Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. De Portierster van Alfortville Dames van Waalwijk en Omstreken Stoomwasscherij „DE LELIE". iwr Neemt proef bij Rath Co., Veghel. EERSTE BLAD? Gemeenteraad FEUILLETON „NOORD-BRABAND" m NUMMER 47. ZATERDAG 10 |UNI 1922. 45e JAARGANG. WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TTELEN. Telefoon No. 38. Telegr.-AdresECHO. 2)it nummer bestaat uit 2)rie Bladen. RAAMSDONK. (Vervolg) Voorzitter. Als bet een werk van eenige beteekenis zou zijn, zou men er nog overheen kunnen stappen. Er zullen hoogstens 15 a 20 losse werklieden even voor noodlg zijn. Het polderbestuur van Groot Waspik heeit een groot werk te doen, doch dat wordt zoo nog wat tegengehouden door de familie Smeur. Er moet n.l. een nieuwe weg door den polder gemaakt worden met aan weers zijden slooten van zeker l'/a K.M. lang. Door Burg. en Wetb. is aan het polder bestuur weer eens geschreven of met de uitvoering van dat werk niet spoedig kan worden begonnen, opdat vele werk- loozeo daar werk kunnen vinden. Eenlg antwoord is er nog niet op gekomen. Ik heb verder ook nog hooren zeggen dat Oomen in Oosterhout een werk heeft aangenomen en daarheen een 20 man zal nemen. De heer De Wit erkent dat het werk in den Wasplkschen polder hoog noodig is. De tegenwerking die nu van den kant van de familie Smeur komt, is er al jaren geweest, dan weer van die familie en dan weer van die. De heer Seters vindt het treurig dat die menschen zich maar niets aantrekken van al wat er gebeurt en van al de ellende die wordt geleden. De Voorzitter zegt ook de grond bezitters aangeschreven te hebben en hen daaria te hebben gewezen dat het zoowel in hun eigen belang als In dat der werkioozen zou zijn, indien ze nu werkzaamheden aan hun land lieten verrichten. 119). Htj moet erkennen dat het niet heel veel heeft geholpen dat schreven. De heer Seters geeft gaarne toe dat het werk-verschaffen van de gemeente niet veel is, want dat wordt steeds be schouwd als werk om werk te houden. Deze meening is men vrij algemeen toegedaan. A. J. Lankhuijzeu. De gegoede land bouwers hebben volk genoeg aan het werk, maar de minder finantieel sterken hebben met de malaise te veel te kampen om volk aan het werk te zetten. Schoenmakers. Ik geloof dat hier ln het dorp de werkeloosheid zeer gering zal zijn. De Voorzitter merkt nog op dat de werkeloosheid de gemeente al heel wat heeft gekost, f 10.000 zal toch zeker wel zijn betaald. De heer Seters stelt er prijs op dat het ln openbare vergadering wordt behandeld en hij is dan ook wel over tuigd dat de Voorzitter heeft gedaan wat hij heeft kunnen doen. De toestand Is hier, hij geeft dit gaarne toe, zeer moeilijk, vooral omdat hier ter plaatse zoo weinig bedrijven meer zijn over gebleven. Al het werkvolk Is aange wezen om elders te werken en overal neemt men eerst de Inwoners om deze aan het werk te stellen. De heer Broeders zegt gehoord te hebben datin Oosterhout Oosterhoutsche arbeiders In het werk moeten worden gesteld, ongeacht of de aannemer Iemand uit Oosterhout ls of niet. De Voorzitter merkt op dat dit den aannemer geheel vry zal staan wijl daarvan ln het bestek niets is aan gegeven. De heer Seters zou de regeering willen verzoeken zulks ook te doen bij hier uit te voeren werken. De heer Broeders wgst er op dat bet traject van het station in Geertruiden- berg wordt vergroot en daaraan uitslui tend menschen van die gemeente werk zaam ziln. Waarvoor la echter de ult- breidlug noodzakelijk Wie levert de meeste goederen Dat is de gemeente Raamsdonksveer en daar moet de uit" brelding dan ook voor gebeuren. De Kamer j van Koophandel en Fa brieken heeft van de Staatsspoorwegen gedaan weten te krijgen dat het station daarom Geertruidenberg—Raamsdonks veer wordt genoemd. De Voorzitter zegt dat aan Water staat kan worden geschreven om in dien geest werkzaam te zijn. Voorts deelt hij mede van den burge meester van Made een schrijven te hebben ontvangen, waarin hy ln over weging geeft ln deze zaak samen te werken. Is er hier een werk te verrichten, dan zou men daar, zoowel de arbeiders van hier als die van Made aan moeten laten werken en zoo zou het ook om- 7agg>T\WA A LW U K. (<JÏ7^Ï DOOD ERVARING STERK. gekeerd gaan. Hij voor zich kan met dit idee, om eikaar behulpzaam te zijn, wel meegaan. Weet iemand anders eene oplossing van het vraagstuk, dan zal hij dat dankbaar aanvaarden. Seters. Het beste is au een vaste steunregeling zien te ontwerpeo. Voorzitter. In natura, niet In geld. In deze richting tracht men overal tot een oplossing te komen. Seters. Het mooiste is een vaste rege ling waardoor men weet waaraan men zich te houden beeft, 't Kost weer oftors dat is waar, maar ook z$ die geholpen moeten worden, kost het offers. Schoenmakers. Als lid van de uitbrei dingscommissie geloof Ik te kunnen zeggen, dat er in het verschiet wel eeotge werkzaamheeen zullen komen. Ik zou willen voorstellen om na den hooi tijd In den Dombosch de slooten wat op te graven. Voorzitter. Dat zullen B. en W. in overweging nemen. Ook aan de haven ln het Dorp is eenlg werk te verrichten De Ingenieur is hier geweest en die wil als tegemoetkoming In dit werk f2600 geven. Zooals hij het echter aangeeft ls het prulwerk en kan het, zou ik zeggen niet door de gemeente worden geaccep teerd. De Voorzitter laat een teekening clrculeeren en zegt dat de gemeente moet voorstellen dat de heele beschoeiing van beton moet worden gemaakt en de Waterstaat daar dan ln tegemoet moet komen voor vijf a zesduizend gulden. De heer Seters meent dat men op die manier afdoende werk krijgt. De heer Broeders zou bij de Water staat er op willen aandringen dat men spoed maakt want behalve dat het een groote tegemoetkoming in de werkeloos heid is, levert iedere storm gevaar op. De Voorzitter zegt toe dit te zullen doen. 14. Bezwaarschriften tegen aanslag vergunning (Drankwet). De eigenaar van het hotel Hals ten Deyl wijst er in zijn schrijven op dat. alhoewel zijne omzet aanmerkelijk minder ls geworden, zijn aanslag van f62.50 op f 75 is gebracht. Hij wijst er op dat dit bedrag niet is op te brengen en verzoekt derhalve zyn aanslag weer terug te >rengen op het oade bedrag. B. en W. zijn van oordeel dat het bedrag niet te hoog is. Van van Strien Is ook een adres la- gekomen waarin hij er op wyst dat zija aanslag van f 50 op f 62.50 ls gebracht wat veel te hoog is. De Voorzitter zegt dat Heeren en Florén ook f 50 betalen en aangezien ln de zaak van Van Strien eea heelt dag loop Is, moet wel tot verhooging worden overgegaan. Nq staat hy even hoog als de Rijer. De heer Schoenmakers meent dat deze verhouding dan veel te scheef Is. Er zullen bij van Strien heel wat dagen zijn dat er bijna geen bezoek is. Dc heer van Dongen Torman zou denken dat by de Reyer meer bier en koffie wordt gedronken. Na nog eenige bespreking wordt besloten de aanslagen te handhaven. Daarna gaat de raad over in geheim comité ter behandeling van 15. Bezwaarschriften tegen aanslag in den Hoofd. Omslag. Moesje, doet je hoofd weer pijn. Neem maar gauw je medicijn. Zusje weet al dat het meest 't Freco's kokertje U geneest. PER KOKER 45 CENT. Verkrijgbaar bij Drog. „De Toko", Waalwijk en bij Gez. Wagemakers, Kaatsheuvel. 22011 DE LEZERSKRING VAN ONS BLAD BREIDT ZICH MET DEN DAG UIT, ZOODAT OOK DE WAARDE VAN ADVERTEEREN STEEDS GROOTER WORDT. De Echo van het Zuiden, Waalwpsfhe en Ijangstraatsebe Courant, Dit biad verschijnt WOENSDAG EN ZATERDAG Abonnementsprijs per 3 maanden 1.25. Franco per post door het geheele rijk 1.40. Brieven, Ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. UlTGAV* K-v/; „De E'ohn van hei Zuiden „Mijne goede ster heeft mij uitstekend ge diend!... zonder haar zou ik op dit oogen- blik in een ellendigen toestand verkeeren." dacht hij. „Amanda heeft volkomen geraden wat er gebeurd is en misschien wel veel lust my op eene minder aangename wijze te bespreken. Doch gelukkig heb ik bet noo- dige in handen om haar tong te snoeren. Van die zijde heb ik dus niets te vreezen." Gerustgesteld legde hij het hoofd neder en sliep spoedig in. Jacques Gérard, de valsche Paul Har- mant. wachtte met een gemakkelijk te be grijpen ongeduld den terugkeer van zyn medeplichtige af. Dat Soliveau groote moei--" lijklieden zou ontmoeten, begreep hij zeer goed. Daar de nnhm van de voedster, aan wie Jeanne een en twintig jaar geleden haar kind had toevertrouwd, niet bekend was, twijfelde hij er sterk aan of Ovidius wel 't spoor van het jonge meisje zou kunnen vin den en liet/bewijs leveren, dat Lucia wérke lijk Jeanne's dochter was, zooals eene bij zondere gelijkenis het (Jeed vermoeden. Ily was dan ook zeer ontroerd, toen men hem des morgens kwam berichten dat Ovidius hem wilde spreken. „Alles is mislukt," dacht, hij, daar zyn medeplichtige zoo spoedig terug was. Hij gal bevel onmiddellijk den man, dien men op de fabriek voor een Engelsch of Amerikaausch ingenieur beschouwde, by hem toe te laten. ..Gij zyt wellicht niet geslaagd? vroeg de valsche Paxil Harmant? „Volkomenantwoordde Ovidius. „Wat; volkomen geslaagd?" „Ja, volkomen." „Hebt gij Jeanne Fortier's dochter weer gevonden?" „Ja". „Door bemiddeling der voedster?" „Neen'. De voedster is reeds lang dood maar niettegenstaande dat heb ik wel weten uit te vorschen wat er van het kind gewor den is." „Kwam Lucia terecht in het gesticht der gevonden kinderen?" Ovidius gaf een bevestigend toeken met het hoofd. „Te Parys". Hetzelfde teeken. „Dan is de mededingster mijner dochter werkelijk Lucia Fortier?" ..Een oogenblikGy loopt te snel." „Wat bedoelt gy?" ..Het blijft nu nog de vraag of Jeanne Fortier's dochter werkelijk de Lucia is, die wy kennen." „Die gelijkenis „Ivan iets doen vermoeden, maar geen be wijs leveren." „Dat bewijs komt gij my dan niet bren gen „Zeker niet. Doch ik heb een proces-ver baal hij my. dat alle bijzonderheden bevat van de overbrenging des kinds in het ge sticht, een stuk. dat mjj het recht geeft daar inlichtingen te gaan inwinnen." „Verklaar u nader." Ovidius haalde zijn portefeuille uit den zak en bracht het authentieke stuk te voor schijn, dat hö uit de handen van den jongen Duchemin ontvangen had en bood het Paul Harmant aan. Deze las met aandacht den inhoud van dit papier en riep dan uit „Hoe hebt gy 't toch aangelegd om dat stuk te verkrijgen?" Soliveau deelde mede wat wij reeds weten. „Uwe stoutmoedigheid boezemt my angst in antwoordde de millionair, na aandach tig te hebben toegeluisterd. Zyt gy wel zoo zeker, dat wy op deze wflze geen groot ge vaar te gemoet loopen?" „Zeer zekerIk heb niets te vreezen. daar ik den persoon geheel in uijjn macht heb. Zfln eigen belang brengt mede, dat hy zwygtwant sprak hy, dan zou de man moeten beginnen den diefstal te bekennen, dien hij in het archief van het stadhuis ge- Prijs der AdverlenHëu 20 cent per regel; minimum 1.50. Reclame» 40 cent per regel. Bjj contract flink rabat. Advertontiën moeten Woensdag én Vrijdag des morgens om uiterlijk 9 uur in ons bezit zijn. MAATSCHAPPIJ VAN VERZEKERING OP HET LEVEN pleegd heeft. Eu bovendien zou ik in staat z\jn hem met zyne valsche briefjes heel aardig in 't verderf te storten." ...Ta. gij hebt gelijk," zeide Paul Harmant. „Wat gaat gy nu doen?" „Ik ga recht naar het gesticht om het kind op te eischen, dat daar op 6 April 1862 gebracht werd, om zoo te vernemen wat er van het kind geworden is." „Wanneer gaat gij?" „Heden nog." „En wanneer zal ik u wederzien?" „Van avond." „Waar?" „Rij my. zoo gij wilt" „Hoe laat?" „Om vyf uur." „Ik zal er zyn." „Hebt gij bericht van Lucien Lnbrone?" „Ja. heden morgen ontving ik een brief." „Wanneer keert gij hier terug?" „In drie A vier dagen." „Die tyd is nog re gebruiken om tusschen hem en Jeanne Fotier's dochter een bari- kade te leggen, die niet te oversellryden is. Jeanne Fortier, de moordenares van Lucien Labroue, zyn vader!" „Ik reken er op," zeide Paul Harmant, zich de handen wrijvend met de voldoening van iemand, die eensklaps eene gelukkige uitkomst gevonden heeft. „Tot van avond." TWEE EN VIJFTIGSTE HOOFDSTUK. Ovidius verliet Courbevoie, nam de tram weg tot de barrière en sprong daar in een rijtuig, dat hein naar den boulevard d'Bnfer bracht. Soliveau ging recht op zyn doel af en vroeg, zoodra hy in het gesticht was aange komen, naar den directeur. Deze liet hem niet lang wachten. „Manheer." zeide Harmnnt's medeplich tige. „ik hen gekomen om u te verzoeken mij wel te willen mededeelen. wat er ge worden is van een jong meisje, dat een en twintig jaar geleden in dit gesticht werd opgenomen." „Welk recht hebt gy mynheer, om deze inlichtingen te vragen? Ik moet u vooruit mededeeiéh, dat het my niet geoorloofd is u eenig antwoord daaromtrent te geven, zoo gy niet voorzien zyt van de uoodige stuk ken, die u daartoe het recht kunnen ver- leenen." .Ik zal u onmiddellijk al het noodige over leggen." antwoordde Ovidius. En uit zyne portefeuille het proces-ver baal halend, dat het liandteeken droeg van den vroegeren ma ire van Joigny, ging bij voort „Ik zou gaarne inlichtingen inwinnen omtrent een meisje, dat hier den 6 April 1862 werd opgenomen, zooals blykt uit bet offieieele dokument, dat ik de eer gehad heb u te overhandigen." „Er is niets tegen, mynheer. Ik zal u hel pen. Gy zyt volkomen in uw recht. Ik zaT n alles mededeelen. Misschien echter is bef meisje dood. Maar ook in dat geval zult gij het weten." Er werd gescheld en spoedig kwam er een bureau jongen toeloopen. Haastig had de directeur eenige regelen op een velletje papier geschreven. Hij reikte den jongen dat briefje over met de woorden „Ry den klerk van het archief! Breng my zijn antwoord mede." „Goed mijnheer.' De jongen vertrok en de directeur her nam. zich tot Ovidius wendend: „Dat meisje moet volgens den datum van uw document reeds meerderjarig zyn. Van af den dag hunner meerderjarigheid voeren wij over onze verpleegden niet het geringste recht meer uit, zelfs dat niet van toezicht. Wy zullen u dus sléchts kunnen inlichten tot den dag, dat het meisje meerderjarig is geworden," „Dat begryp ik mijnheer," antwoordde Ovidius, „doch zoo het jonge meisje nog leeft, zullen uwe inlichtingen, hoe onvol ledig deze ook mogen zyn. mij het middel verschaffen om het kind terug te vindon." „Dat geloof ik ook". Enkele oogenbllkken gingen voorbij eer de jongen terug kwam met een groot regis ter. dat by voor den directeur op tafel legde. Deze opende liet. Elke bladzyde bevatte een afschrift van een proces-verbaal. I)e directeur zocht naar den datum, en toen hy dezen gevonden had, zeide hij „Ziehier wat gij verlangt, mynheer. Het jonge meisje, dat den 6 April 1862 hier woi;d gebracht, is ingeschreven onder nummer 9." Ovidius verheugde zich zeer, doch toonde deze vreugde niet uiterlijk. Paul Harmant had zich dus niet bedro gen. Lucia, de naaister van madame Augus tine Lucia, do mededingster van Mary Har mant Lucia, de verloofde van Lucien La broue, was dan bepaald de dochter van die Jeanne Fortier, de veroordeelde, de ont vluchtte van Clermont. Thans had Ovidius niets meer te .verne men. wat hem nog eenig belang kon inboe zemen. Op den rug van het proces-verbaal, dat Ovidius had medegebracht schreef de di recteur het nummer van 't register, het adres van de plaats, waar het jonge meisje in de leer was gegaan en dat van het huis op de Bourlxonkade, waar zij by haar meer derjarigheid haar intrek had genomen en toekende. „Thans blijft er nog eene formaliteit te vervullen mynheer." sprak de directeur. „En dat is?" „Mijne handteekening moet door den di recteur van bet bureau van algemeene hitlp- versehaffing geviseerd worden." „Dit beteekent wellicht, dat ik het be wuste stuk lieden niet kan medenemen." „Juist zoo. Maar gy zult er niet lang op te wachten hebben. Morgen in den loop van den dag zal alles gereed zyn." „Dan zal ik morgen terugkomen. Hoe laat als ik 11 verzoeken mag?" „Tegen twee uur." Ovidius groette en vertrok. Ily bekommerde zich weinig om dat wach ten. Vier en twintig uren min of meer wa ren voor hem van geen belang. Hij was op de hoogte, en dat was voldoende. Om vijf uur des avonds kwam Paul Har mant hem opzoeken in de Clichylnan en vernam daar de ontdekking, welke er dien dag gedaan was. „Eindelijk!" riep de millionair uit. wy zullen nu eens zien of Lucien Labroue er nog aan donken zal dat meisje te huwen?" (Wordt vervolgd).

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1922 | | pagina 1