lucia gevoelde zich niet
bang, hoewel de weg eentonig was.
Toen ay de vlakte bereikt had was deze
eentonigheid niet zoo groot meer. Tal van
boeren waren op het veld aan hunne bezig
heden.
Tegenover het boschje populieren deed zy
eensklaps ontsteld een stap achteruit, ter-
wtfl zy een gil slaakte.
Daar lag op het gras een man uitgestrekt
met de handen gekruist onder de kin. HJj
•scheen bedaard te slapen.
Daarop ging Lucia voorbij, terwijl zij tot
zich zelve sprak:
„Wat ben lk toch dwaas! Jk laat mij be
angstigen door een armen drommel, die daar
Ugt te slapen."
En zfl ging voort.
Nauwelijks had het meisje een twintigtal
stappen gedaan, toen de slaper de oogen
opende en Lucia een oogenbllk met den blik
volgde om dan weder den schijn aan te
nemen alsof hy in diepen slaap gedompeld
was.
Het sloeg drie uur, toen een kamermeisje
Lucien's verloofde bfj de vrouw van den
magistraat introduceerde.
Het was een zwaar gebouwde vrouw, verre
van schoon, die toch ln kleederen zeer naar
koketterie zocht
„Goed opgepast, juffrouw, ik maak ti
mön compliment/1 zelde ze bijna op beral-
IlB» toon. „Komt gij pas&w?"
„Ja mevrouw."
„Ik ben gereed. Ik heb slechts rati" pci»-
noir uit te doen."
Lucia wist wel dat zy met iemand te doen
had die zeer lastig was. Met een onuitput
baar geduld wendde en keerde zy om de
dame heen, haalde hier een naadje in, legde
daar een ander uit, spelde, veranderde,
verbeterde en luisterde drie kwartier lang
naar allerlei opmerkingen.
„Gy weet, juffrouw," zeide de dame, „dat
ik dit toilet morgenavond moet hebben?"
„Ja, mevrouw, dat weet ik."
„Niet later dan negen uur."
„Goed, mevrouw, ik beu verwittigd."
„Gy zelve zult het eostuum brengen, om
er bij tegenwoordig te zijn, wanneer ik mijn
toilet maak. Er mocht nog iets haperen."
„Ja, mevrouw."
„Welaan dan, tot morgen.''
Lucia stiet een zucht van verlichting uit,
toen zij weder buiten was. Nog steeds ïag
de slaper bij het boschjedocli thans was zij
niet bang meer.
Weder bespiedde deze zonderlinge man
zoo voorzichtig mogelijk het meisje, zoodra
zij hem eenige schreden voorbij was.
Toen Lucia ver genoeg haren weg had
voortgezet om hem niet meer te kunnen
zien, kroop hij, met veel zorg rondziende of
niemand hem bespiedde, op handen en voe
ten naar het boschje waar hij uit een klein
valies, dat daar verborgen was, een gekleed
pak te voorschijn haalde.
De lezer heeft zeker reeds begrepen, dat
wij hier met Ovidius te doen hebben. Hij legde
zijne armoedige kleederen af en stak zich
in en schoon gekleed pak om den weg naar
Parijs te volgen.
„Amanda heeft mij goed ingelicht," dacht
hij. „Lucia zal morgen dezen weg volgen,
doch ongelukkig zal het meisje niet alleen
zijn. Zie, dat is jammer! Doch wat kan ik
er aan doen? I)es te erger voor Amanda!"
Op de groote baan gekomen, naderde Ovi
dlus het rijtuig. De koetsier diep op den
bok.
„Ik ben langer weggebleven dan ik dacht,"
zeide Ovidius.
„Dat is uwe zaak," antwoordde de koet
sier, zich de oogen uitwrijvend. „Het gaat
per uurWaarheen?"
„Naar Courberote."
MAATSCHAPP'J VAN VERZEKERING OP HET LEVEN
„Op welke plaats?"
„Asnières kade."
„Gelief dan in te stagen."
Drie kwartier later stond het rtjtuig op
de aangeduide plaats stil.
„Welk nummer?" vroeg de koetsier.
„Dat weet ik zelf niet. Blijf hier. Ik zal
u thans niet lang laten wachten."
I)e reiziger begaf zich naar de ateliers
van den heer Paul Harmant, waar hjj on
middellijk werd toegelaten, nadat hy dooi
den portier een gesloten briefje had laten
afgeven.
„Wat voert u hierheen?"
„Kan niemand ons afluisteren?"
„Neen, gy kunt gerust spreken. Is er
nieuws?"
„Ja".
„Wat dan?"
„Morgen avond zal alles geschied zijn."
De bet eekenis dezer eenvoudige woorden
was natuurlijk, duidelijk, maar verschrik
kelijk.
Jacques Gérard werd bleek en beefde van
het hoofd tot de voeten.
Morgen?" herhaalde hy.
„Ja, en niet onder bezwarende omstan
digheden."
„Verklaar u nader."
„Luister dan."
Ovidius deelde in alle bijzonderheden
mede wat onze lezers reeds weten.
„Welnu, wat dunkt u daarvan?" vroeg hij
eindelijk.
„Mij dunkt," antwoordde de millionpair,
het zweet van het voorhoofd vegend, „dat
werkelijk de beschuldiging zal vallen op
nachtelijke zwervers en dat het in niemands
brein zal opkomen ons te verdenken... Gij
zijt eei\ behendige kerel."
„Ja, ja, ik ben nog zoo dom niet! Kijk,
wanneer ik voor u iets doen kan, voor zoo'n
goeden vriend, dan heb ik allerlei heerlijke
ingevingen."
„Mijne erkentelijkheid zal zonder gren
zen zijn."
„Daar reken ik ook op. Wanneer alles
goed ten einde zal gebracht zijn, en Lucien
Labroue mjjn nichtje gehnwd heeft, dan
zullen we elkaar wel nader spreken."
„Hebt gij mij thans nog noodig?"
„Ja... en jui9t daarom ben ik gekomen."
„Wat heb lk te doen?"
geven, en de andere minder, terwijl zij
die toch niet willen werken, maar niet
aan het .werk gesteld moeten worden.
Ik weet dat er arbeiders zijn die voor
hun gezin arbeiden willen, maar dat er
ook andere zijn die liever niets doen
en gewoonlijk den grootsten mond op
zetten. Ik wil de commissie in deze
gaarne >an voorlichting dienen.
Op^den Meerheuvel is misschien nog
wel grond die nu niets opbrengt en
wel productief gemaakt zou kunnen
worden.
Voorzitter. Het is een zeer duur werk,*
maar er zal wel iets gevonden moeten
worden.
Daar zijn echter werklui bij die gerust
geschrapt kunnen wordenhet beste is
dat maar aan mij over te laten, ik heb
een breeden rug.
Na eenige discussie stelt de Voor
zitter voor om een onderhandsche
leening aan te gaan, groot f 5000 tegen
6 pCt., af te lossen in 20 jaar. om op
een nader te kiezen plaats de werkloozen
weer aan het werk te stellen, welk
voorstel met algemeene stemmen wordt
aangenomen.
De heer v. Heesbeen zou het anders
geregeld wenschen te zien als vorig
jaar.';,Toen kon men niet aan werkvolk
komen omdat ze liever bij de gemeente
gingen werken.
#De Voorzitter zegt dat de lijst der
werkloozen steeds ter inzage zal liggen
en zoo men iemand daaruit wenscht
aan te stellen, is deze verplicht het aan
te nemen, anders krijgt hij ook bij de
gemeente geen?.werk meer.
De heer v. Sprang wijst in verband
daarmee op het groote nut der arbeids
bemiddeling; men schijnt met de werking
daarvan niet genoeg bekend te zijn,
anders zou zoo iets niet voorkomen.
De heer v. d. Griendt zou het loon
zoodanig regelen, dat er voor de ar-
beidersjaltijd een prikkeljblijft om|liever
bij particulieren te werken, anders zou
den zij er misschien weinig moeite
voor doen.
De* heer v. Sprang dringt er nog op
aan dat zoo spoedig mogelijk het werk
weer wordt hervat, want de meeste ge
zinnen kunnen niet zoo lang buiten de
verdiensten.
5 De Voorzitter zegt [toe van een en
ander [goede nota te zullen nemen en
sluit daarna de vergadering.
Door delfirma Arnold Gilissen
Co., gevestigd te Rotterdam» mede kan
toor houdende te Amsterdam en te
's Gravenhage, wordt surséance van beta
ling aangevraagd. Firmanten ztjn'P. M.'J.
Gilissen te Schevenlngcn en E. _A. M.
Gilissen te Amsterdam.
Groote opvragingen van deposito's en
rekening-courant saldi, waartegenover
geen voldoende liquide middelen staan,
hebben, aldus vervolgd de firma, tot
dezen maatregel genoodzaakt. De nomi
nale waarde der baten "overtreft die der
schulden met circa f 900.000.
De uitstaande vorderingen van de
„Eenige drukke bezigheden voorwenden,
die u morgen avond tot laat in den nacht
hier moeten houden."
„Dat is gemakkeijik.... En dan?"
„Mg het middel geven hier bij u in het
kantoor te komen, zonder dat iemand mij
ziet binnentreden."
„I)nt is ook gemakkelijk, k zal u den sleu
tel geven der kleine deurEn dan?"
„Gy moet uw rijtuig gereed hebben om
my in snelle vaart naar Parijs te laten terug
brengen, om zoo ieder te doen gelooven, dat
wjj den avond to zaam hebben doorgebracht.
Een alibi."
„O, de zaak zal van zelf gaan," antwoord
de de millionnair. „Kunt gij om zes uur des
avonds komen?"
„Wel, dan wacht ik u. wij zullen hier in
mijn kabinet dineeren."
„Om half negen moet ik ginds zijn."
„Wij zullen spoedig gedaan hebben. Den
man die ons bediend heeft, zal ik wegzen
denDan zullen wy alleen blijvengij
gaat door 't kleine achterdeurtje uit, kiest
den weg van Parijs naar Afgentuille om
naar Bois-Colombes te gaan en komt langs
hetzelfde poortje terug. Mijn rijtuig zal ge
reed staan op de kade, en men zal gelooven
dat wy elkander «iet verlaten hebben."
„Goed! 't Is'maar voor het geval zich iets
by'zonders voordoet, want wy hebben niets
te vreezen. Berg bier mijn valies op een
veilige plaats."
„Wat is er in!"
„Zy bevat de kleederen, die ik morgen
avond zal noodig hebben."
De millionnair bracht het valies achter
slot.
„Wat zult gy nu aanvangen?"
„Ik keer naar Parijs terug."
„Per tram?"
„Neen, ik heb een rijtuig. Ik kyk naar
geen kosten om alles tot een goed einde te
brengen."
„Gy hebt gelijkTot morgen
De twee ellendelingen namen afscheid.
Jacques Gérard wreef zich de handen en
op 7.yn gelaat schitterde eene woeste
vreugde.
„Morgen murmelde hy, „zal de hinder
paal opgeruimd zijn. Lucien Labroue za!
na eenige dagen rouw blijde zich in Mary's
armen werpen... O, die Ovidius is een on-
kantoren te Rotterdam en te 's Graveo-
hage zija volledig gedekt. Te Amsterdam
zal op het totale bedrag der debiteuren
van het kantoor aldaar groot circa
f 3.700.000 aanzienlijk moeten worden
afgeschreven.
De Eerste Kamer nam gisteren
z.h.s. de Indische begrooting aan en
verwierp de Indische Tarlefwet met 19
tegen 15 stemmen.
Zooals bekend adviseerde de Com
missie voor de Ec. Politiek, dat de
Regeerlng ais tijdelijken maatregel het
recht moest hebben om Invoerrechten
op artikelen te leggen. Naar de mio.
van Landbouw N. en H. gisteren in de
Tweede Kamer verklaarde, zal evenwel
de Regeering gedurende de conferentie
van Genua niet dergeiyke maatregelen
nemen.
Naar wij vernemen, wordt met
ingang van 1 Juli a.s. de gevangenis te
Sneek opgeheven. De directeur wordt
overgeplaatst naar Dordrecht en de
gedetineerden over verschillende plaat
sen verdeeld.
Het Hbld. meldt, dat ln de om
standigheden, die aanleiding zijn geweest
voor het uitvaardigen van een verbod
tot uitvoer van aardappelen,-zulke wijzi
gingen zijn gekomen, dat de opheffing
van het verbod zeer aanstaande is.
Op bet ministerie van landbouw moet
men thans zekerheid gekregen hebben,
dat onze voorraad voldoende Is om den
volgenden oogst te halen, ook al zal
het uitvoerverbod een dezer dagen weer
worden opgeheven.
Mede naar aanleiding van de vele
aanvragen uit verschillende streken van
het land, die bij het Centraal Bureau
der K. S. A. te Leiden binnenkomen,
heeft dit bureau het gevoelen van be
voegde autoriteiten Ingewonnen omtrent
eventueele kindertransporten uit Rusland
naar Nederland. Aldaar was men van
meening dat de regeering vrij stellig In
het belang van de volksgezondheid
voorshands bezwaar zou moeten maken
tegen dergelijke edele pogingen. Ook
o.a. de Eogeische regeering heeft dezer
dagen, na ernstige overweging, om
dezelfde redenen hare toestemming
moeten weigeren, wijl het gevaar daaraan
verbonden» zelfs bij de grootste voor
zichtigheid niet te ontgaan is.
Een gehouden overleg tusschen het
R.K. Huisvestingscomité te 's Hertogen
bosch en het Centraal Bureau dor K. S. A.
had tot resultaat, dat besloten moest
worden om voorloopig van dit plan af
te zieu, omdat de moeilijkheden en de
gevaren, aan zulk een onderneming ver
bonden niet te onderschatten zijn. Bij
gevolg zullen binnen afztenbareu tijd
geen Russische kinderen naar ons land
komen, boe gaarne men dit óok zou
wenschen.
De hierdoor teleurgestelde liefdadig
heidszin der katholieke Nederlanders zal
echter zeker op allerlei andere wijze de
arme Russische jeugd weten te helpen.
Giften in geld worden ten alle tijde
gaarne in ontvangst genomen door voor
noemd Centraal Bureau» Oude Singel 78,
Leiden. (Postrekening No. 57216).
betaalbaar manIiy kost me schatten van
geld. doch wat kan my dat schelen, zoo
I Mary's geluk maar verzekerd wordt! Voor
haar zou ik mijn leven willen geven
j „Soliveau of baron Reiss ontmoette des
avonds Amanda niet verre van de ateliers
i van madame Augusting.
„Wat is er?" vroeg de baron, wien 't niet
ontging, dat liet meisje min of meer ont
hutst was.
„Wij zullen later moeten dineeren," ant-
woordde Amanda„madame zendt mij
naar de Bourbonkade om te vernemen of
Lucia naar Bois-Colombes is geweest."
Ovidius had het meisje kunnen geruststel
len, doch om goede redenen deed hy dat
niet.
„I)an gaan wy samen," antwoordde hy,
oen rytuig wenkend, „en zullen dineeren in
den Zilveren Toren. Dat is niet ver van de
Bourboukijde."
Toen Lucia den tweeden keer den persoon
voorbyging, die naby het boschje lag te sla
pen, gevoelde het meisje geen angst meer,
zooals wy reeds hebben aangestipt, maar
vervolgde haar weg zonder het hoofd om te
wenden.
Zy raadpleegde haar horloge.
Er bleven het meisje nog slechts tien mi
nuten over om het station te bereiken en
den eersten trein te nemen, die iu de lich
ting van Parys vertrok.
Niettegenstaande het gropte pak haren
gang belemmerde, haastte zy zich snel voort-
en verdween aehter de doornheg weldra uit
het oog van hem, die haar bespiedde.
Eensklaps stond de naaister stil, terwijl
zy een kreet van verbazing en vreugde uit
stiet. Het meisje stond tegenover mama Li-
son, die even verwonderd was als Lucia.
Met een paar woorden verklaarde Luciens
verloofde hare aanwezigheid op die plaats.
„Maar gij, mama Lison," vroeg z(j dan,
„wat doet gy op dezen weg? Ik dacht niet,
dat gy hier nog brood te bezorgen liadt. 'I
Is wat al te ver!"
„Daarin hebt gij gelijk, liefste, 't Is dan
ook de eerste maal dat lk hier kom, en ben
zelfs in 't geheel niet zeker van den weg."
(Wordt vervolgd).