Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. De Portierster van Alfortville Dames van Waalwijk en Omstreken Stoomwasscherij „DE LELIE". Neemt proef bij Rath Co., Veghel. Binnenland. EERSTE BLAD. Uit ons Parlement. FEUILLETON „NOORD-BRABAND" NUMMER 41. ZATERDAG 20 MEI 1922. 45e JAARGANG. 2)it nummer bestaat uit 2)rie Bladen. 112). (^3?)S)WAA LW DOOD Een Koninklijk besluit van 16 dezer bepaalt dat de minister van binnenlandsche zaken de tegenwoordige zitting der Staten-Generaal in een vergadering op Vlaandag 22 dezer ten 3 uur 's namid dags namens de Koningin zal sluiten dat de Eerste- en de Tweede Kamer der Staten-Generaal worden ontbonden met Maandag 24 Juli dat de verkiezingen van de leden der :erste Kamer zullen plaats hebben op Donderdag 22 Juni a.s. en de commis sarissen der Koningin in de onderschei dene provinciën gemachtigd worden de Staten van hun provincie te dien einde n buitengewone zitting bijeen te roepen dat de candidaatstelling voor de ver kiezing van de leden der Tweede Kamer n eiken kieskring zal plaats hebben op Dinsdag 23 dezer; dat de eerste samenkomst van de nieuwe Kamers zal plaats hebben in de vereenigde vergadering op Dinsdag 25 Juli a.s. Verder zal de stemming voor de Tweede Kamer plaats hebben op Woens dag 5 Juli. Volgens „Het Volk" heeft de Re dering de door het Haagsche gemeente bestuur toegekende verhooging van den steun aan uitgetrokken werkloozen van f 13 50 tot f 15 per week geschorst Naar „Het Centrum" verneemt, zal de technische herziening van de Lager Onderwijswet van dien aard zijn, dat jaarlijks 35 millioen zal kunnen bespaard worden. De begrooting van buitenlandsche zaken in de Eerste Kamer aangenomen. Minister van Karnebeek gehuldigd. Te Nijmegen is heden het Museum- Kam geopend, een schenking aan het rijk door den bejaarden verzamelaar G. H. Kam, die zijn collectie Romeinsche oudheden met het door hem daarvoor gebouwde museum aan het rijk heeft De Echo van het Zuiden, Waalwijksdie en Laifslraalseke Courant, Dit blad verschijnt WOENSDAG EN ZATERDAG. Abonnementsprijs per 3 maanden 1.25. Franco per post door bet geheele rijk 1.40. Brieven, Ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. Uitgave: WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN. Telefoon No. 38. Telegr.-Adres: ECHO. Tweeërlei soort verzet tegen het ontwerp tot wijziging van de Ar beidswet en tweeërlei socrt amende menten. - Noodzakelijkheid der be zuiniging Ambtenaarssalarissen. - Indische interpellatie. Grond wetsherzieningbegrootingen en andere ontwerpen. Het vertet tegen iedere wijziging van de indertijd bij de Arbeidswet van 1919 vastgestelde arbeidsvoorwaarden en speciaal tegen de vervanging van den vastgestelden 8-arigen arbeidsdag door een langoren werktijd, moest zich natuur lijkerwijs in pogingen, om alsnog door het aanbrengen van veranderingen in het wijeigiogsontwerp een deel althans van het bedreigde te redden, herhaalde lijk en nadrukkelijk uitspreken. Maar naast dit verzet kwam ook een ander tot uiting, voortkomend uit de gedachte, dat de wijzigingen van het ontwerp niet ver genoeg gingen en dat zich dus van tegenovergestelde zijde daartegen richtte. Ea deze tegenstand van tweeëilei soort, de eerste tot inkrimping, de andere tot uitbreiding van de wtlziglngeo, vond in een stroom van amendementen zijn uit drukking, die dienovereenkomstig ook in het algemeen in tweeërlei soort te onderscheiden warea. Tot de eerste behoorden de amende menten van de heeren Schaper, Smeeak, Staalman en Kuiper. Dat van den heer Schaper ging in deze richting wel het verst, waar het voorstelde, de bepaliog, dat gedurende een jaar 2500 uren al9 maximum mocht gewerkt worden, te laten vervallen, omdat dit feitelijk den 11-urigen werkdag zou beteekenen. De heer Smeenk stelde het anders voor en wilde met een bepaliog van 1400 uren ven ,J)e 8aho uari hei Zuiden „Dat zal ik u dadelijk zeggen. Laat ons eerst gaan dineeren en denk niet meer aan hetgeen er een uur geleden is voorgevallen. Dat zou slechts geschikt zijn om u den eet lust te benemen." Ovidius en zijn makker begaven zich naar het hotel de le Cycogne, namen in een klein- zaaltje plaats, waar Ovidius beval *t diner op te dienen. De jongeman gevoelde zich overgelukkig, daar hij thans ontrukt, was aan de handen van zijn woedenden schuldeischer en zag alles even rooskleurig in. ,Ik veronderstel," sprak eeuskaps Ovidilus. ..dat gij nog wel eenlge schulden te Joigny te vereffenen hebt." „Maar „Kom. kom, verberg mij niets. Gij weet wel, dat ik uw vriend ben." „Hoe kan ik er aan twijfelen na het schit terend bewijs, dat gij mij geleverd hebt?" „Antwoord mij dan openhartig. Hebt gij nog meer schulden?". „.Ta, mijnheer." „Tot welk bedrag?" „Ongeveer twee duizend franken." ..Zoo! Zoo! Gij durft er nog al aan!" „Mijnheer, dat ellendige meisje „Natuurlijk. En hoe zult gij betalen?" „Mijne schuldeischers hebben mij beloofd dat zij zullen wachten. „Dat zullen zij weldra moede worden, zoo wel als Petitjean." „Ik zal betalen met. geregelde afkortin gen." „Vertel mij dan toch zulke dwaasheid gedurende 6 achtereenvolgende maanden genoegen nemen. Tevens wen9cbte hij schrapping van de bepaling, dat bij gebreke van een vakvereeniging het overleg, dat de wet soms eischt, ook mocht plaats hebben tusschen een be- üooihjke vertegenwoordiging van arbei ders en werkgevers ia een bedrijf en wilde bij zoowel de vcijheid van den patroon tot het verrichten van Zondags- arbeid in de banketbakkerijen laten vervallen als wederinvoering van nacht arbeid In grootere bakkersbedrijven en tot het strikt onvermijdelijke beperken. De heer Staalman stelde voor den aan vang voor alle bakkerijen op 5 uur te bepalen. En de heer Kuiper wilde in collectieve overeenkomsten overwerk- vergunningen alleen toestaan in overleg met de vakorganisaties. Tegenover deze amendementen tot behoud zooveel mogelijk van de oor spronkelijke Arbeidswet stonden die van de heeren Drion, Bijleveid en Schokking. Vooral eerstgenoemde weerde zich ge ducht en deed de meest prlncipiëelen aanval op het beginsel, dat ook in het gewijzigd ontwerp bewaard wa9 gebleven. Uitvoerig zette hij uiteen, dat het hier ging om stelsel tegen stelsel, om de vraag, of een departement da» wei de belanghebbenden over ons oeco&omlsch leven zouden beschikken. Dienovereen komstig wenschte hij uitbreiding van de arbeldsmogelijkheid tot 2800 uur de heer Schokking stelde 2600 uur voor invoering van het tweeploegenstelsel, het vervallen van loonsbepaling als voorwaarde voor overwerkvergunningen, de bepaling van een maximum van 2700 uur per jaar in de zuivelindustrie en de mogelijkheid voor banketbakkerijen en bloemenbindcrijon en niet 3 maar 6 dagea per jaar 16 uren per dag te werken De heer Bijleveid stelde voor in continu bedrijven het 3-ploegenstelscl niet alleen tot 24 Oct. 1924, maar blijvend mogelijk te maken en het werken in koffiehuizen en hotels voor jeugdige personen en Zondag9 te vergemakkelijken. En de niet. Gij weet even goed als ik, dat gij dan toch spoedig weer met de handen in het haar zult zitten, niet wetende wat aan te j vangenLuister, ook van deze schuld- eischers zal ik u bevrijdenZoo gij u bereid j toont ray een dienst te bewijzen." „Reken op my, mijnheer. Myn vurigste verlangen is u van dienst te kunnen zijn." i „Dat kunt gij." j „Hoe?" VIJF EN VEERTIGSTE HOOFDSTUK. i „Hoe?" herhaalde Ovidius. „Ik zal 't u zeggen. Twee en twintig jaar geleden kende j ik eene vrouw, die een kindje, een meisje, bij eene voedster te Joigny, moeder Frémy i genaamd, had uitbesteed. Dit kind, daar de j moeder later niet meer betaalde, is tereclit- gekomen in het gesticht der gevonden kin- deren. En nu zou ik gaarne dat meisje we- j dervinden: daartoe kunt gij mij behulpzaam zijn. Het is voor mij van groot belang." „Volgaarne, mijnheer!" riep Duchemin uit. „Wat heb ik te doen?" „Wanneer eene voedster niet meer betaald wordt en zij niet weet wat er van de ouders j geworden is, dau heeft zij recht niet waar, het kind naar het gesticht te brengen, na i alvorens bij 't hoofd der gemeente eene ver- kalring, die in al hare bijzonderheden wordt opgeteekend, te hebben afgelegd?" „Ja", antwoordde de jongeman. Deze ver- i klaring, door de voedster geteekeud en door den maire gelegaliseerd, wordt in een daar- toe bestemd register opgeschreven en blijft in de archieven bewaard." „Bevat het proces-verbaal, behalve naam I en datum, niet de opsomming en beschry- ving der kleederen van liet kind?" „Ja, mijnheer, zoowel als het merk van het linnen en alle bijzondere teekenen, zoo i er aanwezig zijn." „Welnu, voor den dienst, dien ik u be wezen heb, en voor dien welken ik u nog bewijzen zal, verlang ik van u een juist af schrift der declaratie of liever van het naar aanleiding daarvan opgemaakt proces-ver- haal." j „Wat gy mij vraagt, mijnheer is mij zeer j streng verboden, doch ik ben u al te veel verschuldigd om te aarzelen. Ik zal doen wat gij verlangt. Doch daartoe heb ik noo- heer Schokking weuschte bij gebreke van een vakvereeniging het overleg tusschen vertegenwoordigingen van ar beiders en werkgevers ook buiten het bedrijf mogelijk te maken. De Kamer stond tegenover vrijwel alle deze amendementen afwerend eo hield dus het midden van bet ontwerp. Uit de aanneming van het amendement- Kuiper zou af te lelden zijn dat zij nog het meest naar beperking van wijzigingen in de oorsproskelijke wet overhelde. De goedkeuring van de wet met alleen de stemmen van socialisten, communis ten en de heeren Kolthek, Staalman en Van de Laar tegen, legde van deze opvatting ook getuigenis af. Het was blijkbaar de drang der omstandigheden, die daarbij de stem van de heeren Prijs der Advertentiën 20 cent per regel; minimum 1.50. Reclame* 40 cent per regel. Bij contract flink rabat. Advertentiën moeten Woensdag en Vrijdag des morgens om uiterlijk 9 uur in ons bezit zijn. MAATSCHAPPIJ VAN VERZEKERING OP HET LEVEN bui /.i.rvunj ERVARING STERK, Sraeeok, Van Riizcwijk, Kuiper en der gelijke bepaalden. Op deze noodzakelijkheid we«5 ook de heer Van de Lande in de Eerste Kamer, toen hij er btj de verdediging van het beleid der regeerlsg deze wijziging der Arbeidswet ter sprake bracht. En het was eea dergelijke ge biedende dwang, die minister De Geer zijn bezuinigingsplannen bespreken deed. Acht en veertig mlllloen te kort in 1922. Het is zeker wel de moeite. De sociale wetgeving, de ooderwijsbevrediging, de verhooging der ambtenaarssalarissen en de 8-urige arbeidsdag waren alle schuld. Is het dan wonder, wanneer de regeeriog verlaging der salarissen overweegt. De heer Ketelaar was door het ge rucht ongerust geworden. Maar zoo erg bleek het niet. Gevestigde rechten bleven in elk geval ongeschonden. Wanneer de regeering werkelijk tot wijziging van art. 40 van het bezoldigingsbesluit mocht overgaan, dan zoo dit alleen gelden voor nog aan te stellen ambtenaren en voor periodieke veihoogiugen. Vervang dan dit artikel door een ander, dat de geheele salaris-positie van ambtenaren regelt, stelde de heer Ketelaar voor. En de minister bleek daar wel iets voos te voelen. Behalve de heer Ketelaar Interpelleer den nog de heeren Wijnkoop en Mar- chant, de eerste over de vervolging van communisten In Iodie, de tweede ove> het uittreden van 3 regenten uit hei comité voor Autonomie oa aanneming der regcliag. De beide voorgestelde moties, de wenschelijkhcid uitsprekend van ophrffiog van de rechten van den gouverneur-generaal en de vrijheid van ambtenaren om deel te nemen aan lederen geoorloofde staatkundige orga nisatie, werden beide verworpen. De Tweede Kamer keurde verder nog enkele ontwerpen goed als dat tot wij ziging van de Middelbare Onderw^swe en de Landbouwoogevaltenwet en de Esrsto de begrootingen en de Grond wetsherziening in haar nieuwe uitgave dig eenige aanwijzigingen, om my in mfln onderzoek te leiden." „Ik zal u die geven, zoo goed ik kan." Duchemin haalde een zakboekje te voor schijn een potlood en maakte zieb gereed te schrijven. ..Het jaar der te vondeling legging eerst," sprak hij. „In 1861 of 1862". „Hoe oud was het kindje?" „Een jaar ongeveer." „Een meisje, hebt gij gezegd. Niet waar?" „Ja". „Haar naam?" „Lucia." „De naam der voedster?" „Frémy." „De nanni der moeder?" „Jeanne Fortier." Duchemin beefde zoo hevig, dat het pot lood aan zijne handen ontsnapte en op de tafel nederviel. „Wat krijgt ge nu?" vroeg Ovidius. „Jeanne Fortierherhaalde de jonge man. „Maar dat is de naam eener vrouw, die tot. levenslange gevangenisstraf werd veroordeeld wegens diefstal, brandstichting en moord. Dat is de naam der ontvluchte te Clermont, wier signalement naar het par ket en de maire gezonden is „Het is de naam «ener onschuldige, die onrechtvaardig werd veroordeeld," ant woordde Ovidius op overtuigenden toon. „Het is de naam eener vrouw met wie ik wettig gehuwd was, welke ik echter eens klaps om bijzondere reden moest verlaten, de naam eener moeder, die reeds twintig jaar aan God de genade vraagt hare doch ter te mogen omhelzeai. alvorens zij sterft Wat hebt gy met de veroordeeling dier on gelukkige of met haar ontsnapping uit te staan? Zou ik naar Joigny zyn gekomen, zoo zij niet de vlucht genomen had? Zou ik dan in uw bureau zijn gekomen om getuige te zyn van de vreeslijke scène, die daar plaats greep? Zou ik dan in staat geweest zijn uwe eer veilig te bewaren, u uit de ge vangenis te houden dn zoodoende aan uwe oude moeder een rnstigen ouden dag te ver zekeren „Ik beu bereid, mijnheerNog eens ik aarzel niet. Wanneer wenscht gy afschrift van het proces-verbaal te ontvangen?" „Zoo spoedig mogelijk." „Het register, de copie en het origineel inhoudend, bevindt zich zeker in de archie venIk zal morgen voor den gewonen tijd naar mijn bureau gaan en van 't oogen- hlik gebruik maken, dat de overige beamb ten ontbijten, om het register te zoeken en aan uw verlangen te voldoenWanneer zal ik u het gevraagde kunnen overhandi gen?" „Ik zul li hier wachten om te ontbijten logen elf uur." „Ik zal er zijn." „Daar reken ik op. En voor het verlangde document zult gij van mü tweeduizend fran ken ontvangen om uwe schulden te voldoen. Ik hoop dat gy in het vervolg meer voor zichtigheid in acht zult nemen." „O, mijnheer! Dat bezweer ik u „Was zy schoon, de jonge dame, die u zoozeer het hoofd op hol had gebracht?" „Zeer schoon, mynheer. Eene brunette met prachtige zwarte oogen, een klein zwart teekeutje op de wang, een onvergelijkelijk uiterlijk. Amanda is eene Parisienne, in een modemagazijn te dezer plaatse in betrek king." „Amandaherhaalde Ovidius, by wien deze naam en dit portret allerlei herinne ringen wakker chudde. „Ja, mijnheer, Amanda Régamy." Thans was het Ovidius beurt om van ver bazing op te springen. „Wel. Wel! Zie. dat is zonderling!" riep hij uit. „Kent gij Amanda, mijnbeer?" vroeg Du chemin. „Ja, mijn jonge vriend, en ik begrijp zeer goed dat zij u het hoofd op hol gebracht heeftMaar zij is niet meer te Joigny." „Enkele maanden geleden is zy naar Pa rijs teruggekeerd. En zij is vertrokken, hier meer dan een slachtoffer achterlatend. In het. magazijn, waar zij werkzaam was, had zy twee stukken kant ontvreemd, die elk eene waarde van vijfhonderd franken ver tegenwoordigden." „Zoo! Zoo! En heeft men haar niet gear resteerd?" „Neen, mynheer. Madame uit het maga zijn luisterde naar hare smeekingen en gaf den diefstal niet aan. Doch zü eisehte eene schriftelijke bekentenis van hetgeen er ge heurd was met de ook schriftelijk gegeven belofte, dat Amanda binnen het jaar de som zou betalen. Doet zij dat niet, dan zal madame haar niet langer spnren." „Dat is zeer ernstig." „Ik maakte my zoo zwaar schuldig om baar in de gelegenheid te stellen hare schuld af te doen." „En? „Toen zij het geld In handen had, zeide zijIk heb een geheel jaar voor mij. Ik zal later wel betalen. En de ongelukkige ver teerde de som." „Heeft zij na dien tijd betaald?" „Ik weet het niet, doch het zou mij zeer verwonderen," „Hoe heet de modiste, bij wie de diefstal plaats had?" „Madame Delion." „Bn die woont?" „In de Groote Straat, No. 74." Het. diner was ten einde geloopen. Ovidius zag op zijn horloge. Thans moeten wij scheiden, mijnheer Du chemin. zeide hy. „Ik heb behoefte aan slaap en ga naar bed." Tot morgen„Ver geet niet wat gij mU beloofd hebt". „Neen, mijnheer, neenOntvang nog maals de verzekering mijner eindelooze er kentelijkheid." „I)at is* afgedaan," antwoordde Ovidius. „Daarover spreken wij niet meer." Duchemin vertrok. Soliveau begaf zich naar zijne kamer, leg de zich te bed en sliep weldra rustig in. Hy was hoogst tevreden over de wijze, waarop hij den dag besteed had. De stadhuisklerk bereikte zyn zolderka mertje en vroeg zich af of hij niet het slachtoffer was van een anngeuamen droom. O]) 't oogenblik, dat de rechter hem ging oproepen om voor de rechtbank te verschij nen en daar schandelijk veroordeeld te worden, kwam er iemand uit den hemel ge vallen, die al zijne schulden betaalde en hem als vrij man aan de maatschappij te rugschonk. De vreeselijke wissels waren Petitjean uit de handen getrokken en des anderen daags zouden al zijne overige schulden be taald worden. (Wordt vervolgd).

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1922 | | pagina 1