Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. De Portierster van Alfortville Dames van Waalwijk en Omstreken! Stoomwasscherii „DE LELIE". I Neemt proef bij Rath <k Co., Vee-het. Uit de Pers. Binnenland. EERSTE BLAD. FEÜILLETO „NOORD-BRABAND" NUMMER 39. ZATERDAG 13 MEI 1022. 45e JAAROANG. Uitgave: WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN. Telefoon No. 38. Telegr.-AdresECHO. 2)it nummer bestaat uit 2)rie Bladen. fn dagen van Zorg. Er waait een kwade wind over ons land op financieel gebied. Toen verleden jaar de malaise zich deed gevoelen door de inzinking van zoo menige industrieele en cultuur- onderneming, is er met voldoening ge constateerd, dat onze banken zich goed hielden. Die voldoening is voorbarig gebleken De wrak geslagen en gezonken han delsondernemingen hebben tenslotte ver scheidene bankondernemingen mee om laag getrokken, tot ontsteltenis van de aandeelhouders en tot bezorgdheid van menigen debiteur, die nu voor de be dreiging komt te staan, dat hij moet realiseeren wat hij op het oogenblik niet realiseerbaar acht zonder verlies. En de daardoor ontstane onzekerheid heeft een schok gegeven aan het ver trouwen, dat de grondslag is van ons maatschappelijk leven. Behalve nog, dat nu nog duidelijker dan reeds het geval was, de gevolgen zich zullen voelbaar maken in minder br\r*pi/rar«M van hen. rlip fp voren vlot kochten. Voor de arbeiders, en werkelijk niet minder voor de ambtenaren, die bij ieder denkbeeld van loon- en salaris verlaging dadelijk verontwaardigd vra gen waarom moet de malaise het eerst verhaald worden op onze loonen en salarissen kan men er opnieuw uit leeren, dat de inkomstenvermindering reeds te voren bij de bezittende klasse is begonnen. Er zijn in de laatste maanden veel „nieuwe armen" gekomen bij degenen, die er al waren. pan .De Echo van het Zuiden". 110). De „versobering" van de levenswijze is daar reeds veel ernstiger doorgevoerd, dan in andere klassen. Wie door zijn omstandigheden in staat is, de zaak filosofisch te beschouwen, kan er oog voor hebben, dat slechts het uitsnijden van de zieke plekken ons zakenleven weer gezond kan maken. Wie er nauw bij betrokken is, zit in zorg. Maar één ding kunnen allen pro- beeren zegt de „Middelb. Crt." de zaak niet erger maken dan zij is. Wij weten heel goed, dat dit een moeilijk uit te voeren raad is, want wie in zaken zit, heeft wel degelijk te letten op wat kan gebeuren. Maar we willen toch den raad geven laat u niet te veel meesleepen door praatjes, ledereen zal zichzelf daaraan schuldig voelen. En toch zal iedereen ook moeten toegeven, dat er veel kwaad door kan geschieden ten opzichte van de goeden, die er gelukkig ook nog heel veel zijn. Dat in het geval van de Bankassociatie een aantal andere groote banken, met de Nederl. Bank aan het hoofd, met 4 milloen te hulp kwamen om de loopende zaken gaande te houden, beteekent wel niet dat houders der aandeelen (7'/2 millioen gulden) er zonder kleerscheuren afkomen en beteekent ook niet, dat de wrakke debiteuren dier bank ongemoeid zullen worden gelatenmaar het be teekent wèl, dat er in die leidende nnancieeie "kringen genoeg vertrouwen is in den algemeenen stand van ons zakenleven, om zij het met strenge voor waarden voor de aandeelhouders der Bankassociatie, haar zaken gaande te houden en zoo te voorkomen, dat de deposanten en crediteuren het hunne niet meer zouden kunnen krijgen, iets, wat juist op den algemeenen stand van zaken een noodlottigen invloed zou kunnen hebben gehad bij een crediet- insteliing, die over zooveel plaatsen werkt als deze. Verschenen is thans het Program maboek van den Tweeden Nederland- schen Katholiekendag welke, zooals be kend is, zal gehouden worden te Nij megen op 6, 7 en 8 Juni. 1. De leden van den Tweeden Ne- derlandschen Katholiekendag, dat zijn zij, die vijf gulden per jaar bijdragen, ontvangen het Programmaboek gratis. In het Programmaboek ligt een lidmaat schapskaart op vertoon waarvan zij in de vergaderingen voorgaan Zij moeten echter, ofschoon zij een lidmaatschaps kaart bezitten, voor iedere vergadering, die zij wenschen te bezoeken, een af zonderlijke toegangskaart aanvragen bij het Secretariaat van den Tweeden Ne- ^T^WAALWUK. DOOR ERVARING STERK. derlandschen Katholiekendag, Keizer Karelplein te Nijmegen. Deze maatregel isl noodzakelijk om te voorkomen, dat er plaatsen onbezet blijven. De leden ontvangen ook deze aange vraagde toegangskaart(en) gratis. II Zij, die geen lid zijn, kunnen van 15 Mei af toegangskaarten bestellen bij het Secretariaat van den Tweeden Ne- deriandschen Katholiekendag te Nijme gen, en wel lo. Kaarten van f 0 60, toegang ge vend tot de Eerste Algemeene Vergade ring (Openingsvergadering). 2o. Kaarten van f 0 60, toegang gevend tot de Laatste Algemeene Ver gadering (Slotvergadering). 3o. Kaarten van f 0 30, toegang ge vend tot een der andere Algemeene Vergaderingen. 4o. Kaarten van f 0 40, toegang ge vend tot alle Sectievergaderingen 5o. Kaarten van f 0 30, toegang ge vend tot het Perscongres. 6o. Kaarten van f 0 30, toegang ge vend tot de H. Landstichting (met inbegrip van programma met tekst). Ook zijn aan bovengenoemd Secreta riaat Programmaboeken te bestellen tegen den prijs van f 0.50. De aanvraag van niet-Ieden om toe gangskaarten en programmaboeken moet geschieden onder toezending van het verschuldigde bedrag per postwissel of wel door storting op de postrekening van het Secretariaat No. 68123. N.B Op de aanvragen om toegangs kaarten moet nauwkeurig vermeld wor den, welke Algemeene Vergadering, in „De Vereeniging" of in „Het R. K. Verenigingsgebouw" men wenscht te bezoeken. III Alle priesters, die buiten Nijme gen woonachtig zijn, moeten, wanneer zij op Dinsdag 6. Woensdag 7 of Don derdag 8 Juni in een der Nijmeegsche kerken of kapellen de H. Mis willen lezen, dit zoo spoedig mogelijk schrif telijk te kennen geven aan 't Secretariaat van den Tweeden Nederlandschen Katholiekendag, Keizer Karelplein te Nijmegen. Zij ontvangen dan een kaart, waarop staat aangegeven op welk uur, aan welk altaar en in welke kerk of kappel daartoe voor hen gelegenheid bestaat. De regeling geldt ook voor priesters, die hun intrek nemen in een >astorie of klooster. IV. Tot bijwoning der Pontificale LH. Missen op Dinsdag 6 en op Woensdag 1 Juni wordt alleen gele genheid gegeven aan hen, die in het jezit zijn van een toegangskaart. Deze oegangskaarten zijn gratis verkrijgbaar. lo Voor de leden. 2o. Voor allen, die deze tijdig aan vragen aan het Secretariaat van den Tweeden Nederlandschen Katholieken dag Keizer Kareiplein te Nijmegen. V. Op Donderdagavond 8 Juni zal om 6 uur een diner plaats hebben in De Vereeniging". De prijs hiervan is (zonder wijn) f 4. Kaarten moeten met bijvoeging van dit bedrag aangevraagd worden vóór 3 Juni aan het Secretariaat van den Tweeden Nederlandschen Katholiekendag, Keizer Karelplein te Nijmegen. VI. Gedurende den Tweeden Neder landschen Katholiekendag is een inlich tingen-bureau gevestigd in het Secre tariaat van het Keizer Karelplein te Nijmegen. Kaarten zijn daar verkrijgbaar, infor- maties omtrent logies enz., worden daar verstrekt. Het Bureau is geopend van 's-mor- gens 9 uur tot 's avonds 9 uur. Het prospectus is verschenen van de 6 pCt leening der gemeente Am sterdam groot f 10 000 000. DE LEZERSKRING VAN ONS BLAD BREIDT ZICH MET DEN DAG UIT, ZOODAT OOK DE WAARDE VAN ADVERTEEREN STEEDS GROOTER WORDT. De Echo van het Zuiden, Waalwybsche en Langstraalsehe Courant Dit blad verschijnt WOENSDAG EN ZATERDAG Abonnementsprijs per 3 maanden 1.25. Franco per post door het geheele rijk 1.40. Brieven, Ingezonden stokken, gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. Prijs der Advertentlën 20 cent per regel; minimam 1.50. Reclames 40 cent per regel. BU contract flink rabat. Advertentiën moeten Woensdag en Vrijdag des morgens om uiterlijk 0 uur in ons bezit zijn. Hy liet zich liet adres opgeven van eene dier vrouwen, die geheel aan het uiteinde der stad woonde en stapte dan met zijn ge wonen lichten tred er heen. Vrouw Noiret, zoo heette de voedster, was op het veld, toen hy zich bü haar aanbood en in hare nabijheid schreiden, speelden en lachten een tiental kindertjes, aan de hoede van een meisje van veertien jaar toever trouwd. Hij moest ongeveer een uur wachten eer de vrouw huiswaarts keerde. Eindelijk arriveerde zij en staarde den vreemdeling aan met dat ingeboren wan trouwen, dat men buiten vooral aan den dag legt voor alles wat men niet kent. „Wat wenselit gij?" vroeg de vrouw. .,U te spreken," antwoordde övidius. „Zoo gij mij voorstellen hebt te doen .om trent een kleintje, dan kunt gij wel door gaan. Ik heb er genoeg." „Neen, ik wensch u eenige inlichtingen to vragen." Maar ik moet mijn koeien gaan melken 't is nu de tijd niet om te praten." Vrouw Noiret, het blijkt maar al te dui delijk was niet de beleefdheid in persoon. „Ik zal u schadeloosstellen voor den ver loren tijd," zeide Ovidius, die de vrouw graag zou hooren praten. „Daarmede zijn mijne koeien nog niet ge molken," antwoordde zij, „en het is hoog tijd." „Ga ze dan melken, en antwoordt tegelijk.' „Wel, zoo gij met mij mede naar den stal wilt gaan, dan vind ik het goed." MAATSCHAPPIJ VAN VERZEKERING OP HET LEVEN „Uitstekend „Volg mfj dan." Vrouw Noiret kreeg een blikken emmer, een kan met water gevuld, een klein bouten bankje en wendde zich naar den stal over een klein binnen pleintje, waar de voeten tot de enkels toe in den mest zakten. Dan zette zy zich neder bij een prachtige melk koe, welker rijk gevulde uiers een overvloed van melk gaven. VIER EN VEERTIGSTE HOOFDSTUK. Schuimend stroomde de melk onder het werk der vrouw in den blikken emmer. „Nu kunnen wij praten. Wat wenselit gij?" vroeg de voedster. „Woont gfj hier reeds lang?" begon Ovi dius. „Zeven en twintig jaar... Ik was veertien jaar oud, toen mtfn vader en moeder dit huis kochten, dat my thans toebehoort." „Sinds welken tyd werden er kinderen by u uitbesteed?" „Myne moeder had er, en ik zorgde er voor. Toen myne moeder stierf, ben ik er mede voortgegaan." Dan kent gy zeer goed de voedsters van Joigny en omstreken?" „Zeker, wy ontmoeten elkander geregeld bij het inenten der pokkeu". „Het moet wel eens gebeuren, dat kinde ren waarvoor de ouders niet meer betalen, worden weggezonden." „Ja. dat gebeurt zeer dikwijls. Ik heb er maar al te vaak myne beurt van. O, er val len soms heel aardige zaken voor „Heeft men u nooit van een zekere Jeanne Fortier gesproken?" Vrouw Noiret dacht eens na. „Jeanne Fortier,Jeanne Fortier," herhaalde zij. „Wie was Jeanne Fortier?" „Eene weduwe." „O, er 7.yn weduwen by de vleet... Spreekt gy van een reeds lang vervlogen tyd?" „Een en twintig jaar geleden." „Goede GodEen en twintig jaarMen zou wel een yzeren geheugen moeten hebben om zich al die namen uit die jaren te her inneren! In een en twintig jaar heb ik mis schien wel drie honderd kleine schaapjes b'j my gehad. Zoo gy niets anders dan een naam hebt om my in te lichten „Ik heb nog iets meer." „En wat dan?" „De weduwe Fortier werd eeu en twintig jaar geleden wegens een drievoudige mis daad veroordeelddiefstal, brandstichting en moord." „Goede God," riep vrouw Noiret uit „Wat eene ellondelingeHeeft zy het hoofd op het schavot gelaten?" „Neen, zy werd tot levenslange gevangc- nistraf veroordeeld," antwoordde Ovidius. „zy had een meisje, dat hier werd opgevoed, slechts enkele maanden oud." „By wie?" „Zoo ik dat wist, had ik liet u niet te vra gen." „Wacht eens een oogenblikEen vrouw veroordeeld wegens brandstichting, diefstal en moord „Herinnert gy u iets?" „Ja, daarvan is hier nogal veel gespro- keu." „Eu weet gy, waar het meisje was uitbe steed?" „By moeder FrémyJa, by FrémyHet pynigde haar genoeg het kind van die boos doenster onder dak te hebben, en dat is ook de oorzaak geweest, dat zy verschillen de klanten verloren heeft." „En waar woont moeder Frémy?" vroeg Ovidius. „Op het kerkhof." Ovidius had een oogenblik gehoopt, en thans vervloog deze hoop weer als een rook voor den wind. „Doodhernam hy. „Maar zy heeft toch zeker wel bloedverwanten nagelaten om my in te lichten?" ,.zy had slechts een zoon, een deugniet, die in de Yonne verdronken is." „Alles ontsnapt my sprak Ovidius ont steld. „zyt gy misschien de vader van dat kind"? vroeg de voedster, een wantrouwen den blik op den vreemdeling werpende. „Neen, God zy gedankt! Maar ik wensch zeer te vernemen of de dochter van Jeanne Fortier nog in leven is. Kunt gy my daar omtrent iets mededeelen?" „O neen, ik weet niet meer, wat vrouw Frémy met de kleine heeft aangevangen." „Zal ik don hier geen enkele inlichting kunnen krijgen?" „Ga naar het gemeentehuis. Wanneer ons kinderen op den hals worden geschoven en men betaalt niet meer, dan gaan wy daar onze verklaring afleggen. De maire neemt die aan, en geeft bevel de kleinen naar het gesticht dor gevonden kinderen te brengen. Dat gebeurt veel." „Wanneer een dergelijk geval zich voor doet, wordt dan by den maire bet geheel der voorwerpen achtergelaten, die eens die nen kunnen om het kind te herkennen?" „Ja, mynheer. Men geeft het merk op van liet linnengoed, de byzoudere kenteekenen van het kind, den naam van vader en moe der, zoo men die althans kent en geene val- schct namen zyu opgegeven, dien der voed ster en den datum waarop men het kind afstaat." „Het kind waarvan ik u spreek heet Lu cia. By dezen naam zal men dan gevoegd hebben dien der moeder, Jeanne Fortier en dien van vrouw Frémy, de voedster?" „Ja, mynheer." „Welaan, madame, ik dank u, en ik ver zoek u deze kleinigheid als eene schadeloos stelling te aanvaarden." Met deze woorden reikte Ovidius haar een tien francstuk aan, dat zy haastig in den zak stak. „Ik dank u zeer," zeide zy„maar dat was niet noodig. Ik ben geheel tot uwen dienst." Ovidius verliet opgeruimd stal en woning. „Nu zal het wel gaan," dacht hy, zich de handen wrijvend. „In het gesticht der ge vonden kinderen zal men..." Iiy voltooide dezen zin niet, maar zette eensklaps een bedenkelijk gezicht. „Ik ben een domkopdacht hy. „Alles wat ik weet kan my tot niets leiden. Om eenlg antwoord te ontvangen moet ik den datum kennen, waarop afstand werd gedaan van het kind, het merk van het linnen, de byzondere kenteekenen, zoo die er zijn. I)o hulp van den maire is onontbeerlijk." Iiy was zeer ontevreden. „De maire herhaalde hy, „dat is een el lendige zaakJeanne is uit de gevangenis ontvlucht. In do veronderstelling dat het doel, waarom zy de vrijheid zoebt, was hot terugvinden harer kinderen en dat zy hier mocht komen om iullchtingen, heeft men haar signalement zeker op het parket en by den maire bezorgd. Nauwelijks zal ik eene vraag gedaan liebbeu of men denkt my door haar gezonden en zoo loop ik groot gevaar voor een verdachte te worden gehouden. Dat alles zou zeer onaangename gevolgen voor my kunnen hebben. Wat zal ik dan doen? Zoo ik hier maar iemand kende!" Terwijl Ovidius daarover nadacht, stapte hy met gebogen hoofd voort. Eensklaps hiel' hy de oogen op en zocht den weg naar het gemeentehuis. Zyn besluit was genomen. Aan 't gemeentehuls gekomen trad hij eeu bureau binnen, waar hy een jong beambte ontmoette. „Kunt gy my zeggen mynheer," vroeg Ovidius, „wie hier in 1801 en 1862 maire was?" „Zeker, mynheer. De maire van dien tyd heette Duchemin. Iiy was de broeder van myn vnder." „Is hy nog in betrekking?" „Neen, myn oom heeft na den oorlog zich teruggetrokken." „Woont hy te Joigny?" „Neen, te Dyon, zyn geboortestad." „Dan is hy myn stadgenoot," zeide Soli- veau. „Gy zyt dan even als ik van de Cöte d'Or?" „Ja, mynbeer." „Toen gy naar myn oom vroegt, liadt gy wellicht een by zonder doel?" „Ik wilde hem eene inlichting vragen, die betrekking heeft op de Jaren 1861 en 1862 Er is hier eene zeer klescbe zaak in 't spel." „Wellicht ben ik in staat u en dienst- te bewyzen. Dnt zou my zeer aangenaam zyn." Ovidius zweeg en dacht opnieuw na. De beambte op het gemeentehuis zag er een allerliefste jongen uit. Iiy onderzocht nog of hy de zaak aan hem kon blootleggen, doch de vrees argwaan te verwekken, bleef hem tegenhouden. Door deze vrees bevangen stond hy op 't punt zich te verwijderen, toen eensklaps de deur met een hevlgen ruk geopend werd en een persoon vau alledaagsch uiterlijk bin nentrad. (W§rdt vervolgd).

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1922 | | pagina 1