bote? Oe Aartsbisschop en de bis schoppen van Nedeiland Kerknieuws. Daarom blijft hij ook buiten stemming. De Voorzitter zegt geen punten ter behandeling meer op de agenda te hebben, doch wenscht terug te komen op de grief van den heer Meijers be treffende het uitdiepen van de haven. Daarvan heeft hij reeds lang een studie gemaakt. De oude stukken, die over het uitdiepen van de haven handelen, heeft hij opgezocht en geeft alle leden in overweging deze stukken ook eens in te zien. Daarin zullen ze zien dat vroeger een Rijksbijdrage daarvoor werd gegeven die zoo hoog was, dat men er vaak van over hield. Verder kan men ook zien in die stukken dat er eene kostbare procedure heeft plaats gehad, wijl door het uitdiepen de buitenhaven was ingevallen. Dat nu heeft hem doen huiveren om de plannen tot uitdiepen uit te werken. Een baggermolen is er niet in te brengen. Alleen is het mogelijk om met de hand uit te diepen, maar dan is het weer gevaarlijk om de modder in den polder te brengen, wijl daardoor eene afschuiving volgt. Hij zou daarom voor willen stellen om alleen in de haven een geul te maken, dan de kade met de uitkomende grond verzwaren en eerst later dan tot volledige uit dieping over te gaan. De heer Scherp is van gevoelen dat nu voor afschuiving geen vrees meer behoeft te bestaan. Vroeger was de grond daar heel anders. De heer Meijers is het met den heer Scherp eens. Vroeger was het daar meer besch. Toen was daar alles, kade en de heele boel veel zwakker. De heer Tak wijst er op dat, wordt de binnenhaven door de gemeente in orde gemaakt, de waterstaat verplicht is de buitenhaven in orde te maken. Verder zou hij er de politie op willen laten letten dat niet alle mogelijke in grediënten in de haven wordt geworpen. Bij het publiek heeft de meening post gevat dat de haven moet worden ge dempt. De Voorzitter geeft de Commissie van openbare werken in overweging om de stukken eens in te zien. De heer Timmermans, lid van deze commissie, is daartoe gaarne bereid, maar dan moet de Voorzitter zorg dragen dat deze kwestie in een volgende ver gadering wordt afgewerkt. De heer Timmermans informeert ver der in welke verhouding de gemeente staat ten opzichte van de werken aan het station. Treedt U daar, zegt spr., op als privé lasthebber van de S. S. of als hoofd der gemeente. De Voorzitter zegt daar niets mede te hebben uit te staan. Hij heeft be dongen dat de werkeloozen van Geer- truidenberg daar te werk zouden worden gesteld. Timmermans. Is de gemeente er finan- tieel niet bij betrokken De aanbesteding is die uitgegaan van het gemeentebestuur of van de S. S. en is deze openbaar geweest. De Voorzitter zegt dat geen openbare aanbesteding heeft plaats gehad wijl de zaak, die toch reeds zoo lang aanhangig is geweest, dan nog langer zou duren en de werkloozen daardoor nog langer van werk zouden zijn verstoken. De S. S. betaalt de werkzaamheden. De heer Timmermans zegt niet goed begrepen te hebben hoe de vork aan de steel zat. Weth. Segeren zei niets van de geheele zaak te hebben gezien en toen dacht ik, aldus spr., zou de Voorzitter alles maar op eigen houtje hebben gedaan. Voorzitter, 's Morgens om 10 uur werden we door het station opgebeld. De ingenieur was er. De inschrijvings biljetten heb ik toen meegenomen en deze zijn geopend onder toezicht van de sectie-ingenieur. De Wethouders waren niet, doordat een en ander ver keerd was begrepen, aanwezig. Later, op de secretarie, heb ik het biljet laten zien. Of ik de andere biljetten ook heb laten zien, weet ik niet Had men er naar gevraagd, men had ze kunnen zien. De heer Timmermans merkt op dat de aanbesteding dan wel publiek is geweest. De heer Segeren zegt van heel die zaak net zooveel te weten als zijn klompen. De Voorzitter zegt voor deze zaak veel te hebben gewerkt en nu het tot een goed resultaat is gekomen gaat men hier pluizen of er geen foutjes zijn begaan. Zoo iets doodt de energie en doet iemand afschrikken om iets te ondernemen. Segeren. Ik zou niemand beschuldi gen, maar hoe zou het U bevallen als ge als wethouder overal uitgeschakeld wordt. Al ben ik maar een boer. ik voel het net zoo goed als ze op mijn teenen trappen als een Godgeleerde of advocaat dat voelt. Denkte nou dat ik net als de kuikens met de kloek meestap. De heer Timmermans wil niets afdin gen of beknibbelen op de werkzaam heden van den Voorzitter maar waar hier alles aan een persoon was over gelaten daar heeft hij gemeend deze vragen te moeten stellen. De heer Tak wijst er op dat nu dit jaar nog maar slechts twee vergade ringen zijn gehouden. Dit heeft ten gevolge dat de leden van den raad niet met de gemeentezaken op de hoogte zijn zooals het behoort. De Voorzitter zegt niets liever te doen dan gezamelijk de zaken te be spreken. Laatst heeft hij nog gevraagd of de commissie wekelijks bijeen wilde komen, maar deze achtte het niet noo- dig. Om de veertien dagen was naar hun oordeel voldoende. De heer Tak wijst er dan nog op dat een opzichter is benoemd zonder dat de raad daarvan iets weet. De Voorzitter merkt op dat het een tijdelijke is en tijdelijke krachten worden door Burg. en Weth. benoemd. De heer Timmermans drmgt er op aan dat de Wed. Krols ten spoedigste wordt uitbetaald en haar vanaf 1 Jan. rente wordt uitbetaald. De Voorzittef zegt toe bij Ged. Staten te zullen aandringen op goedkeuring van de raadsbesluiten opdat de uitbeta ling kan geschieden. Daarna wordt de vergadering gesloten. WASPIK. Openbare vergadering van den raad dezer gemeente op Vrijdag 26 Mei, des n.m. 2 uur. Voorzitter Edelachtb. heer P. Dekkers. Klokslag 2 uur opent de Voorzitter de vergadering aanwezig zijn alle leden, terwijl er twee vacatures zijn. De notulen der vorige vergadering worden na voorlezing onveranderd goedgekeurd en vastgesteld. Aan de Orde 1. Ingekomen stukken. a. Schrijven van de R K. Leergangen houdende het verzoek om eene subsidie groot f25. De Voorzitter zegt dat B. en W. in deze met geen voorstel komen. Hij zal het derhalve in omvraag brengen wie voor en wie tegen verleening van sub sidie is. Voor subsidie stemden de heeren Teunen, Rijken en Nollen. Tegen de heeren Rubbens, Vloemans, de Hond, Ruijtenberg, Kamp en Pruijs- sers. Bespreking Vleeschkeuring. De Voorzitter merkt op dat ingevolge de wet men verplicht is de vleesch- keuringswet na te leven. De verschillen de bepalingen daarvan maakt het on mogelijk dat iedere gemeente de wet op z'n eigen uitvoert, dan wordt het veel te kostelijk, daarom hebben ver schillende gemeentebesturen zich daar voor vereenigd. Zoo heeft zich hier Waspik, Raamsdonk, G'berg en Made vereenigd. In Raamsdonksveer zal de slachtplaats komen, waar de noodslach- tingen zullen plaats hebben. De huis slachtingen tracht men buiten beschou wing te laten. De heer Pruijssers vreest dat, indien de noodslachting in Raamsdonksveer plaats moet hebben, het heel dikwijls geconstateerd dat alles versleten is en een geheele nieuwe sluis moet worden gemaakt. Dan zal daar een dag of veertien de Vaart moeten worden afgedamd en wil men het goed in orde maken, dan moet een en ander van beton worden gemaakt. Het geheel zal kosten f 600, dan wordt het juist als aan het afwateringskanaal. De heer Rijken vraagt of alles zoo niet kan worden gemaakt dat de sluis komt te vervallen. Dat zou een groote bezuiniging geven. De heer Rubbens merkt op dat dit niet kan wijl het kanaal lager ligt. Zon der een sluis zou men op veel plaatsen te weinig water hebben en op andere plaatsen te veel Het beste zal zijn zoo spoedig mogelijk de zaak in orde te laten maken. De heer Pruijssers heeft gezien dat de Koning de sleutel van de sluis heeft. Deze echter heeft weinig verstand van Waterzaken, want hij heeft zelfs gezien dat het eene gedeelte van de gemeente zonder water zat en het andere gedeelte als het ware verdronk. Hij heeft toen zelf de sluis opengezet. De heer Ruijtenberg kan zich goed vereenigen om een nieuwe sluis te laten maken, doch hij geeft in overweging de rest nu ook in orde te laten maken. De heer Teunen kan zich daar goed mede vereenigen. Bij de Eerw. Zusters is het dikwijls verstopt en komt de sluis in orde, dan moet het ook daar in orde worden gemaakt, wijl anders het water nog niet behoorlijk kan loopen. Met algemeene stemmen wordt be sloten een nieuwe sluisdeur te laten maken. 4. Geldleening. De Voorzitter zegt dat gedurende de laatste veertien dagen het aantal werke loozen weer beduidend is toegenomen. Er zijn 17 werkeloozen die hoofd van een gezin zijn en 30 a 35 die ongehuwd zijn. Burg. en Weth. hebben eenige werkeloozen ontvangen in hun vergade ring en dezen gehoord. Daarop heeft het Dag. Bestuur zich gewend tot den Minister om een steunregeling. Ook met de secretaris van het Arm bestuur, de heer de Bas, is over deze aangelegenheid gesproken en gevraagd of het Armbestuur genegen was voor- loopig zoolang te helpen totdat de steunverleening er was. Het Armbestuur is wel genegen mits het gemeentebestuur terugbetaalt wat meer zal worden uit gegeven dan hun ontvangsten op deze begrooting zijn. Daarop is nog eens aan andere gemeentebesturen gevraagd welke maat regelen men treft voor de werkeloozen, doch dat is owal verschillend. Hier doet men hel zoo en daar weer anders. Burg. en Weth. zijn van oordeel dat het best is om werk te verschaffen en dat kan hier door de haven verder te zal gebeuren dat het vleesch zal beder ven. De Voorzitter meent dat er weinig aan te doen is. De wet is er en moet worden uitgevoerd zooals ze is voorge schreven. Intusschen kan nog wel eens worden geïnformeerd of de veearts zoo'n beest, dat uit nood moet worden geslacht ter plaatse kan worden gekeurd en ge slacht. De heer de Hond is ook de meening toegedaan dat het ondoenbaar isom zoo'n cadaver naar Raamsdonksveer te trans porteeren. De heer Rijken vraagt, of iemand die van beroep geen slager is voortaan nog eens een koe mag uithallen. waarop de Voorzitter ontkennend antwoord. De heer Rijken merkt op dat de over eenkomst met de genoemde gemeente besturen voor den tijd van 10 jaar moet worden aangegaan. In een tijd waarin men zoo vlug leeft, acht hij 10 aar te lang. De Voorzitter merkt op dat het ge meentebestuur van Raamsdonksveer er alles voor moet inrichten, gebouwen, winkel, alles en dus een overeenkomst van korteren duur niet zal aangaan. Wordt besloten met 6 tegen 3 stem men met de gemeente Raamsdonksveer eene overeenkomst aan te gaan. Voor stemden de heeren Rubbens, Vloemans, Ruijtenberg, Kamp. Teunen en Nollen. Tegen de heeren de Hond.Pruyssers en Rijken. De Voorzitter zegt dat de Kerkvaart- sche haven slecht is en het water niet meer tegen kan houden. Door een des kundige, de heer Michael uit Capelle, is een onderzoek ingesteld en die heeft laten uitbaggeren Daar is wel een geld leening voor aangegaan, doch daar is nog slechts een duizend gulden van over, dus dat bedrag is te klein, want nu zijn ze al met vier bakken bezig. Bovendien heeft het Dag. Bestuur bezoek gehad van den heer Verschuren, lid van het polderbestuur en deze deelde mede dat de gemeente geen toezegging heeft verkregen om de bagger in het Maasje te storten. Wel zal ze ons een andere plaats aanwijzen waar de bagger kan worden gestort, doch de bagger in het Maasje moet weer worden weg geruimd. Het spijt ons dat de leden van den raad, die ook in het polderbestuur zitting hebben, ons niet eerder daarop hebben gewezen. De heer Pruijssers zegt er op te hebben gewezen dat het zoo niet zou gaan. De Voorzitter heeft gezegd toen ze hem kwamen vragen waar men met de bagger moest blijven, en dat deze ten Oosten van de monding van de haven niet kon worden neergeworpen, dat ze deze maar in het Maasje moesten werpen. Pruijssers. Ze hebben nu maar ge dacht, als we het maar kwijt zijn. Maar ik heb er zeker op gewezen dat dat niet in orde was. De heer Teunen zegt te hebben op gemerkt, dat de een den ander hier de schuld tracht te geven. Hij vraagt wat het zal kosten om daar de bagger nu weer op te ruimen. De Voorzitter zou gaarne gezien heb ben dat de heer Kamp, die ook in het polderbestuur zitting heeft, Burg. en Weth. tijdig had gewaarschuwd. De heer Kamp zegt dat hij daar niet gaat kijken. Nu heeft hij gehoord dat ze de bagger te ver hebben weggegooid. Rubbens. Als ze het bij U zelf hadden gegooid, zou U toch wel zijn gekomen en als het iets is betreffende het alge meen belang, dan moet dat ook worden gezegd. Kamp. Ik ben niet voor die afdeeling aangewezen. Ik ben voor over de Maas en daardoor komt het dat ik er niet eerder iets van heb gezien. De heer Pruijssers zou het beter hebben gevonden dat, toen hij er over heeft gesproken, men er direct op had gewezen. De heer Rubbens zegt dat het ge makkelijk is om later critiek uit te oefenen. De heer Rijken meent dat hier van geen fouten sprake kan zijn, maar meer van een te goeder trouw handelen. Daarom zou hij er voor zijn dat Burg. en Weth. met het polderbestuur de zaken behandelen naar genoegen van alle partijen. De heer Rubbens kan zich daar wel mee vereenigen, doch dan moeten alle leden medewerken en moet niet alles op de kop van één man worden ge schoven. Ruijtenberg. Er kan nog genoeg wor den gebaggerd, want ze zijn nog maar goed halverwege. Voorzitter. Daarom zou ik besluiten een geldleening aan te gaan van f 8000. Er zal niet meer worden opgenomen dan noodig is. De heer Rijken geeft in overweging om een bord bij de monding van de haven te plaatsen waarop staat dat men bezig is te baggeren. Doet men dat, dan is men nergens meer aansprakelijk voor, doch doet men het niet en er overkomt tengevolge daarvan iets aan een schip, dan wordt men voor de schade aansprakelijk gesteld. De ge meente Waalwijk heeft daarmede al eens geleerd. Met algemeene stemmen wordt hierna besloten een geldleening aan te gaan van f 8000, teneinde de werkloozen zooveel mogelijk aan werk te helpen Bij de rondvraag wijst de heer Nollen er op dat de beschoeiing van de Vrouwkensvaartsche haven wel eens in orde mag worden gemaakt. De Voorzitter zegt dat daarover reeds in de vergadering van Burg. en Weth. is gesproken. De heer Rijken informeert of van de P.N.E.M. reeds een rekening over het afgeloopen jaar is ontvangen. De Voorzitter antwoordt bevestigend en zegt dat alle bescheiden voor de leden ter inzage liggen. Er is heel mooi gewerkt Men heeft nu quite ge werkt en menschelijkerwijze gesproken zal er een volgend jaar wel winst worden gemaakt. De heer Rijken zou dan gaarne zien dat de prijzen worden verlaagd. Veel menschen zijn er nog die tegen de hooge prijzen opkomen. De Voorzitter kan niet adviseeren daartoe over te gaan. De heer Rijken meent dat dit voor velen een aansporing zou zijn om aan te sluiten. De Voorzitter wijst er op dat de P. N. E. M. adviseert om nog niet tot verlaging over te gaan. De heer Rijken vraagt verder of, nu de gemeente in het onderhoud van de scholen moet bijdragen, de schoolbe sturen baas zijn en met de bestellingen kunnen doen wat ze willen. De Voorzitter merkt op dat de ge meente slechts per leerling in de kosten bijdraagt en dat men met alle andere zaken niets heeft te maken. De heer de Hond vraagt of de ver gadering niet op een andere tijd kun nen worden gehouden. De Voorzitter merkt op dat het aan den Voorzitter is om te bepalen op welk uur de vergadering zal worden gehouden. De een zou gaarne zien dat de vergadering om 7 uur wordt gehou den en weer een ander om 2 uur. Daarom doet hij het nu zus en dan weer zoo. En dan hét wordt tegen woordig betaald. In verband hiermede merkt de Voor zitter op dat de raad nog heeft uit te maken of men bij verkiezing de leden van het stembureau een presentiegeld wil uitkeeren of wel of men wenscht dat het blijft als altijd is geweest n.l. dat van gemeentewege het eten wordt verstrekt. Wordt besloten te doen zooals altijd gebruikelijk is geweest. Daarna wordt de vergadering ge sloten. aan de hun toevertrouwde Geeste lijkheid en Geloovigen ZALIGHEID IN DEN HEER. Op den feestdag van den H. Fran- clscus Xaverlus van het vorige jaar beminde geloovigen, heeft de H. Con gregatie van de «Propaganda Fide* aan alle bisschoppen der wereld een schrijven gericht, waarin zij hun, naar aanleiding van het aanstaande derde eeuwfeest van de stichting der «Propaganda Fide*, den wil en het verlangen van den thans in den Heer overleden Paus Benedictus XV z.g. Cenbaar gemaakt, n.l. om de hun toevertrouwde geloovigen te wijzen op het groote gewicht der missies en huu voor te houden den plicht, dien zij hebben om God en de Allerheiligste Maagd voor de uitbreiding van het ge loof te bidden en de heilige missies naar kracht te steunen. Onloochenbaar is het felt, B. G., dat in de laatste jaren in alle kringen onzer katholieke samealeving de missie-ijver ontwaakte en groeide, en dat nog voorl- durecd toeneemt de belangstelljng voor het missiewerk. Wij constateeren het met grootn vreugde en verheugen ons over deze levendige missle-actte en den heerlijken opbloei daarvan in ons vader land. Immers daardoor toonen de katho lieken, dat zij de waarde van ons H. Geloof beseffen cn voor het kathoüek geloof Iets over hebben daardoor geven zij het bewijs dat zij zich ledematen voelen van de eene ware katholieke Kerk, die volgens den ultdrukkelijken wil van Christus moet worden uitgebreid tot aan het uiteinde der aarde. Waarlijk, beminde geloovigen, wij mogen wel zeggen, dat Christus, Die door den H. Geest de Kerk bestuurt. Die beloofd heeft«Ziet ik ben met u al de dagen tot aan de voleinding der eeuwen*, dat Christus Zelf In deze voor de kerk over geheel de wereld zoo moeilijke tijden, deze missle-actle als eene bijzondere gave aan Zijne kerk geschonken heeft, dat deze missie-be weging een geschenk des Hemels Is, die telkens als de nood hoog Is gestegen nieuwe middelen aanbiedt tot opbonw, nieuwe krachten geeft ter overwinning. Maar, beminde geloovigen, dan volgt hier ook alt dat de katholieken de ver plichting hebben om deze hemelgave □iet ongebruikt te laten, die echt chris telijke beweging niet te laten verflauwen. En zij zal niet veiflauwen, als gij allen, beminde geloovigen, diep doordrongen eijt en blty't van het bevel, dat voort gekomen is nlt het verlangen van Jezu9 H. Hart, om de door den vloek der zonde verlorene zielen te herwinnen en ze te doen deelen tn de zegeningen van Jezus' verlossingswerk. Het missie bevel toch«Gaat en onderwijst alle volkeren* gaf Christus zijn Hemel vaart aan Zijne apostelen niet alleen dat bevel elscht ook den medearbeid der katholiekenalle katholieken zijn er mede verantwoordelijk voor, dat de laatste wil van Christus, Zijn testament, ten uitvoer worde gebracht. Neen, opdat deze scboone en veel belovende beweging blijvend en stand vastig zij, moet zij steunen op het bevel van Christus: «Gaat en onderwijst alle volkeren.* Dat bevel leert n, beminde geloovi gen, dat gij, van dankbaarheid vervuld voor de onverdiende genade des geloofs, welke God u heeft geschonken, die ge nade des geloofs door uwe gebeden en ijverige pogingen voor anderen tracht te verwerven. Dat bevel zegt n, dat gij klederen van God, erfgenamen des hemels, uit ware naastenliefde alle middelen moet aanwenden, opdat zooveel mogelijk ook die duizend millioen heidenen, zooals gfl geschapen voor de koninklijke waar digheid van vrijgekochte kinderen Gods, geschapen voor de eeuwige zaligheld tot hetzelfde geluk worden gebracht. Dat bevel vermaant u, beminde ge loovigen, dat gij u niet onverschillig moogt toonen voor de uitbreiding van Christus' Rijk op aarde voor de mede werking aan de bekeering van heidenen en ongeloovlgen, maar Integendeel, dat gij, als katholieken, inderdaad verplicht zijt, om naar best vermogen aan de heilige ml9sle-actle deel te nemen, over tuigd van de waarheid, dat de zaak der missies bevorderen een echt roomsch werk is. En als de missie-beweging steunt op dat bevel, en gij, beminde geloovigen, beseft, dat het de H. Kerk niet meer vrij staat zich af te vragen of ztj de heidenen zal bekeeren of niet, dan zal die beweging, die mlssia-actle, met geestdrift begonnen lc ons vaderland ook standhouden, zich uitbreiden en den geest der katholieken doordringen. Dan zal zij niet alleen den missiën ten goede komen, maar ook den geloofs ijver der katholieken versterken en bet godsdienstig leven in de parochies ver- hoogen. Dan ook, beminde geloovigen, zal een ieder op zijn wijze de missiën bijstaan en steunen steunen door het gebed, als het voornaamste middel bijstaan door aalmoezen en geldelijke offers. Bidt dan en blijft bidden tot den Heer van den oogst, dat Hi| het aantal mls- sionatisten vermenlgvuldige, hun ijver doe toenemen, hun arbeid zegene. Bidt vooral in deze dagen met allen aandrang tot God den H. Geest, opdat Zijn licht en Ztjne genade moge doordringen tot de harten van hen, die zich nog be vinden in de duisternis, In de schaduw

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1922 | | pagina 2