Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
De Portierster
van Alfortville,
EERSTE BLAD.
Gemeenteraad.
FEUILLETON
„NOORD-B&ABAND"
NUMME R 44.
WOENSDAG 31 MEI 1922.
45e JAARGANG
Uitgave:
WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN.
Telefoon No. 38. Telegr.-AdresECHO.
2)it nummer bestaat uit Twee
Bladen.
GEERTRUIDENBERG. (Vervolg.)
Voorzitter. Ik geloof dat de zaken nu
genoegzaam van alle kanten zijn be
keken en kunnen we stemmen otwel
over het voorstel van Burg. en Weth
ofwel over dat van de meerderheid van
de Commissie.
De heer Timmermans acht het een
ramp voor Geertruidenberg als het voor
stel van Burg. en Weth. wordt aan
genomen. Dan krijgen wij hetzelfde van
voor enkele jaren terug.
Na nog eenige discussie brengt de
Voorzitter in omvraag welk voorstel,
dat van Burg. en Weth. ofwel dat van
de meerderheid der Commissie, in
omvraag zal worden gebracht.
Scherp. De belasting is al hoog, als
de Commissie haar plan eens wat goed-
kooper kon laten uitvoeren.
Segeren Daar sla je Burg. en Weth.
mee in het gezicht. Wat zit je nu weer
voor domme streken uit te halen.
Om het eerst het voorstel van Burg.
en Weth in omvraag te brengen stemden
de heeren Meijers. Segeren. Scherp en
Allard.
Tegen de heeren Timmermans, Tak
en Smolders.
De Voorzitter brengt hierna het voor
stel van Burg. en Weth. in omvraag.
Timmermans. Ik zal voor stemmen,
maar ik protesteer en zal het zonder
eenige verantwoording aanvaarden.
Tak. Ik onderschrijf de woorden van
den heer Timmermans en voorspel dat
men over 2 k 3 jaar weer voor dezelfde
groote kosten zal komen te staan.
Segeren Dat is niet volgens de ver
ordening je hebt niets anders te doen
dan te zeggen voor of tegen. Die
draaierij altijd. Als men zich niet aan
het reglement houdt, gooi het dan maar
gerust de kachel in Nou moet men voor
of tegen zeggen. Die Jan Klaassen altijd.
De heer Timmermans schijnt zich
116).
aan het reglement te gaan willen hou
den. Als hij dat nu altijd maar doet.
Daarna wordt doorgegaan met stem
men en het voorstel van Burg en Weth.
met op een na algemeene stemmen aan
genomen.
Tegen stemde de heer Smolders.
De heer Timmermans hoopt dat dit
besluit ook zal worden uitgevoerd. Meer- j
malen heeft men dat hier kunnen zien
dat plannen werden gemaakt, besluiten j
genomen, doch dat van uitvoering niets
kwam om welke redenen dan ook. Mocht
bij aanbesteding 5 of 10 pCt. boven de
raming zijn gegaan, spr. zou dan toch
gaarne zien dat het werk werd gedaan. I
Voorzitter. Men zou dan even goed
het bedrag wat hooger kunnen nemen.
Timmermans Als men zoo doorgaat
als altijd, dan heeft men over 10 jaar
nog geen kaai. Dan gaat het net als met
de kiosk, die is al 2 maal aanbesteed
en nog is er niets en dat besluit is al
langer dan een jaar genomen. Worden
de genomen besluiten niet uitgevoerd,
dan ga ik naar Ged. Staten of Den Haag
Ik laat me niet langer meer met een
kluitje in het riet sturen.
Voorzitter. Dan moet de raad eerst
besluiten om het bedrag te verhoogen.
Zoolang dat niet is gebeurd, kunnen
Burg. en Weth. geen uitvoering aan het
besluit geven.
Timmermans Daarom zou ik zeggen
dat, als de opzichter voor een werk,
zeg f 5000 heeft geraamd, en bij aan
besteding is het werk 5 of 10 pCt
duurder, het dan nog moet worden
gegund.
Voorzitter. Dan zou ik het bedrag op
f 5500 stellen.
Timmermans 5 of 10 pCt. nemen is
toch absoluut geen bezwaar.
Segeren De beschikking is altijd zoo.
Als ze maar slapen jongens
Timmermans. Ik heb niets gemerkt
van slapen Of anders slapen jelui wel
eens.
Segeren. Gij slaapt altijd.
Na nog eenige bespreking wordt be
sloten dat bij f 500 boven het bedrag,
het werk nog zal worden gegund.
Tegen stemde de heer Smolders.
De heer Timmermans zegt er niet
van te honden om oude koeien uit de
sloot te halen. Echter moet hij thans
op eenige zaken wijzen. Zoo is in Ja
nuari of Februari van een vorig jaar al
besloten een leening aan te gaan voor
het in orde maken van de kaai, het uit
diepen van de haven en het hernieuwen
van bestrating. In dat bedrag zou wor
den opgenomen dat wat noodig was
voor de zoo lang gewenschte kiosk.
Spreker kan niet begrijpen waarom daar,
wat met algemeene stemmen is beslo
ten, nog geen uitvoering aan is gege
ven. U zal me, thans zeer verplichten
door uitvoering te geven aan het nu
genomen besluit.
De Voorzitter zegt dat er veel po
gingen in het werk zijn gesteld om de
leeninggeplaatst te krijgen. Bij deDordt-
sche Spaarbank, waar men het eerst
heeft geprobeerd, is men niet slaags
kunnen komen omdat ze de beschikking
over dat bedrag niet had. Ook bij
verschillende banken heeft men ge
tracht slaags te komen, doch zonder
resultaat. Het bedrag was voor de
banken te gering.
Tpgr^WAA LW U K. far^ip"
DOOR ERVARING STERK.
Wat de verbetering van de straten
aangaat, deze zijn achterwege gebleven
omdat die door de waterleiding toch
weer alle worden opengebroken Daar
moet wat mee worden gewacht en dat
zal, doordat het materiaal aanmerkelijk
dalende is voor de gemeente een groot
voordeel zijn.
i De leening zal op het oogenblik wel
wat makkelijker worden gesloten en
wat aangaat de kiosk, Spr. geloof dat
de heer Timmermans zich vergist.
De heer Timmermans betreurt het
dat er van de kiosk nog geen werk is
I gemaakt. Hij weet niet of de goede
weg wel is gevolgd want, herinnert hij
zich goed, dan wil men een kiosk bouwen
overeenkomstig de schoonheid van de l
Markt Dit nu zou hij achterwege wil-1
len laten. Het is geen museum waar
men alles in stijl moet houden. Op de j
Markt toch wordt dan dit en dan dat
huis verbouwd zoodat er jaarlijks ver
andering plaats heeft. Daarom zou hij
er geen kostbare kiosk willen plaatsen,
daar is de tijd niet naar.
Spreker begrijpt niet dat Burg. en
Weth. dit werk, vooral nu men er toch
ook weer, zij het in kleinere mate, de
werkeloosheid mede had kunnen be
strijden, niet hebben laten uitvoeren.
Voorzitter. De heer Scherp die toch
zeker een groote voorstander van een
kiosk is. was met mij van meening dat
men in dezen duren tijd en nu de be
lasting zoo hoog is en overal op
bezuiniging wordt aangedrongen,
voorloopig nog geen kiosk moest bou
wen. Men moet niet uit het oog ver
liezen dat een volgend jaar de belas
ting nog hooger zal zijn lk geloof dat
de burgers zouden zeggen een luxe
uitgaaf, wat het bouwen van een kiosk
zou zijn, kan zoolang wel achterwege
blijven
Timmermans lk vraag niet wat de
meening van mijnheer Scherp is. ik
vraag wat heeft de meerderheid, neen
wat heeft de raad eenparig besloten.
De raad heeft eenparig gezegd er moet
een kiosk komen en dan moet dat be
sluit zonder meer worden uitgevoerd
en moet men later niet komen met het
praatje dat de belasting verhoogd moet
worden en men op alles moet gaan be-
zuinigen, Ik wil hier beslist niet langer
als een kwajongen zitten.
Voorzitter, lk geef gaarne toe dat
een genomen besluit moet worden uit
gevoerd, maar in de vergadering van
Burg. en Weth. is telkens na een aan
besteding gezegd, er nog maar eens
mede te zullen wachten. Wenscht de
raad nu uitvoering van het besluit, dan
zal het aanmerkelijk minder kosten dan
een vorige maal.
De heer Segeren is bang dat de werk-
ioozen de kiosk zullen afbreken. De tijd
is er niet voor om zulke luxieuse zaken
daar te stellen. Hij zou het nog eens
kalm af willen zien.
De heer Timmermans kan niet be
grijpen dat de heer Segeren, die anders
zoo'n geweldig leven kan maken als
een besluit niet is uitgevoerd, nu zoo
uit den hoek kan komen.
8. Aangehouden adres van den heer
Speetjens om verhooging van salaris.
Burg. en Weth. stellen voor hem
voor 1921 een extra toeslag op zijn
salaris te verleenen van f 250. Een vaste
verhooging verleenen achten Burg en
Weth. niet gewenscht, wijl er nog
vooruitzicht bestaat op vereeniging van
gemeenten. Zij achten het tegenover de
belastingbetalers niet billijk dat een
ambtenaar, die slechts enkele jaren in
dienst van de gemeente is, voor 10 jaar
op wachtgeld wordt gesteld.
Met algemeene stemmen wordt aldus
besloten.
9. Schrijven van den Garnizoens
commandant, houdende het bericht dat
het in het voornemen ligt om de mili
taire badplaats één dag per week voor
de burgers open te stellen, mits de
gemeente bereid is om eene subsidie
van f 40 te verleenen.
Burg. en Weth meenen dat men ver
heugd moet zijn, dat dit voorstel door
den Garnizoenscommandant wordt ge
daan en f 40 subsidie moet worden
gegeven.
j De heer Segeren is bang dat men
I daar spoedig maar één uitweg meer zal
hebben. Het is van groot belang dat
de dijk daar steeds twee uitwegen heeft.
Nu zal het misschien nog gebeuren dat
er geen enkele uitweg meer zal komen.
Er zijn meer mirakels gebeurd, zegt spr.
De Echo van het Zuiden,
WaalwUksche en Langstraatscbe Courant
Dit blud verachijnt
WOENSDAG EN ZATERDAG
'Abonnementsprijs per 3 maanden 1.25.
Franco per post door bet, gebeele rl.1k 1.40.
Brieven, Ingezonden stukken, gelden enz..
franco te zenden aan den Uitgever.
Prijs der Advertentlën
20 cent per regel; minimum 1.50.
Reclames 40 cent per regel.
By contract flink rabat.
Advertentlëu moeten Woensdag en Vrijdag
des morgens om uiterlijk 9 uur in ons bezit
zijn.
Nadruk verboden.
vaa „Do Echo van het Balden"
„Ja, een heer, zeer goed gekleed. Hy is
den winkel binnengekomen toen ik er was.
Het was 7>oownt tusschen acht en negen unr
des avonds. Hy heeft my een keukenmes
gevraagd, gelijk aan die, welke de slagers
gebruiken om de beenderen uit het vleesch
te halen. Dat zfln zyn eigen uitdrukkingen.
In een woord iets dat zeer sterk is."
„Kunt gy my het juiste signalement, van
dien persoon geven?"
„Neen, dat kan ik niet. Er komt zooveel
volk, en men kan niet meer aandacht schen
ken aan den een dan aan den andere."
„Was hij nog jong?"
„Het kon een vijftiger zyn. Hy begon grys
baar te krijgen, maar was zeer netjes ge
kleed, dat herhaal ik u. Hfl was keurig
seganteerd en zag er zeer coket uit. Zijne
uitdrukkingen ook waren bijzonder be
schaafd."
De rechters keken elkander verwonderd
aan.
Klaarblijkelijk kou de toevallige klant,
wiens portret de koopvrouw geschilderd
bad, niet de moordenaar der jonge naaister
zijn.
De instructierechter hield zich daarvan
volkomen overtuigd.
„En toch kan men het niet weten," zoo
meende het hoofd der openbare veiligheid.
i,Kr gebeuren vaak zoo zonderlinge zaken".
„Welk een ander belang kan de moorde
naar gehad hebben om den diefstal te ple
gen? En de man, die madame hier vrij dui
delijk beschrijft, ziet er waarachtig niet
als een nachtelijke dief uit"
„Niets bewijst, dat diefstal alleen de
reden van de misdaad was."
„Gelooft gtj dat werkelijk?"
„Ik geloof niets. Ik twijfel slechts en on
derzoek."
De instructierechter scheen gedurende
een oogenblik na te denken, maar sprak
geen woord, en na de koopvrouw bedankt te
hebben, verliet hij met zijn makker het ma
gazijn.
NEGEN EN VEERTIGSTE HOOFDSTUK.
Toen hy op de kade gekomen was, stond
hy stil tegenover de koetspoort van num
mer 9 en vroeg aan het hoofd der openbare
veiligheid
„Woont daar juffrouw Lucia?"
„Ja, mynheer."
„Laat ons even by haar aangaan."
„Ja. gy liebt gelijk. Misschien kunnen wy
wel uit haren mond vernemen, wie er '«enig
belang by kon hebben, haar te treffen."
De twee magistraten lieten zich door de
portierster Lucia's kamer aanwijzen.
Lucia was nog zeer zwak, maar toch aan
het werk, toen beide heeren by haar bin
nentraden.
zy herkende onmiddellijk den instructie
rechter en stond op om hem te ontvangen.
„Blyf zitten kind," zeide hy. „Ik heb u
slechts enkele vragen te doen. die li niet
zullen vermoeien."
„Hebt gy den man opgespoord, die my
getroffen heeft?" vroeg Lucia.
„Ongelukkig neen. Doch wy gelooven oen
spoor ontdekt te hebben."
„Welk spoor?"
„Wy hebben het beft gevonden van het
mes, waarmede men n verwond heeft. Dit
heft met het stuk lemmet, dat er nog aan
vast zit, past uitstekend aan het gedeelte
dat er vroeger gevonden is te Bois-Colom-
bes. wy weten nu waar het mes gekocht is."
„Zoozeide Lucia.
„Daags voor de misdaad begaan werd,"
ging de instructierechter voort, „heeft de
fabrikant die de benedenverdieping bewoont
van dit huis, het mes tusschen acht en ne
gen uur des avonds verkocht."
„Ziedaar een zonderling toeval!" riep het
meisje uit. „Wie was de kooper?"
„Een man van vflftlg jaar ongeveer, een
MAATSCHAPPIJ VAN VERZIMLRING OP HET IEVEN
net Kekleed lieer, die er uiteriyk zeer goed
uitzag."
„Dan is hy niet de persoon, die my ge
troffen heeft."
„Hoe weet gy dat?"
„Niettegenstaande mijn angst en de dikke
duisternis heb ik zeer goed gezien, dat myn
aanvaller zeer slecht gekleed was."
„Men kan zich verkleeden."
„Dat is waar, mynheer; maar ik begrijp
niet, wat gy daaruit wilt afleiden."
„wy leiden daaruit af, dat het niet alleen
was om u te bestelen, dat hy u wilde ver
moorden."
„Welke andere reden zou de misdadiger
gehad hebben?"
„Hebt gy geene vijanden?"
Lucia glimlachte.
„Hoe zou ik vijanden hebben?" hernam
zy. „Ik leef geheel alleen en ben eene wees,
in het gesticht der gevonden kinderen op
gevoed. Ik ken slechts myn verloofde, die
sinds eenige dagen op reis is."
,Hebt gy aan niemand gezegd, dat gy
naar Bois-Colombes gingt?"
„Tot niemand. Eene juffrouw uit het ma-
gazyn myner meesteres was my komen be
richten dut ik het balcostuum moest bren
gen naar de vrouw van den maire van
Bois-Colombes. Niemand kon weten, hoe
laat ik zou terugkeeren noch welken weg ik
zou kiezen. Ik had een rytuig kunnen nemen
in plaats van met den trein te gaan en zou
het ook gedaan hebben, zoo dit niet te duur
was uitgekomen."
„Niets is natuurlijker," merkte het hoofd
der openbare veiligheid op.
„Wy moeten ons dus aan onze eerste
veronderstelling houden," zeide de instruc
tierechter, „en toch doet de herkomst van
dit mes eenigen twyfel by my ontstaan."
„Naar myn oordeel bewyst 't mes niets,"
antwoordde Lucia. „Het was nog nieuw,
zegt gy. Dat moge zoo zyn. Maar kon de
moordenaar niet een mes in zyn bezit heb
ben uit hetzelfde magazyn, dat nog nooit
gebruikt was? Misschien heeft hy dat mes
wel gevonden of gestolen... Geloof niet dat
de misdaad voorbereid was, dat eenig ander
doel dan diefstal in het spel is geweest.
Niemand kent my, ik herhaal het, en ik ken
niemand. Ik werk hier steeds alleen en ont
vang slechts bezoeken van myn verloofde,
die weldra myn man zal "4jn f» van de
goede mama Lison, die my het leven gered
heeft. Zonder haar zou ik aan gebrek van
hulp het leven gelaten hebben op den weg,
waar ik in onmacht was gevallen. Nog eens,
wie zou my haten? Welke wraak zou men
op mij hebben willen koelen? Eene voorbe
reide misdaad, mynheer, is volkomen on
aanneembaar."
„Dat wenschte ik, mejuffrouw, uit. uwen
mond te vernemen," zeide de instructierech
ter.
Hy groette het meisje en vertrok met het
hoofd der openbare veiligheid.
Lucia zat weer alleen op haar kamertje
en was volkomen overtuigd, dat de magis
traten zich grooteiyks vergisten.
Zy moest by madame Augustine zyn.
nam een rytuig en begaf zich naar de St.
Honoréstraat.
De geschiedenis van de misdaad door de
brooddraagster op aansporing van den pol.-
commissaris van Bois-Colombes verhaald,
was door Lucia onachtzaam gelogenstraft.
'Lucia had aan madame de gansche waar
heid verteld en dit verhaal was ten beste
gegeven in tegenwoordigheid van juffrouw
Amanda en de twee jonge winkeljuffouwen
die wy reeds meer dan eens gezien hebben.
Men was dan op de hoogte van de moord
poging op Lucien Labroue's verloofde ge
pleegd. toen deze van Colombes terugkwam.
Juffrouw Amanda herhaalde onophoude-
iy k
„Wat heb ik toch een byzonder geluk ge
had dat ik niet met juffrouw Lucia naar
den maire ben medegegaan. Ik zou dan
ook een vreeselijke messteek hebben kun
nen ontvangen
Toen Lucia by madame Augustine binnen
trad ging deze haar tegemoet en omhelsde
het meisje.
De drie naaisters informeerden omtrent
den toestand harer gezondheid eji legden
daarby de grootste belangstelling aan den
dag.
Dan vroeg madame Augustine:
„Wel myn kind, heeft men den moorde
naar gevonden?"
„Neen, madame, n ik beu volkomen over
tuigd dat men hem niet vinden zal."
„Waarom niet?"
„Vyf minuten voor ik vertrokken ben om
tot u te komen, heb ik een bezoek ontvan
gen van (len rechter van instructie door bet
boofd der openbare veiligheid vergezeld."
„Welnu?"
„Die heeren, madame hebben groot abuis."
„En boe?"
„Zy houden zich overtuigd, dat de mis
daad niet door diefstal zou gedicteerd zyn,
en dat de persoon, die my getroffen beeft,
misschien wel uit bant of wraak beeft ge
handeld."
„En waarop vestigen zy die veronderstel
ling?"
„Op eene zonderlinge omstandigheid
liet mes van den moordenaar is gebroken
op een der baleinen van het corset. Het
beft met een stuk van bet mes, dat daaraan
bevestigd was, kon men in don beginne niet
vinden. Nu eiudelyk heeft men bet gevon
den en tevens de zekerheid opgedaan, dat
daags voor de misdaad platasgreep, dit mes
des avonds 0111 half negen door een beer
van zekeren ouderdom en met byzonder
veel zorg gekleed, gekocht was by een fa
brikant, die hetzelfde buis bewoont, waar
ook ik gevestigd ben."
Amanda luisterde met byzondere aan
dacht.
„Dat is werkelijk zeer zonderling riep
Madame Augustine uit. „Ik bon volkomen
van het oordeel der magistraten. Hot Is wol
mogelijk dat er hier eenige bant in bet. spel
is."
„Wie zou my haten? Ik doe niemand
eenigen last aan. Niemand heeft zich over
my te beklagen."
„Zouden wy met geen wraak te doen heb
ben myn kind?"
„Waarover zou 'men zich wreken? Wat
heb ik ooit misdaan?"
Eensklaps herinnerde zich Amanda, dat
eenigen tjjd geleden een commissionair in
lichtingen was komen vragen over Lucia.
Dit geheim bewaarde zy echter voor zich
zelve en zeide dan luide:
„Mischien is bet wel een afgewezen min
naar."
Lucia glimlachte, terwijl zy antwoordde
„Nooit heb ik iemand van de band gewe
zen om de eenvoudige reden, dat behalve
myn verloofde, my nooit iemand van liefde
gesproken heeft."
(Wordt vervolgd).