De Portierster
van Alfortville.
Firma G. Verkade. - Waalwijk.
Voor den schoonmaak!!
i
i
DERDE BLAD.
Land- en Tuinbouw
Provinciaal Nieuws
Vitrages, Allovernets, Ondergordijntjes, afgepaste
linnen Gordijnen, Lancaster gordijnen, Beddetijken,
Overtrekken, Stores, Vlaamsch linnen en Gestreept
linnen voor Marquizen.
Prima Hospitaaldoek i 1.45. Afgepaste Tafelzeilen.
Wollen en Peluche Tafelkieeden.
FEUILLETON
NUMMER 33.
ZATERDAG 22 APRIL 1922.
45e Jaargang.
Wat iedere maand te doen geeft.
(2e helft April).
Nadruk verboden.
Terwijl ik dit schrijf 13 April
is het de eerste Lente dag die zoo
heeten mag. De natuur is milder en de
lucht staat naar regen. Tot heden was
het steeds droog. koud. schraal weer.
Alles: akker, wei en hof verlangt naar mal-
schen regen en koesterende zonneschijn
't Vee moet uit den stal, 't heeft genoeg
gekost, maar van grasgroei is nog geen
sprake. Vele weiden vertoonen nog plek
ken als verbrand, gevolg der droogte
nog van den vorigen zomer. Echter, we
hebben 't vaker gezien wordt het weer
gunstig, dan kunnen er in een paar
weken tijd wonderen gebeuren. En zoo
kan ook het winterkoren, dat maar niet
kan opschieten en er verkommerd uit
ziet, zich vóór de Meimaand in 't land
is, nog heel wat herstellen. Men strooie
op de akkers, die het noodig hebben,
wat chili; 50-150 K.G. per H.A. naar
behoefte, een malsch regentje daar
boven op kan in enkele dagen aan het
gewas een heel ander aanzien geven.
Over de granen spraken we reeds een
vorige maal. Voor Mei pote men aard
appels, suikerbieten, koolraap en mangel-
wortelzaad, wortelen. Bij aardappelen
voor de consumptie genomen geen te
ruime stikstofgift, die zou aan de kwa
liteit (smaak) afbreuk doen. Ook is het
bekend en dit geldt vooral voor de
stikstof van stalmest en compost, minder
voor die van Chili, zw. ammoniak en
groenmest dat te veel stikstof even
eens nadeelig werkt op het zetmeelge-
haite van fabrieksaardappels. Voor de
laatste geve men bij stalmest of compost
steeds kali. en verder extra stikstof.
Zaad van Suikerbieten wordt in volle
rijen gezaaid, zeer ondiepnooit van
het kweekbed, want verplanten laten de
plantjes niet toe. Hoeveelheid zaad
15—20 Kilo per H.A. Een goede poot-
wijdte moet in acht genomen worden,
dat is naar omstandigheden een rijen-
afstand van 30—35 c.M. en een bieten
afstand van 25—30 cM. Koolzaad
zaait men nu of in Mei op een kweek
bed, om in Juni te verplanten. In Enge
land zaait men het zaad in volle rijen
op den akker en dit zou ook hier aan
te bevelen zijn, hoewel erkend moet
worden, dat op een kweekbed deaard-
vloo beter kan worden bestreden.
't Spreekt van zelf, dat het verplanten
is aangewezen als het gewas komt na
snijrogge of aardappels of, als ook nog
kan. na rijpe rogge Op kweekbed is
benoodigd per H.A. plm. 2 K.G. zaad.
bij zaaien op den akker plm. 2 K G.
Mangclwortelzaad zaait men uit de hand
of met de machine in rijen, meestal in
volle rijen: zaadhoeveelheid in 't le
geval 9 10 K G., in 't 2e geval 15-20
K.G. Eenruime hoeveelheid is gewenscht
om een goede opkomst zooveel mogelijk
te verzekeren. Het dibbelen, waarbij het
zand op hoopjes komt te liggen is af
van -De Echo van het Zuiden
103)
te keurende worteltjes groeien licht
door elkaar, waardoor het dunnen moei
lijk kan plaats vinden.
Peen (wortelen) vraagt, als de mangels,
een diepe bewerking (liefst vóór den
winter) en een ruime bemesting. Versche
stalmest is nadeelig. omdat de planten
dan eerder doorschieten. Let er thans
vooral op in de groentebakken te gieten
doe dit bij koud weer 's morgens,
's avonds zou te veel afkoelen. Dit geldt
ook voor bloemen en planten totdat
het volop zomer is. Giet niet te rijkelijk
en liefst met water dat al een paar
dagen heeft gestaan. Spit nu als het
nog niet gebeurd is uw kool- en boonen-
land om, anders groeit er te veel on
kruid op, dat den grond uitput Kool
en boonen houden van een diep om-
gespitten grond. Hebt ge al kropsla-,
bloemkool- en andere planten in uw
hof? Schoffel bij droog weer tusschen
de rijen, 't weert het onkruid, houdt den
grond los en bevordert aldus zeer den
groei. Hark uw gazon af, opdat er geen
gele plekjes ontstaan. Zaai uw radijs
niet te dicht; ze groeit overal, ook
tusschen wortelen, sla. schorseneeren,
enz Bij scherpe droogte moet ge uw
persikboomen begietenmaak flinke
kuilen en dek deze daags met mos om
het uitdrogen te voorkomen. Als de
maand ten einde loopt, neem dan de
ramen af van sommige bloemen
Zonale's, Fuchsia's en andere, welke
tot de koude planten gerekend worden
dek ze nog eenigszins bij nacht.
Groote Internationale Land- en
Tuinbouwi entoonstelLng.
1922.
Tilburg.
Wij ontvingen de Aleemeene P'os-
pecu* met plattegrond en indeeliog van
het hoofdgebouw der bovengenoemde
'eotooostelilog. Zooals uit deze gegevens
blrikt is bet geheel verdeeld is drie af-
decliogen n m.
Waalwijk. 21 April 1922
Wij vernemen dat de heer M. van
Driel (Chr. Hist.) zijne benoeming als
gemeenteraadslid heeft aangenomen.
As Maandag ten 63/4 uur zal de
laatste openbare vergadering van den
ouden raad gehóuden worden, tot
onderzoek en goedkeuring der geloofs
brieven van de nieuwgekozen leden
van den Gemeenteraad.
De toestand in de Leder- en
Schoenindustrie wordt ook in deze ge
meente, met den dag slechter. In
Dongen, Hilvarenbeek, Velthoven enz.
is het schrikbarend slecht, daar
wordt door eenigen niet, anderen veel
minder gewerkt.
Was er tot dusverre in onze gemeente
betrekkelijk nog weinig werkeloosheid
deze zal naar wij vreezen thans ernstig
toenemen en ook inkrimping van den
arbeidsdag zal spoedig volgen. En dat
tusschen Paschen en Pinksteren.
Voor examen stenografie slaagde
Mej M. v. d. Broek alhier.
2 Mei a.s. zal het veertig jaar
geleden zijn, dat de heer Ferdinand
Dumoulin in dienst trad bij de Levens
verzekering-Mij „Noord-Braband" alhier.
Het zal den jubilaris bij dit zeldzame
jubilé zeker niet aan belangstelling ont
breken.
In „de Toko" alhier worden voor
een minimumprijs van 25 cent mooi
uitgevoerde albums over Rusland ver-
krijgbaar gesteld. Zij bevatten een be-
schrij\ ing met 22 foto's uit de meest
geteisterde streken Het zijn interessante
werkjes, die op zeer treffende wijze door
woord en beeld de ellende daar geleden
demonstreeren. De de prijs is gering
en daarenboven doet men met den
koop een goed werk voor de arme
Russen.
De wedstrijd W.S C.—Zalt-Bommel
welke morgen op het terrein van eerst
genoemde vereeniging gespeeld zal
worden, is de laatste competitiewedstrijd
in dit seizoen in onze plaats. Toch is
deze laatste wedstrijd niet van belang
scheidsrechter en den grensrechter van
Wilhelmina II. H.E.C. had toen met 1—0
de leiding welke zij altijd behoudt. We
zullen dus maar afwachten, wat het
Bondsbestuur van de R. K. V. B. beslist.
Denkelijk zal Wilhelmina II de res-
teerende 27 minuten op het terrein van
H E.C. moeten uitspelen, daar H E.C.
niet de minste schuld had aan dit geval.
Het tweede elftal ging naar Olympia,
Waspik, een competitiewedstrijd spelen,
welke eindigde in een gelijk spel 2—2.
H E.C. 11 had eerst de leiding met 2—0.
As. Zondag speelt H.E.C. thuis tegen
Exelsior, Oisterwijk In Oisterwijk werd
H E.C. verslaan met 3—2 maar ze
zuilen er nu alles op zetten om de
kampioenskans te behouden en om
ontbloot en voor WS C. zelfs van zeer j revanche te nemen op Oisterwijk. We
groot belang. Wil zij zich op de derde
plaats der ranglijst handhaven, dan moet
deze wedstrijd door haar gewonnen
worden. W.S C. is hiervan zelf terdege
overtuigd en zal er morgen alles op
zetten om de supporters niet te leur
te stellen.
Om 12 uur speelt W.S.C. III eveneens
haar laatsten wedstrijd tegen „De Lang-
straters" uit Kaatsheuvel, welke wedstrijd
voor haar van belang is betreffende het
bezetten van de tweede plaats.
Het publiek wordt er nogmaals aan
herinnerd, dat er in het vervolg eene
scherpe controle zal worden uitgeoefend
van politiezijde op de toegangsbewijzen.
De loting voor de Bekerwedstrijden
op 30 April, 7 en 14 Mei a.s., heeft een
zeer mooi resultaat opgeleverd wat be-
verwachten daarom een spannenden
wedstrijd, die het bezoek wel waard
zal zijn..Aanvang 2 uur.
treft de vereenigingen welke elkaar I violoncellist er wel bet hunne toe bij
zullen ontmoeten. Hieronder volgt het
resultaat.
Op 30 April staan vastgesteld
Wilhelmina II—Tilburg I.
Boxtel I—L. S. V.
Op 7 Mei staan vastgesteld
Olympia—Willem 11.
N.O. A. D. 11—Quick.
In verband met de nog te spelen
competitiewedstrijden van enkele ver
eenigingen, kan in het programma nog
eene kleine wijziging gebracht worden.
23 April speelt R W.B. 11 de laatste
uitwedstrijd voor de competitie B V B
tegen Exelsior op het terrein te Capelle.
R.W.B 11 staat nu op de tweede plaats,
zorgt er dus voor, R.W.B ers, dat ge
daar blijft Capelle is reeds kampioen
van deze afdeeling, zoodat het voor
R.W B. geen gemakkelijke taak zal zijn.
Zondag j.l. speelde de R. K. V V.
H.E.C. een competitie wedstrijd te Til
burg tegen Wilhelmina II. Deze wed
strijd werd door den scheidsrechter
gestaakt 27 minuten voor het einde,
door een meeningsverschil tusschen den
21833
Jhr. mr. A. F. O. van Sasse van
Ysselt is zeventig jaar geworden.
In ruimen katholieken kring en ook
daarbuiten is dit uit erkentelijkheid,
waardeering, dankbaarheid en sympathie
herdacht.
Vooral in Noord-Brabant, waar mr. A
van Sasse van Ysselt werkte op politiek
juridisch en archeologisch terrein.
Als Kamerlid werkt hij nog onverdro
ten en zijn leeftijd behoeft voor hem
geen beletsel te zijn. In Staten en ge
meenteraad vervulde hij bovendien zijn
hoogsten burgerplicht, welke voor hem
een levenstaak is geworden.
En ondanks dat alles vond hij tijd
voor nog veel meerals vice-president
van het Bossche Hof. als historicus.
Moge mr. A. van Sasse van Ysselt
nog lang vjor de gemeenschap en het
katholiek welzijn werkzaam kunnen zijn.
Uit alle oorden des lands bereikten
den jarige telegrammen en gelukwen-
schen in allerlei vorm.
Des middags om drie uur werd de
jarige te zijnen huize gecomplimenteerd
door het gemeentebestuur, dat hem den
gouden eeiepenning voor verdienstelijke
medeburgers onder een hartelijke toe
spraak overreikte.
De heer Van Sasse van Ysselt is de
eerste ingezetene die dit eereteeken sinds
zijne instelling ontvangt.
Om 4 uur bood een deputatie van
het Provinciaal Genootschap van Kun
sten en Wetenschappen, bestaande uit
de heeren jhr. mr. F. van Rijckevorsel,
voorzitter, mr. Smit secretaris en L. van
der Steen, bibliothecaris, aan zijn pen
ningmeester het eerelidmaatschap aan.
Des avonds om 7 uur bracht de
vereeniging Koninginnedag aan haar
jarigen beschermheer met de muziek
van het Kon. Muziekkorps der Kon.
cho van
Afd. A. Provinciaal' Voor land- eo
'U'obouw, zutvciiodus He, transport- en
ander materiaal, machloes, rundvee,
paarden, varkeos, klrla vee, pluimvee
en kooijoro, bijenteelt, akkerbouw, ont-
ginoio?, groodve»beteriopf cul'uunech-
olek, boschbouw, bloemrp, planten en
slerarrikelen, tulna<cbi eeuw, kuus'.mest-
stoffio, zaden en producten.
Afd. B. NationaalIdem en weten
schappelijke demonstraties op land- en
'ulnbouwfjebied.
Afd. C. Internationaalvoor machine*,
materiaal en krachtwerkingen voor land
en tuinbouw eo aanverwaot, kunstmest-
«toffee, producten, ulthecmsche vruchten
eo gewassen.
Ook is aan de tentoonstelling toege
voegd een afzonderlijke afdeellog voo»
de aanverwante bedrijven van laad- eo
ulnbouw in welke afdeellog kunnen
worden ten toon gesteld alle, van land
en tuinbouw afkoms ige, verwe kte pro
duces die als gewone of toebereide
voedingsmiddelen, of in anderen vorm,
in den handel worden gebracht.
Naar vermeld zullen in deze afdeeliog
■al van binnen- en buitenlandsche fab'i-
kanten medediogen, terwijl ook voor de
«odere afdeeliogen de aanvraag voor
XoosMe bijzonder groot Is. Gezien de
algemeeoe medewerking van belangheb
benden op deskundig en commercieel
vebied In binnen- en buitenland en de
bijzondere medeweikirg der groote
landbouwers- en tuindersorganisaties in
den lande, belooft deze expositie wer-
«elnk te worden *een groote interna-
'tonale land-en tuinbouwtentoonstelling.4
De R. K. Gycnoastiekwereenlelog
»Kuast eo Kun»*4 geeft Zoodpgavood
wederom eeo uhvóertog Id h«-t Boods.-
gebouw («oo'ipalig Baa'dwtjk Het af-
wlssrl-od p'Ogramma heeft ongeveer
dezelfde i ideeliog ah vorige maal en
verzekert ons du> weer een genotvolle
avood.
Naast enkele verrichtingen op turc-
gebled, zooals vrije- eo ordeoefeologeo,
i y amides, enz, treffen we verschillende
coaitsche duetten aan en als hoofd
nummer een blijspel in d ie bedrijven
»Zoo gewonnen, zoo geronnen4, Veder
rullen de beereu Joh. Vissers en Tb.
Fossimu», respec ievclijk als pianist en
dragen om den gaoschen avood een
aangename stemming c ia to houden.
De kleine (leur werd gesloten en men be
gaf zich naar het bureau van den construc
teur.
Eensklaps hoorde men het gerucht van
'een rijtuig op de kade.
Ovldius luisterde.
„Wat is dat?" vroeg hq.
„Myn koetsier is daar en voert mflue he
velen uit. Hij komt juist op tyd."
„Dan zullen wij hem niet laten wachten."
Soliveau haastte zich andere kleeren aan
te trekken. ZJjn boerenpak borg hy in zijn
valies en stak in een der zakken het horloge
en de portemonnaie, aan Lucia ontstolen.
„Ik ben gereed zeide hy, zfjn valies mede
nemend.
„Welnu, laat ons vertrekken."
Jacques Gérard doofde het licht en ging,
door Ovidius gevolgd, de deur uit.
Het rijtuig wachtte.
De twee personen stapten in.
„Waar zal ik u heenbrengen?' vroeg de
constructeur aan zjjn gewaanden neef."
„Naar den boulevard BatiguollesDan
is het maar een stap meer van huis."
„Boulevard Batiguolles," beval Paul Har-
maut aan den koetsier, het portier dicht
trekkend.
Het paard, eeu echte Iersche stepper,
vloog vooruit, als de pijl vau een boog, naar
de aangeduide plaats, waar de twee boos
wichten afscheid namen.
Jacques Gérard keerde naar de Murillo-
straat terug.
„Mary is gered," dacht hy. „Hare mede
dingster is niet meer. Weldra zal Lueien aan
de voeteu liggeu mijner dochter."
Zoodra hy thuis was gekomen ontkleedde
zich Ovidius en mompelde:
„Mfl dunkt, dierbare neef, dat de reke
ning tot een aardig bedrag stygt."
ZEVEN EN DERTIGSTE HOOFDSTUK.
By het krieken van den dag waren de
commissaris van Bois-Colombcs, zyn secre
taris en de gendarmes byeengekomen op do
plaats, waar Lucia was aangevallen.
Een nauwkeurig onderzoek leverde het
bewfjs, dat de moordenaar in liet hoschje
was verborgen geweest en daar op zyn
slachtoffer had gewacht.
De andere helft van het mes werd niet
gevonden.
Men hernam den weg naar Bois-Colombes.
De dokter zat aan het bed van de zieke,
die eindelijk tot bezinning kwam.
Toen Lucia voor het eerst de oogen opende
wierp zq zeer ongerust een blik om zich
heen.
Diepe rimpels waren in haar voorhoofd
gegroefd, en haar geest scheen zich met
sombere zaken bezig te houden.
Eensklaps bemerkte zy mama Lison. Het
meisje wilde een vreugdekreet uiten, doch
de smart, deed de woorden op hare lippen
sterven.
Jeanne neeg over liet bed.
„Herkent gy my, liefste?" vroeg zy.
„Ja, ja," antwoordde Lucia op zwakken
toon. „Maar ik weet niet waar ik my be
vind. Ik keu dit vertrek niet. Waar ben ik?"
„Gy zyt hy den commissaris van politie
van Bois-Colombes."
Deze woorden waren voldoende om Lucia
alles in het geheugen terug te roepen.
De commissaris naderde het jonge meisje
op zyue beurt.
„Gy waart, gekwetst, mejuffrouw," zeide
hy, „en het is my een dure plicht u myn
huls tot toevluchtsoord aan te bieden."
„Ja, ja, dat herinner ik my," dacht Lucia.
„Ik had een balcostuum weggebracht en
volgde den weg langs de spoorbaan om naar
Bois-Colombes terug te keeren en daar den
trein te nemen naar Pai-ys. Eensklaps sprong
er een man voor mij op en stak my met zyn
mes. Van af dat oogenblik herinner ik my
niets meer."
„Hebt gy het gelaat van den persoon ge
zien, die u gewond heeft?" vroeg de commis
saris.
„Neen, mynheer, het was te donker."
„Gy droegt een horloge, niet waar?"
„Ja, mynheer, een goud horloge met ket
ting".
„En een portemonnaie?"
„Ja."
„Wat was er in?"
..Zoowat dertig francs en een retour-
kaartje van het spoor."
„Wellicht heeft men u willen dooden om
u des te gemakkelijker te kunnen bestelen.
Alle horloges dragen een nummer. Kent gy
liet nummer niet van het uwe?"
„Neen, mqnheer."
„Waar hebt gy het gekocht?"
„Ik heb het ten geschenke ontvangen, maar
ik weet toch wel, dat het voortkomt uit een
horlogewinkel in de St. Antoniusstraat."
De commissaris schreef dit op.
„Mag ik zoo vrij zyn u den naam te vra
gen van den persoon, wien het horloge ver
kocht werd?"
„Zeker! Die persoon, myn aanstaande, is
de heer Lueien Labroue."
Ook dezen naam schreef de commissaris
op.
„De ellendeling zal zeker trachten het ge
stolen horloge van de hand te doen. Met het
nummer zullen wy hem misschien op het
spoor komen."
„Ik moet zwaar gekwetst zyn," zeide het
meisje, „want ik ïyd zeer veel."
„Ja, myn kind," antwoordde de dokter,
,gq moet zwaar ïyden. 't Is een diepe wonde,
doch ik kan u de verzekering geven, dat uw
leven niet in gevaar is. Gij kunt zelfs op
een spoedig herstel rekenen... 't Is gelukkig,
dat deze goede vrouw den weg volgde, waar
de moordenaar u heeft aangevallen. Ware
zy niet daar geweest, zoudt gq reeds lang
dood zyn, gestorven aan bloedverlies".
„O goede mama Lison, ik hen u het leven
verschuldigd," zeide Lucia, de handen naar
de brooddraagster uitstrekkend.
Jeanne drukte liefdevol het meisje aan 't
hart.
Dan ging Lucia weer voort:
„Hoe lang hen ik hier?"
„Sinds den afgeloopen nacht."
„Kan ik niet naar Parys terugkeeren?"
De commissaris wendde zich tot den dok
ter.
„Kau de juffrouw nu reeds vertrekken?"
vroeg hy.
„Ja, dat zal zonder gevaar kunnen plaats
hebben, zoodra ik een ander verband gelegd
heb," antwoordde de dokter, „maar niet voor
van avond."
„Mama Lison, gy zult my niet verlaten,
niet waar?" vroeg Lucia aan Jeanne.
„Neen, liefsteMaar toch zou ik eens
graag naar de Dauphinestraat gaan om
myn patroon alles mede te deelen. Ik zal
spoedig terug zyn."
„Ja, mama Lison, gy hebt gelijk. Gy moet
den man waarschuwen. Ga, maar kom spoe
dig terug."
„O. wees gerust."
„Overigens, myn kind," zeide (1e commis
saris „wees zonder angst. Gy zult niet alleen
gelaten worden. Mijne vrouw zal u gezel
schap houden tot dat madame terugkomt."
„Wat zyt gy goed, mqnheer! Ik dank u!"
„Ga dan, brave vrouw," voegde er de ma
gistraat by, zich tot Jeanne weudend. „Me
juffrouw zal goed opgepast worden."
De brooddraagster omhelsde opnieuw
Lucia en haasstte zich naar het station.
Toen zy in de Dauphinestraat aankwam
ontstelde de vrouw allerhevigst.
De winkel was gesloten en op een briefje
aan het venster geplukt las zy
Gesloten wegens overlijden.
Jeanne ging met benepen hart binnen en
begaf zich naar 't achtervertrek, waar zich
madame Lebel bevond met haar schoonzoon
en de dienstmeid. Alle drie weenden.
„Het is gedaan, mama Lison," zeide Le-
bret. op droeven toon, „myn arme vrouw is
dood."
De brooddraagster sprak, met de oogen
vol tranen
„Gelief het my niet teu kwade te duiden
mynheer, dat ik gisteren ulet ben terugge
komen."
,Myne schoonmoeder heeft my medege
deeld wat er te doen is geweest. Mama Lison,
alles is u by voorbaat vergeven. Myn arme
vrouw heeft nog naar u gevraagd, alvorens
te sterven. Zij zou u nog zoo graag gespro
ken hebben. De goede ziel hield zoo veel van
uGy zult my niet verlaten, niet waar
mama Lison? Gy zult draagster blijven by
my, even als te voren."
Jeanne weende. Zoodra zy een weinig
tot bedaren gekomen was, sprak zy
„Mynher Lebret, ik wenschte u verlof te
vragen om van daag naar Bois-Colombes
hy (1e arme gekwetste terug te keeren."
„Goed, mama Lison. Gy kunt gaan."
„En hoe is het met het meisje?" vroeg
madame Lebel.
„Zoo goed mogelijk. De wonde is wel diep,
doch stelt haar leven niet In gevaar. Ik keer
thans naar haar terug. Van avond breng ik
haar reeds mede naar Parys."
„Ga dan. De bakkery zal twee dagen ge
sloten blijven: de meid zal in uwe plaats 't
brood rondbrengen."
„Morgen vroeg zal ik hier zyn en op
nieuw mijne plaats innemen," antwoordde
Jeanne. „Ik wil rnqn ongelukkige meesteres
mede naar het kerkhof begeleiden."
Moeder eu schoonzoon weenden bitter.
De brooddraagster vertrok. In een uaby-
gelegen restauratie ging zy wat gebruiken
en begaf zich dan haastig naar het station
om den eersten trein te nemen.
Het was ongeveer drie uur, toen zy zich
aan het bed van de geliefde zieke nederzette.
Lucia was in diepen slaap gedompeld en
de vrouw vau den commissaris waakte, zoo
als zy had beloofd, met de teederste zorg.
Terwijl Jeanne te Bois-Colombes aan
kwam, was men hy madame Augustine zeer
verwonderd niets van Lucia te vernomen.
De tya liep voorby eu daar er geen bood
schap gebracht werd, zond de modiste een
barer werksters naar de Bourbonkade.
Na een uur kwam deze terug met de
boodschap, dat juffrouw Lucia daags te vo
ren naar Bois-Colombes vertrokken, maar
nog niet teruggekeerd was.
Deze afwezigheid scheen zeer zonderling
en maakte de groote modiste zoo ongerust,
dat zy onmiddellijk iemand naar den maire
zond. Deze bediende bracht de boodschap
mede terug, dat de juffrouw daar geweest
en om kwart over elf weder vertrokken was.
Zoo veranderde de ongerustheid van ma
dame Augustine in angst.
Weldra sprak men In het atelier van deze
zonderlinge zaak.
De modiste dacht dat er een ongeluk ge
beurd was. zy hield zeer veel van het. jonge
meisje en schatte het zeer hoog. De dame
begon zich zelfs te verwyten, dat zy haar
zoo laat aan eenig gevaar had blootgesteld.
(Wordt vervolgd).